Zaterdag in De Morgen:7 bladzijden over doping, ongeveer een viertal over maatschappelijke problemen zoals vermoedelijke discriminatie op de arbeidsmarkt en de behandeling van asielzoekers.
En dan steekt De Morgen nog duidelijk uit boven de concurrentie: in de populaire of populistische kranten is de aandacht voor sociaal onrecht meestal een lachertje.
Waarom blijf ik mij hierover opwinden?
1. Doping is een probleem maar wordt steeds geïsoleerd benaderd. Het misbruik van farmaceutica zitverweven in heel in onze maatschappij. Lees er de statistieken maar op na over de overconsumptie van antidepressiva, tranquillizers, slaapmiddelen, angstremmers, pepmiddelen en dies meer. Bijna altijd gebeurt dit misbruik om te kunnen presteren, om te slagen in slecht voorbereide examens, om mee te kunnen blijven draaien in de mallemolen van onze economie of om een stresserend beroep te kunnen combineren met een gezinsleven of ontspanningsleven, of gewoon om zichzelf te overtreffen.
Kortom, de sport bevindt zich wat deze ontspoorde consumptie betreft niet op een eiland.
2. De repressie is een voortdurende schending van het gelijkheidsbeginsel uit onze grondwet en vaak van elementaire mensenrechten. Kan iemand het zich inbeelden dat in de strijd tegen de sociale en fiscale fraude (zwartwerk en belastingontduiking) mogelijke fraudeursmaanden van te voren moeten opgeven waar ze zich zullen bevinden zodat zij van 6 uur s morgens tot 22 uur s avonds kunnen worden gecontroleerd? Hoe vaak krijgt een fiscale fraudeur twee jaren beroepsverbod? Verdachten , zelfs in moordzaken, worden in de media aangeduid met initialen: als het gaat om sportlui worden die onmiddellijk met naam en toenaam aan de schandpaal genageld. Toen Marino Keulen Vlaams minister van sport was, stonden de veroordeelde dopingzondaars zelfs op het internet. Wanneer zoiets gebeurt met veroordeelde pedofielen, dan spreekt men van een schending van de privacy.
Traditionele juridische principeszoals het non bis in idem gelden niet voor sportlui: zij kunnen zowel door hun sportbond als door de gewone rechtbank worden gestraft voor eenzelfde inbreuk.
Mij komt het dikwijls voor dat onze democratische rechtstaat ophoudt, waar de (top)sport begint: de juridische bescherming die voor ons allemaal van kracht is, telt blijkbaar niet meer voor de atleten.
3. In de discussie over de schadelijkheid van doping ontbreekt bijna altijd het wetenschappelijk gefundeerd tegensprekelijk debat. Lees er Humo van vorige week op na: niet alle wetenschappers zijn zo overtuigd van de nadelen van een medisch gecontroleerd epogebruik.
4.
Mensen uit het welzijnswerk en al wie zich bekommert om de mensenrechten , om de bestrijding van de armoede, kunnen er alleen maar van dromen dat de media een even intense en doorlopende aandacht zouden willen opbrengen voor essentiële tekortkomingen in onze maatschappij. Het is mijn vaste overtuiging dat onze politici met name de strijd tegen de armoede die voor dit rijke Vlaanderen een regelrechte schande is heel wat kordater zouden aanpakken mocht de pers hen week na week daarover aan de tand voelen.
5.
Waarom gebeurt dit laatste niet? Omdat armoede en onrecht zolang er geen doden vallen niet zo spectaculairzijn, en als er geen kinderen bij betrokken zijnmaken ze minder emoties los.
De onophoudelijke dopingsaga zorgt voor verhitte bekvechterij aan de cafétoog, maar laten de dopingdominees zich geen illusies maken: de sportfanaten die vandaag hun gal uitspuwen of de spot drijven met de dopingfraudeurs, zijn morgen weer present op de volgende wedstrijd.
Naar mijn mening is de heisa omtrent doping weinig meer dan een onderdeel van deallesomvattende massahysterie die de sport teweeg brengt en die door de sportjournalistiek wordt aangewakkerd.
