Het eiland Noirmoutier is ons volgend doel, je kan er
komen via een hoge brug of over de Passage du Gois, een weg die slechts te
berijden valt bij laag water. Wanneer we er aan komen is het gelukkig laag
water en we kunnen er over. Onderweg staan talloze autos geparkeerd op het
zand terwijl deinzittenden naar mosselen
of andere schelpdieren zoeken. Bij de stad Noirmoutier en Ile nemen we een
plaats in op het grote camperterrein. Het stadje is gebouwd rondom een groot
kasteel en in de kronkelende straatjes wemelt het van de toeristen. Iets buiten
het centrum vinden we typische straatjes met wit gekalkte huizen en blauwe
blinden. Zondag makenwe een mooie
rondrit met de fiets langs de zoutpannen en de strandplaatsen.
In het
vissersstadje LHerbaudière pauzeren we bij een lekkere koffie. Het is rustig
fietsen langs landelijke wegen en goed bewegwijzerde fietspaden.
Maandag 1 augustus
Anke en Jeroen met de kinderen zijn op verlof in een
vakantiedorp bij Saint Hilaire de Riez en die gaan we opzoeken. Het is een fijn
weerzien en samen brengen we enkele uren door aan het mooie en grote strand.
Bij een gezellig avondmaal wordt er bijgepraat en is de dag om vooraleer we er
erg in hebben.
Rond het middaguur komen we aan in Angers, dicht bij het
centrum aan de boorden van de Maine is er een reusachtig parkeerterrein waar we
kunnen blijven slapen. Na het middageten trekken we over dePont de Verdun, de oudste brug van de stad,
naar het centrum. Van ver kunnen we de torens van de St. Maurice kerk zien en
via een brede trap beklimmen wij de hoogte waarop de kerk staat. Eén van de
hoogtepunten, letterlijk, van de stad is het kasteel van Angers. Reeds van in
de 11de eeuw werd hier een versterking gebouwd als bescherming tegen
de Noormannen. De Plantagenets bouwen het in de 13de eeuw verder uit
en in de volgende eeuwen wordt het onder de hertogen van Anjou uitgebreid
verfraaid. Aan de buitenkant van het kasteel vallen vooral de massieve torens
en vestingmuren op. Het kasteel herbergt ook het wandtapijt van de Apocalyps
dat een lengteheeft van 100 meter met
een hoogte van 4,5 meter. Het werd door Lodewijk I besteld in 1375. Ondanks de
schade opgelopen in de daarop volgende eeuwen is het nog zeer goed bewaard
gebleven. Van op de muren van het kasteel hebben we een prachtig uitzicht op de
Maine en de stad. Bij het plaatselijk toeristenkantoor hebben we een
stadswandeling bekomen waar we reeds een deel van gezien hebben, het gedeelte
aan de andere zijde van de stroom is voor morgen. Gezien we aan de waterkant
zitten haal ik s avonds nog een hengel uit en kan een mooie voorn uit het
water halen.
Donderdag 28 juli
Na het ontbijt vertrekken we voor de stadswandeling en
genieten van de sfeer in de ouderwetse straten met mooie gebouwen. Het is
ondertussen echt beginnen te zomeren en het is aangenaam wandelen. Na de middag
vertrekken we naar Saint Philbert de Grand Lieu, een stadje met als voornaamste
bezienswaardigheid de restanten van een enorm klooster gesticht door St.
Philbert. Onze slaapplaats is bij een meer en kan er wat vissen maar de vangst
valt tegen. We blijven er twee nachten slapen, het weer is mooi en zonnig en
aan de waterkant is het goed zitten.
De zon schijnt maar de wind blijft koud, ik ga nog wat
vissen maar buiten enkele kleine visjes met weinig succes. In de namiddag
rijden we verder naar La Flèche een stadje aan de rivier de Loir. We vinden een
plaats aan het water maar om te vissen ongeschikt. Het is er erg mooi aan de
rivier en we genieten van een wandeling door de stad die er welvarend uitziet.
Er is ook een nationale militaire school in de stad de Prytanée, die we kunnen
bezoeken. De gebouwen waren door de Jezuïeten gesticht als college. Na hun
vertrek kwam de school in handen van de overheid. De kerk is prachtig ingericht
met veel lichtinval en bezit een prachtig orgel. De franse tuin is mooi met
bloemen aangelegd maar het lijkt wel of de hoveniers met verlof zijn want er
staat veel onkruid tussen de bloemen.
We staan wel erg mooi aan de stroom maar wel langs een
drukke verkeersader daarom besluiten we een andere slaapplaats te zoeken.
Volgens onze campergids is er een plaats niet te ver hier vandaan bij een meer.
We voeren de coördinaten in en laten de GPS het werk doen. Bij het opgegeven
punt zitten midden in een bos een 12 km uit de richting. We voeren het adres is
en komen tenslotte aan bij een goed verzorgde en rustige camperplaats in Le
Guédéniau.
Maandag 25 juli
Na het ontbijt zetten wekoers naar Montreuil-Bellay een oud stadje met een prachtig kasteel in
de Loire vallei. Het kasteel gaat terug tot in de 11de eeuw en is in
de loop van de jaren verbouwd en vergroot. Naast het kasteel staat en
collegiale kerk die van ver te zien is. We volgen een geleid bezoek door het
kasteel en de van de gids komen we heel wat merkwaardigheden te horen over het
kasteel en zijn geschiedenis. De huidige bewoners die het schitterend
gerestaureerd hebben stammen nog af van de originele bewoners, zodat er al vele
generaties de zelfde familie in woont.
We hebben onze intrek genomen op de plaatselijke camping
vlak naast de rivier Le Thouet. Na het bezoek aan het kasteel zet ik mij aan de
waterkant met mijn hengel en kan toch enkele mooie vissen landen.
Dinsdag 26 juli
Het weer is zachter geworden en ik wil hier toch nogmaals
mijn vissersgeluk beproeven. Na een korte wandeling door het stadje en een
bezoek aan de wekelijkse markt, met een twaalftal kramen, terug naar de
camping.
Van vissen aan de haak slaan komt, buiten een klein
visje, niets in huis maar het was het proberen waard.Al met al een rustige dag op de camping.