We hebben Wyoming verlaten en bevinden ons nu
in South Dakota in de Black Hills. Het landschap is bergachtig en groen en
herinnert sterk aan het Zwarte Woud in Duitsland.
In Deadwood City, waar de
gelijknamige Tv-serie haar naam haalde, is het al goktent dat we zien, dat moet
goed opleveren want de stad ziet er welvarend en net uit.
Onderweg zien we een wegwijzer naar een oude
goudmijn Thunder Head waarin zich een waterval bevindt. De weg erheen voert
door een smal en schilderachtig dal aan het einde vinden we de ingang. In 1881
werd begonnen met het boren in de berg, toen nog met de hand en met zwart kruit
als explosief middel.
Na een 200m diep in de berg te boren stieten ze op een
waterader die een einde maakte aan de ontginning. Het water stroom door de
tunnel en aan het einde zien we inderdaad een waterval van een 6-tal meter
hoog.
Ons doel voor de dag was eigenlijk het Crazy
Horse monument in de Black Hills. In 1947 begon de beeldhouw kunstenaar Korcak
Ziolkowski op uitnodiging van het Lakota stamhoofd Standing Bear aan het
ontwerp om uit de rotsen een monument te houwen als gedenkteken aan Crazy
Horse.
In het ontvangstcentrum staat een schaalmodel, uit marmer gehouwen door
de kunstenaar, zodat men kan zien wat het uiteindelijk moet worden. Het is
enorm wat daar uit de berg moet gehouwen worden, het hoofd is reeds afgewerkt
en de ruwe vorm wordt stilaan zichtbaar.
De kunstenaar overleed in 1983 maar
het werk wordt voorgezet door zijn weduwe en kinderen. Het hele project wordt
gefinancierd met privégelden en donaties,er zullen nog vele jaren overheen gaan
vooraleer het af zal zijn. Het is gewoonweg een gigantisch werk en zeer
indrukwekkend. Er hoort ook een fraaie tentoonstelling bij over het leven van
de indianen en het onrecht dat hun werd aangedaan.
Zondag 12 juni
Niet ver van het Crazy Horse monument is er
nog een bekender beeldhouwwerk in de Black Hills van Dakota, namelijk Mount
Rushmore. Het is een nationaal monument en vrij toegankelijk, alleen de parking
moet betaald worden.. De toegang tot het uitzicht platform is zeer mooi
aangelegd met granieten voetpaden en trappen, dit materiaal is natuurlijk in
overvloed aanwezig. Van ver kan men reeds de koppen van vier presidenten van de
VS zien. Samen zijn ze wel kleiner dan het hoofd van Crazy Horse. Het is
niettemin een indrukwekkend werk om zo een getrouw portret op deze schaal uit
de rots te houwen. George Washington werd gekozen omdat hij de vader van de
natie wordt beschouwd, Theodore Roosevelt omdat hij de ondernemingsgeest van de
Amerikanen het sterkst belichaamde, Thomas Jefferson omdat hij de
Onhafhankelijksverklaring opstelde en tenslotte Abraham Lincoln omdat hij de
slavernij afschafte en het land samen hield ondanks de burgeroorlog. We maken
een wandeling langs het pad van de presidenten zodat we de beelden van iets
dichterbij kunnen bekijken. Ondertussen vertelt een Ranger hoe het idee
ontstaan en uitgewerkt is om dit kunstwerk hier te maken, en hoe de keuze
gemaakt werd voor de vier presidenten. Zo krijgen we wat Amerikaanse
geschiedenis te horen, erg interessant. De beeldhouwer Borglum begon aan het
titanenwerk in 1927 met tussenpauzes, waarbij in totaal zes en half jaar
gewerkt werd tot in 1941 waarbij wel 400 mensen aan het werk waren. De
kunstenaar overleed in maart 1941 net voor de finale afwerking. Zijn zoon deed
er nog eens zeven maanden om het volledig af te werken . Het resultaat is
schitterend en blijft een toonbeeld van Amerikaanse ondernemingsgeest en
doorzettingsvermogen. In Custer State park zoeken we een camping op om de nacht
door te brengen.
Bij Buffalo rijden we weer de interstate
snelweg 90 op in oostelijke richting. Het landschap is hier heuvelig en groen,
echt ranchland. We zien dan ook regelmatig koeien in kleine of grotere kuddes.
De ondergrond moet hier rijk zijn aan olie,kolen en gas want overal zien we gaswinning installaties, een open
kolenmijn en vele jaknikkers die olie op pompen. Wild zit er ook want
regelmatig zien we reeën en pronghorn antilopen. We zijn op weg om de Devils
Tower te bezoeken, een bijzondere rotsformatie die hoog boven de vlakte
uitrijst. Voor de indianen is dit nog een heilige plaats die zij de Bear Lodge
noemen.
Vanuit de verte zien we de Tower reeds oprijzen en het landschap
domineren. Hij is als eerste nationaal monument uitgeroepen in 1906 en ligt
midden in een nationaal park. Wanneer we het park binnenrijden zien we een
grote grasvlakte, die de naam verdient van prairiehonden stad.
