Met behulp van onze GPS vinden we de weg
doorheen een wirwar van snelwegen in alle richtingen de staduit richting Montpelier, niet in Frankrijk
maar in Idaho. Aan onze rechterzijde rijzen de besneeuwde bergtoppen van de
eerste Rocky Mountain ketens.
Het dal waar we door rijden is groen, een heel
ander beeld dan voorheen. We moeten rechts af, de bergen in en nemen de eerste
pas naar een andere vallei. Bij Logan gaat het pas echt de hoogte in en
doorheen een prachtig Alpijns landschap klimmen we tot 2300 meter hoogte. Net
over de pas is een mooi uitzichtpunt met parking en kijken we neer op het Bear
Lake, een enorm uitgestrekt meer met een prachtig azuurblauw oppervlak.
Wanneer
we het meer, dat nog altijd op een hoogte van 1900 meter ligt voorbijgereden
zijn, komen we in het stadje Paris.
We stoppen bij een kerk gebouwd door de
Mormonen in 1888, een vriendelijke vrijwilliger van dienst geeft ons een
rondleiding door het gebouw en vertelt terloops dat de naam Paris niets te
maken heeft met Parijs. Eén van de stichters van degemeenschap heette Perris en ergens is er wat
mis gespeld.
De straat waarlangs het gebouw staat is een typische dorpsstraat
van deze streek. In Montpelier bezoeken we een museum dat een beeld tracht te
geven van de trekkersroute van California tot Oregon.
In het museum krijgen we
via een goed gebrachte voorstelling een beeld van wat die trekkers moesten doen
en ontberen vooraleer ze hun bestemming bereikten. Wij kunnen ons niet
voorstellen wat deze mensen op de been hield op hun tocht van ontelbare mijlen
met handkar of ossenwagen doorheen een onherbergzaam land.
Enkele mijlen verder komen we op de camping
heel rustig gelegen omringd door bergen.
Met een busje dat bestuurd wordt door een Mormoonse vrijwilliger worden we aan de camping
afgehaald en tot aan Temple Square gebracht. We krijgen een rondleiding met een
groep Engelstaligen, toevallig is één van de vrouwelijke vrijwilligers een Belgisch
meisje. Eerst leiden ze ons in de Assembly Hall rond waar wekelijks gratis
concerten gegeven worden, daarna gaan we naar het Tabernakel een enorm gebouw
met een gewelfd dak dat een uitstekende akoestiek heeft. Wanneer we binnen komen is er net een koor,
het South California en Arizona Choir met 370 uitvoerders aan het repeteren. Prachtige
muziek en een zeer sterk koor waar we een tijdlang van genieten. In het
bezoekerscentrum wordt een uitleg gegeven over hun godsdienst en kon degene die
het wenst verdere inlichtingen thuis krijgen en de Mormoonse bijbel bekomen.
De
grote tempel is enkel voor gelovigen te betreden en kunnen we slechts aan de
buitenkant zien. Al deze gebouwen zijn gebouwd door de Mormonen en met bijdragen
van al hun leden. Het is overal uiterst net onderhouden en verzorgd.
Aan de overzijde tussen het museum en de bibliotheek staat nog een originele
houten hut die door de eerste settlers gebruikt is.
De straten zijn hier ook weer heel breed en
net. We klimmen langs Main Street steil omhoog naar Capitol Hill waar het regeringsgebouw
van Utah boven op een helling prijkt. Vandaar hebben we een mooi uitzicht op de
bergen waar we morgen naartoe trekken.
Vandaag gaat het in één ruk naar Salt Lake
City 243 mijl of ongeveer 400km. Dat Utah een bergachtig land is merken we zeer
goed, langs alle kanten zijn er bergketens en moeten we over enkele passen de
hoogste ligt op 7530 of een 2500 meter. Het rijdt immer vlot op de Amerikaanse snelwegen.
In Carbon County de koolmijnenstreek van Utah pauzeren we bij de stad Price op
een grote parking vanwaar we kijken op bergen kolen die de plaatselijke elektriciteitscentrale
verbruikt.
Op deze parkeerplaats staan verschillende gedenkstenen ter herinnering
aan kompels die omkwamen in verschillende mijnrampen. Er staat ook een
herinneringsplaat om te gedenken dat ooit op deze plaats de hoofdzetel stond
van een mijnbedrijf en dat door Buth Cassidy en zijn bende beroofd werd van
$8000 in goud en zilver.
