De Kern van iedere mens is Stilte Als je je niet thuis voelt in het NU
maakt het niet uit waar je heen gaat, want je neemt je onbehagen overal mee naartoe.
Eckhart Tolle
30-08-2010
Materialisten
Materialisten vertrekken blijkbaar van het standpunt dat de materie louter bestaat omwille en dankzij de materie zelf. Dan kan een omstaander zich toch afvragen wat het verschil is tussen een levend lichaam en een dood lichaam. Kunnen we dan nog spreken over een "ik" en een vrije wil? Vermits alles, als we dan consequent zijn, bepaalt wordt door fysica en fysiologische werkingen., hormonen en genen. Kan iemand dan nog veroordeeld worden voor zijn daden? Als alles louter materie is en alles draait rond materie dan kunnen we misdadigers gewoon straffen door hun handen te verwijderen wanneer ze iets gestolen hebben, want daardoor zullen ze het niet meer doen... Wat maakt de mens dan anders dan de dieren? Of is er geen verschil? Als alles louter rond materie draait dan hoeven cultuur en ethiek ook niet meer, of zijn we hier even niet consequent omdat dan onze eigendom, veiligheid en burgerlijk leventje in gevaar komt. Waarom zouden we dan angst hebben voor ziekte of entropie, pijn en dood? Waarom zou het onbewuste niet kunnen bestaan? Professor C G Jung had gezien dat mensen een verborgen bewustzijn hebben dat ze niet onder ogen willen of durven zien, daarom natuurlijk dat het veiliger is om het bestaan van een onbewuste te blijven ontkennen en onszelf wijsmaken dat het leven louter een strijd is en beheerst wordt door de wet van de sterkste. Zijn eerste successen in de psychologie kwamen tot stand via hypnose en droom uitleggingen en genas op die manier fysieke aandoeningen, lees zijn biografie. Het is typisch voor materialistisch ingestelde mensen, dat ze alles onder controle willen houden. Daarom dat ze onverklaarbare dingen classeren onder de zaken die nog wel door de toekomstige wetenschap zullen verklaard worden. Op die manier kunnen ze blijven voortleven in het idee dat alles onder controle blijft. Ze schrappen en verbannen het mystieke (ik heb het dan niet over iets goddelijks of een ziel) aspect van het leven naar het land van de fabels, want dat maakt het leven anders onzeker en ongemakkelijk, natuurlijk vanuit hun materialistische visie gezien. dharma
Moest de Wetenschap over de schepping een verklarende en duidelijke uitleg hebben, dan zouden de "gelovigen" dadelijk overstappen in het atheïstische bootje. Maar spijtig genoeg heeft die wetenschap slechts een zeer klein gedeelte van de wonderen van de Natuur ontsluierd, meestal blijft het bij vaststellingen en geen concrete verklaringen. Zo heeft de medische wetenschap de beschikking over dure en kostbare instrumenten om de mens te onderzoeken en te genezen, maar een klein wondje op het topje van je vinger, dat na enkele dagen genezen is en alle functies, zoals de vingerafdruk en de zenuwuiteinden, hersteld zijn, kan in een lab niet nagebootst worden. Het wonder van Moeder Natuur kan door de Wetenschap niet ontheiligd worden, en dat proberen de atheïsten nochthans te doen. Ik heb het dan niet over het bijgeloof die de wereldgodsdiensten creëeren, want die reiken inderdaad aan het criminele. Daarom stel ik dat atheïsme niet de tegenpool is van theïsme, maar eerder moet neigen naar realisme, in tegenstelling dat geloof neigt naar de wereld van de fantasmen; zelfs de meest heilige boeken kunnen daar niets aan veranderen (het is niet voor niets dat ze toendertijd slechts voor ingewijden beschikbaar waren). Wie de wetenschap bestudeert en volgt wat er tegenwoordig wordt ontdekt ivm het ontstaan van het universum en het mysterie van het super kleine numineuze onderdeel van de materie, kan toch niet anders dan verstomd staan bij dat onverklaarbare wonder, zoniet ben je een even grote fanfast...
