Samen met Wim, Kristof en Jos zal ik deelnemen aan de Oxfam Trailwalk 2010 op 28 en 29 augustus. Meer info vindt u als u op de foto klikt. Onze groepsnaam is "De Genieters" en ons nummer 158.
Voor de derde keer in evenveel weken rijden we richting Puurs, deze keer zijn we te gast bij WVK Puurs die hun 19e Kalfortwandeling organiseren. Even na de middag komen we in Kalfort waar we vlakbij de parochiezaal een plaatsje vinden en een paar minuutjes later zijn we reeds ingeschreven voor deze namiddagtocht. We kiezen voor de zes kilometer die rond het fort gaat. We gaan van start met een rondje door het centrum van Kalfort waar op de grond nog vele pijlen hangen van de Dodentocht vorige week. Sommige stukken kan ik mij al niet meer herinneren, al is het 's nachts natuurlijk helemaal anders dan overdag. In het centrum staan in verschillende straten kraampjes en attracties voor de jaarlijkse kermis hier. We verlaten Kalfort aan het kapelletje en gaan richting het fort, onderweg zien we massa's preiplantjes met hier en daar een manège tussen. Zo komen we aan het fort van Liezele terecht waar we bijna volledig rondstappen. Dit fort heeft een hele geschiedenis achter de rug! Met de bouw werd gestart in 1908 en was tegen de eerste Wereldoorlog zo goed als klaar. In het begin van de oorlog wordt alles in de omgeving platgebrand om een beter zicht te hebben op de omgeving, zo ook het volledige dorp Liezele. In het fort is nu het museum van de VZW Liezele, ook deed het fort dienst als filmdecor voor de Hel van Tanger en de reeks De Smaak van de Keyser. Spijtig genoeg gaan we vandaag niet in het fort maar laten het links liggen om weer terug naar Kalfort te gaan. Na een dik uur zijn we weer in het parochiezaaltje waar we na het afstempelen van de boekjes nog een lekkere pannenkoek eten, een geslaagd begin van (hopelijk) een mooi weekend.
Vrijdagavond is het weer tijd voor de grootste en bekendste 100 kilometer van België, de Dodentocht te Bornem. Na een korte rit in een propvolle trein ben ik even na zes uur 's avonds in Bornem, waar we in het café op de hoek hebben afgesproken met de andere clubleden. Eén voor één komen ze aan en als iedereen er is kunnen we naar de startplaats om te gaan wachten. Ik kan dit jaar mijn bagage meegeven met Brigit, de echtgenote van Kurt, die ons de hele tocht zal volgen. Even voor half acht staan we met duizenden anderen te wachten op het startschot, dat om negen uur gegeven word. Om negen uur kunnen we eindelijk vertrekken, al duurt het nog zeven minuutjes alvorens ik over de start kom en een eerste keer gescand word. In het gedrum zijn we bijna onmiddellijk iedereen uit het oog verloren, enkel ik en Gaston zijn nog samen. De eerste kilometers is het van hier naar ginder springen om door te kunnen, niet te doen. Ondanks de drukte halen we toch een degelijke snelheid en zijn we reeds terug in Bornem om half twaalf na het lokale rondje van zo'n 15 kilometer, even later zien we vlak voor de controle in Roddam de eerste keer Brigit die ons vertelt dat Kurt vijf minuutjes voor ons is. Zonder te rusten zetten we onze tocht verder en vliegen de kilometers erdoor, langs Wintam en Kalfort komen we even voor vier uur 's morgens in den "Duvel" na 40 kilometer en gaan we voor de eerste keer vannacht vijf minuutjes zitten. De volgende post is de Palm in Steenhuffel na vijftig kilometer, onderweg halen we Robby en zijne maat in die er de brui aan gaan geven in de Palm, ook Kurt zit ondertussen even achter ons. Vlak na het bord van de "50" zitten Sunny en Danyell van het W4W-forum uit Nederland met een vertroetelstand voor de Nederlandse deelnemers van het forum. In de sporthal zit Brigit op ons te wachten met de bagage en blazen we een half uurtje uit, de helft zit erop. Ikzelf heb een klein beetje last van mijn linkerscheenbeen en ook mijn schoenen beginnen te spannen, tijd voor een groter paar. In de hal zie ik ook verschillende bekende wandelaars, verspreid tussen de occasionele deelnemers die deze tocht met zich meebrengt. Om zes uur vertrekken Gaston en ik voor het "dag"gedeelte van de Dodentocht, Kurt blijft nog even zitten. Bij het buitenkomen hebben we het even fris, maar dat is na een paar minuutjes al over. Zonder problemen raken we via Merchtem tot in Buggenhout na 66 kilometer, waar er spijtig genoeg geen zitplaatsjes over zijn voor de wandelaars aangezien de volgers er zitten 5 Kilometer later zijn we in Opdorp rond de klok van tien uur, het is ondertussen al zeer warm en ik voel de eerste tekenen van vermoeidheid de kop opsteken! We wandelen voorbij het "middelpunt" van Vlaanderen en even na het bord van "75" kilometer staan de mensen van het W4W-forum er weer voor de verzorging. Knap van hun dat ze zich belangeloos inzetten voor hun vrienden-wandelaars Ikzelf word vriendelijk uitgenodigd om me er even bij te zetten en iets te drinken, maar ik besluit verder te gaan en niet te veel meer gaan rusten, het gaat stilletjesaan moeizamer en moeizamer. Een kilometer verder zijn we in het schooltje van Lippelo, nog 24 km te gaan. Na de controle in Puurs (81 km) gaan we door natuurgebied "Tekbroek", een verfrissing voor mijn warme voetzolen na het hete asfalt. Om half één zijn we aan het voetbalveld van Oppuurs, nog vijftien te gaan. De temperatuur begint ondertussen tropisch te worden, ik giet een bekertje water over mijn warme hoofd maar het helpt niet veel. De tocht brengt ons verder naar Sint-Amands, gelukkig niet de hele tijd naast de spoorweg, in de sporthal rusten we vijf minuutjes en komt Jan van de pompoenstappers even bij ons zitten. De volgend vier kilometer zijn de zwaarste van de hele Dodentocht, langs de oevers van de Schelde naar Branst. Onderweg heeft er iemand een ijskast op de weg gezet en verkoopt er blikjes frisdrank, ik neem er een ice-tea want de bevoorrading is hier al zeer zwak geweest. Op de dijk is het puffen en blazen, de zon brandt er in onze nek en de laatste krachten vloeien stilaan weg uit mijn oververmoeide benen. Even verder krijgen we nog een flesje Aquarius dat we in dank aannemen en om half drie kunnen we de dijk af en de laatste controlepost door. De laatste vijf kilometer lopen traditioneel licht bergop, ook in het laatste uur wordt je lichaam hier op de proef gesteld. Om half vier bereiken Gaston en ikzelf de finish in de tent en krijgen felicitaties van vrienden en familie langs de kant van de weg, de tocht zit er op! Aan de finish krijgen we een ananas, een flesje Bornem-bier, een diploma en een speldje tere ere van de veertigste editie, spijtig genoeg dit jaar geen speldje met het aantal gewandelde dodentochten De Dodentocht 2009 was vooral zwaar dankzij de hitte overdag die veel opgaves veroorzaakt heeft. Voor mezelf was de tocht een ontgoocheling, 28 euro voorinschrijving is veel voor wat je er krijgt van bevoorrading, die elk jaar minder en minder wordt Ook de grote massa is een dikke tegenvaller, vooral de eerste twintig kilometer loop je bijna de hele tijd op iemand zijn hielen of heb je het zelf voor. Dit zou voor mij (voorlopig) wel eens de laatste Dodentocht kunnen zijn in deze formule, er zijn in België andere lange-afstandstochten die een pak goedkoper en veel beter zijn en heel wat minder aandacht krijgen dan ze verdienen, daar blijf ik wel naartoe gaan.
