De Kern van iedere mens is Stilte Als je je niet thuis voelt in het NU
maakt het niet uit waar je heen gaat, want je neemt je onbehagen overal mee naartoe.
Eckhart Tolle
12-04-2010
De Azijndrinkers
Het thema van deze allegorie is op een klassieke wijze op een rol geschilderd. Deze afbeelding is in heel China bekend. Je ziet drie mannen rond een vat azijn staan. Ze hebben elk hun vinger in een vat azijn gedoopt. Uit de gezichtsuitdrukking van ieder blijkt hun individuele reactie. Dit zijn geen gewone azijnproevers, maar vertegenwoordigers van de drie geestelijke stromingen in China. De azijn die ze proeven staat voor de essentie van het leven. De drie meesters zijn Confucius, Boeddha en Lao-Tse.
K'oeng Foe-tse kijkt zuur. Voor hem deed het leven nogal zuur aan. Hij geloofde dat het heden niet in de pas liep met het verleden en dat het menselijk bestuur op aarde niet in harmonie was met het Universum (de Hemelse Weg) Hij hechtte veel waarde aan eerbied voor zowel de voorouders als oude rituelen en ceremoniën. Volgens hem was de keizer een tussenpersoon tussen de grenzeloze hemel en de begrensde aarde. Alles was nogal strikt en volgens voorgeschreven regels. Het Confucianisme bestaat uit een buitengewoon ingewikkeld stelsel van rituelen die elk op een bepaald tijdstip een bepaald doel dienden. Dit werd zeer ver doorgevoerd.
Voor Boeddha, de tweede figuur op de voorstelling, was het leven op aarde bitter, hij kijkt ook bitter, vervuld van gehechtheid en begeerten wat het lijden voortbracht. De wereld werd beschouwd als een illusie, een rondwentelend wiel van pijn voor alle schepselen. Om vrede te bereiken, moesten de Boeddhisten boven 'de wereld van het stoffelijke' uit stijgen. Door de optimistische houding van de Chinezen werd het Boeddhisme aanzienlijk veranderd. Maar de vrome boeddhist zag zijn weg naar het Nirwana vaak belemmerd door de bittere wind van het bestaan.
De derde man, Lao-tse (Laozi), glimlacht als hij de azijn proeft. Volgens Lao-tse kon de natuurlijke harmonie die vanaf het eerste begin bestond tussen hemel en aarde door iedereen worden gevonden, op ieder willekeurig tijdstip, maar niet door de regels van het Confucianisme te volgen. De aarde was een afspiegeling van de hemel en werd geregeerd door dezelfde wetten, maar niet door de wetten van de mensen. Lao-tse was van mening; hoe meer de mens ingreep in het natuurlijk evenwicht van de universele natuurlijke wetten, hoe meer de harmonie verdween. Hoe meer de mens forceerde, hoe meer moeilijkheden. Zwaar of licht, nat of droog, snel of langzaam, licht of donker, snel of langzaam, alles droeg zijn eigen aard in zich (het ying-yang principe). Wanneer men de aard der dingen geweld aan doet zou dit vele problemen veroorzaken. De wereld was voor Lao-tse een leermeester die waardevolle lessen leerde. Als de lessen werden geleerd en de natuurlijke wetten werden nagevolgd dan zou alles goed gaan. De werkzame kracht die hij zag achter alles in hemel en aarde noemde hij Tao, 'de weg'.
Lao-tse glimlacht op deze afbeelding terwijl de azijn toch vies moet smaken. Door in harmonie te werken met de levensomstandigheden verandert de Taoïstische opvatting datgene wat anderen misschien als negatief ervaren in iets positiefs. Zuurheid en verbittering komen voort uit de geest, die verstorend werkt en geen waardering kent. Het leven zelf is zoet, wanneer dit wordt begrepen.
Door de eeuwen heen ontwikkelde Lao-tse's klassieke leer zich in verschillende vormen; de filosofie, het kloosterleven en de volkreligie. Deze kunnen worden samengevat als het Taoïsme. De eenvoudige manier van werken met alles wat er in het leven gebeurt, het te waarderen en ervan te leren. Geluk is het natuurlijke resultaat van deze harmonieuze levenswijze. Blijmoedige sereniteit en een subtiel gevoel voor humor zijn de meest opvallende kenmerken van een taoïstische persoonlijkheid.