zelf richt ik mijn aandacht niet naar een zogenaamde wet van karma. Het is niet onder woorden te vormen, maar ik voel dat er maar één iets is dat reëel is (Spinoza noemde het de substantie), al het andere is niet reëel, maar eerder een "schijn"; en dat "iets" creëert voor zichzelf een wereld van atractie, vol van verscheidenheid, waardoor dat iets kan leven doorheen ontelbare vormen zoals mineralen, planten en dieren, maar vooral door dat wat we bewuste individuen noemen. Dat "iets" creëert voor zichzelf een fata morgana dat het "ik" noemt en gaat in competitie en concurentie met andere individuen die zich ook "ik" noemen. Daarom zijn we spiegels voor elkaar en kunnen we leren van mekaar. Daardoor en dank zij onze ervaringen groeien we gezamelijk naar een steeds hoger gebied, alhoewel dat niet altijd te merken is, als we kijken naar de agressie en de chaos die de laatste decenniën rondom ons verschijnen. Nochthans heb ik het gevoel dat het grootste kado dat we de wereld kunnen geven onze innerlijk stilte is. Het lijkt maar een druppel, maar uiteindelijk zorgen vele druppels dat er ooit iets zal kantelen, op een zeker moment zal één druppel genoeg zijn om de weegschaal te doen omslaan.
op Klara enkele anecdotes vertellen uit het leven van Frank Sinatra. Mijn aandacht werd vooral gescherpt door de tekst van één van zijn songs: "The Best Is Yet to Come". Op het eerste zicht lijkt deze slogan het resultaat van een blijde kijk op het leven, zijn biografie blijkt echter een aaneenschakeling van ongelukkige momenten, toen hij Nancy liet staan voor Ava wist hij nog niet dat hij een viertal zelfmoordpogingen zou ondernemen doordat zijn eega hem liet staan voor een stierenvechter. Hij liet de tekst uit zijn beroemde song beitelen op zijn grafsteen, waarschijnlijk in de veronderstelling dat het beste nog moest komen. Toen ik na de uitzending nog filosofeerde over de tekst moest ik voor mezelf toch bekennen dat ik niet akkoord kon gaan met de uitspraak. Als men leeft met de gedachte dat het beste nog moet komen, dan betwijfel ik ofdat de persoon wel aandachtig genoeg is om te kijken dat er maar één moment bestaat en dat is het hier en nu, en als men dat moment niet kan beschouwen als het beste moment dan leeft men maar half. En zelf wanneer het beste moment uit je leven nog moet komen (alles is natuurlijk relatief), blijf altijd kijken naar de pracht van dit moment, het hier en nu, ook al lijkt de situatie niet rooskleurig, alles is natuurlijk relatief.
Vanuit de donkere middeleeuwen konden we met de hulp van de techniek en de wetenschap ons een confortabeler leven veroorloven. Het schijnt dat het woord "confort" komt van "steviger". Maar nu zijn we gesukkeld in een over-confortabelere habitat waardoor we als het ware de gevangene zijn geworden van de consumptiemaatschappij die ons leven dirigeert. Wat "de massa" prefereert wordt als waarheid gekroond en de enkeling die tegen die stroom probeert te zwemmen, en authentiek probeert te zijn wordt beschouwd als een sukkelaar. De middenweg proberen te vinden tussen onze technologie en het sacrale zal ons terug op het juiste spoor zetten. Het verhaal dat zich afspeeld in de film Avatar toont de Gaia-mens een schijnbaar fictieve wereld die, enigszins in het klein, ook op onze planeet mogelijk is. Ik zie in de bewoners van Pandora, de Na'vi, replieken van onze amerikaanse Indianen die de natuur ook heiligden en vereerden. De meerderheid van deze roodhuiden hebben de blanke mannen met hun gespleten tong, wel naar de eeuwige jachtvelden geholpen.