Met de trein rijd ik vandaag naar Gent waar de Heirnisstappers hun Dekenijtochten organiseren. Na een kwartiertje stappen ben ik op het pleintje waar de tent staat en vanwaar we kunnen vertrekken. Er staan drie lussen van zes kilometer op het programma, telkens met begin- en eindpunt in deze tent. Een klein stukje van lus B heb ik reeds bewandeld toen ik van de trein kwam, dus besluit eerst lus A, dan C en als laatste B te doen en kan ik rechtsreeks terug naar het station. Lus A, ofwel de blauwe lus, brengt ons langs de Keizerpoort naar Ledeberg, terug richting Gent gaan we via het Koning Albertpark waar het standbeeld van Koning Albert I centraal staat. We komen voorbij het Sint Annaplein waar ik even halt houd bij de Sint Annakerk, een onafgewerkte kerk uit de jaren 1850 met een zeer mooi pleintje ervoor. Even voor de controle steken we voor de zoveelste keer een rivier over, de Leie en de Schelde zijn erg aanwezig in dit gedeelte van de stad. Na een klein uurtje ben ik weer in de tent en drink er een ice-tea, de temperatuur is aan de hoge kant en de zon schijnt volop, het wordt alle dagen beter Lus C, ofwel de rode lus, brengt ons over de Schelde naar Gentbrugge. Ik wandel rond het stadionnetje van Racing Gent, langs de kerk en daarna rond het kerkhof van Gentbrugge. Langs de oevers van het water gaat het terug naar de tent, ondertussen is het wel heel warm geworden en ben ik heel blij als ik terug in de tent ben waar ik iets fris kan drinken en een broodje kan eten. Deze lus bracht iets meer natuur dan de eerste lus, ben eens benieuwd wat de laatste lus gaat brengen. Lus B, ofwel de groene lus, is de laatste lus die me te doen staat. Langs de Sint Antoniuskerk gaat het door het Astridparkje, langs het water komen we aan de jachthaven die we rond gaan en daarna komen we langs het station van Gent-Dampoort waar ik daarstraks aangekomen ben. Langs het Antwerpen Plein gaat het naar het Groot-Begijnhof van Sint-Amandsberg waar we dwars doorgaan. De rust en de stilte die hier hangt is onbeschrijflijk, een oase van rust in de drukke stad! Even later kom ik onderdoor de spoorwegbrug waar ik daarstraks de eerste pijltjes had zien hangen en sla rechtsaf richting station. In het station hebben de treinen weeral eens vertraging maar dat zijn we ondertussen al gewoon en met een halfuurtje vertraging raak ik thuis na een extra lang wandelweekend. Vrijdag is het tijd voor de Dodentocht, hopelijk met mooi en droog weer
Voor onze wekelijkse zondagtocht rijd ik samen met Rik naar Zandhoven waar St. Amelberga reeds haar 32ste Kastelentocht organiseert. We zijn er vroeg bij en hebben een plaatsje vlak voor het clublokaal van de wandelclub/fanfare waar de start gegeven wordt. Na onze inschrijving vertrekken we rond half acht voor de 30 kilometer doorheen een bijzonder mooie streek. We verlaten vrij snel de dorpskern en gaan op zoek naar het eerste kasteel van de dag, dat we al vrij snel tegenkomen. Het eerste kasteel dat we zien is het Hof van Liere, een burcht uit de 15e eeuw. We gaan daarna door het Begijnbos en komen in Massenhoven terecht waar we aan de St Stephanuskerk een eerste keer controle hebben. We besluiten direct verder te gaan tot aan de volgende controle, zo'n kleine vijf kilometer verderop. Deze is gelegen in het zuiden van Zandhoven, in een auto-garage. We zijn zo'n negen kilometer ver en het is tijd om even iets te drinken, ondertussen komt Johan van onze club bij ons zitten en met drie gaan we dan ook verder. Het derde gedeelte brengt ons volledig rondom de Bautersemhoeve, een volledig omwaterde hoeve uit 1270, daarna bezoeken we de Blokskes, een stel huisjes uit 1842 die bestemd waren voor behoeftige dorpelingen. Daarna terug een stukje natuur dankzij het Binnenbos tot aan de Blauwe Hoeve, langs de Kauwenberghoeve tot in Pulle waar we na een dikke zestien kilometer een derde keer controle hebben. Tijd voor een broodje en iets fris, het zonnetje laat zich af en toe zien en dat voel je aan de temperatuur. Even verder is het tijd om afscheid te nemen van Johan, wij maken op deze controle een lus van zo'n 8 kilometer en hij gaat deze niet meedoen. Tijdens deze lus komen we door twee mooie natuurstukken, eerst door de Molenbeekvallei en daarna door het Lovenhoek. In het tweede gedeelte kom ik bijna ten val door een tak op het bosweggetje, het is hier werkelijk nog puur natuur. We houden even halt bij het kappelletje van Lovenhoek, daterend van rond de eeuwwisseling. Rond twaalf uur zijn we terug op de controle, tijd voor een fris pintje om de laatste zes kilometer aan te vatten In het laatste stuk wandelen we dwars door Pulderbos, geen natuur maar wel een dorpje , en gaan zo verder naar de startplaats die we om één uur bereiken. Buiten in het zonnetje doen we ons tegoed aan een hotdog en daarna een pannekoek, doorgespoeld met een Brugse Zot, een mooi einde aan een zeer mooie en geslaagde wandeldag!
Vandaag gaan we op bezoek in Herselt waar de Herentalse Wandelclub hun Herseltse Heuvelstocht organiseren. Zoals overal in het land zijn ze ook in Herselt aan het werken en het duurt even voor ik de start gevonden heb. Op het pleintje achter de kerk staan overal tenten, er is hier blijkbaar vanalles te doen. Bij de inschrijving krijg je een (klein) computertje voor op je fiets waar je je snelheid, afstand enz. kan op af lezen, een kleine attentie die geapprecieerd wordt Om half acht ben ik er klaar voor, 20 kilometer over de Herseltse Heuvels. De eerste honderden meters gaan door het centrum van Herselt, langs de kerk naar de Molenberg. Als we boven zijn komen we langs de watertoren, daarna gaat het afwaarts naar de Langdonken. Dit is een overgangsgebied tussen de arme zandgronden uit de Kempen en de rijkere gronden van het Hageland. In dit natuurgebied hebben we een eerste keer controle, in taverne "De Schilders" waar ik me op het terras even bij Jan en zijn twee metgezellen zet. Het tweede gedeelte brengt ons terug door de Langdonken tot aan de rand van het dorpje Varenwinkel en zo naar de Kapittelberg. Op deze heuvel ligt op de zuidflank een groot wijndomein met maar liefst 14.000 wijnstokken waarvan de "Witte Kapittel" wordt gemaakt, een droogfruitige witte wijn. De controle is dan ook in de wijnschuur, maar ikzelf houd het bij een colaatje. Alhoewel het bewolkt is lijkt het me toch niet te gaan regenen, ideaal op me even op het terras te posteren. In het derde gedeelte laten we de Kapittelberg achter ons en trekken domein Hertberg in. Dit domein is met zijn 236 hectare het grootste groendomein van de provincie Antwerpen en blijkbaar erg geliefd bij mountainbikers Onze derde controle is in taverne "Mie Maan" waar ik terug een colaatje drink. Een blik op de kaart van deze taverne leert me dat ze hier Mie Maan bier hebben, een speciaal biertje uit Blauberg op basis van honing. Het laatste gedeelte laat ons nog een groot stuk van het domein zien. Aan de rand van Herselt moeten we nog over de Stippelberg en om elf uur ben ik terug aan de tenten op het pleintje. Na een broodje en een blonde Maredsous ben ik klaar om naar huis te gaan, al zal dat niet van een leien dakje lopen met al die wegomleggingen Morgen naar Zandhoven tussen de kastelen
Het weekend voor de dodentocht in Bornem gaat de driedaagse van Ibis Puurs door, een klassieker in de wandelsport. Vandaag is de openingsavond met de Bloemkolentocht, morgen de Hoevetocht en zondag de Duveltocht. Dit jaar ga ik enkel vrijdag, samen met de familie ben ik om half drie in cultureel centrum De Kollebloem, het epicentrum van deze driedaagse. Na het eten van een broodje starten we om even na drie voor de tien kilometer, die er in werkelijkheid een dikke elf zijn. Voorlopig is er van de beloofde buien nog niets te zien, hopelijk blijft het zo. Na een ommetje door het centrum van Puurs steken we de N16 over en trekken natuurgebied Het Moer in, een bebost moerassig gebied dat omgeven is door een kleinschalig cultuurlandschap. Na een uurtje zijn we in Wintam, na het passeren van het voetbalveld komen we in het centrum waar we controle hebben. We drinken er een colaatje en een ice-tea, het is buiten dan wel bewolkt maar ook nog drukkend warm. Na een kwartiertje kunnen we terug op pad. De terugweg loopt parallel met de heenweg tot aan de N16, daarna krijgen we nog een stukje spoorweg en komen weer aan De Kollebloem aan. Na het afstempelen van onze boekjes eten we er nog een pakje friet met een curryworst aan zeer democratische prijzen, dat ons zeer lekker gesmaakt heeft!
Op mijn vrije maandag komen Vic en Sonja me om half acht ophalen en samen rijden we naar Diepenbeek, waar De Schoverik haar Oogsttocht organiseert. Na een uurtje rijden zijn we aan de startzaal Rooierheide op het Patersplein, binnen is het al een gezellige drukte, de mensen profiteren blijkbaar van het mooie weer vandaag na de stortbuien van gisteren. Na het eten van een broodje zijn we klaar voor het langste pacours van de dag, 17 kilometer doorheen een gebied dat voor mij onbekend is en ik vandaag ga ontdekken. We starten langs de kerk en het beeldje van de mijnwerker op het Patersplein en verlaten zo het centrum van het dorp richting het Albertkanaal, waar we de sluis oversteken. We nemen even de tijd om een paar foto's te nemen van deze indrukwekkende sluis waar juist een boot invaart voor versluist te worden. We duiken de natuur in in de buurt van de Stiemerbeek door natuurgebied De Maten, een 300 hectare groot reservaat met verschillende vijvers en waar het heerlijk wandelen is. Na een dik uurtje wandelen komen we voor de eerste keer op de controleplaats, de voetbalkantine van de damesploeg Berg en Dal. Tijd om buiten in het zonnetje eventjes uit te blazen en iets te drinken. Op deze controleplaats maken we een lusje van vijf kilometer doorheen het natuurgebied. Er zijn hier maar liefst 35 vijvers in dit domein en het is hier dan ook een waar paradijs voor de vogels. Het is een uurtje puur genieten van dit prachtige gebied, meer dan de moeite waard om eens tot hier te komen. Als we terug aan de kantine komen zit Rene hier iets te drinken en praat ik met hem even na over de natte tocht gisteren in Kasterlee. Het laatste gedeelte van de tocht leidt ons eerst naar de dijk van het Albertkanaal, waar we een ijsje eten aan een strategisch opgesteld ijskarretje We maken een laatste ommetje langs één van de vijvers en steken via de brug weer het Albertkanaal over. De laatste kilometers brengt ons tussen de huizen weer terug naar het Patersplein, het valt me op dat er bijzonder veel studentenhuizen in Diepenbeek zijn, ik wist niet dat de universiteit hier zo kortbij was. Even na half twee komen we aan in de zaal en kunnen ons boekje laten afstempelen, een blik op het deelnemerspapier leert me dat er al bijna duizend deelnemers zijn en dat voor een weektocht, niet slecht. Het was mijn eerste wandeling bij De Schoverik in Diepenbeek, en dankzij het mooie parcours en de uitstekende organisatie zal ik hier zeker nog eens naar toe komen!