Ben ik een dromer? Die droomt van een wereld die in eenheid leeft? En waar pas ik in het plaatje? Hoe kan er een ik zijn in een wereld van eenheid? Allemaal vragen die mij het gevoel geven dat er iets niet klopt. We zoeken en we zoeken naar antwoorden en merken dat niemand en iedereen het antwoord weet. Sommigen geven antwoorden onder de vorm van kennis, hopen kennis en veel en veel boekenwijsheid. Iedereen heeft blijkbaar een antwoord op mijn vragen, maar wanneer ik die antwoorden probeer te assimileren en te integreren in mijn leven dan schijnen die antwoorden hun glans te verliezen, ze vervagen en vinden geen houvast in mijn leven. Ik wil een eigen ervaring, een directe ervaring met de waarheid. Maar besef met veel ontgoocheling en frustratie dat ik niets afweet van die waarheid en nog minder begrijp van het inpact dat die waarheid kan hebben op mijn leven. Want ondertussen draait de wereld voort, en wordt ik omringd door aardbewoners die pronken met hun ambities, en gaat er onwillikeurig door mijn gedachten dat wat de ene teveel heeft de ander moet missen. Zowel in macht en ook als gezondheid. Zo word die ene mens een arme filosoof en stapt de ander in zijn kist en kan het zich permiteren dat zijn erfgenamen zich kunnen verrijken. Even bij de les blijven en opnieuw gaan we op zoek naar wie die stem toch is in mijn hoofd die zich al heel mijn leven dat ik gevoel toeëigend, temeer omdat ik me meer verbonden voel met de stilte en de leegte. Met die stilte voel ik me innig verbonden, want zij geeft me een veilig gevoel, haar kan ik vertrouwen. Zij geeft me het beeld van een anker dat me beschermd en op een veilige plaats houdt.
Ik sluit mijn ogen, voor maar even, en het moment is voorbij. Al mijn dromen gaan aan mijn ogen voorbij, een vreemd iets. Stof in de wind. Stof in de wind is alles wat ze zijn. Hetzelfde oude liedje, slechts een druppel water in een eindeloze zee. Alles wat we doen verkruimelt, hoewel we het niet willen zien. Stof in de wind. Alles wat we zijn is stof in de wind. Nu, blijf niet hangen, niets blijft eeuwig behalve de aarde en de hemel. Het gaat voorbij en met al je geld zul je geen minuut bij kunnen kopen. Stof in de wind. Alles wat we zijn is stof in de wind. Stof in de wind. Alles is stof in de wind.
Midden in de oude buurt van de Ossenmarkt bevind zich het Begijnhof. Daar ontmoette ik de bewoners van het Onderweghuis. Ik sprak hen over mijn plannen om met enkele reisgenoten regelmatig samen te komen om te mediteren en dat ik een plaats zocht om dat te kunnen doen. Ze staan open voor dergelijke initiatieven en stemden toe om hun mooie meditatieruimte voor dat doel voor enkele uren aan ons af te staan. Het komt er nu op aan om nog enkele geïnteresseerden uit te nodigen en een dag te bepalen. Iedereen die zich aangetrokken voelt om de groep te vervoegen kan zich via deze weg aanmelden en de nodige informatie krijgen.
dharma
(zelf had ik gedacht aan een stonde in de maandagvoormiddag van 10u tot 12u, maar ik hou natuurlijk rekening met het algemene gemiddelde, je mag je voorkeuren kenbaar maken in je reactie)
Ooit leerde ik met de Tarotkaarten werken. De volgorde van deze kaarten is de analogie met de reisweg van de Mens. In de beelden van de leggingen kan de ziener aflezen in welk stadium de vrager zich bevind. De ziener is geen uitzonderlijk persoon maar iemand die zich kan inleven in de ander. Het trekken van de kaarten is een sacraal gebaar en meestal onderschat. Dan komen de kaarten op hun eigen plaats te liggen. De ziener kent de eigenschappen van elke plaats en laat zich leiden door de stilte van de intuïtie. Het is dan belangrijk op dat moment alleen de beelden van de kaarten te laten spreken. De relatie tussen de ziener en de vrager is gebaseerd op eenheid en daarom kan de lezing evengoed gebeuren wanneer de ziener afgezonderd en alleen is.