Waar ik voor pleit is de redelijkheid en het relativerend overzicht: zie het dopingprobleem in een ruimer verbanden maak er geen war on drugs van die net zoals de war on terror een ideaal- in dat geval: een zuivere sport pretendeert na te streven, maar intussen elementaire regels schendt enalle prioriteiten overhoop gooit. Verontwaardiging is een energie maar zoals elke energie niet onuitputtelijk: wie ze besteedt aan secundaire problemen, houdt geen energie meer over om de ware schandalen van deze tijd aan te pakken, in het bijzonder het vermijdbare lijden dat blijft voortbestaan dankzij onze onverschilligheid. En dankzij is inderdaad cynisch bedoeld.
In De Morgen van vandaag licht dokter Cosyns de bedoeling van zijn actie toe: hij wil elke vorm van stervensbegeleiding op een gelijkwaardige manier behandeld zien.
In een kort commentaar zegt CD&V-senator Hugo Vandenberghe dat dit jurisch niet kan: euthanasie kan niet worden opgenomen in de wet op de patiëntenrechten omdat zoiets zou betekenen dat een arts kan verplicht worden om euthanasie uit te voeren.
Hier begrijp ik niets van: is een dokter soms verplicht om mij anti-biotica te geven als ik daarom vraag? Bij mijn weten houden de patiëntenrechten alleen in dat men recht heeft op goede zorgen, maar niet dat een dokter een behandeling moet verlenen waar hij in eer en geweten niet mee akkoord kan gaan.
Iets anders is de plicht om de patiënt eventueel te verwijzen naar een collega.
Ik stel vast dat de tegenstanders van euthanasie zich nog altijd blijven kronkelen in het zelfde wijwater; zij wringen zich in allerlei juridische bochten terwijl zij in feite maar één argument hebben: mijn geloof is er tegen.
Met open visier strijden betekent nog niet dat je gelijk hebt, maar je hebt dan tenminste toch de verdienste van de eerlijkheid.
Frank VDB, de wielrenner (straks de andere) Het is met de nodige schroom dat ik schrijf over degevallen god Frank Vandenbroucke. Vandaag staat in De Morgen dat hij zich eerst vrijwillig ging melden bij een psychiatrische instelling en daarna wegens dreigementen moest worden gecolloqueerd. Men kan deze zoveelste aflevering van het psychodrama toeschrijven aan jaren van dopingmisbruik en andere verslavingen. Mij voldoet deze verklaring niet. Nog meer dan Tom Boonen was de jonge F VDB de glamourboy van de Belgische wielersport. Zijn typerende uitspraak: 'ik kan elke vrouw van de wereld krijgen.' Deze hybris toont aan dat hij geloofde in zijn eigen mythe van godenkind. Maar die werd door anderen geweven: door zijn supporters en door de media. En laten we wel wezen: de grootste zedenpredikers in de sportjournalistiek zijn vaak de ergste mythologen. Denk aan: 'Tommeke, Tommeke, wat doet ge nu?' Afgezien van Hollywood vind je nergens zo'n massahysterie als rond de topsport, en bij ons is dat vooral de wielersport omdat we nu eenmaal vaker renners hadden van wereldniveau dan voetballers of basketters. Trouwens, voor supporters en regionale journalisten, is een winnaar rond de kerktoren nogal gauw een afgod. Wielerjournalisten in het bijzonder zijn er verslaafd aan om goden te maken en te kraken zoals verwende kinderen die krijsen om speelgoed en het daarna in een woedeaanval vertrappelen. Je moet als jong wielertalent bijzonder sterk in je schoenen staan om hieraan weerstand te bieden. Een geschikte partner kan helpen, maar niet iedere jonge renner vindt een Nini zoals Rik van Looy. Wat mij zal blijven verontwaardigen is de lichtzinnigheid waarmee het sportjournaille - van wie de meesten toch lang genoeg naar school zijn geweest - aan deze kermis der ijdelheden deelnemen en achteraf hun handen wassen in onschuld. Het ziet ernaar uit dat F VDB wel eens de Belgische Pantani zou kunnen worden - waar hij zelf al meer dan eens op heeft gezinspeeld. Misschien wordt hier dan het zelfde hypocriete eerbetoon achteraf opgevoerd als in Italië. Mij lijkt het dringend nodig dat sportjournalisten die hun vak ernstig willen nemen, zich eens bezinnen over hun verantwoordelijkheid. Het zelfde geldt uiteraard voor iedereen die een jong talent moet begeleiden: de ontsporing begint al te dikwijls bij ouders die hun eigen frustraties willen overcompenseren door de prestaties van hun kinderen.