In de verte zien we verschillende flink
besneeuwde bergtoppen een aanwijzer dat we de Rocky Mountains naderen. Bij
Provo stoppen we voor de lunch. Van daar uit tot in Salt Lake City wordt het
verkeer zeer druk en we rijden over vier rijbanen in elke richting. Hier is
alles volgebouwd en druk bevolkt, een hele verandering van wat we tot nu gezien
hadden. Aangekomen in de stad zoeken we het plaatselijk verhuurkantoor van Cruise
America op om onze koelkast te laten nazien die de onhebbelijke gewoonte had
regelmatig uit te vallen. We worden daar zeer vlot en vakkundig geholpen en
rijden dan naar een camping in de buurt.
De ingang van het natuurpark Arches ligt dicht
bij highway 19, er loopt een doodlopende weg van 18 mijl dwars doorheen die ons
toelaat alle uitzichtpunten te bekijken.
Vanaf de ingang gaat het steil via
haarspeldbochten de hoogte in langs prachtige rotspartijen in de bekende rode
zandkleuren. De eerste halte laat ons reeds kennismaken met de prachtige
natuurmonumenten die ons wachten.
Er wordt gefotografeerd naar hartenlust rondom
ons en zelf kunnen we ook niet ophouden met klikken. Bij het ene punt na het
andere maken we korte wandelingen die soms toch pittig kunnen zijn, gelukkig is
het prachtig weer waarbij de rotspartijen mooi afsteken tegen de blauwe lucht.
We komen bij de eerste bogen in zandsteen waarnaar het park zijn naam heeft het
zijn twee openingen naast elkaar, we lopen er omheen om ze langs alle kanten te
kunnen bewonderen. Dit zijn weer schitterende voorbeelden van wat er door
erosie in de loop van miljoenen jaren kan verwezenlijkt worden.
Een dubbele
boog achter elkaar levert ook weer mooie plaatjes. Op een parking nemen we
pauze om te middagmalen en trekken weer verder.
Iets verder staat er een kolom
waarop een grote rots balanceert, die uiteindelijk ooit zal neerstorten. Dan
komen we bij twee bogen, de zuid en de noord boog, ook weer een flinke
wandeling waard. De volgende stop biedt ook twee verschillende bogen, de
zandduin boog en de gebroken boog prachtig om te zien.
De zandduin boog
verdient goed zijn naam want we moeten een flink eind door zeer fijn zand
ploeteren.
Tenslotte komen we bij Delicate Arch de boog
die in vele illustraties over het park te zien is. Om er vlak bij te komen
zouden we een tocht van 4 km moeten maken en daar passen we voor. We nemen genoegen
met de aanblik van uit de verte.
Om op het punt te komen waar we hem goed
kunnen zien moeten we toch nog ongeveer 1,5km lopen in de hitte, soms wat
steile stukken maar het is toch mooi om te zien, zelfs vanuit de verte.
We hebben nu genoeg gestapt vinden we en
hebben de voornaamste punten gezien. Het landschap waar we door rijden doet
denken aan de westernfilms die we vroeger zagen. In Moab en omgeving in het
zuidoosten van Utah zijn verschillende films gedraaid onder andere Rio Grande
met John Wayne en Indiana Jones and the last Crusade en vele andere.
Vandaag willen we naar het natuurpark Arches
nabij de stad Moab. We moeten ongeveer 175mijl doen. De weg loopt doorheen het
verlaten en bergachtige Utah. We rijden mijlen en mijlen zonder enig teken van
bewoning, het zijn soms uitgestrekte ranches want veel van het land is omheind.
De weg loop kaarsrecht met weinig of geen verkeer. De bergketens met rode zandsteen
zijn nooit uit het zicht of we rijden door een landschap met vulkanische bergen
die zwart en grauw zijn.
Toch is het erg mooi om te zien en aangenaam rijden.
Tegen de middag komen we in Moab, de hoofdstad van Grand County met ongeveer
5000 inwoners. Het is er erg druk en we kunnen er onze boodschappen doen voor
we naar de camping rijden gelegen op 5 mijl van de stad. De camping is zeer
goed uitgerust met alle service die we nodig hebben.
Van op de camping hebben
we een mooi uitzicht op besneeuwde bergtoppen. Morgen maken we een rit doorheen
het natuurpark.