Toen ik vierentwintig jaar werd ontdekte ik de hatha yoga. Daarvoor had ik nog nooit een sport beoefend. Ik was nog geen tien jaar toen ik tijdens de reportage van het spelprogramma Visa pour le Monde over Indië, enkele plaatselijke asceten allerlei vreemde houdingen zag uitvoeren, en wist ik intuïtief dat ik die later ook nog zou kunnen uitvoeren. Toen ik met de asanas startte duurde het niet lang voordat ik tamelijk lenig werd. Op een bepaald moment moest ik terugdenken aan mijn turnleraar Jan Lamquet, ik herinnerde me dat hij eigenlijk ook een fervent yogabeoefenaar was, en belde hem zonder te aarzelen op. Dat was het begin van een lange vriendschap en we spendeerden lange ontmoetingen met het beoefenen van de yogahoudingen en geregeld ook met het filosoferen over de spirituele aspecten van het leven. Toen hij tachtig jaar werd organiseerden zijn trouwe vrienden een groot verjaardagsfeest waar zijn biografie uitvoerig werd besproken. Mij vroegen ze om de yogahoudingen te laten zien toen zijn fysieke sportiviteit werd bewonderd. Tijdens die demostratie werd de foto genomen.
Momenteel kies ik het leesvoer van de bekende sinoloog Ulrich Libbrecht uit om mijn leesstonden op te vullen. Het was een aangename verademing om zijn Dank aan het leven te mogen lezen. Daarmee heb ik me ook andere titels aangeschaft, zoals De vinger die naar de maan wijst en de Geelzucht van Europa. De meeste van deze boekjes vind ik in tweedehands boekenwinkels zoals De Slegte en In het profijtelijk boeksken.
Ulrich Libbrecht kent de kunst om moeilijke onderwerpen op een eenvoudige en volkse manier uit te leggen zodat ze begrijpelijk worden voor een ruim publiek. Hij schrijft over de verborgen en transcendente energieën van de natuur en de menselijke gestalte zodat ze transparant worden voor iedereen.
Hij is dankbaar voor het leven maar ik ben vooral dankbaar voor zijn leven en dat hij zijn inzichten met zijn vrienden heeft willen delen, de meeste boeken heeft hij namelijk opgedragen aan zijn beste vrienden. Op een bescheiden manier reken ik mezelf dus tot zijn intiemste vriendenkring, alhoewel we elkaar nog nooit gezien hebben.
Als we verder naar het beeld van de koorddanser kijken dan merken we vooral zijn geconcentreerde blik op, zijn ogen zijn namelijk gefocust op een vast punt. Die manier van kijken helpt het lichaam om tijdens het lopen over het koord gemakkelijker het evenwicht te bewaren. Is het mogelijk om deze truuk te gebruiken in het dagelijks leven om de balans te behouden tussen de wisselende omstandigheden, en welk vast punt kunnen we dan gebruiken. Dat laatste vormt namelijk wel een probleem omdat er nergens een punt bestaat dat stabiel is. We zoeken namelijk een vast punt tussen gebeurtenissen en omstandigheden om onszelf in balans te houden en welk punt kunnen we dan aangrijpen? We stellen namelijk vast dat alles in beweging is en voortdurend veranderd. Zeker in onze moderne maatschappij is alles onderhevig aan progressie waardoor zelfs vaste structuren onderhevig zijn aan de noodzaak om aanpassingen en wendingen te importeren. We zijn op zoek naar een punt dat we als het ware kunnen gebruiken als een merkteken. Het is voor de hand liggend dat we in de eerste plaats onze menselijke identiteit gebruiken als merkteken, bij de geboorte hebben we namelijk een gezicht en een eigenheid meegekregen van onze ouders. We zijn een kind van onze ouders en dat gebruiken we meestal als ondersteuning tijdens de omgang met anderen. De naam en faam van onze familie kunnen we dan als een vertrekpunt gebruiken om onze ambities en verwachtingen in het verdere leven waar te maken. Later kunnen we ons dan vestigen in onze loopbaan en die gebruiken als een obligaat onderdeel van onze persoonlijkheid, vooral een carrière in de spotlichten helpt hierbij. Tijdens het levenspad ontdekken we nog allerhande andere ijkpunten die onze aandacht trekken en waarmee we onze persoonlijkheid kunnen ondersteunen. Zo kunnen we ons al of niet voegen naar een godsdienst of een zedenleer. Op die manier gebruiken we de voorgeschreven geboden en aanvaarden we hun leiding en dogmas als poolster in onze levensvisie. We stellen bij observatie echter vast dat dit soort bagage meestal de strijdlust aanwakkert in de confrontatie met aanhangers van andere strekkingen, want bij nader onderzoek kunnen we niet ontkennen dat ons vast punt of focuspunt op dat moment bedreigd wordt, waardoor onze veilige balans in gevaar komt. Nadat uiteindelijk het inzicht is gekomen dat men de strategie om het focuspunt als veilige haven te gebruiken moet loslaten, komt men terecht in een totaal nieuwe situatie. Het gemis van een houvast aan een centraal punt zet de deur open voor een stuurloos leven met alle gevolgen van dien. Je kan het al proberen met het te imagineren.
