De glazen asbak was blijkbaar vannacht op de grond gevallen en de vieze inhoud had zich over het tapijt verspreid. Ik merkte dat de geur van de sigarettenpeuken en de assen in mijn neus een walging opwekte. Het gordijn was door mijn slecht humeur gisterenavond slordig dichtgeschoven en liet de ochtendzon door de opening haar stralen binnenkomen en gelukkig niet op mijn ogen want ik had hoofdpijn. Ik moest allang opgestaan zijn maar mijn hoofd was nog zwaar door de vele Duvels. Ik fantaseerde dat een Engel de kamer binnenkwam, gedragen door de moeiteloze kracht van haar witte vleugels en die de schade kwam opmeten. Maar deze kwam blijkbaar wonderwel in de kamer tevoorschijn met andere vragen in haar hoofd want met duidelijk verstaanbare woorden stelde zij me de vraag wat ik vandaag wilde zijn: gelukkig of ongelukkig. Zonder erbij na te denken antwoordde ik dat ik vandaag eindelijk eens gelukkig wilde zijn. Twee weken geleden was mijn vrouw opgestapt met mijn beste vriend en de wonde bloedde nog. In ieder geval bood deze engel me nu de mogelijkheid aan om dat verleden los te laten en me te richten op de dingen die me vandaag zouden kunnen overvallen zoals negatieve herinneringen en bruine enveloppen van de fiscus en ze op te vangen met een vrolijke lichaamshouding. Na het douchen had ik de koffiezetter aangezet en was ik het voorval met de engel al bijna vergeten toen de telefoon zijn best deed om aandacht te vragen.
wordt nog vervolgd
|