Om nog een plaats te vinden op de camping van
het Capitol Reeef park moeten we er vroeg bij zijn en voor 8 uur zijn we er
reeds en bekomen een goede plaats, het is een erg fijne camping heel mooi
gelegen aan de Fremont rivier.
De schilderachtige route doorheen het natuurpark
slingert zo een 6 mijl er doorheen. We volgen de loop van de rivier op de bodem
van de vallei die steeds smaller wordt, de uitzichten die we krijgen zijn
verbluffend en overweldigend. De rode rotsen lijken wel met een reusachtige
beitel te zijn uitgehouwen.
We komen aan het einde van de geasfalteerde
weg maar er loopt nog een onverharde weg tot aan het smalste deel van het
ravijn. Opsommige plaatsen is de weg
erg smal wanneer we door de kloof rijden.
Op het eindpunt van deze we kunnen we
parkeren en te voet nog een eind verder gaan. We lopen dan werkelijk op de
droge bedding van de rivier, die bij hevige regenval kan veranderen in een
alles verslindende stortvloed. Het is zonnig en warm behalve wanneer er een
stevige wind door de kloof blaast.
Het pad op de boden wordt smaller en is
slechts nog enkele meters breed en boven ons rijzen hoge rotswanden. Een adembenemende
ervaring. We keren terug naar de camping om vlak bij nog enkele woningen te
bekijken van de Mormoonse settlers die er een nederzetting hadden.
s Avonds komt
er een astronoom een lezing geven over het zonnestelsel in het openluchttheater,
erg interessant maar het is er bitter koud door de ijskoude wind.
We staan vroeg op want we willen naar Capitol
Reef National park, zo een 150 mijl. De weg die we volgen is route nummer 12
de schilderachtige route, die zijn naam alle eer aan doet. We rijden door
totaal van elkaar verschillende landschappen, door kleurrijke bergen waarbij
flinke beklimmingen en afdalingen zich afwisselen.
De staat Utah is bezaaid met
bergketens met daartussenin groene en dorre vlakten. Af en toe komen we door
dorpjes, die vaak slechts een honderdtal inwoners hebben. Het uitgestrekte land
is dan ook heel dun bevolkt en we rijden vele mijlen zonder een teken van
leven, het verkeer is erg rustig en het is aangenaam rijden. Kort na de middag
komen we bij de camping Capitol Reef aan. Jammer genoeg is die volzet want het
is een lang weekend voor de Amerikanen, het is Memorial Day.
Na flink wat zoeken vinden we een camping die
weliswaar volzet was maar toch nog een parkeerplaats voor ons had, maar zonder
service. We staan hier in het midden van een vallei, met aan de ene kant
besneeuwde bergtoppen en aan de andere kant rijzen reusachtig grote rode
zandstenen bergen de hoogte in.
Het waait hier verschrikkelijk hard en we
worden flink gewiegd. Het is ondertussen reeds laat in de namiddag. We maken
een korte wandeling langs Mainstreet van Torrey, ook weer zo een stadje met
enkele honderden inwoners. Er staat nog een houten kerkje uit 1860 dat gebouwd
werd met bijdragen van de plaatselijke boeren en oorspronkelijk dienst deed als
schooltje en sociaal centrum.
Morgen rijden we terug naar het park om weer wat
nieuws te bekijken.
Om 9 uur nemen we een shuttle bus die ons
Rainbowpoint zal voeren aan het andere eind van de Bryce Canyon. Onze chauffeur
Spike vertelt ons onder weg leuke anekdotes over de omgeving en over zijn
persoonlijk leven. Het uitzicht van op Rainbowpoint is weer schitterend en de
oker- en roestkleuren zijn opnieuw op hun best.
Vandaar doen we nog
verschillende andere punten aan, het één al mooier dan het andere. Onderweg
zien we kolonies prairiehonden en verschillende pronghorn antilopen, ook een
raaf wacht ons op aan een uitzichtpunt.
Na deze heel leuke en leerrijke tocht
komen we even na de middag terug bij de camper. We hadden inmiddels reeds
vastgesteld dat de huishoud batterij van de camper het niet deed. Na contact
met de verhuurder werden we naar een nabij gelegen garage gestuurd die
onmiddellijk een nieuwe batterij plaatsten op kosten van de verhuurder.
Gerustgesteld keerdenwe terug naar de
camping om nog enkele mooie panoramas te gaan bewonderen door een wandeling te
maken langs de rand van de canyon van Inspiration point naar Sunset point. Denatuur is hier echt mooi en we genieten er volop van.