Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (Belgie) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, digitale fotografie.
Ik ben reeds meer dan 40 jaar gehuwd met Annie
Wondere wereld Niks wereldschokkend, niks belangrijks en alles met een dikke korrel zout te nemen
20-09-2011
Barbaar
Volgens sommige mensen ben ik een kunstbarbaar. Dat zou ook kunnen blijken uit vorige stukjes waar ik kunst nogal eens in het belachelijke trek. Maar het hangt er wel van af welke kunst. Als ik een onherkenbaar geval zie dan vind ik er niks aan. Dat zijn dan van die onnozele kunstwerken die ook gemaakt kunnen worden door mijn kleinzoon van 10 jaar. Vormeloze gedrochten die bij elkaar gehaspeld worden door zogezegde kunstenaars om in de rapte een centje te verdienen. Zoals aangespoelde stukken wrakhout of zoals ik ook al gezien heb, op een hoopje gegooid ijzerafval dat uitermate geschikt is om te recycleren. Meer niet. Maar ik kan nu wel zeggen dat ik helemaal geen kunstbarbaar ben. Gisteren ben ik een tentoonstelling gaan bekijken. Volledig vrijwillig. Zomaar. Het waren schilderijen. Portretten en vooral landschappen. Van een zekere Antoine van Zeebroek. Misschien een onbekende voor de meesten maar toch een kunstschilder. De man is intussen wel overleden maar dat is dikwijls een reden te meer om een goed prijsje te bedwingen. Want het lijkt wel alsof een goed kunstschilder een dode kunstschilder moet zijn. Erkenning komt gewoonlijk pas na de dood. Denk maar aan een Van Gogh of een Rembrandt. Nu ga ik niet beweren dat Antoine van Zeebroek te vergelijken is met die oude meesters. Maar toch. Van Zeebroek is volgens mij een verdienstelijk kunstenaar. Hij schilderde waarheidsgetrouwe landschappen. Van bloemetjes en bijtjes. Bomen, struiken en veel onkruid. Herkenbaar dus. Als je goed keek kon je zelfs vliegen en ander ongedierte herkennen. Dat noem ik een kunstenaar. Iemand die ziet wat ik zie. Ik was eerder toevallig voorbij de galerij gekomen. En iets deed me binnengaan. Ik heb er wel twintig minuten staan kijken. De ene schilderij na de andere. En terug, van begin tot einde. Driemaal heb ik de hele collectie bekeken. En toen was het tijd om te vertrekken. Het was immers gestopt met regenen.
Omdat we toch in Blankenberge zitten maak ik nogal eens gebruik van de kusttram. Die rijdt daar al sinds mensenheugenis. Tenminste, zover mijn geheugen reikt. Want als kleine snotter maakten ik al gebruik van die tram met mijn ouders. Het ging toen wel niet zo vlot als tegenwoordig maar we hoefden het traject Oostende Bredene niet te voet af te leggen. De trams waren toen nog echt rudimentair. De sporen trouwens ook. Met schokken en hobbelen raakten we ter bestemming. In een tram waarvan het achterste gedeelte gewoonlijk zelfs geen glas in de ruiten hadden. Zelfs deuren ontbraken soms. Zo ging dat toen. Al viel het wel mee. Het was altijd in de zomermaanden dat we naar de kust trokken. Erg koud, sneeuw en ijs hebben we dus nooit gekend aan onze kust. Al was het soms frisjes. Maar dat is nu éénmaal zo in een land waar het acht maanden per jaar winter is, en vier maanden geen zomer. Maar dat was allemaal geen probleem. We gebruikten de tram enkel om de noodzakelijke verplaatsingen te doen. Niet meer, niet minder. Dat het tegenwoordig wel iets anders is heb ik al mogen ondervinden. Het materiaal is stukken beter. En veiliger. Ik maak dan ook wel eens gebruik van de kusttram als ik een verre wandeling gemaakt heb. En de moed niet meer kan opbrengen om nog te voet terug te keren. Vooral dan na het nuttigen van enkele gezonde duvels. Maar toen we verleden