Overal zitten en
lopen er prairiehonden rond, leuke beestjes om te zien maar op de ranches zijn
ze er niet blij mee. Ze zijn nu een beschermde diersoort en dus moeten ze er
mee leven. Op de parking laten we de auto om een wandeling rond de Tower te
maken zodat we hem van alle kanten kunnen bewonderen.
Het lijkt alsof granieten
zuilen samengebundeld werden om een hoge toren te maken. Het schijnt dan ook
een unicum in de wereld te zijn. De geologen zijn er nog niet echt uit hoe hij
ontstaan is, wij kunnen het alleen bewonderen.
We verlaten Cody om richting Buffalo te rijden
een afstand van 165 mijl.
We rijden een hele tijd door een vrij vlakke streek
waar weinig te zien is, soms in de verte enkele koeien en langs de weg zien we
ook nog pronghorn antilopen.
In de verte zien we weer een bergketen, de Big
Horn, oprijzen en die moet we oversteken.
De weg stijgt via verschillende
haarspeldbochten de hoogte in en we krijgen weer fantastische vergezichten. We
houden halt bij de Shell waterval, waar het bergwater met grote kracht door een
nauwe kloof buldert.
Er vliegen ook verschillende kolibries rond, erg mooie
vogeltjes maar moeilijk op de foto te krijgen. Na flink klimmen bereiken we de
Granite Pass op 9033 voet waar nog flink sneeuw ligt.
Aan de achterkant van de
berg komen we terecht in laag hangende wolken en zitten we in dikke mist.
Beneden is de vlakte die heel groen en
heuvelachtig. In deze streek woonden vroeger de Sioux en andere indianenstammen
die in deze vruchtbare streek hun onderkomen hadden. Ondanks gedane beloften
door de toenmalige overheid werden ze stelselmatig verdreven en het was dan ook
geen wonder dat ze daar tegen in opstand kwamen.
Bij fort Kearny, een
gedeeltelijke reconstructie van het fort van waaruit tegen de indianen
gevochten werd, bekijken we een tentoonstelling over de gebeurtenissen die er
zich toen afspeelden.
Tegen de avond komen we in Buffalo aan en
zoeken een plaats op een camping.
In het Codymuseum is er een schitterende
collectie wapens te zien dus dat kan ik niet missen. Het is een zeer
uitgebreide verzameling van de aller-oudste tot de meest moderne wapens. Ik
kijk mijn ogen uit en ontdek vele wapens waarvan ik al wel gehoord had maar nog
nooit gezien. Voor een wapenliefhebber niet te missen. Anne gaat ondertussen
naar de tentoonstelling over Yellowstone Park en steekt daar ook heel wat
wetenswaardigheden op.
Na de middag doen we boodschappen en maken een wandeling
door de hoofdstraat van Cody, het hotel dat ooit van Buffalo Bill was staat er
nog heel mooi bij.
s Avonds gaan we naar een rodeo kijken, het
is vrij koud op de tribunes maar we waren gewaarschuwd en hebben een warme deken
meegebracht. Het schouwspel begint met een parade van de vlag terwijl het
volkslied gespeeld wordt.
We zien de cowboys terwijl ze in een zo kort
mogelijke tijd een kalf dienen te vangen met de lasso, zo lang mogelijk op een
bokkig paard te zitten terwijl ze zich maar met één hand mogen vasthouden en
tenslotte het rijden op een wild om zich heen springende stier. Het was een
onderhoudende show en leuk om dat eens echt te kunnen meemaken.
Bij het ontwaken stellen we vast dat het flink
sneeuwt er ligt al een verse sneeuwlaag van 5 à 6cm. We willen niet wachten tot
we werkelijk ingesneeuwd geraken en verlaten prompt en voorzichtig de camping
om lager gelegen gebied op te zoeken. Om in dit weer in het park rond te rijden
vinden we geen optie en verlaten met tegenzin Yellowstone Park.
De weg naar de
oostelijke ingang is gelukkig open en we rijden voorzichtig daar heen over hoge
passen waar het nog steeds sneeuwt. Wanneer we lager komen veranderd de sneeuw
in regen en blijft het dicht bewolkt. Het landschap is nog steeds boeiend maar
door de grijze wolken mat en grijs.
In het dal van de Shoshonerivier houdt de
regen stilaan op en begint het landschap terug wat kleur te krijgen. De weg
loopt langs het Shoshonemeer dat een stuwmeer is gevormd door de Buffalo Billdam.
We kunnen over de dam lopen en kijken een duizelingwekkende diepte in waar het
water van de elektriciteitscentrale met enorme kracht naar buiten spuit. In de
smalle kloof waait er een zeer harde wind en is het moeilijk op de been te
blijven. We rijden verder naar Cody, de stad genaamd naar Will Cody,bekend van de Wild Westshows als Buffalo Bill.