De dood is met de geboorte het meest ingrijpende gebeuren in dit leven, maar niet het ergste.
Zonder onze geboorte waren we hier niet geweest en na onze dood zijn we hier niet meer.
Maar er zijn levenssituaties die heel wat erger zijn in de beleving. Zelfs de meest bloederige dood is erger voor de toeschouwer als voor het slachtoffer zelf die er nauwelijks wat van merkt gezien de dood vrijwel onmiddellijk intreedt.
Daarnaast is er het uitzichtloos lijden, fysiek of psychisch. Denk aan de vrouw die in het VTM-programma kwam smeken om te mogen sterven omdat zij haar aanslepende depressies niet meer aankon. Enige tijd later wordt terloops meegedeeld - ik ben vergeten in welk medium precies - dat zij toch uit het leven is gestapt en op een nogal gruwelijke manier.
Als je bewogen wordt door mededogen, dan zoek je in gelijkaardige gevallen toch naar een meer humane oplossing?
Het lijkt me al te comfortabel zich te verschuilen achter hoogdravende woorden als 'de heiligheid van het leven' als men zelf weinig doet om dat leven tot iets waardevols te maken, bijvoorbeeld door gevallen van totale vereenzaming op te sporen en te bezoeken.
En het kan niet genoeg worden herhaald dat de moraal veel stricter is als het gaat om particuliere en intieme beslissingen dan wanneer er een hele bevolking mee gemoeid is. Denk aan Bush die liefst abortus en euthanasie zou verbieden in de VS, maar geen enkel gewetensprobleem heeft met het vermoorden van tienduizenden weerloze burgers. En de naam Bush is slechts een 'pars pro toto': hij staat voor miljoenen die denken zoals hij.
Onlangs werd de toekomstige katholiek Blair, de 'brother in arms' van Bush, met open armen ontvangen in het vatikaan; politici die ijveren voor de legalisering van euthanasie worden afgedreigd met excommunicatie.
Ik zie maar twee verklaringen: het taboe rondom de eigen dood en ten tweede het streven naar macht. Het zelfbeschikkingsrecht van het individu betekent het einde van de bevoogding door de godsdiensten en de kerken, en die macht willen zij ten allen prijze behouden.
En in deze op allerlei gebieden zo vrijgevochten tijd blijft de eigen dood het grootste taboe omdat die de negatie is van de mythe van de eeuwige jeugd die vandaag meer dan ooit tevoren wordt gekoesterd. Als er iets is waar de moderne mens het moeilijk mee heeft, dan wel met de aftakeling van zijn fysieke en intellectuele vermogens. Helemaal nieuw is dit niet: het bijbelse verhaal over de Tuin van Eden leert ons dat hybris de eerste zonde was, en deze hybris kwam neer op het gelijk willen zijn aan het goddelijke: de paradijselijke mens wou proeven van de boom van kennis en van de levensboom. De eerste zou hem een goddelijke macht verschaffen, de tweede een godgelijke onsterfelijkheid.
Dit verhaal dateert van ongeveer 3000 jaar geleden en het is nog altijd brandend actueel, al zijn de goden vandaag meestal vervangen door filmsterren en andere iconen van aardse perfectie.