Stel je voor er is geen hemel Het is simpel als je het probeert
Geen hel onder ons Boven ons alleen lucht Stel je voor dat alle mensen Leven voor vandaag
Stel je voor er zijn geen landen Het is niet moeilijk te doen Niets om voor te doden of te sterven
Ook geen geloof Stel je voor dat alle mensen Samenleven in vrede
Je zou kunnen zeggen dat ik een dromer ben Maar ik ben niet de enige Ik hoop dat op een dag je bij ons komt En de wereld zal een eenheid zijn
Stel je voor geen bezitten Ik vraag me af of jij het kan
Geen lust naar hebzucht of honger Een gemeenschap van mensen Stel je voor dat alle mensen De wereld samen delen
Je zou kunnen zeggen dat ik een dromer ben Maar ik ben niet de enige Ik hoop dat op een dag je bij ons komt En de wereld zal een eenheid zijn
Alles wat een mens doet in het leven, vanaf de wieg tot het graf, kan men samenvatten tot de grondgedachte dat men op zoek is naar evenwicht tussen de omstandigheden des levens en zichzelf. Het zijn deze twee faktoren in de voorwaarden tot evenwicht die de oorzaak zijn van het onevenwicht, juist omdat zij voortdurend veranderen. De omstandigheden gebeuren en veranderen gedurig zonder dat men daar controle over heeft en op de standvastigheid van zichzelf kan men ook niet rekenen, blijkens de wetenschap zijn we overgeleverd aan het spel van de genen en de hormonen.
Is er dan geen hoop op een betrouwbare vorm van evenwicht waarin een toestand bereikt wordt waar alles aan alle kanten even zwaar of licht is, zodat men niet valt? De koorddanser zoekt het equilibrium met de hulp van zijn stok en dit beeld kunnen we transponeren om ons zoeken naar evenwicht duidelijk te maken. Frank Boeijen toont in de lyriek zijn ervaring met het zoeken naar evenwicht in het eigen leven.
De Koorddanser
Elke dag voer ik een gesprek Een gesprek hier in mijn hoofd Over wat ik allemaal gedaan heb Over wat er allemaal is gebeurd Over wat ik allemaal misdaan heb Elke dag praat ik met mezelf Zonder woorden maar als in een droom Dan zie ik voor me ontevreden vrienden Vrienden met onbegrepen vriendinnen En ik sta aan de kant Hoe strak is het koord waarop ik dans Tussen mijn hoofd en mijn hart Hoe lang zal het zijn voordat ik val Tussen mijn hoofd en mijn hart Elke dag vraag ik aan mezelf Wanneer ben ik oud en wijs genoeg Zonder twijfels of onbezonnen daden Een zonderling berooid en verlaten Van God en alleman Want hoe sterk is dit koord waarop ik dans Tussen mijn hoofd en mijn hart Hoe lang zal het zijn voordat ik val Tussen mijn hoofd en mijn hart Het leven van een koorddanser In balans uit balans In balans Want hoe sterk is dit koord Tussen mijn hoofd en mijn hart Hoelang zal het zijn voordat ik val Tussen mijn hoofd en mijn hart,
na een reis van meer dan dertig jaar op de zoektocht naar innerlijke vrede arriveerde ik op het adres van de stilheid. En nu dat ik dat heb gevonden wil ik nog maar één ding, en dat is dat te delen met anderen.