Turku is de oudste stad van Finland, maar daar is niet veel van te merken. De stad ligt langgerekt aan de beide oevers van de stroom. Er is veel industrie en vele middelgrote ondernemingen aan de weg bij het binnenrijden van de stad. De stad zelf is een drukke en levendige stad zoals het hoort bij de tweede grootste stad van het land. Vanop de camping komen we met de bus aan bij de markt van Turku, veel bedrijvigheid maar niet echt gezellig of sfeervol. We lopen langs de kade waar het wel prettig wandelen is naar het slot, het is de voornaamste bezienswaardigheid van de stad. Het slot is goed bewaard en gerestaureerd. Binnen is er erg veel te zien en we lopen er kilometers door zalen en trappen, maar het is wel de moeite waard. We nemen de bus terug naar het centrum want het begint toch te wegen op de benen. De kathedraal is nog een ander monument dat we niet mogen missen, waarvan de oudste delen teruggaan tot de 13de eeuw. Nu is het zowat de belangrijkste Evangelisch Lutheraanse kerk van Finland. Het enorme binnenschip met gotische gewelven is imponerend.
Op 15 juli moeten we terug in Helsinki zijn om de volgende dag vroeg de trein te nemen voor drie dagen St. Petersburg. Dus hebben we alle tijd om rustig door het westelijk merengebied te rijden. We rijden door een golvend en door bomen omzoomd landschap met af en toe zicht op een meer. Onze eerste halte is in Palkane op een rustige parking bij een meer. De volgende dag vinden we plaats op de parking van het strandbad van Ludpioinen vanzelfsprekend ook aan een meer. De dag erna begeven we ons naar een camping in Jämsänkoski er moet namelijk was gedaan worden. De camping is gelegen aan het meer van Paijanne, we krijgen een standplaats aan de rand van het meer. Onze aperitief genieten we aan de rand van het meer (met de hengel in de hand) met een schitterend uitzicht.