Rechter forceert asielaanvraag Iraki's (De Standaard van vandaag) Een Brusselse rechter oordeelde begin deze maand dat de Dienst Vreemdelingenzaken ongrondwettelijk handelde door een Iraaks echtpaar op te sluiten in een gesloten centrum en hun asielaanvraag te weigeren. Hij vond dat de Belgische overheid zich moest schamen. Sommige rechters beschikken dus wel over wijsheid en emotionele intelligentie. Het blijft toch op z'n zachtst gezegd schizofreen: deze regering gaat er terecht trots op dat zij niet heeft meegedaan aan de oorlog in Irak, maar als de slachtoffers van deze rotzooi dan naar ons land komen worden zij geweigerd. Verglijk dit met de Iraanse vluchtelingen die hun mond moesten dichtnaaien om gehoord te worden. Keer op keer zie je hetzelfde: de regering neemt in buitenlandse zaken standpunten in waarvan ze de consequenties in de binnelandse politiek weigert te dragen. Tegenover de komst van vluchtelingen uit oorlogsgebieden en dictaturen bestaat geen enkel moreel bezwaar, integendeel: het behoort tot onze christelijke of humanistische plicht ze op te vangen. Het enige bezwaar is van praktische aard: België kan niet al deze vluchtelingen opvangen want hun aantal wordt werldwijd geschat op tien miljoen. Maar wat we nog altijd niet zien is enig overleg op Europees niveau: wat kan de EU aan inzake opvang en in welke mate draagt de EU bij tot de oplossing van conflicten? Intussen is het zo dat onze Dienst Vreemdelingenzaken steeds sterker doet denken aan een soort Gestapo. Wat we vooral niet mogen vergeten is dat de meeste nazi's en de meeste collaborateurs er rotsvast van overtuigd waren dat zij alleen maar hun plicht vervulden. Wet is wet, Befehl ist Befehl.
ruimte voor het goede sterven (zie De Standaard van vandaag)
Onderdeze titel kondigt de Gentse huisarts Marc Cosijns aan dat hij een terminale patiënte zal helpen sterven zonder de procedures te volgen die voorzien zijn in de huidige euthanasiewet. Let wel: hij doet dit op vraag van deze patiënte. In zijn reactie op het pleidooi van Marc Cosyns schrijft professor Nys: 'Nu heeft de patiënt enkel het recht om euthanasie aan te vragen. Dat is nog iets heel anders dan een recht op euthanasie. Dat laatste is in strijd met internationale wetgeving, met het recht op leven.'
Kun je dit laatste anders interpreteren dan dat voor professor Nys 'recht op leven' gelijk staat met 'plicht tot leven'?
En waartoe dient de verwijzing naar 'de internationale wetgeving' als we weten dat de huidige Belgische euthanasiewet al vooruitloopt op wat in de meeste andere landen mogelijk is?
Ook professor Distelmans verliest zichzelf in tegenspraak wanneer hij schrijft: 'we hebben een maatschappelijke toetsing nodig voor alle beslissingen over het levenseinde.' Voordien stelde hij zelf vast dat dit in de praktijk niet gebeurt, namelijk bij sedatie (opvoeren van de verdoving of pijnstilling) en bij 'versterven' (het laten uithongeren of verdorsten van patiënten)
Te vrezen valt dat het alweer genees-heren en commissies zullen zijn die beslissen over het hoofd van de patiënt heen.
En deze beslssing hangt af van de eigen moraal of geloofsovertuiging van de betrokken arts of van het ziekenhuis waar die werkt. Geen enkel vrijzinnige vraagt dat dokters zouden verplicht worden tot een handeling die indruist tegen hun overtuiging. Maar de patiënt heeft dan wel recht op eerlijke informatie vooraf en op eventuele doorverwijzing. Het is die blijvende onzekerheid die heel wat mensen angst aanjaagt: wie zal uiteindelijk over mijn levenseinde beslissen?
Zal ik mogen sterven op een door mij gekozen manier of zal mijn pijn en vernederende aftakeling nodeloos worden gerekt?