Vanmorgen zeer vroeg uit de veren want ik heb met Rene afgesproken om half zeven in Kasterlee waar de Pompoenstappers hun Kabouterbergwandeling organiseren. Onderweg naar ginder regent het de hele tijd, maar als ik een parkeerplaatsje bemachtig wordt het droog, hopelijk blijft het zo! Rene is even na half zeven ook ter plaatse en kan ik hem de flessen geven die ik vorige week voor hem meegebracht had. Na een blik op het plannetje besluit ik om de 40 kilometer te stappen, al kan ik onderweg door een lus te laten liggen de afstand inkorten tot 29 kilometer, het zal wat afhangen van het weer. Stipt om zeven start ik aan mijn tocht. Na een kwartiertje begint het terug te regenen, het zal spijtig genoeg niet meer ophouden vandaag Bijna onmiddellijk gaat het over de Kabouterberg, een heuvelrug waar kleine kinderen zich kunnen uitleven, overal staan er kabouters die je de weg wijzen. Hierna gaan we het provinciaal domein Hoge Mouw in. In dit domein van zo'n kleine 100 hectare groot ligt de Hoge Mouw, een zandberg van 35 meter hoog. Na deze twee klimmetjes komen we voorbij Keeses Molen. Deze molen werd in 1853 gebouwd in Heist-op-den-Berg, maar was afkomstig van Antwerpen, waar hij rond 1650 werd gebouwd. Toen in 1921 de houten molen op de Heesbergen in Kasterlee omwaaide, kwam de huidige molen daarvoor in de plaats. De molen had toen een gesloten voet en nog houten borstroeden. In 1954 werd de molen overgebracht naar de huidige standplaats onder impuls van de Koninklijke Vereniging voor Natuur en Stedenschoon. Hierbij werd de gesloten voet veranderd in een open voet, maar de houten borstroeden werden opnieuw gestoken. Ernaast liggen enkele tavernes en een minigolfterrein maar daar heb ik nu geen tijd voor, er wachten me nog vele kilometers Na nog een klein stukje langs de oevers de Kleine Nete heb ik een eerste keer controle na zes kilometer in Oosteinde. Tijd om mijn paraplu eventjes neer te leggen en een colaatje te drinken. Het tweede gedeelte brengt ons over de Kleine Nete door de natuur naar de rand van domein het Prinsenpark, waar we in het bezoekerscentrum een tweede keer controle hebben. Binnen eet ik een soepje en besluit om de lus van elf kilometer die we hier moeten maken niet te doen, het blijft regenen en het ziet er niet naar uit dat het snel zal beteren. Het volgende stuk brengt me door het Prinsenpark. Dit park van 215 hectare is blijkbaar zeer geliefd bij joggers want er lopen me velen voorbij. Na dit mooie park blijven we in het groen wandelen, spijtig genoeg is het weer nu echt wel slecht, de regen valt met bakken uit de lucht. Na een uurtje heb ik controle in een tent te Tenaard, waar ik een broodje eet en even blijf wachten tot het weer wat minder regent, zonder succes De volgende controle is dezelfde als vanmorgen, deze in Oosteinde, en ik zet er mijn tocht onmiddellijk verder. Onderweg worden de veld-en boswegen stilletjesaan echte modderpoelen, mijn schoenen verdwijnen onder een dikke laag slijk. Om half één ben ik terug waar het vanmorgen begon, na het afstempelen van mijn boekje vertrek ik kletsnat naar huis De pompoenstappers hebben voor een zeer mooie tocht gezorgd, spijtig genoeg was het weer een zeer grote spelbreker vandaag!
De plannen om vandaag vroeg op te staan zijn gisterenavond gekelderd tijdens de fandag van Malinwa , pas om 11 uur rijd ik het parkeerterrein op in Leest waar De Slak reeds hun 21ste Zennetochten organiseren. Na het nodige papierwerk drink ik nog snel iets en ben dan op pad voor 14 kilometer doorheen het zuidelijk gebied van groot-Mechelen. Na een passage doorheen De Kouter komen we tot aan de grens met Hombeek, maar gaan richting Kappelle op den Bos waar we een eerste keer controle hebben in de Steyne Molen. Aan de bonnetjes zit mijn maatje Kurt waar ik vroeger nog mee gevoetbald hebt, en even later zet ik me bij Guido en Marie-Jeanne, twee leden van onze club. Het tweede gedeelte brengt ons langs het kasteel van Ekspoel over Hombeek terug naar Leest, waar we traditiegetrouw controle hebben aan het Kasteel van Moyson met ernaast de Lourdesgrot van Leest. Op deze controleplaats is het elk jaar heerlijk vertoeven, als het mooi weer is, je kan hier ook proeven van de speciale slakkenpaté. Ondertussen is Rik hier ook aangekomen en gaan we met zijn vieren verder. Het laatste stukje van deze tocht brengt ons nog tot aan de boorden van de Zenne, die zeer laag staat deze tijd van het jaar. We volgen de Zenne tot aan het Brughuis en slaan dan linksaf het centrum van Leest in. Langs de kerk en het kleine dorpspleintje komen we zo terug tot in de startzaal waar het zeer druk is. Na een drankje en een hamburger van op de barbeque neem ik nog twee flessen slakkenbier mee en een glas dat samen in een geschenkverpakking zit, spijtig genoeg kan ik vandaag niet van dit heerlijk biertje drinken, mijn maag zou hier niet mee akkoord gaan na gisteren
Zoals steeds na een lange-afstandstocht ga ik de dag erna een klein tochtje wandelen om de spieren los te maken. Vandaag moet daar niet ver voor rijden want wandelgroep Flamingo organiseert in Bonheiden hun eerste Imeldatocht. De start is in zaal De Krekel waar het best druk is. We kiezen voor het parcours van acht kilometer, en rond half twaalf zijn we klaar om te starten. Het eerste gedeelte brengt ons door de villawijken langs het Imelda-ziekenhuis, na een klein uurtje (het tempo ligt laag vandaag ) komen we aan de manége Vijverstein waar het controle is. We zetten ons in de zeteltjes en blazen even uit terwijl we beneden naar de ruiters kunnen kijken. In het tweede gedeelte laten we de bebouwing achter ons en trekken we natuurgebied Mispeldonk in. De lucht boven ons wordt dreigend en even voelen we een paar lekjes maar gelukkig blijft het droog. Om half twee zijn we terug in de startzaal waar we ons bij Jean en Suzanne zetten. Als ik onze boekjes laat afstempelen sla ik nog een praatje met Daniel, die ik ken van de lange-afstand. Blijkbaar hebben ze ook mijn startkaart getrokken (ieder uur een andere winnaar) en krijg ik uit handen van voorzitter Jan nog een grote fles Leffe die ik in dank aanneem.
