Tijd noch ruimte bestaan voor de mens die het Eeuwige kent.
Ruimte en tijd zijn echt voor de mens die nog onvolmaakt is en ruimte is voor hem verdeeld in dimensies, tijd in verleden, heden en toekomst. Hij kijkt achter zich en ziet zijn geboorte, wat hij verworven heeft, en alles dat hij verworpen heeft. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dat verleden wordt continu gewijzigd door de toekomst die er steeds maar aan toegevoegd wordt. Vanuit het verleden wendt de mens zijn ogen naar de toekomst waar de dood, het onbekende,
de duisternis, het mysterie, hem opwacht.
Gefascineerd hierdoor kan hij zich niet langer van dit alles losmaken. Het mysterie van de toekomst houdt voor hem de vervulling in van al zijn verlangens, die het verleden hem ontzegd heeft, en in zijn dromen vliegt hij naar die schitterende horizon waar geluk moet bestaan, waar hij dat moet zoeken. Niemand zal ooit in het onbegrensde mysterie van de toekomst doordringen - ondoordringbaar in z'n vervagende illusie - noch tovenaar, profeet noch God! Maar omgekeerd zal het juist het mysterie zijn dat de mens zal overspoelen, dat hem niet zal laten ontsnappen, dat de drijfveer van zijn leven zal breken. Het leven kan niet benaderd worden vanuit het verleden, noch door de luchtspiegeling van de toekomst. Het leven kan ook niet benaderd worden door bemiddelaars, noch overwonnen voor een ander. Die ontdekking kan alleen gemaakt worden in het onmiddellijke heden - door het individu voor zichzelf en niet voor anderen - door het individu die het eeuwige "Ik" geworden is. Dat eeuwige "Ik" wordt geschapen door de vervolmaking van het zelf, een volmaaktheid waarin alle dingen vervat zijn, zelfs menselijke onvolmaaktheden. De mens, die die toestand nog niet bereikt heeft in het heden, leeft in het verleden waarvan hij spijt heeft, leeft in de toekomst waarop hij hoopt, maar nooit in het heden wat hij negeert.
Dit is het geval voor alle mensen.
In een dynamisch evenwicht tussen het verleden en de toekomst, is het "Ik" aan het balanceren als een tijger die klaar is om te springen, als een adelaar die klaar is om te vliegen, zoals de boog op het moment van het loslaten van de pijl.
Dit moment van evenwicht, van hoge spanning, is "schepping."
Het is de volheid van alle leven,
het is Onsterfelijkheid.
J. Krishnamurti,
1929
met dank aan www.livinginsight.be
|