Beste, heb jij dat soms ook, dat je 's morgens wakker wordt en niet weet welke dag het is? Dat fenomeen duurt niet langer dan twee seconden, ik had het vanmorgen weer. Ik wist niet welke dag het was, laat staan welk uur het was, en na twee seconden wist ik het terug. Paul Brunton, de beroemde schrijver van "Geheim India" en andere bekende titels, raadde aan om te genieten van die twee seconden dat je onbewust zijt van de tijd. Tijdens die twee seconden ben je volgens hem nog niet in deze wereld, maar nog in de dimensie van de niet-tijd, het eeuwige. Ik hou van de boeken van Paul Brunton, ik heb al de nederlandse vertalingen gevonden. Alleen mijn laatste aanwinst: "De spirituele crisis van de mens" moet ik nog lezen. Dat exemplaar staat bij de andere op het boekenrek, stil te wezen. Ik denk dat mijn crisis nog moet komen...
We hebben inderdaad hier in het Westen de noodzaak kwijt geraakt om naar de spirituele dimensie te zoeken en toe te voegen aan ons erfgoed. Maar evengoed wacht de ziel met veel geduld om door ieder van ons herondekt te worden. De ziel is de wortel van de wereld, het substratum van het bestaan. Het grootste geschenk dat we onze omgeving kunnen geven is onze innerlijke verbinding met de Stilte. Een mens voeden, kleden en medische verzorging schenken is een primaire en humanitaire plicht, maar nog een grotere plicht is hen te delen in de liefde voor het Zelf. Het lichaam behoort tot het perifere terrein en de Stilte is de Bron.
Andermans vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Om mijn eigen levensvragen te verlichten heb ik al vele wegen bewandeld. Het is onze persoonlijke opdracht dat ieder voor zich die tocht of qeeuste zelf maakt, anders zijn de antwoorden alleen maar theorie en niet diep genoeg, en raken ze ons hart niet. Voor mij is de menselijke ziel voor ieder van ons gelijk, maw er is maar één ziel. Voor individuen is die zienswijze waarschijnlijk onhoudbaar omdat zij op zoek zijn naar vrijheid en zelfstandigheid en er vooral van uit gaan dat zij een vrije wil hebben. Op het spirituele pad ontdekt de zoeker naar waarheid dat er slechts een numen bestaat die voor zichzelf een wereld van verscheidenheid heeft gecreëerd. Toch zijn die twee polaire zienswijzen, de ene immanent en de andere transcendent, aanvullend en moeten we daar onze persoonlijke weg in zoeken. Met de vocabulaire waarover we beschikken is het niet mogelijk om die ervaring weer te geven en door te geven aan medereizigers, ook met het gevaar dat we gaan vervallen in eindeloze discussies, want door ieders eigenheid zien we de Waarheid allemaal ietsje anders. Daarom is het hoogstbelangrijk dat iedereen zelf in verbinding komt met die innerlijke belevenis.
Je groeit op, ziet oneindig veel mogelijkheden, gaat je bekwamen en uitleven in wat je maar tegenkomt. Er kristalliseert wat uit, je gaat druk bezig om dat beter te beheersen. Een tijd lang draait alles om jouw kunnen. Je hebt nog lang niet het idee dat het is zoals je voor ogen had, je gaat nog perfectioneren. Ergens echt goed in zijn, dat is het doel. Bovenstaande beschrijft een blind zoeken dat lang kan duren. Het is alsof je de op gang gezette machinerie niet meer kunt stoppen, de stap naar volwassenheid niet kunt maken: op een kinderlijke manier blijf je bouwen aan het door jezelf geboetseerde beeld van jezelf. Maar hetgeen ik zo gaandeweg ondanks mezelf geleerd heb, moet niet langs de egomeetlat worden gelegd. Zolang ik dat blijf doen, duurt het blinde zoeken voort. Het moment dat kleine ik zichzelf goed genoeg vindt, is zijn bestaansgrond opgeheven. Liever dan zich overbodig te verklaren, zal het met verbetervoorstellen blijven komen. De tijd is aangebroken om je capaciteiten in dienst te stellen van een groter geheel. In plaats van naarstig blijven vergaren, mag het nu gaan stromen. Van binnen naar buiten. Zo word je van een op zichzelf gerichte lastpost (kijk eens hoe goed ik dit kan!) een dienstbaar functionaris. Het leren houdt daarmee niet op, maar verandert mee, van methode om mij te verrijken naar een nieuwsgierige, open houding.