Vrijdagavond vertrek ik samen met Rik naar Binche waar we zullen deelnemen aan de 23ste 100 kilometer van Binche, georganiseerd door Les Marcheurs de la Police de Binche. Op het perron komen we Kris, Filip en Hugo van Vos Schaffen tegen en samen reizen we verder naar Binche, waar we even voor acht uur aankomen. Na vijf minuutjes zijn we in Le Kursaal waar de start van deze zware tocht gegeven wordt, de zaal zit vol met bekende wandelaars. We zetten ons even bij Fernand en Chantal, maar al snel ga ik buiten wachten want in de zaal is het veel te warm. Stipt om negen uur luid de bel en kan ik samen met 223 andere wandelaars de weg op voor deze tocht, en mijn gemaakte belofte om het rustig aan te doen smijt ik al vrij snel overboord en zet er een stevige pas in. Na een ommetje door Binche gaan we naar Waudrez waar we na een kleine vier kilometer een eerste keer bevoorrading krijgen. Even ervoor krijgen we de eerste paar regendruppels, al zijn het er niet veel en kan ik vrij snel mijn paraplu terug wegsteken. Snel een colaatje drinken en weer weg, voorlopig wil ik niet te veel tijd verliezen. Het begint donker te worden en we wandelen nu meer op de heuvels waar er verscheidene windmolens staan voor onze groene energie. We gaan errond naar Estinnes waar we na een kleine elf kilometer een tweede keer bevoorrading hebben. Hier eet ik een suikerwafel en drink een colaatje, snel een toiletbezoek en weer weg. Het volgende uur gaat het parcours op en neer en het valt me op dat er veel wind staat als je op hoger gelegen gebieden komt. Voor en achter mij zijn geen wandelaars meer te zien, de groep is helemaal uit elkaar gevallen. In Vellereilles-le-sec krijgen we een AA-drink en een koekje, de eerste 18 kilometer zitten erop! Bij het buitengaan wacht er me een onaangename verrassing, het regent en nog geen beetje. Gewapend met mijn paraplu trek ik verder de donkere nacht in, het weer verandert nu met de minuut, dan weer druppels, dan weer niet. In Haulchin hebben we in het oude cafeetje "Chez Michel" een vierde keer controle, hier krijgen we een lekkere warme soep. Het volgende stuk brengt ons naar Fauroeulx via een ommetje langs Croix-Lez-Rouveroy. Het parcours wordt onderweg een stuk zwaarder, de hoogteverschillen worden groter en groter. Vlak voor Fauroeulx kom ik in een halve wolkbreuk terecht, ondanks mijn paraplu loopt het water langs mijn benen zo in mijn schoenen dankzij de felle wind. Er zijn stukken bergop bij waar het water zo hard naar beneden stroomt dat ik moet opletten om mijn voeten niet helemaal te laten verdrinken. Schuilmogelijkheden heb ik ook niet dus kom ik op de controleplaats aan als een verzopen kieken. Ik drink er een colaatje en ga weer verder, nu naar Merbes-le-Chateau. Onderweg blijft het nu even droog, maar als ik aan het bos van Chêne Houdier kom valt de regen terug met bakken uit de hemel. De moed zinkt stilletjesaan in mijn schoenen, de wind, regen en het golvend parcours hebben me al erg afgemat. Na de controle gaat het nu naar Fontaine-Valmont, ik steek de Samber over, ga door het dorpje Solre-Sur-Sambre en ga eenzaam verder naar de bagagepost na 45 kilometer. Het is onderweg gestopt met regenen, gelukkig maar! Om kwart na vier bereik ik de bagagepost, neem buiten mijn tas en binnen krijg ik vrij snel mijn ontbijt, lekkere spek met eieren. Iedereen trekt droge kleren aan, als ik in mijn tas zie merk ik dat ik geen extra kousen bij heb , hoe kan ik dat nu vergeten. Gelukkig heb ik wel droge schoenen bij, das toch al iets. Ik besluit om mijn trui aan te houden, het weerbericht heeft ook voor vandaag tijdens de dag geen goed weer en frisse temperaturen voorspeld. Om twintig voor vijf ben ik klaar voor het daggedeelte van deze tocht, al is het voorlopig nog wel donker. Bij het oversteken van de Samber bel ik even naar Rik om te informeren hoe het met hem gaat. Hij is een half uurtje voor mij maar ze hebben met vier man problemen omdat ze geen pijlen niet meer zien, verkeerd gelopen dus. Ik wens hem nog veel succes en zet mijn weg verder. Even verder moeten we rechtsaf de spoorweg volgen en hier is Rik met de anderen verkeerd gelopen, zo zou later blijken. We verlaten de spoorweg en gaan langs de oevers van de Samber, ondertussen begint het licht te worden. Onderweg haalt Paul me in en even later is hij al uit mijn zicht verdwenen, ongelooflijk hoe snel hij stapt en toch nog zoveel foto's kan nemen. Na 54 kilometer zitten we in Thuin, waar de laatste 200 meter voor de controle steil bergop zijn. Hijgend en puffend kom ik in het zaaltje aan, ik zet me vijf minuutjes neer om mijn banaan op te eten en even te bekomen van de zware klim. Als ik buiten kom bel ik nog eens naar Rik en blijkt dat hij nu achter mij zit, hij zal me straks wel inhalen. Van hierboven heb je een prachtig zicht op Thuin waar de Samber doorstroomt, het klimwerk wordt dan toch beloond en mijn fototoestel doet overuren In het bos van Lujeu stromen de beekjes dankzij de overvloedige regenval van vannacht hevig en de kleine watervalletjes maken een rustgevend geluid. Aan de Sint-Lernard kapel haalt Rik me bij en na een paar minuutjes gaat ook hij verder, mijn tempo ligt iets lager. Na zestig kilometer zitten we in Biesme-Sous-Thuin waar we in het schooltje onze negende controle hebben. Ook hier neem ik vijf minuutjes pauze en als ik terug rechtsta voel ik dat het vet van de soep is. Nu volgt een lastige afdaling door het Reumont-bos en zetten we koers naar de ruines van de abdij van Aulne. Reeds van ver zie je deze prachtige overblijfselen liggen van deze abdij die reeds in 656 werd opgericht door Sint-Landelinus maar in 1794 werd platgebrand tijdens de Franse Revolutie. In Leernes steken we weer de Samber over en hebben we controle in een wel heel oud schooltje waar ik een sandwich eet met kaas en een colaatje drink. Na de controle volgen we weer de oevers van de Samber. Ik krijg het gezelschap van een man uit de streek die me vertelt dat je van hieruit bootochten kan maken tot in Mons. Na een half uurtje verlaten we de rivier en duiken het bos in. Ook hier moet er stevig geklommen worden over moeilijke boswegen en begint mijn linkerknie pijn te doen. De gedachte om op te geven spookt door mijn hoofd en ik heb het bijzonder moeilijk, mijn inzinking is nabij. Gelukkig bereik ik even later de controle in Thuin in een schooltje en kan ik even op krachten komen. Nog 25 kilometer te gaan, het worden nog lange uren. Van hieruit krijgen we een stuk van negen kilometer voorgeschoteld. Na weer een zwaar stuk door het bos komen we op een grote weg die we enkele kilometers volgen en waar ik mentaal getest wordt. Gelukkig hebben de regenwolken van vannacht plaats gemaakt voor de zon en dat maakt het allemaal een beetje aangenamer natuurlijk. We verlaten de weg en slaan linksaf het bois d'Howis in waar me weer een zware klim wacht. Tijdens de klim moet ik even halt houden en als ik achterom kijk zie ik ook een paar andere wandelaars de heuvel opkruipen, ik ben blijkbaar niet alleen die het zwaar heeft. Stikkapot kom ik in Mont Saint-Geneviève aan, waar we controle hebben na 84 kilometer. Ik eet hier een cervela en drink een chocomelk, mijn maag zal het komende uur niet erg akkoord gaan met deze combinatie Het is twaalf uur 's middags als ik vertrek voor de laatste zestien kilometer. Het parcours blijft op en neer gaan, al is het nu iets minder dan daarstraks. Na 88 kilometer zitten we in Buvrinnes, ook hier rust ik vijf minuutjes. De volgende zeven kilometer brengen ons naar Vellereille-Les-Brayeux. Als ik in het dorp ben krijg ik telefoon van Rik die in de abdij op me zit te wachten om samen de laatste kilometers af te leggen. Ik zie de abdij al liggen maar toch duurt het nog even voor ik op de controle zelf ben. In deze abdij "Abbaye de Bonne Espérance" kan je het bier drinken dat hier gebrouwen word, maar ik hou mijn bonnetje nog even bij tot aan het einde, als ik nu een biertje drink geraak ik helemaal geen stap meer vooruit. De laatste vijf kilometer leg ik samen met Rik af, de eerste keer in mijn wandelcarrière dat we dit doen (gewoonlijk is hij al lang binnen)! Het gaat in dalende lijn via Waudrez naar Binche, waar we om half vier moe maar voldaan Le Kursaal betreden. De voorzitter luidt aan de bel als we binnenkomen en we krijgen van de mensen in de zaal een deugddoend applaus, een prachtig moment Als beloning voor onze inspanning krijgen we een diploma en een mooi t-shirt wat ik in dank aanvaard. Dankzij de regen en de wind 's nachts was het een bijzonder zware tocht, maar voor mij de mooiste van België, volgend jaar ben ik (hopelijk) weer op de afspraak hier!