Om terug te keren tot de term 'recht op leven': is het voldoende om te spreken van leven zonder daar enige kwaliteitsvoorwaarden aan te koppelen? Wat is de waarde van verder te leven als een plant: als je daar vooraf voor gekozen hebt, tot daaraan toe, maar mag een wetgever of een dokter een mens tot zo'n bestaan veroordelen? De ultieme vraag blijft: 'who's life is it anyway?' Over wiens leven denken die dames en heren te mogen beslissen? En tenslotte: steeds weer valt het op hoe delicaat de discussie is over het particuliere levenseinde, als het gaat om de massale dood door een oorlogsverklaring dan heersen er veel minder taboes.
Ivan van Mol Vandaag drie bladzijden in De Standaard over doping in de wielersport, twee over dokter van Mol. Hoeveel zouden het er zijn in de populaire kranten? In de tekst staat dan wel dat de feiten mochten ze waar zijn, al lang zijn verjaard, maar toch vindt de redactie het nodig een reputatie te beschadigen. (Tussen haakjes: een verdachte van een moord wordt met initialen vermeld, een dopingverdachte met naam en toenaam: zegt dit iets over de graad van belangrijkheid? Wat opvalt is een enerzijds-anderzijds oordeel van een jonge journalist: enerzijds noemt hij het verstrekken van verboden middelen een misdaad, anderzijds zegt hij het te begrijpen dat een dokter misbruik wil in toom houden. De journalist noemt dit laatste evenwel: 'moreel verwerpelijk'. Ik dacht dat heel wat geneeskunde en wetgeving juist gericht is op het onder controle houden van misbruiken. Denk aan de wet op de beteugeling van de dronkenschap: alcohol wordt niet verboden, maar wel wordt de verkoop door de overheid gestuurd. In heel wat drugscentra wordt methadon verstrekt om de patiënten te helpen afkicken. En in het algemeen: wat betekent het verstrekken van geneesmiddelen met mogelijke nadelige effecten uitsluitend op doktersvoorschrift anders dan misbruik onder controle houden? Daarnaast heb je de interviews in Humo deze week waar verscheidene specialisten verklaren dat een gecontroleerd epogebruik eerder gunstig is voor het lichaam dan nadelig. Maar dat heb je met moraliserende sportjournalisten: de wetenschap interesseert hen niet, zij benaderen de feiten liever op een dogmatische manier. En nogmaals: we kunnen er alleen maar van dromen dat de echte maatschappelijke problemen, zoals de armoede in ons rijke Vlaanderen, evenveel aandacht zouden krijgen als het zoveelste feuilleton van geruchten en verdachtmakingen in de wielersport. Spuitende en slikkende renners zijn wel degelijk een probleem, maar die armoede is een schande. Blijkbaar richten we onze verontwaardiging liever op het bijkomstige dan het essentiële te moeten onder ogen zien.
Is de freelance journalist Rolf Falter dikke vrienden met Bart De Wever en Jean-Marie Dedecker? Zijn anti-PS en anti-vakbondspamflet wijst erop.
Hij schrijft onder meer: 'Sommige syndicale centrales (...) halen bijna de helft van hun inkomsten uit de werkloosheid, vooral via de ledenbijdragen van werkzoekenden die bijna niet anders kunnen dan via de vakbond hun dossier te laten beheren.'
Vallen deze ledenbijdragen soms weg wanneer een werkzoekende werk vindt?
Op de VRT heeft ACW-kopman Luc Cortebeeckx al verscheidene keren betoogd dat het beheer van de werkloosheidsvergoedingen door de vakbonden zeer efficiënt gebeurt en wellicht goedkoper dan door een overheidsdienst. Mocht Falter met cijfers in de hand kunnen bewijzen dat dit een leugen is, dat hij dan met die cijfers naar buiten komt.
En uiteraard kan je in Vlaanderen altijd scoren door de PS gelijk te stellen met eeuwigdurende werkloosheid. Is Falter vergeten dat in de tijd dat Vlamingen naar Wallonië trokken om daar te gaan werken, de toenmalige unitaire BSP ook reeds de grootste partij was in Wallonië? Waarom zouden de rode partijen noodzakelijkerwijze meer baat hebben bij een blijvende werkloosheid?
