Het kan niet zijn dat de reis stopt bij het idee dat we als stof in de wind zijn. Want als ik het stof ben, wie is dan de wind, en wie is diegene die de wind maakt? Het doet me denken aan het japanse verhaal van de steenhouwer. Er was eens een man die stenen hakte uit een rots. Hij vond zijn werk veel te zwaar en droomde dat hij rijk was, en plotseling was hij rijk. Op een dag stond hij langs de weg toen er een koning voorbij kwam in een prachtige koets. Was ik maar koning dacht hij ontevreden, dat zou nog mooier zijn, en plotseling was hij koning. Met veel ruiters en paarden reed hij in een gouden koets door zijn rijk. Maar de koning begon te klagen over de hete zon, die in zijn gezicht schroeide. Ontevreden als hij was zuchtte hij en dacht, was ik maar de zon. En zie onmiddellijk was hij de zon en strooide hij zijn gouden stralen over de aarde. Totdat er een wolk kwam die zijn stralen tegenhield. Ik wou dat ik zo machtig was als die wolk, dacht hij ontevreden. En zo werd hij een wolk en kon hij de stralen van de zon tegenhouden. De wolk viel in grote druppels naar de aarde en het water stroomde woest over het land, alleen een rots bleek machtiger dan het water. Toen werd hij kwaad omdat de rots nog sterker was en wilde hij liever een rots zijn, en ook dit gebeurde. Toen kwam er een man met een scherpe beitel en grote hamer en hakte in de rots om er stenen van te maken. Toen dacht de rots, was ik maar weer die steenhouwer. Het gebeurde en vanaf dat moment deed de man elke dag zijn zware werk en was tevreden. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De dag dat ik me realiseerde dat mijn lichaam te klein was geworden en op zoek ging naar wat er achter de horizon lag, wist ik nog niet dat er achter elke horizon een andere horizon lag. Dat maakte me onzeker en bij momenten radeloos. Ik heb het niet over een reis naar de onbekende regios van exotische landen maar naar de onbekende streken achter de ogen, voor velen totaal onontgonnen gebied. Het is een expeditie die leidt naar onbetreden wegen en waar niemand je kan leiden. Op het einde van de weg staat er geen ontvangst klaar met linten en toespraken, er staat niemand je op te wachten, omdat er niemand meer is die aankomt. Beter dan te ontdekken wat er achter de horizon ligt is het punt te vinden dat hoog boven de hemel staat, het zenithpunt. Van daaruit heeft men een ruim uitzicht en ziet men dat er geen horizon is. Er is geen berg en geen zon te zien, geen koning en geen steenhouwer, zelfs het zenithpunt verdwijnt uiteindelijk. Tot het besef gekomen dat er boven de horizon een zenith bestaat geeft me de houvast die ik zocht, de koorddanser bestaat niet want er is geen koord, er is geen afstand tussen het hoofd en het hart zoals Frank Boeijen het zong en er is ook geen stof en geen wind meer. Deze keer heb ik geen songtekst meer om het einde van het hoofdstuk te illustreren, er is trouwens geen einde en dus geen punt
Staand aan de Oever van de Sterrenzee,
kijkend met Liefde naar de eindeloze Ruimte,
omarm een peilloze Stilte
|