In 1973 startte in een aantal Nederlandse basisscholen het GEON-project. GEON = gedifferentieerd onderwijs, onderwijs aangepast aan de individuele leerling. Bij het aanbieden van de leerstof werd er onderscheid gemaakt tussen goede, middelmatige en zwakke leerlingen. Onderscheid in beide richtingen dus: zwakke leerlingen die nood hebben aan gematigde leerstof, en sterke leerlingen die zwaardere leerstof aankunnen. Leerachterstand én leervoorsprong, béiden werden aangepakt.
Het differentiatieprincipe waaide even later over naar ons land. Maar ze begrepen het hier verkeerd. De leerstof werd in een eenrichtingsverkeer aangeboden naar de zwakke leerling toe. Enkel aan leerachterstanden werd er gewerkt, slimmeriken en leergierigen konden de boom in. En met de komst van de talloze migrantjes werd het nog erger. Dat komt ervan als je onderwijsvernieuwing verkeerd interpreteert en enkel uitvallers en leervertraagden te hulp schiet. Gedragsgestoorden, sociaalgestoorden, leergestoorden... voor alles wat maar enigszins gestoord leek werden er geldverslindende projecten uitgevonden.
Nu volgt er een prachtig voorbeeld van 'elitevorming'.
Onlangs las ik over een 9-jarig jongetje dat al naar de middelbare school mag. Zijn naam is Duuk Niemantsverdriet (zie afbeelding). Hij legde een foutloze Cito-toets (=eindtest basisonderwijs) af. De bolleboos en boekenwurm is leerling van basisschool Verburch-Hof uit het Zuid-Hollandse Poeldijk waar hij bijna drie klassen oversloeg. Rekenen is zijn sterkste vak. Zijn persoonlijke begeleider: "Duuk is getest op hoogbegaafdheid en daar viel hij buiten alle tabellen. Hij krijgt levelwerk, moeilijke opdrachten en opgaven uit hogere klassen, en sinds kort krijgt hij ook nog Engelstalige wiskunde-opdrachten via de computer." Duuk zelf zegt dat hij in de klas nooit kon samenwerken met leeftijdgenootjes, en in de hogere klas kon hij dat eindelijk wel. Zo voelde hij zich beter in zijn vel. Verwacht wordt dat Duuk ook de middelbare school in versnelde pas zal doorlopen. Hij gaat tweetalig onderwijs volgen in Wateringen, en de kans is groot dat hij daar ook binnen een paar jaar doorheen is.
Het is dus tóch mogelijk dat hoogbegaafden en bollebozen zich op school kunnen ontwikkelen in hun eigen snelle tempo. Dat hun leergierigheid en prestatiedrift niet afgeremd worden door achterblijvende klasgenootjes.
Ik pleit voor een georganiseerde aanpak van onze strebers. Zij moeten 'gekoesterd', geactiveerd en gestimuleerd worden. Zij moeten meer middelen krijgen om hun bijzondere talenten te kunnen ontplooien. Achterblijvers hebben dan ook meer grip om zich te kunnen optrekken aan de voortrekkers. Een soort nivellering naar boven toe.
Als aan minderbedeelden en achtergestelde groepen zoveel geldverslindende projecten verprutst werden, waarom dan nu geen monsterprojecten om onze Vlaamse schrandere jeugd meer ontwikkelingskansen te geven? Tot nu toe werden ze altijd gediscrimineerd.
Er bestaat 'buitengewoon' onderwijs voor verstandelijk minderbegaafden. Waarom geen 'buitengewoon' onderwijs voor superieur begaafden?!
|