In Temse had je het rode bastion van de Boelwerf, met zelfs een duidelijke communistische kern onder de arbeiders, na het faillissement is Temse en omgeving verkiezing na verkiezing steeds bruiner geworden. Trouwens, als het FN ergens scoort in Wallonië dan is het in Henegouwen waar de werkloosheid het meest uitzichtloos lijkt te zijn. Meestal verkleuren de doorligvlekken van het zogenaamde 'hangmatsocialisme' opvallend bruin.
Slogans en karikaturen kan men verwachten in een propagandablad, niet in een kwaliteitskrant zoals De Standaard.
Noot Je staat ervan versteld hoe een krant met de pretentie van De Standaard nu al maandenlang aan propaganda doet, hun vroegere slogan AVV/VVK getrouw. En als je dan het lezersforum van Het Laatste Nieuws bezoekt en de reacties leest op het interview met Jef Tavernier, dan begin je beter de verkiezingsuitslagen te begrijpen. Het gaat hier immers om de meest gelezen krant van Vlaanderen en als dit forum de stem van ons volk vertolkt dan is het niet verwonderlijk dat de populisten zo hoog scoren. In feite staan we even ver als in de tijd van de profeet Jeremias: die moest zijn volksgenoten ook voortdurend afdreigen met allerlei rampen om ze tot inkeer te brengen en veel succes hadden hij en zijn opvolgers daarmee niet. De massa gedraagt zich als een klein kind dat eerst zijn vingers moet branden om in te zien dat bepaalde dingen wel gevaarlijk zijn.Het droevigste is echter dat zelfs een zogenaamde kwaliteitskrant een gelijkaardige eenzijdigheid vertoont en in het algemeen dat er wiggen gedreven worden in het weefsel van de samenleving: als iereen alleen de eigen krant leest en de eigen tv-zender bekijkt, hoeveel raakpunten blijven er dan nog over? Hoe kan om het even welke regeringsploeg nog goed doen voor iedereen of iedereen doen inzien dat er naast eigenbelang nog zoiets bestaat als gemeenschappelijke belangen? Het mantra 'goed bestuur voor de mensen' - dat zo vaag is dat elk er het zijne van kan denken - heeft Leterme 800 000 voorkeurstemmen opgeleverd, eens zien wat daar van overblijft bij een volgende verkiezing.
(Psychoanalytisch gezegd: de Wrekende God, het Oog dat alles ziet en niets vergeeft, is de gestorven vader die in je leeft. Elk streven naar succes is een verlangen naar goedkeuring vanwege die archetypische vader.)
vandaag dinsdag Dit is geen dagboek, maar toch is er een onrust die me verplicht om over vandaag te schrijven. Deze namiddag was ik in mijn geboortedorp Hamme aan de Durme om een aantal exemplaren van het nieuwe boek te deponeren in een paar winkels. Vrienden in het dorp stuurden me naar een natturwinkel in de Kapellestraat waar naast allerlei kruiden en biologisch gekweekte groenten ook boeken worden verkocht. De verkoper vertelde me dat hij er na 18 jaren mee ophoudt: zijn zaak staat te koop. Ik had de neiging om te vragen of er dan zo weinig Hammenaars bekommerd waren om hun voeding, maar zei heel opportunistisch: - ik hoop dat je het nog een tijdje volhoudt. Een mooie deerne met bijna etherische ogen leidde me verder door het straatje dat zoals de naam het zegt loopt van de decanale kerk naar de kapel van het Oud Kerkhof (nu heet dat Tweebruggenplein wat al even historisch en ondoorzichtig is). Zo kwam ik langs een groentenwinkel met een Turkse naam en aan de overkant wapperde de Vlaamse leeuw aan de gevel van het lokaal van de VB-jongeren. Ik bezocht de oude kerk met haar prachtige preekstoel en voortreffelijke houten beelden van de patroonheiligen Petrus en Paulus; en zocht etalages van meer dan dertig jaar geleden. Kortom, op zo'n wandeling bots je op heden en verleden. En je loopt als een dode die is terug gekeerd en vergeefs probeert zich te oriënteren. Er is nog die winkel in ijzerwaren die wij aanduidden met 'Marie van Sint Annen': daar 100 grammen nageltjes kopen was een gewichtige zending. En zonderling is die naam: Sint-Anna is een buitenwijk van Hamme, dat verklaart allicht de naam van de winkel, maar het zegt niets over het aureool, over het onaantastbare gezag van die zaak: daar moest je zijn om waar voor je geld te krijgen en 'Marie van Sint Annen' was een waarmerk zoals Solingen op een padvindersmes. In elk geval: hoe meer ik over dit dorp schrijf hoe vreemder het mij wordt, hoe verder de afstand. Zegt dit iets over een man van bijna zestig die stilaan uit dit leven wegglijdt en krampachtig verlangt naar een aanwezigheid die voorgoed verleden tijd is?