week een beleefdheidsbezoek gingen brengen aan vrienden in Nieuwpoort waren we getuigen van een fenomeen dat ik nog niet kende. Sightseeing met de kusttram. De tram bleek overvol te zijn met 65 plussers. Alle zitplaatsen waren bezet. Uit een gesprek met enkele mensen bleek dat een soort van hobby te zijn van sommige gepensioneerden. Alle 65 plussers krijgen immers een gratis vrijkaart voor het hele net van de lijn. Daar mogen ze naar hartelust gebruik van maken. Of misbruik. Want ze gebruiken hun kaart om zomaar rond te toeren. Het is toch gratis. Ondertussen bezetten ze wel zowat de volledige tram. Zodat andere reizigers zich als sardientjes in een doosje moeten wringen om mee te kunnen. Nu heb ik er niks tegen dat gepensioneerden over een vrijkaart van de lijn kunnen beschikken. Zeker niet. Die mensen hebben dat verdient. Dat mag allemaal voor mij. Maar als ze dan zomaar rondrijden voor hun plezier en plaatsen bezet houden is toch een beetje misbruik maken van hun voordelen. Want zo werkt het. Ze stappen ergens op, doen een toertje en de tram komt na enkele uren terug op hun opstapplaats. Sommigen doen zelfs meer dan één toertje. Gewoon om de tijd te doden. Ondertussen moeten er wel andere mensen tijdens de rit blijven rechtstaan. Als dat een paar haltes ver is dan valt het nog mee. Maar als je anderhalf uur moet rechtstaan omdat er enkele vrijetijdsrijders alle plaatsen bezet houden is dat er wel een beetje over. Vooral als ik zelf het slachtoffer ben van dergelijke praktijken. Want zelf ben ik ook al een ouwe zeur aan het worden. En klagen is soms wel eens eigen aan gepensioneerden. Al hoorde ik die hobbyrijders ook wel klagen. Volgens hen zou er koffie en taart verkrijgbaar moeten zijn op de kusttram. Zo heeft iedereen wel een reden om te klagen. Dat is zo met verwende mensen. Al ken ik een middel om wel plaats te hebben. Volgende keer neem ik, duidelijk zichtbaar, een bom mee.
Ik kreeg een interessant artikeltje onder ogen. Geschreven door ene Mark Pollentier. Verstandige man blijkbaar. Hij kan een ingewikkeld geval vrij simpel uitleggen. Speciaal voor degene die niet precies weten waar Brussel-Halle-Vilvoorde eigenlijk over gaat. Ik laat jullie genieten van de integrale tekst. Alle verdere commentaar is overbodig dacht ik.
waar gaat BHV over ? Simpel uitgelegd met pintjes... ;-)
Elke avond komt je nieuwe buurman langs om een fris pintje te drinken: hij heeft immers nog geen koelkast.
Op sommige dagen is dat wel wat lastig, maar je begrijpt het wel aangezien hij nog geen koelkast heeft.
Dus gun je hem het pintje uit jouw koelkast (faciliteiten).
Maar dagen worden weken, weken worden maanden en maanden worden jaren en de buurman voelt zich ondertussen zodanig bij jou thuis dat hij bepaalt wanneer en wat er gedronken mag worden (balorige burgemeesters die weigeren Nederlands te spreken).
Wanneer je hem daar op aanspreekt, reageert hij furieus en zoekt steun bij zijn familie die een straat verder woont (Brusselse Franstaligen).
Deze steunen het gedrag van je buurman en eisen dat je je huis open stelt voor heel de familie (verdere verfransing) , waarbij de koelkast eigendom wordt van de familie (aanhechting faciliteiten gemeenten bij Brussel), maar waarbij jij die wel dagelijks dient te vullen (financiële transfers).
Wanneer uiteindelijk de vrederechter stelt dat jij gelijk hebt én dat de buurman dan maar bij zijn familie moet gaan drinken (uitspraak grondwettelijk hof), eist de buurman en zijn familie dat jij een koelkast voor hen koopt (compensaties voor Franstaligen) en hem dagelijks komt vullen (blijvende financiële transfers).