3de Marche de la Vallée de la Lesse te Hulsonniaux
Na een deugddoende vakantie van twee weken in het zeer zonnige Turkije zijn we terug op pad op de wandelwegen. Vandaag rijd ik samen met mijn vrouw naar Hulsonniaux waar Les Batteurs De Cuir Dinant hun derde Marche de la Vallée de la Lesse organiseert. Na een rit van meer dan anderhalf uur, stomme file's, zoek ik een plaatsje in het kleine dorpje ten zuiden van Dinant. In een doodlopend straatje is nog een plaatsje en vijf minuutjes later zijn we in een hoeve waar de start is. We eten een broodje en drinken een cola, buiten is het al zeer warm, het beloofd een mooie dag te worden. We kiezen voor de kleinste afstand van zes kilometer omdat we in de namiddag Dinant zelf eens willen bezoeken. We starten met een kort klimmetje tot aan de begraafplaats van het dorpje. Daarna gaat het bergaf naar de vallei van de Lesse, onderweg krijgen we mooie vergezichten van deze mooie streek. We duiken de bossen in waar het een pak frisser en aangenamer is dan in de zon, langs smalle paadjes tot aan de oevers van de Lesse, waar we na een drie kilometer controle hebben. Het is een tentje en het drinken word gekoeld in de Lesse zelf, het heeft wat weg van kamperen. We rusten even uit, we hebben tenslotte de tijd vandaag. Het tweede gedeelte is heel wat andere koek! Als je altijd bergaf gaat weet je dat je er ook terug op moet, een prima testje voor morgen. We volgen een klein beekje en komen zo terug op de heuvel waar we vertrokken zijn. Als middagmaal eten we een braadworst van op de barbeque, even later begeven we ons naar de auto en bezoeken we in de namiddag het centrum van Dinant. Morgen gaan we naar Binche voor de 100 kilometer daar, het weer zal waarschijnlijk heel wat minder zijn dan vandaag
Vandaag kies ik voor een vijftig kilometer tocht te Terhagen, de Piet Van Aken tocht georganiseerd door de Kleitrappers. Om half zes ben ik reeds in het clublokaal van de Kleitrappers, het beloofd vandaag zeer warm te worden en ik wil dan al het grootste gedeelte gedaan hebben. Na mijn inschrijving praat ik nog even met Sandra na over de voorbije Nacht van Vlaanderen, en om zes uur stipt ben ik klaar voor een bijzonder mooie wandeling in een voor mij gekende streek. Vlak na de start duiken we al direct de natuur in, vlak in het centrum van het dorp. Na een ommetje langs de kerk bereiken we de oevers van de Rupel die we richting Boom volgen. Je kan niet al te ver kijken, het is vrij mistig en de wolken hangen laag maar de temperatuur is al aan de hoge kant. Na een kilometertje gaan we rechtsaf en bezoeken we het recreatiedomein De Schorre in Boom. Het is hier prachtig om te wandelen qua natuur, maar het stikt er eveneens van de muggen. Telkens ik even halt houd om een foto te maken word ik aangevallen door deze bloeddorstige dieren , dus houd ik er een stevige pas op na om hier snel weg te zijn. Na vijf kilometer hebben we een eerste keer controle in een schooltje in Boom, waar we straks ook nog eens zullen terugkomen. Na mijn stempeltje ben ik meteen weer op pad, zolang er nog geen zon is valt de warmte mee. We blijven aan de rand van De Schorre en gaan zo terug naar de oevers van de Rupel. In Boom hebben ze hier een zeer mooie wandelesplanade gemaakt, tot aan de brug die Boom met Willebroek verbind en die we seffens over moeten. Aan de overkant zie ik Sandra met Leo lopen, twee schimmen in de mist. Ik steek de brug over en wandel via de dijk naar Klein-Willebroek met zijn prachtige haven. In vissersclub "Nooit-Genoeg" hebben we na tien kilometer een tweede keer controle, ook hier laat ik afstempelen en ben direct weer weg. We gaan terug naar de dijk die we nog even volgen tot aan de Biesenweiden waar we doorheen gaan. De Biesenweiden is een natuurgebied van zo'n 40 hectare groot die ons van de Rupel naar domein Hazewinkel brengt. Ook hier zitten ontzettend veel muggen en zet ik er een stevig tempo in. Domein Hazewinkel is wereldberoemd voor zijn roeibanen, waar al menig kampioenschap doorgegaan is. We volgen de kant waar je in de zomer kan komen zwemmen, in onze jeugd zijn we hier vaak geweest, en komen zo in Heindonk, waar we doorheen gaan naar de blauwe voetgangersbruggen over de Beneden en Boven-Rupel. Even later hebben we een derde keer controle, nu in visclub "Hoop op beet" te Rumst. Hier besluit ik om even te rusten en iets te eten en te drinken, er staan reeds 18 kilometer op de teller. Na enkele minuutjes komt Anita aan de visput, die ik vorige week heb leren kennen tijdens de Nacht van Vlaanderen. We zullen samen de rest van het parcours afleggen, we hebben tenslotte hetzelfde tempo en alleen is maar alleen Na even de dijk van de Beneden-Rupel gevolgd te hebben volgen we nu " De Oude Spoorwegberm". Dit natuurgebied word sinds 1985 beheerd door natuurpunt en is langwerpig van vorm met een lengte van bijna vijf kilometer, wellicht het langste van België. We halen twee jongens in die aan het trainen zijn voor de Dodentocht en die zich achter ons zetten en proberen te volgen. We volgen de spoorwegberm tot in Waarloos, waar we het traject even verlaten om naar het centrum van Waarloos te gaan waar we in het voetbalchalet een vierde keer controle hebben. Hier krijgen we van de organisatie een broodje cadeau dat we in dank aannemen. We zitten hier juist over de helft van de afstand, en de zon is nog altijd niet door de wolken. De warmte word nu wel drukkend en er is weinig zuurstof in de lucht, je ziet het aan de rode gezichten van de mensen die hier binnenkomen. Na de controle volgen we terug de spoorwegberm, na tien minuutjes slaan we linksaf en is het voorlopig gedaan met de natuur, nu volgen er asfaltstukken. We dwarsen de E19 en gaan naar Reet, waar we in het caféetje "De Witpen" een vijfde keer controle hebben. Het volgende gedeelte brengt ons langs verschillende voetbalvelden hier in de buurt. Eerst passeren we het voetbalveld van SK Reet, daarna het veldje van een amatuerclub en tenslotte het stadion van Rupel Boom, gelegen in het park van Boom. Na een uurtje zijn we aan café "Nieuw Park", waar we een zesde keer een stempeltje krijgen. Op het terras zet ik me op de laatste vrije stoel, Anita zit op de grond aangezien er nergens geen plekje meer is. Ik doe mijn schoen even uit en plak een pleister op een beginnende blaar, altijd fijn als je nieuwe schoenen hebt Het voorlaatste gedeelte brengt ons weer naar de Schorre, waar de muggen ondertussen zo goed als verdwenen zijn. De zon komt af en toe door de wolken en de temperatuur stijgt, het wordt stilletjesaan te warm om ook nog maar iets te doen. Gelukkig zijn we vrij snel aan het schooltje waar we vanmorgen reeds geweest zijn, van hieruit is het nog een dikke vier kilometer. Het laatste gedeelte heeft nog een aantal verrassingen in petto voor ons. In de Schorre moeten we nog verschillende keer de trappen op, wat nu na deze afstand en deze temperaturen een zware opgave is. Na een lange zandstrook komen we weer in Terhagen waar we terug het natuurgebied van vanmorgen doorkruisen. Om half drie komen we aan het clublokaal van de Kleitrappers, waar het in de tuin heel druk is. Na het afstempelen van mijn boekje eet ik er nog een braadworst en praat even na met Anita. De komende twee weekends ben ik in Turkije op vakantie, tijd voor de batterijen op te laden voor het tweede deel van het wandelseizoen. Groetjes en tot binnenkort!!
Op mijn vrije dag neem ik de gelegenheid om samen met Vic naar Kalmthout te rijden waar de Sint-Jansstappers uit Essen hun vijfde Kijkuittocht organiseren. We kiezen er voor de 24 kilometer omloop, eerst een lus van 18 en daarna eentje van 6. Stipt om negen uur gaan we van start. We gaan langs het station en via de randen van het kerkhof verlaten we het centrum en trekken de natuur in. Aan onze rechterkant liggen de Boterbergen met zijn kasteel. De "Boterbergen" danken hun naam aan de heuvels met boterkleurig zand dat hier aanwezig is. Aan onze linkerkant ligt het Stappersven waar we volledig omheen stappen. Het Stappersven werd tussen 1372 en het begin van de zestiende eeuw volledig uitgeveend. Het ven heeft zijn ontstaan dus te danken aan de turfwinning. Het is er heerlijk wandelen en je hoort verschillende vogels, het is hier een prima broedplaats voor onze gevleugelde vrienden. Even verder krijgen we nog een stukje van de Nolse duinen onder onze voeten geschoven, de Kalmthoutse heide is één van de mooiste natuurgebieden om te wandelen! We krijgen nog enkele zanderige stukken voorgeschoteld wat deze tocht zeker iets extra geeft. Na bijna 10 kilometer zijn we aan de controle die in een schooltje gelegen is. Ik eet er een soep en een broodje, ondertussen praat ik met Jan over de voorbije Nacht van Vlaanderen waar hij ook aan deelgenomen had. Het tweede deel van deze eerste lus doe ik tweemaal. Na enkele honderden meters merkt Vic dat hij zijn rugzak vergeten is en ik loop snel even terug om hem te gaan halen. We maken in de Withoefse Heide een hele lus door het vlinderpad te volgen. Onderweg staan er bordjes met info over het ontstaan van deze heide, de plantengroei, de dierenpopulatie enz., heel leerrijk om eens met de kinderen te doen. Na deze heide komen we aan De Vroente, het natuureducatief centrum en wat verder staat een restant van het luchtafweergeschut tegen de Duitsers tijdens de tweede wereldoorlog, ter ere van de overleden kanonniers. We duiken terug de Heide in en zien al van ver de 25 meter hoge uitkijktoren van het natuurgebied waar we langs moeten. Aan de toren zitten een pak schoolkinderen en ook in de toren is het een lawaai van jewelste, ik besluit om niet een stukje van de toren te beklimmen, niet omdat er kinderen opzitten maar omdat ik hoogtevrees heb We vervolgen onze weg en zijn even later terug in het clublokaal van atletiekclub Barack, de startplaats. We nemen er even onze tijd om iets fris te drinken, het zonnetje doet zijn best. Het lusje van zes kilometer brengt ons rondom Kalmthout en heeft een pak minder natuur te bieden dan daarstraks. We volgen even het treinspoor en komen zo aan het stationnetje van Kijkuit, een gehucht van Kalmthout. Na een uurtje zijn we binnen en zit deze midweektocht erop. Ik had nog graag een "Turf" gedronken, een streekbiertje hier, maar deze is spijtig genoeg op. Onderweg naar huis maken we nog iets spectaculairs mee, als we op de E19 rijden en de vrachtwagen schuin voor ons (we gingen hem juist inhalen) een klapband krijgt. Het is een geweldige knal, een pak stof zodanig dat we bijna niets meer zien en de rubber vliegt naar alle kanten, gelukkig hebben we niets voor en kunnen we er nu eens hartelijk om lachen.