Bovenstaande tekst komt van "stiltij.nl", en ik wilde deze tekst met mijn blog delen omdat ik hem heel treffend vond en heel betekenisvol voor iedereen.
Reshad Feild die ons zijn ontdekking van het soefisme liet zien in zijn verschillende boeken, vertelt hoe zijn Turkse leraar het vlees eten ook prefereerde boven vegetarisme, juist omdat hij overtuigd was dat gods schepping perfect is. Ook in de indische ayurveda wordt vlees niet geweerd. We zijn vertegenwoordigers van de spiritualiteit die gemaakt zijn om mens te worden, we ademen materie in en consumeren materie om de gelijke ervan te worden. De amerikaanse indianen vertellen terloops dat de aarde al verschillende keren door onze maag is gegaan. Zo leeft alles in één-heid.
wanneer ik schreef dat ik er van uit ging dat de mens ok is, wilde ik eigenlijk wijzen op het feit dat de mens ook echt ok is, en dat diegene die iets anders geloven vertrekken van het idee dat alles moet zijn zoals zij geloven dat alles er moet uitzien, ttz perfect. Het is juist Krishna uit de Bhagavad Gita die ons erop wijst dat zelfs het niet-perfecte ook perfect is. Ook Moeder Kali toont ons dergelijk beeld. Armoede en alle ander leed in de wereld is geschapen door de dimensie van de Stilte, of zoals anderen het willen noemen: God. Natuurlijk is het anderzijds onze plicht om anderen te helpen en bij te staan op de weg naar een betere en leefbaardere wereld, maar dat is niet in tegenspraak met de zienswijze dat we als mens ok zijn. Als spirituele mens trachten we het Hof van Eden herop te bouwen maar dat is volgens mij een idealistische droom die niet beantwoord aan de realiteit. Wij zijn geen mensen met spirituele ervaringen, maar spirituele wezens met een menselijke ervaring. Als we het op deze manier bekijken ziet de wereld er helemaal anders uit.
Sinds enige tijd krijg ik het vermoeden dat de mens geen persoonlijk karma heeft, maar eerder meewerkt aan de gezamelijke groei des mensheid. Het idee dat we een persoonlijk karma hebben en uiteindelijk moeten evolueren naar een individueel nirvana rust op de blik naar de werkelijkheid vanuit de cirkel van het ik. We vormen tesamen een onderdeel van het Geheel, en niemand moet daarin bevrijd worden door te streven naar Verlichting, maar gewoon meedoen en meevloeien met de stroom des Levens, bewust of onbewust, dat maakt uiteindelijk niet veel uit. Hetgeen van ons mensen maakt is de transcendentale fysiologie dat we afstand kunnen nemen van dat ik door te rusten in meditatie, lopend of zittend maakt niet uit.
dat wat zich het ik noemt is zoals de wolken voor de blauwe hemel, vluchtig en soms doorzichtig en soms donker en grauw. Deze schrijver voelt zich meer zoals de blauwe hemel, alles omvattend en toch niet bestaand. Ooit een onbeschreven boorling en nu een senioor. ...en welk is het verschil? Wat je ziet ben ik niet. Zoek je mijn ik? 's Nachts is het weg, god weet niet waar naartoe... En wat blijft heeft met dat ik niets te maken. Het is puur en wit als een maagd.