In het Will Codymuseum zijn er verschillende tentoonstellingen en we bezoeken
alvast deze over de oorspronkelijke bewoners van dit land, het volk van de
Plains. Het is een zeer mooi opgestelde en leerrijke tentoonstelling over de
cultuur van deze mensen met vele prachtige en originele kledingstukken en
kunstvoorwerpen. De andere tentoonstellingen laten we voor morgen en
installeren ons op de Ponderosa camping.
Kort nadat we Grand Tetonpark verlaten komen
we bij de oostelijke ingang van het Yellowstonepark. De weg blijft stijgen en
vrij vlug zitten we in een sneeuwlandschap. Vorige week was deze weg nog
gesloten door hevige sneeuwstormen.
De sneeuw ligt metershoog langs de weg en
levert toch mooie beelden met een azuurblauwe lucht als achtergrond.
Wanneer we
een sliert autos zien staan langs de weg kunnen we verwachten dat er wat te
zien valt. Het is een zwarte beer met zijn jong, zwarte beren komen in
verschillende kleuren voor en deze was bruin. Een heel mooi ogenblik om dat te
kunnen gadeslaan. We hebben plaats gereserveerd op de camping van Canyon
campgroud, het is echter nog vroeg en we rijden dan maar meteen naar het geiserbekken
met Old Faithfull. Deze geiser spuit op regelmatige tijdstippen en is wel de
bekendste van allemaal. In dit dal in de reusachtige krater is geen sneeuw te
bekennen en de zon brandt terwijl we zitten te wachten op het spuiten van de geiser.
Ons geduld wordt beloond en hij begint te spuiten een forse kolom heet water
spuit hoog de lucht in, indrukwekkend. We hadden verwacht dat de kolom toch
hoger zou zijn maar geen twee erupties zijn gelijk naar we horen. Op de parking
nemen we onze lunch om nadien een rondgang te maken door het bekken.
Bij het
binnen komen van het onthaalcentrum botsen we op de ouders van Peter, Truus en
Frans. We hadden wel afgesproken om elkaar te ontmoeten om 6 uur in het
inlichtingscentrum van Canyon Village, maar het was toch wel een toeval hen nu
al te ontmoeten. Samen genieten we nog van de volgende uitbarsting van Old
Faithfull waarna we afscheid nemen tot s avonds. Over een plankieren wandelpad
lopen we doorheen het bekken en bekijken die fascinerende natuurverschijnselen,
prachtig gekleurde heetwater bassins, pruttelende modderpoelen en rokende
kleine kraters. Een wonderlijk schouwspel.
Tenslotte begeven we ons naar de
camping, terug de sneeuwwereld in en krijgen een plaats toegewezen tussen
metershoge sneeuw. We rijden terug naar Canyon Village voor onze afspraak en
worden door Peter getrakteerd op een lekker maal samen met zijn ouders het
wordt een zeer gezellige avond en vooraleer het donker wordt moeten we afscheid
nemen want ik wil wel met nog wat daglicht parkeren in ons sneeuwhok.
Vandaag staan we extra vroeg op om in de
vroege ochtenduren wat wild te kunnen zien. Om 6 uur gaan we op pad en volgen
de rondweg doorheen het park.
Al vlug worden we beloond voor het vroeg opstaan
en zien we een kudde muledeer (groot hert), kort daarna zien we er twee voor
ons de weg oversteken.
Bij een stroompje ontmoeten we verschillende bevers,
wanneer we de stroom oversteken komt ons ook nog een bever tegemoet.
Ook merken we er twee voor ons onbekende grote vogels op, het lijken een soort
kraanvogels.
Van op een uitzichtpunt nabij Signal Mountain hebben we een
schitterende blik op het Jacksonmeer waarin de bergen van de Grand Tetonketen
zich weerspiegelen. Door het vroege zonlicht komen de kleuren zeer intens over.
Even verder maken we een stevige wandeling naar Beaver Creek. Hoewelde
wandeling vrij vlak is gaat het toch geleidelijk de hoogte in en moeten we soms
door flinke plekken sneeuw ploeteren. Het is er zeer rustig en we zien voortdurend
grondeekhoorns en chipmunks, maar die zijn zo snel dat we er geen op de foto
krijgen.
De Snakerivier in het midden van het dal is
flink gezwollen en er staat en sterke stroming. Om die vroeger over te steken
baatte een zekere Menor er een handelspost en een veerdienst uit. Het veer ligt
op het droge maar de kabel om hem heen en weer te brengen is nog intact.
Het
gebouwtje van de handelspost is goed bewaard gebleven en een charmante dame
laat ons het interieur zien. Anne merkt bij een van de vensters dat er een kolibrietje
tracht naar buiten te vliegen.
Met behulp van een mandje kan de dame hem vangen
om hem ongedeerd vrij te laten.
Iets verder in een koetshuis staat nog de
originele huifkar die als eerste over de bergpas is gekomen. Het was weer een
schitterende dag.