Het is tijd voor één van de klassiekers van het wandeljaar, de 30e Nacht van Vlaanderen te Torhout. Als ik op het perron kom zitten ook Fernand en Chantal te wachten voor de trein naar Torhout. Na een voorspoedige reis zijn we reeds om even na 16 uur ter plaatse en zoeken we de taverne waar we vorig jaar zo lekker gegeten hebben. Na een deugddoende maaltijd trekken we naar de sporthal waar we onze inschrijvingspapieren ophalen en ons in de zaal bij de andere wandelaars zetten. De zaal zit vol met bekenden en het duurt dan ook even voor ik tegen iedereen goeiedag gezegd heb. Om kwart voor acht begeven we ons naar buiten en gaan we naar de startplaats waar ik Gaston zie (na enige telefoontjes ). Om acht uur starten de lopers aan hun Nacht, met als inzet het wereldkampioenschap! De wandelaars moeten nog even geduld hebben en mogen vertrekken om kwart na acht. Het is al bijna twintig over acht als we dan eindelijk kunnen beginnen aan deze jubileumeditie. Na een kilometer verlaten de mensen van de 42km ons parcours, waardoor het al iets minder druk word. Na een kleine vijf kilometer krijgen we onze startstempel en na zeven kilometer verlaten ook de wandelaars van de mini-nacht (10km) ons parcours en hebben we weer een beetje meer plaats, want tot hiertoe is het drummen geweest en lag de snelheid niet al te hoog. Onderweg naar Veldegem zijn we Fernand en Chantal kwijt en blijf ik met Gaston alleen over. Na twee uurtjes zijn we in het centrum waar de fanfare ons hartelijk welkom heet, we krijgen een nieuwe stempel op onze kaart en als bevoorrading is er een appel en een bekertje water. Het begint donker te worden maar ik blijf voorlopig in mijn t-shirt lopen, het is nog vrij warm. De kilometers vliegen voorbij terwijl Gaston en ik vertellen over het voorbije jaar, want het is al van Bornem geleden dat ik nog eens met hem een lange tocht gedaan heb. In Loppem hebben we controle in een tentje en we gaan direct weer verder richting Oostkamp. In Oostkamp hebben we twee keer controle binnen de kilometer, eerst in café Vogelzang waar we een flesje water krijgen en even later in zaal Nieuwvliet waar er een post van het Rode Kruis is. Als we er toekomen zit er een man op de stoel buiten die zwaar gevallen is op zijn gezicht, dankzij de wolken is het een donkere nacht en moet je bijna overal je lampje gebruiken. Hier zetten we ons even vijf minuutjes neer, tenslotte zitten de eerste 25 kilometer erop. Het parcours brengt ons verder langs Waardamme naar Hertsberge na een dikke 36 kilometer. Ook in dit cafeetje rusten we even en als we buiten komen voel ik iets waar ik al de hele week voor vreesde, mijn knie begint weer lastig te doen. Gelukkig had ik mijn voorzorgen genomen en wandel ik al sinds de start met een knieverband, geen overbodige luxe blijkt nu. Ondanks de lastige knie houden we er hetzelfde tempo op na en gaat het langs Ruiselede naar Beernem, waar we na 51 kilometer een eerste keer over onze bagage kunnen beschikken. Traditiegetrouw nemen we hier de tijd om eens flink uit te blazen, goed te eten (overheerlijke broodjes met gehakt) en ons klaar te maken voor het gedeelte van de tocht in het daglicht. Mijn lampje en trui verdwijnen in mijn trolley en ik wissel van schoenen, tijd voor een maatje groter. Naast me zit Sandra die haar eerste "100" wandelt en ondanks de blaren en de pijn vastbesloten is verder te doen. Na een half uur rust is het tijd om weer te starten, net op dat moment komen Chantal en Fernand toe, we wensen elkaar nog veel succes. We volgen de oevers van het kanaal Brugge-Gent naar Moerbrugge. De ochtendzon laat zich zien tussen de wolken door en ik kan enkele mooie foto's maken. Na een uurtje zijn we in het zaaltje Zuidleie, waar we een suikerwafel en een colaatje krijgen. Bij het buiten gaan verwittigd Gaston me dat ik mijn paraplu vergeten ben, snel weer naar binnen en buiten, extra meters die pijn beginnen te doen Door mooie natuurstukken van Zuid-Brugge gaan we naar Assebroek waar het controle is in het parochiezaaltje. Het volgende gedeelte brengt ons door de zuidkant van de stad Brugge, we passeren het oude kerkhof, komen langs de haven en via de Katelijnepoortbrug komen we in het centrum. Via het Minnewater gaan we naar het station en naar het Boudewijn Seapark, waar we in de ijspiste een tweede keer over onze bagage kunnen beschikken. Ook hier zijn er lekkere broodjes en nemen we even de tijd. Bij het rechtstaan gaat het al wat moeilijker, en ook Gaston is niet meer de frisse man die gisteren aan de start stond Na de stad is het weer tijd voor de mooie natuur! We doorkruisen het mooie Tillegembos met zijn prachtige kasteel, hebben nog een controle in de bossen en komen daarna in domein Beisbroek, waar er in het kasteel een volkssterrenwacht gevestigd is. De E40 gaan we nu onderdoor (tijdens de nacht was het over een brug) en gaan we naar Zedelgem, waar we in het sport- en cultuurcentrum De Groene Meersen controle hebben na 85 kilometer. Ik drink er twee chocolademelkjes die lang op mijn maag zullen blijven liggen. Van hieruit is het nog zo'n zestien kilometer, het einde is in zicht. Het volgende stuk brengt ons naar Aartrijke. We moeten door een boerderij waar de boerin vriendelijk naar ons zwaait, even verder moeten we de helling op die eigenlijk niks is maar na negentig kilometer als de Mont Ventoux aanvoelt. Mijn geluk kan niet op als ik de voetbalkantine van VV Aartrijke zie, niet omdat ik er naar de voetbal kan zien maar omdat ik naar het toilet kan want de chocomelk zit nu lastig te doen in mijn darmen Nog negen kilometer, mooi verdeeld in twee stukken. Via een ommetje naar Wijnendale gaan de laatste kilometers oevr het lange fietspad tot aan de grote baan, waar we Rikske, de vader van Chantal tegenkomen. Ik zeg hem dat ze zo'n twintig minuutjes achter ons zitten en dat we al plaats zullen houden in de zaal. Even na drie uur zien we terug de sporthal van Torhout, binnen mogen we bellen en via de rode loper kunnen we ons afmelden na 18 uur en 50 minuten, 50 minuutjes sneller dan vorig jaar! Als beloning krijgen we een zwart t-shirt, een medaille en een diploma. In de tweede zaal is geen plaats dankzij de massale belangstelling voor de prijsuitreiking van de lopers, zodanig dat we in het eerste zaaltje blijven en zo de andere wandelaars zien binnen komen. Na een uurtje trekken we naar het station en twee uurtjes later ben ik weer thuis, moe maar voldaan. Het was een zeer mooie tocht, prima georganiseerd, goede bevoorrading, zeer vriendelijke medewerkers en een afwisselend mooi parcours. Mijn zevende medaille is hier binnen, volgend jaar kom ik voor nummer acht!
Vic en Sonja komen me om negen uur halen en samen rijden we naar de Mechelse deelgemeente Muizen, waar de Kadodders hun 7de Muizentocht organiseren. We parkeren ons aan het kerkhof en als we naar de startzaal stappen kom ik Roger en Monique tegen waar ik even een praatje mee maak. In zaal Berkenbos is het vrij druk, het zaaltje is niet al te groot. Na het nodige papierwerk en het ontbijt kunnen we vertrekken voor de langste afstand van vandaag, 22,3 kilometer. Bij het buitengaan slaan we linksaf en komen zo voorbij het kerkhof, aan de overkant van de straat wonen de ouders van Sam Gooris maar ik weet niet meer waar juist. We verlaten Muizen en trekken de Barebeekvallei in, steken de spoorweg twee keer over en komen zo tot in Hever langs het voetbalplein. We volgen even de spoorweg en komen zo in het centrum van het dorpje, waar het in zaal Carpus een eerste keer controle is. We besluiten direct verder te gaan, we hebben nog geen vijf kilometer gewandeld en het weer is best mooi en daar willen we van profiteren. Op de parochiezaal maken we een lus van zo'n zes kilometer. Via het bos komen we aan de oevers van de Dijle, we gaan rechtsaf richting Rijmenam. Er staat ook een paal van de Grote Routepaden met daarop de GR Dijland die ik ooit eens volledig zoek te wandelen, zo'n 167 kilometer lang, in verschillende etappes. Het is hier bijzonder rustig, de koeien in de wei hebben hier een fantastisch leventje. Na een uurtje zijn we terug in de zaal, waar we deze keer wel rusten en ondertussen een soepje eten. Het derde deel brengt ons langs dezelfde weg als daarstraks weer naar de Dijle, die we deze keer in de andere richting volgen. We blijven op de dijk tot in Muizen, een lang stuk dijk dat toch niet verveelde dankzij de natuurpracht die er te bewonderen valt. We komen zo tot in de startzaal, waar het voor ons controle is. We zetten ons buiten op het terrasje en eten er friet met stoverij, ondertussen komt Kurt aan die de hele tocht er al opzitten heeft. Als we bijna gedaan hebben met eten begint het zachtjes te druppelen en we zetten ons recht voor de laatste lus van de dag. Deze lus brengt ons over de brug van de Dijle en dan linksaf naar het Mechels Broek. We komen voorbij één van de bekendste café's van België, het café van Dimi uit Familie op VTM. Ik kijk even door het raam en weet nu zeker dat de opnames van het café in een studio gebeuren Ik moet mijn paraplu opendoen want het begint nu toch wel harder te regenen. Toepasselijk dat het juist hier begint te regenen want Het Mechels Broek zelf is een nat en open moeras dat tot het vroegere natuurlijke overstromingsgebied van de Dijle behoort. De grote waterput is erg in trek bij heel veel watervogels als rust- en eetplaats. Via dit mooie natuurgebied komen we aan de achterkant van het recreatiepark De Nekker en zien we in de verte onze trots staan, de Sint-Romboutstoren. We komen zo tot terug aan de dijken van de Dijle en volgen deze terug naar Muizen, we steken weer de brug over en komen aan na een mooie tocht door verschillende natuurstukken in de omgeving van Mechelen. Vrijdag sta ik aan de start van de 30e Nacht van Vlaanderen, 100 kilometer van Torhout tot Brugge en terug.