Deze week ga ik starten als assistent van een budgethouder. Ik weet nog niet wat er allemaal moet gedaan worden, alhoewel ik natuurlijk al wel een omlijnd idee daarover heb. De persoon in kwestie is gebonden aan het gebruik van een rolstoel, voor binnen heeft hij een andere rolstoel dan voor buiten, die is elektrisch aangedreven en die kan ook in de speciaal uitgeruste auto. Voor het besturen van de auto rekent de persoon natuurlijk op mijn hulp. Mijn beroepsleven wordt daardoor natuurlijk drastisch verandert, van mijn technisch en ambachtelijk werk moet ik nu overschakelen naar de sector van de menselijke hulpverlening, dat is een flinke omzwaai, maar die ik wel zelf opgezocht heb. Het is een totaal nieuwe richting, het is het resultaat van mijn innerlijke transformatie
In het beeld van de Grote Arcana of het grote geheim zit de reis vervat van ieder mens. De eerste kaart van de reeks is een mannelijke kaart en de tweede kaart is een vrouwelijke. Dat beeld verwijst naar de dominantie van het Denken boven de Intuïtie. De volgende achttien Kaarten tonen de Ingewijde hoe de Mens verandert en evolueert, stap na stap, naar de laatste Kaart van de Arcana Majora: de Wereld of Kaart 21. Deze Kaart verwijst hier duidelijk dat de 2 voor de 1 moet staan, het vrouwelijke en ontvankelijke aspect van de mens komt voorop. Niettemin toont de Beeltenis van de Kaart XXI een Hermafrodiete Mens, de dualiteit van man en vrouw overstijgend en de wereld ziet als één geheel. Begrijpe wie begrijpe kan.
Deze week nam ik eens deel aan een meditatie in de Zentraditie. Mijn verwachting vooraf was eerder neutraal. Ik deed de rituelen zoals ze werden voorgedaan zo goed als het kon na, weliswaar met een persoonlijk accent. Tweemaal een half uur stil zitten en tussenin de typische wandeling in de kamer, stilletjes stappend achter elkaar. Niemand van de aanwezigen had zich opgemaakt met de traditionele klederdracht, en het bleek ook hun gewoonte niet te zijn. Wekelijks kwamen ze samen. Maar voor mij was één keer genoeg geweest. Om de reden namelijk dat ik voor mezelf geen verschil meer had gevonden tussen de meditatie en het beleven van mijn dagelijks leven. Ik heb jaren gemediteerd volgens de yogatraditie, ik had het geluk dat ik terecht was gekomen bij een zeer correcte leraar die zijn leerlingen met de nodige aandacht kon motiveren. En mijn persoonlijke motivatie zat waarschijnlijk diep in mijn ziel want ik was altijd enthousiast om nieuwe technieken aan te leren. Maar het resultaat van al dat graven naar de stilte bereikte ik echter toen ik gestopt was met mediteren. Ondertussen had ik mijn interesse en concentratie verlegd naar het lezen van allerlei boeken, ik las het ene na het andere. Wat ik in die boeken zocht wist ik toen niet, in ieder geval vond ik niet wat ik zocht omdat ik ook niet wist wat ik ging vinden. Tot op een dag dat dat ene boek dat ik vasthad me vertelde wat ik al die jaren had gezocht, namelijk een diep innerlijk contact met mezelf dat ik nog nooit eerder had ervaren. En via die ervaring kwam ik als vanzelf in aanraking met nog een andere ervaring, namelijk dat mijn diepste stilte gelijk is aan de stilte die aanwezig is in alles en iedereen.
