Aflevering 16. Mijn Oordopjes
Op de bodem van mijn handtas ligt er een klein rond doosje met twee oordopjes erin. Dat heb ik altijd bij me, ik zeul er overal mee rond, het is één van de vaste attributen van mijn handtas. Die eigenaardigheid is een overblijfsel van een trauma dat ik opliep in het oude PMS-gebouw waar Babette en Barbarella samen een bureel deelden op dezelfde verdieping als waar ik zo nu en dan vertoefde voor administratieve bezigheden, of om na te denken over alle zin en onzin die ik de voorbije dagen gezien en gehoord had.
In mijn bezinning werd ik grondig gestoord door de kakelende koffieslurpers Babette en Barbarella, twee maatschappelijk werksters met de allures van doorgewinterde straathoekwerkers, die geloofden in de almachtige goedheid en de oneindige goede wil van allochtone leerlingen om het op school tot een goed einde te brengen en hun best te doen om een goed voorbeeld te zijn voor hun soortgenoten. Als kind hebben Babette en Barbarella misschien teveel sprookjesboeken en stripverhalen gelezen? Hun uitzichtloze tussenkomsten in de scholen bleken vruchteloos. Maar ze lieten zich niet ontmoedigen. Achter een kopje koffie en met een loeiharde radio Donna, wisselden ze aan hun bureau hun belevenissen uit van de vorige avond, verhalen over hun man, hun kinderen, eindeloos getetter en gekwebbel. Het kwam niet in hen op dat ze door hun kabaal de concentratie van hun collega's verstoorden. Bij tijd en wijle ontaardden hun onderonsjes in decibel-overschrijdend gegil en gekrijs, gelach en geschater.
Baas Horbert was getuige van het ordinaire hoorspel en was tevreden. Hij vond de goede verstandhouding bij zijn personeel bevorderlijk voor de teamgeest. "Teamgeest'! 'Teamwerking'! Zijn stokpaardje. En of dat team nu presteerde of niet, dat was bijkomstig. Banale groepsgewijze geluidsoverlast stimuleerde hij door de giecheltrienen een schouderklopje te geven voor hun goede samenwerking... in team! Een team heb ik echter nooit behoorlijk weten presteren. Een team werkt niet! De ene maakt fouten en schuilt zich achter de werker.
En zo kwam het dat ik oordopjes ging gebruiken om van de geluidsoverlast verlost te zijn. Ik was niet geïnteresseerd in het wel en wee van de huishoudens van mijn kwakende collega's. Ik hoefde niet te weten hoe ze de avond voordien vreemdgingen, of hoe ze met hun man een of ander seksexperiment uitvoerden. Mijn oordopjes beschermden me tegen hun soapverhalen!
|