Om 5u30 loopt de wekker af en om 6u sta ik bij Rik aan de deur, je moet er soms wel wat voor over hebben om een langere afstand te stappen op een zondag. Een goed half uur later zijn we in Zoersel, waar de Natuurvrienden hun Zevenmaalkempentocht organiseert. De start is in de zaal Zonneputteke, erg toepasselijk want de zon geeft al volop warmte, en volgens het laatste weerbericht dat ik gehoord heb zou er pas in de namiddag hier en daar een buitje kunnen vallen. Na ons ontbijt, broodje kaas met koffie, kunnen we vertrekken voor 42 kilometer. We gaan door het dorp van Zoersel, voorbij de kerk en zo naar het Zoerselbos, een bos van maar liefst 400 ha groot! Wie zegt er ook altijd dat er geen natuur meer is? We komen een klein stukje door het Schriekbos en gaan daarna over de Hooidonkse Beemden. Voor ons loopt Gaston, en het duurt toch wel even voor we hem inhalen. Met zijn drieën gaan we naar Halle, waar we in zaal Bremberg een eerste keer controle hebben. Vlak voor we het zaaltje betreden merk ik dat de lucht aardig donker begint te worden, hopelijk blijft het droog. Binnen in de zaal zitten enkele bekenden, we blijven er dan ook tien minuutjes hangen alvorens we aan de lus beginnen die we nu moeten doen. We bezoeken het centrum van dit dorp en duiken daarna de natuur in, ondertussen begint de eerste kleine druppeltjes te vallen. Onderweg moeten we nog even roepen op iemand die niet gezien had dat we moesten afslagen, en op het einde van dit wondermooie natuurlusje begint de regen met bakken uit de hemel te vallen. Gelukkig heb ik mijn paraplu bij en maak ik me nog niet erg ongerust, het gingen tenslotte maar enkele buien zijn. Voor de tweede keer komen we in zaal Bremberg waar ik een soepje eet. Ook Jan, één van de vier musketiers van vorige week, komt binnen en zet zich even bij ons. Bij het buitengaan zien we dat het nog steeds erg hard regent, en een blik op de wolken voorspelt weinig goeds, het ziet er naar uit dat dit nog uren kan duren Na even over een paar asfaltwegen te gaan, waar het water ondertussen blijft op staan, gaan we terug het Zoerselbos in. Dankzij de regen worden de mooie zandwegen herschapen in zware modderpoelen, en krijgt deze mooie tocht wel een serieuze domper. Ook mijn knie (nog een overblijfsel van vorige week) begint weer tegen te strubbelen, al is het minder erg dan vorige week. Ondanks de regen blijf ik verwoed foto's maken van deze prachtige omgeving, al zijn het er wel minder dan anders uit schrik dat mijn toestel zou nat worden en het begeven. Rond half twaalf zijn we in Einhoven, waar we in een grote tent een derde keer controle hebben. Tijd voor een broodje en we besluiten hier om de lus van de 42 niet te doen wegens het slechte weer en gewoon het parcours van de 35 te blijven volgen. Gaston blijft bij zijn voornemen om de 50 te doen, al twijfelt hij om misschien de 42 te volgen. Bij het verlaten van de tent nemen we afscheid van hem, ik spreek met hem af voor vrijdag in Torhout waar we samen zullen deelnemen aan de Nacht van Vlaanderen. Rik en mezelf ploeteren verder door het slijk van de Zalfense Heide, langs het vliegveld naar Oostmalle. Het slijk spat tegen mijn benen en loopt zo mijn kousen in, die er erg smerig beginnen uit te zien. Ook mijn schoenen zelf hebben het hard te verduren, maar voorlopig gaat er geen water door, net zoals ze in de winkel gezegd hadden Na een uurtje zijn we aan het Immaculata-instituut waar we een laatste keer controle hebben. Af en toe is het nu zelfs even droog, maar nooit langer dan enkele minuten. Het laatste gedeelte brengt ons door het domein de Renesse. We komen voorbij het Koetshuis, het standbeeldje van "de wandelaar" en zo langs het kasteel. Hier heeft vroeger het kasteel van Oostmalle gestaan, maar werd verwoest in het jaar 1542. Een paar jaar later werd een nieuw kasteel gebouwd door Jan van Renesse, dat er nu nog steeds staat en zeker eens een bezoekje waard is. In 1920 werd de rechtervleugel verbouwd maar de linkervleugel is nog volledig intact. De burcht heeft ook zijn eigen spookverhaal, tijdens WOI zou er een Duits onderofficier een moord en zelfmoord gepleegd hebben en zijn geest blijft er ronddwalen In het domein zelf is het prachtig, gele bordjes leren ons over de fauna en flora die in dit domein aanwezig zijn. Langs de achterzijde verlaten we het domein en komen in het domeinbos Wolfschot, dat ongeveer 31 ha groot is. Na een uurtje zit onze 35 kilometer lange tocht erop, binnen zitten Sonja en Vic op ons te wachten en drinken we samen nog iets, als we even later naar de auto gaan is het opgehouden met regenen en kunnen we droog naar huis Morgen gaan we naar Muizen, een deelgemeente van Mechelen en vlakbij mij thuis, hopelijk zijn de wolken uitgeregend!
Vandaag rijden we naar Poederlee waar de KWB haar dertiende Heggetocht organiseert. Dankzij de wegenwerken komen we iets later dan voorzien aan in de startplaats, een grote tent aan de Heggekapel. In de tent komen even later nog enkele clubleden aan en we zijn met vier om de 14 kilometer te wandelen. Er wordt gewerkt met een lussensysteem, eentje van 4,5, van 9 en van 9,5. Wij kiezen voor de lus van 9,5 en daarna die van 4,5. Bij het buitenkomen aan de tent gaan we linksaf en komen aan de Heggekapel. Deze kapel werd in de eerste helft van de 15de eeuw als devotiekapel opgericht door de toenmalige heer van Poederlee op de plaats waar roofridder Jan van Langerstede in 1412 de in Wechelderzande gestolen hosties had weggegooid of verstopt. Naderhand werden deze hosties ongeschonden teruggevonden, voldoende reden om ter plaatse een heiligdom op te richten dat vrij snel uitgroeide tot een belangrijke bedevaartplaats. Het juiste tijdstip waarop de bouw werd aangevat is niet meer exact te bepalen: verschillende bronnen laten echter uitschijnen dat de kapel voltooid was in 1442. Kort na de voltooiing was de kapel reeds te klein geworden, zodat tussen 1442 en 1477 werd overgegaan tot vergroting. De westgevel werd gesloopt en het schip werd verlengd naar het westen. De kapel had zwaar te lijden onder de Beeldenstorm, maar werd begin 17de eeuw hersteld. In 1672-1673 werd de kapel een laatste maal uitgebreid door het aanbouwen van een sacristie tegen de zuidgevel. Het laatgotische bakstenen zaalkerkje op rechthoekige plattegrond heeft een driezijdig koor onder zadeldak, voorzien van een zeszijdige dakruiter onder naaldspits. Ten noordwesten van de kapel bevindt zich een recent heropgemetste putkuip als verwijzing naar de voormalige waterput die zich hier bevond. Deze put was van groot belang voor de volksdevotie omdat hij voorzag in heilzaam water tegen ziekten, maar ze werd dichtgegooid na de Tweede Wereldoorlog. De laatste opknapbeurt aan de kapel dateert van 1987. In 2004 werd de kapel beschermd als monument. We duiken de bossen van Poederlee in waar het prachtig is om te wandelen. De zon schijnt al volop en in de schaduw van dit bosgebied is het dan ook heerlijk vertoeven. Spijtig genoeg zijn er op sommige kruispunten pijltjes verdwenen of niet gehangen en is het soms even zoeken naar de juiste richting. Als we uit het bos komen gaan we voorbij het Heggestadion, de thuisbasis van VC Poederlee. We gaan het stadion rond en komen zo terug aan de tent waar we binnen een broodje eten en een Grimbergen drinken. Na een kwartiertje rust is het tijd voor het tweede, kleinere lusje. Dit lusje brengt ons door natuurgebied "Den Haert", dat tussen de Slootbeek en de Aa ligt. Via kleine paadjes tussen het groen (vervelende netels ) komen we aan de oevers van de Aa, waar de labrador van Eddy een plotselinge duik neemt als het dier te kort bij de kant komt. Gelukkig krijgen we haar er snel terug uit en kunnen we onze tocht verder zetten. Via nog enkele bospaadjes komen we terug aan de tent, waar de vrouwen al op ons zitten te wachten (zij deden de lus van negen kilometer). Na het drinken van een zeer frisse ice-tea kunnen we terug de warme auto in naar huis. Morgen naar Zoersel, hopelijk met evenmooi weer!