"Geloof je in God" is een vraag die dikwijls door mijn hoofd rondwaart. Dan wil ik antwoorden aan die stem met de bedenking dat elk woord uit die zin om uitleg vraagt. Ten eerste is het werkwoord "geloven" in dezelfde zin als waar het naamwoord "God" in staat volgens mij incorrect. "Geloven" kan je desnoods nog wel gebruiken in de zin "ik geloof dat het gaat regenen". Vroeger toen in nog naar de kerk ging geloofde ik dat God daar woonde, achter het altaar, althans in onze kerk hing er een klein lichtje dat aangaf dat op dat moment God in the house was, zo vertelde ons de toenmalige onderwijzer van de lithurgieles. Nu ben ik volwassen genoeg om beter te weten. Mijn spirituele zoektocht bracht me bij verschillende inzichten, ik heb gezien dat men ook God kan kennen, en dan heb ik niet over de oude man die ergens in de hemel op een troon zou zitten, maar de God die in de stille ruimte woont. Er zijn hier vele boeken over geschreven, maar boven de heilige boeken staat de directe ervaring van het hart, en dan verdwijnt zelfs het persoonlijke naamwoord "je", want dualiteit lost op in de ijle stilte.
Enige weken geleden bezocht ik de kerk Onze Lieve Vrouw van Gratie aan de Frankrijklei in Antwerpen. Ik deed dit omdat een kaartlegster me dit ooit aanraadde, ze voelde aan dat deze figuur voor mij een belangrijke invloed had. Ik kon dit alleen maar bevestigen, sinds mijn jonge jaren word ik namelijk aangetrokken door het mystieke leven van deze man. De kerk was al enkele jaren gesloten ten gevolge van zijn bouwvallige staat. Maar gelukkig kon ik via de Bescherming van het Erfgoed het e-mailadres krijgen van de verantwoordelijke pater die me vriendelijk binnenliet. En inderdaad staat het beeld van Franciscus boven één van de altaren. De pater heeft zelfs al de verlichting aangestoken die in de kerk aanwezig is, waarschijnlijk met enige fierheid. Het sacrale interieur werd daardoor gewekt en begon terug te ademen. Nogmaals mijn oprechte dank aan deze pater en zijn enthousiaste begeleiding. Hij liet me rustig enkele fotos nemen van het beeld van Franciscus en van de rest van de kerk, hij toonde me ook het replica van het beeldje van Onze Lieve Vrouw van Gratie, het originele is jaren geleden uit de kerk gestolen. Maar in de stille ruimte van mijn ziel woont nu de directe ervaring van deze dag, de vurige spiritualiteit van decennias die ontelbare gelovigen hier gedeeld hebben.
Vorige week vrijdag startte de rest van mijn leven. Eerst wil ik samenvatten wat ik de laatste jaren heb ondernomen in verband met mijn beroepsmatige bezigheden. Mijn hoofdbezigheid is de laatste jaren flink achteruitgegaan mede dank zij de technische vooruitgang maar ook door mijn fysieke achteruitgang, alhoewel dat laatste natuurlijk zeer sterk overdreven is, maar niettemin is er sprake van een licht burn-out, de vlam brandt niet meer zo fel laten we zeggen. Daarom dat ik op zoek was naar een vervangend alternatief en zeker niet in dezelfde sector. Eerst wilde ik me nog richten op de carrière van verkoper, maar dat bleek een slag in het water. Mijn overtuigingskracht om dingen te verkopen die ik toch zelf niet zou gebruiken of kopen was nihil. Daarom volgde ik mijn eerste stem die me steeds vertelde dat ik iets moest doen met mensen. Ooit deed ik nog mee met een selectieproef voor medewerkers van Familiehulp. Spijtig dat ik op het laatste moment de verkeerde antwoorden gaf op een bepaalde vraag over prioriteiten, en de volgorde die ik gaf was blijkbaar niet de juiste. Maar de laatste tijd werd ik aangetrokken tot de job van een persoonlijk assistent. Via de informatie van de VDAB 50+ kwam ik hierover meer te weten en dat gaf me de nodige ideeën om hiermee op zoek te gaan naar vacatures, maar het bleek dat de meeste opdrachtgevers op zoek waren naar ervaren verzorgers en daarvoor voldeed mijn cv niet. Ik had mijn plannen al even in de ijskast gestoken totdat die plotseling werden rechtopgezet toen één van mijn bekende klanten vroeg naar mijn toekomstplannen. Ik maakte hem deelgenoot van mijn plannen en dat was voor hem de aanzet om met zijn problemen voor de dag te komen. Zijn moeder is namelijk hulpbehoevend maar nog heel pienter en actief. Zij krijgt wel de nodige bijstand voor alle praktische zorgen met het huishouden maar zocht ook iemand voor de logistieke hulp om bijvoorbeeld met haar naar de bibliotheek te rijden. Ik bleek daarvoor een goede kandidaat te zijn en ik denk dat ik binnen enkele weken hiermee aan de slag kan.
