Maandag 26 mei
Zaterdagmorgen vertrekken met schitterend weer we naar het Yosemite park. Op de vijfbaans wegen is het flink druk. We bevinden ons nog steeds in de vlakte waar het erg droog is, alle rivieren die we over rijden hebben uitgedroogde beddingen. De weg wordt, vier en drie baans en tenslotte een gewone landweg. We bereiken stilaan de bergen en de weg begint te stijgen. Onze GPS stuurt ons op een zeer smalle kronkelige weg die na enkele kilometers onverhard is voor de volgende 15km. We komen terug op de goede baan en kort daarna komen we op de camping aan. De ingang van het park ligt nog een 60km van hier vandaan maar is te bereiken met openbaar vervoer. Het is voor de Amerikanen een lang weekend want maandag is het Memorial Day en bijgevolg is de camping goed gevuld en zal het morgen beslist druk zijn in het park.
Zondagmorgen nemen we om 6u30 de bus naar Yosemite waar we rond kwart voor 8 aankwamen bij het bezoekerscentrum dat nog geslotenis. In de verte konden we reeds een waterval zien.
Het park is een reusachtige kloof waarvan de wanden in graniet steil omhoog torenen. In het park rijden shuttle bussen rond die je rond het park voeren en waar je op vaste plaatsen kan af en opstappen. Het is nog vroeg en rustig en vlakbij de bushalte zien we een kleine kudde reeën over het pad stappen.
Van ver zien we de langgerekte Yosemite Falls naar beneden stromen. We wandelen tot aan de voet van de waterval waar het water met geraas in de rivier terecht komt.
Het begint inmiddels drukker te worden en de bussen voller. Met de bus rijden we naar El Capitan de hoogste en grootste bergwand in graniet. Volgens de gids zou dit de grootste monoliet ter wereld zijn. Het is in elk geval erg imponerend. Hoog op de steile bergwand zien we met de verrekijker klimmers als vliegen aan de wand kleven.
Na de middag begint het park echt vol te lopen en alle parkeerplaatsen zijn benut. De bussen rijden nu frequenter en zitten echt propvol. We maken nog een mooie wandeling door het bos, waar een fijne geur hangt van de cederbomen, naar het Mirror Lake.
Dit weerspiegelde oorspronkelijk de omringende bergen. Maar het meer geraakt dichtgeslibd en droog. Er staat weinig water in en van een weerspiegeling is niets te merken. Voor de mensen is het lekker plonsen in het ondiepe water.
Overal op de vloer van de vallei liggen rotsblokken, sommigen zo groot als een huis, die in de loop der tijden van de wanden zijn afgebrokkeld. In 1996 is er van een bergwand een stuk rots afgebroken met de afmeting van twee voetbalvelden waarbij één dode en enkele gewonden vielen, ook een natuurstation werd vernield. We hebben weer een fijne dag gehad en moe en tevreden nemen de bus terug naar de camping.
|