Slechts een drietal weken geleden heb ik besloten om deel te nemen aan de verbroederingstocht tussen De Brugsche Globetrotters en De Trekvogels Boekhoute, de 100 kilometer Brugge-Boekhoute-Brugge. Vrijdag was het dan zover, na een fikse treinrit en nog een stukje met de bus, kom ik om even na vier uur in het lyceum van Sint-Kruis waar de start gegeven wordt voor deze tweede editie. Ik zet me bij Guy en langzaamaan komen andere bekende en minder bekende wandelaars binnen. Even voor zes uur doe ik mijn bagage weg en sta ik samen met 130 wandelaars klaar op de speelplein te wachten op de start voor wat de langste tocht ooit zal worden die ik reeds gedaan heb. Stipt om zes uur gaat de schoolpoort open en bij het buiten gaan krijgen we onze startstempel. Ik houd er direct een zeer strak tempo op na, samen met René. Via het domein van Rijckevelde gaan we naar Sijsele, na vijftig minuten zitten we in een lange flauwe bocht en zie je al grote verschillen tussen de wandelaars, dit zou wel eens een eenzame tocht kunnen worden als je niet in een groepje terecht komt! Even na zeven uur zijn we op de eerste controlepost waar we een cola en een suikerwafel krijgen. Snel naar binnen en weer op pad, via kleine wegen steken we de grens over van Oost-Vlaanderen en zijn een uurtje later in Donk, waar we op de tweede controleplaats een cola en een appel krijgen in de Smoufelbeekhoeve. Van hieruit vertrekken we met vier en dit zou de rest van de tocht zo blijven, René uit Diepenbeek, Maaike uit Brugge zelf en Jan van de pompoenstappers zullen me gezelschap houden tot het bittere einde. Vanuit Donk krijgen we een stuk van een kleine dertien kilometer voorgeschoteld naar Eeklo. Onderweg komen we voorbij de "pispothoeve" , het Canadamuseum te Adegem, komen voorbij de taverne "In 't stadhuis van Raverschoot", steken het Schipdonkkanaal over en komen via een stukje groen aan de derde controlepost in een school te Eeklo, waar ik een colaatje neem met een banaan en een koek. Hier nemen we de tijd om even neer te zitten, het is juist tien uur en we hebben reeds 27 km gedaan, het gaat goed vooruit. Buiten is het donker aan het worden en ik doe dan ook mijn jasje en mijn fluovestje aan. Als we buitenkomen lezen we dat we nu de gele pijlen moeten volgen in plaats van de rode die we tot nu toe gevolgd hadden, vanaf hier hebben de Trekvogels afgepijld. We gaan door het centrum van Eeklo waar het stadhuis en de kerk prachtig verlicht zijn. René en ikzelf trekken regelmatig foto's en moeten dan telkens veel moeite doen om de twee anderen in te halen, het blijft razendsnel gaan in ons groepje. In Kaprijke krijgen we op de vierde controleplaats een cola met yoghurt en rozijnen, en na 45 kilometer zitten we in Bassevelde waar we op de vijfde controlplaats een eerste keer bagage hebben. Hier eten we een boterham met kaas of hesp en krijgen we zeer lekkere soep. Na twintig minuutjes rust sta ik recht en voel ik een vervelende pijn in mijn rechterknie, dat belooft niet veel goeds Van hieruit maken we een lus naar Assenede en terug. Het tempo wordt een beetje gedrukt, ik ben niet de enige met lichamelijke ongemakken, ook Maaike heeft last van stijve spieren en René een klein beetje van zijn rug. We blijven nu heel de tijd over asfaltbanen gaan, en na een kleine rustpauze in Assenede op de controle, zijn we drie uur later terug op de bagagepost in Bassevelde waar we onze zevende controlepost hebben. Het is bijna vijf uur in de morgen en buiten begint het stilletjesaan licht te worden, mijn fluovestje en mijn lamp gaan de trolley in, mijn jas hou ik toch nog aan want het is buiten nog wel fris. We rusten weer twintig minuutjes en ook nu doet mijn knie pijn als ik rechtsta, maar iedereen voelt wel iets na deze afstand. De sfeer in ons groepje blijft opperbest, en net zoals tijdens de nacht vertelt ieder om beurt een verhaal en vliegen de kilometers voorbij. De zon begint zich stilletjesaan te laten zien en de lucht kleurt rood aan, tijd voor René en mezelf om ons fototoestel terug boven te halen, en ook Maaike haalt haar toestel boven. In Kaprijke komen we over het grasperkje voor het prachtige stadhuis en even later zijn we op de controle, dezelfde als daarstraks, we gaan blijkbaar via dezelfde controleposten terug naar Brugge. Volgens mijn blad hebben we nu het laatste lange stuk van boven de negen kilometer gehad en zijn de volgende delen nooit langer dan zeven kilometer, waar ik alleen maar blij om kan zijn want de lange rechte asfaltbanen beginnen mentaal toch een beetje hun tol te eisen. Bij het volgende stuk krijgen we het gezelschap van vier anderen en word ons groepje plots verdubbelt in aantal. In Eeklo na 78 kilometer gaan de vier anderen sneller door dan wij en blijven we terug met vier over. Op de tafel ligt een bladje waarop staat dat de volgende post niet op 5,4 ligt maar op 6,4 en aangezien de tocht zowiezo al 101,9 km was komt hij nu op 102,9 km. Er zit natuurlijk niets anders op en vol goede moed vertrekken we richting Maldegem. We gaan terug over het Schipdonkkanaal aan de taverne en komen even later op een zeer drukke baan terecht. Het andere groepje van vier loopt enkele honderden meters voor ons uit en kunnen we perfect zien wanneer we bijna aan de controleplaats gaan zijn. Na een dik uur zijn we er nog altijd niet en beginnen we ons wat ongerust te maken, het moreel slinkt als sneeuw voor de zon. Ik probeer mezelf wijs te maken dat er gewoon geen controle was en dat we al verder zitten, maar na anderhalf uur komen we eindelijk in het centrum van Maldegem in het cafeetje waar we moeten zijn. De mensen achter de controletafel geven toe dat het stuk dat we zojuist gedaan hebben een dikke acht kilometer was, dus nog eens twee extra wat het totaal al op 105 brengt Na zulk nieuws moeten we even bekomen en drinken Jan en Maaike er een pintje op, ik en René houden het bij cola. We zetten ons recht en maken ons klaar voor de laatste 18 kilometer. Via het centrum van Maldegem gaan we naar de tuinen van de St Annakapel, en via een lange veldweg krijgen we nog eens een klein stukje andere ondergrond. Even later zitten we terug op de rechte asfaltbanen die ons naar de Smoufelbeekhoeve in Donk brengen. Na de controle gaan we terug de baan op naar Sijsele, onderweg krijgt Maaike het bezoek van haar vriend die hier aan het mountainbiken is. Dat ze haar vriend even gezien heeft geeft haar vleugels want het tempo wordt terug een beetje opgetrokken.Even voor Sijsele krijgen we een "vliegende" controle in een caravan, de volgende controlepost is in het Keunekot waar de vriend van Maaike ons zit op te wachten. Om twintig na twaalf zetten we ons recht voor het allerlaatste stukje van deze extra lange tocht, en om half twee komen we moe maar voldaan terug waar het gisteren allemaal begon. Ik feliciteer mijn drie gezellen, binnen krijgen we een fles Augustijnbier en een mooie t-shirt wat we in dank aannemen. Na het drinken van een "Brugse zot" neem ik afscheid van Jan en Maaike en neem samen met René de bus naar het station. In Brussel-Noord neem ik dan afscheid van hem, het laatste stukje met de trein moet ik alleen doen. Het was een vrij saaie tocht met lange rechte asfaltwegen als kenmerk, de verzorging was in orde en ook de medewerkers waren zeer vriendelijke en behulpzaam. Verder zou ik ook René, Maaike en Jan willen bedanken voor hun zeer fijne gezelschap, samen hebben ze ervoor gezorgd dat de tocht goed verlopen is, want alleen had dit heel wat anders geweest
Op deze pinkstermaandag rijd ik naar Diest waar St-Jan-Diest haar jaarlijkse Webbekomtocht organiseert. Na enig zoekwerk vind ik een plaatsje op één van de vele parkings en ga ik naar de startzaal. Na het eten van een broodje vertrek ik rond tien uur voor de maximumafstand van vandaag, zo'n kleine 21 kilometer. We vertrekken langs de achterkant van de school en passeren het witte gebouw aan de ingang van het park, waar ik onlangs nog onderdoor wandelde tijdens de Gildentocht. Via het parkje kom ik in het Begijnhof van Diest, waar we een heel rondje wandelen. De huisjes zijn nog in goede staat, maar de kerk zelf is toch wel in erbarmelijke staat, zonde. Via de ringweg aan het voetbalveld verlaten we de stad en trekken de natuur in. We stappen over de Demer en gaan via een zeer lange grindweg naar Webbekom. Het is al vrij warm ondanks dat het nog voormiddag is en ik ben dan ook blij dat ik de kerk van Webbekom zie waar het in het parochiezaaltje controle is. Ik drink er twee Ice-Tea's en verfris me met koud water, zalig Op deze controleplaats maken we een lus van een kleine acht kilometer. Via holle wegen en door de velden heen gaan we naar de andere kant van de E314, naar Halen. We blijven door de natuur wandelen, soms pal in de zon die nu toch wel op zomertemperatuur staat, soms in de frissere schaduw van de holle wegen. We gaan terug onderdoor de E314 en gaan via het fietspad weer naar Webbekom. Op het einde vlak voor de controle haal ik twee clubleden van ons in en op de controle zet ik me bij hen, samen in de schaduw van een boom waar het zalig is! Na een klein half uurtje pauze is het weer tijd om te gaan zweten, de laatste acht kilometer wachten nog op ons. We wandelen tussen de perenbomen door waar al kleine peertjes opstaan. Ook nu gaat het een beetje op en af en dankzij de zon die nu echt wel alles geeft wordt het best zwaar. Ik ben dan ook zeer blij als ik in de verte Diest zie liggen waar ik een half uurtje later nat van het zweet terug in de startzaal kom. Het was een erg mooie tocht, die dankzij de ondergrond, het golvend parcours en de warmte best wel zwaar was. Volgende vrijdag start ik in Brugge-Boekhoute-Brugge, een 100-km tocht die voor de tweede keer georganiseerd word, maar waar ik vorig jaar niet bij was.
Ik ben Steven Jaspers
Ik ben een man en woon in Mechelen (België) en mijn beroep is Arbeider.
Ik ben geboren op 26/02/1973 en ben nu dus 51 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, Voetbal.