Het kan niet zijn dat de reis stopt bij het idee dat we als stof in de wind zijn. Want als ik het stof ben, wie is dan de wind, en wie is diegene die de wind maakt? Het doet me denken aan het japanse verhaal van de steenhouwer. Er was eens een man die stenen hakte uit een rots. Hij vond zijn werk veel te zwaar en droomde dat hij rijk was, en plotseling was hij rijk. Op een dag stond hij langs de weg toen er een koning voorbij kwam in een prachtige koets. Was ik maar koning dacht hij ontevreden, dat zou nog mooier zijn, en plotseling was hij koning. Met veel ruiters en paarden reed hij in een gouden koets door zijn rijk. Maar de koning begon te klagen over de hete zon, die in zijn gezicht schroeide. Ontevreden als hij was zuchtte hij en dacht, was ik maar de zon. En zie onmiddellijk was hij de zon en strooide hij zijn gouden stralen over de aarde. Totdat er een wolk kwam die zijn stralen tegenhield. Ik wou dat ik zo machtig was als die wolk, dacht hij ontevreden. En zo werd hij een wolk en kon hij de stralen van de zon tegenhouden. De wolk viel in grote druppels naar de aarde en het water stroomde woest over het land, alleen een rots bleek machtiger dan het water. Toen werd hij kwaad omdat de rots nog sterker was en wilde hij liever een rots zijn, en ook dit gebeurde. Toen kwam er een man met een scherpe beitel en grote hamer en hakte in de rots om er stenen van te maken. Toen dacht de rots, was ik maar weer die steenhouwer. Het gebeurde en vanaf dat moment deed de man elke dag zijn zware werk en was tevreden.
De dag dat ik me realiseerde dat mijn lichaam te klein was geworden en op zoek ging naar wat er achter de horizon lag, wist ik nog niet dat er achter elke horizon een andere horizon lag. Dat maakte me onzeker en bij momenten radeloos. Ik heb het niet over een reis naar de onbekende regios van exotische landen maar naar de onbekende streken achter de ogen, voor velen totaal onontgonnen gebied. Het is een expeditie die leidt naar onbetreden wegen en waar niemand je kan leiden. Op het einde van de weg staat er geen ontvangst klaar met linten en toespraken, er staat niemand je op te wachten, omdat er niemand meer is die aankomt. Beter dan te ontdekken wat er achter de horizon ligt is het punt te vinden dat hoog boven de hemel staat, het zenithpunt. Van daaruit heeft men een ruim uitzicht en ziet men dat er geen horizon is. Er is geen berg en geen zon te zien, geen koning en geen steenhouwer, zelfs het zenithpunt verdwijnt uiteindelijk. Tot het besef gekomen dat er boven de horizon een zenith bestaat geeft me de houvast die ik zocht, de koorddanser bestaat niet want er is geen koord, er is geen afstand tussen het hoofd en het hart zoals Frank Boeijen het zong en er is ook geen stof en geen wind meer. Deze keer heb ik geen songtekst meer om het einde van het hoofdstuk te illustreren, er is trouwens geen einde en dus geen punt