In het Humo-interview van vorige week zegt Siegfried Bracke: 'Mensen moeten gelijke kansen krijgen, maar daarna is het aan hén. En da's mooi in Amerika, een land dat niet toevallig the pursuit of happiness in zijn onafhankelijkheidsverklaring heeft staan.'
Bracke gelooft dus in 'the American Dream' die erop neerkomt dat al wie in dat land arm of minderbedeeld is dat alleen maar aan zichzelf heeft te wijten.
Wie daar niet binnen raakt in privé-scholen en privé-ziekenhuizen, heeft niet hard genoeg gewerkt. De germanist Bracke heeft tijdens zijn briljante studies allicht nooit 'Het Ziekenhuis' van Jan de Hartog moeten lezen waarin duidelijk wordt beschreven dat voor duizenden Amerikanen de gezondheidszorg volledig afhangt van vrijwilligers en liefdadigheid.
Bracke baseert zijn overtuiging op het levensverhaal van een allochtone voetballer; dat vele universitair geschoolde 'nieuwe Belgen' geen werk vinden - alleszins niet op hun niveau - omdat ze de verkeerde naam of huidskleur hebben, is onze sterjournalist eventjes vergeten.
Is het verwonderlijk dat een journalist die zo vervreemd is van de werkelijkheid ook verklaart dat het VRT-journaal nu beter is dan vroeger?
Ben ik aan het hallucineren als ik de laatste jaren een toename zie van ongevallen, rampen en moordzaken - dit laatste vaak in feuilletonvorm, dus dag na dag over eenzelfde misdaad? Het betreft hier rubrieken die traditioneel worden geassocieerd met een populistische krant als Het Laatste Nieuws, en die heeft niet direct de reputatie van een kwaliteitskrant. En om die vloed aan negatieve prikkels te verzoeten voegt de VRT er een leuke of sentimentele anekdote aan toe zonder enige relevantie.
Wat blijft over van het culturele luik in het nieuwsaanbod: ofwel ontbreekt het ofwel gaat het diezelfde populistische toer op. Zoals het opvoeren van een 'universele kippenkweker' als voorbeeld van moderne kunst.
Als er een film wordt aangekondigd, gaat het meestal om een typisch Hollywoodproduct: is het zo vanzelfsprekend dat het geld van de Vlaamse belastingbetaler wordt besteed aan de promotie van een product dat zelf over een reclamebudget beschikt dat een veelvoud is van het totale budget van een Vlaamse film? Kan je deze eenzijdigheid anders verklaren dan vanuit een keuze voor de potentiële kaskraker, dus voor de grootste gemene deler?
Uit alles blijkt dat het journaal te lijden heeft onder de strijd om de kijkcijfers met VTM. Maak het niet te moeilijk, sluit aan bij de smaak van de massa, speel in op de sensatiezucht.
Wellicht verstaat Bracke onder 'the pursuit of happiness' deze versimpeling van het bestaan: laten we ons met het banale bezig houden want de echte problemen groeien ons boven het hoofd.