Er staat weer kunst op de zeedijk. Onder de algemene noemer beeldige wandeling. Rare dingen als je het mij vraagt. Elk jaar staan hier weer andere gedrochten waar geen mens het nut van inziet. Maar kunst mag geen nut hebben. Dat mag alleen maar nutteloos zijn. En het is de bedoeling dat het mooi is. Dat de modale mens er met bewondering naar kijkt. Niks voor mij. Ik zie alleen maar stompzinnige misbaksels die niks toevoegen aan het leven. Er staat hier bijvoorbeeld een aangespoeld stuk wrakhout voor de deur. Met als bijgaande titel openbaring. Over welke bekendmaking of getuigenis het precies gaat blijft een raadsel. Iets verder staat een verroest ijzeren geval met als titel open acht. Als de titel dikke nul zou zijn dan kon ik het nog begrijpen want met de beste wil van de wereld kan ik er geen acht in terugvinden. Maar ik zal wel te dom zijn om het te begrijpen zeker. Nog verder staat Black orgasm. Een veelbelovende titel. Maar dat is dan ook alles. Het geval bestaat uit opgerolde ijzerdraad met daarin iets ondefinieerbaars zwart. Wat dat met een orgasme te maken heeft weet ik ook niet. Ik heb nochtans jarenlange ervaring met orgasmen. Maar ik kan er niks in terugvinden dat er ook maar op lijkt. En toch deed dat alles me nadenken. Wie zou zich kunnen bezighouden met die zogezegde kunstwerken te maken. En waarom eigenlijk. Het antwoord vond ik op mijn vertrouwde zoekmachine google. Het blijkt dat die kunstenaars zo een beetje mogen profiteren van de samenleving. Er bestaat zoiets als een kunstenaarsstatuut. En als je jezelf tot kunstenaar weet te verheffen zit je goed voor de rest van je leven. Als zelfverklaard kunstenaar mag je namelijk kiezen uit een werknemersstatuut of het statuut van zelfstandige. Als beginnend kunstenaar kiest een normale mens natuurlijk voor het werknemersstatuut. Dan kan je leven van een werkloosheidsuitkering. En als er een opdracht binnenkomt is het kassa. Mooi meegenomen natuurlijk. Bovendien is je pensioen ook verzekerd. Een kunstenaar kan gewoon doen waar hij zin in heeft. Op kosten van de maatschappij. Maar af en toe slagen ze er toch in om iets herkenbaars te creëren. Zo zag ik op de zeedijk ook een klassiek geval. Vrouw met kind. Dat die vrouw en dat kind uit een tot nog toe onbekende planeet kwam nam ik er maar bij. En dan kwam ik een wel heel herkenbaar geval tegen. Nuttig bovendien. De naam van de kunstenaar ontbrak weliswaar maar de titel van het stuk was duidelijk. Er stond een duidelijk plaatje op. Geen huisvuil, op straffe van boete.
Als de wind uit een goed gat komt en als die wind het zeewater opstuwd tot hogere golven heb ik een goede draadloze internetverbinding. Of zou het zijn omdat ik mij een signaalversterker aangeschaft heb? Zeker ben ik niet want dat ding doet niks. Op het eerste zicht toch. Dat staat daar maar te staan. Dat versterkt het internet signaal heeft men mij wijsgemaakt. Maar toch heb ik zo mijn twijfels. Dat spul maakt geen lawaai. Dat beweegt niet. En toch zou het zorgen voor een betere ontvangst en verzending. Ik ben dus terug online. Al ga ik niet beweren dat ik elke dag een stukje ga schrijven. Het is per slot van rekening vakantie. Welverdiende vakantie dacht ik zo. Want een jaar lang als gepensioneerde door het leven gaan is geen lachertje. Daar wordt een mens moe van. En dorstig. Al moet ik toegeven dat er ergere dingen zijn. Maar goed. Al bij al ben ik tevreden. Terug in contact met de buitenwereld. Maar toch blijf ik denken dat het de gunstige wind van gisteren was die ervoor zorgde dat ik een uitstekende ontvangst heb. Want wind was er gisteren. Zoveel wind dat de namiddag wandeling bijna weggevlogen was. We deden een strandwandeling. Een kleintje wel te verstaan. Met forse tegenwind. Tot aan een gezellig brasserietje. Op het oosterstaketsel van Blankenberge. Daar was gelukkig wat drank te verkrijgen zodat ik mijn mond kon spoelen. Want het zand was tot achter mijn wijsheidstanden gevlogen. Wijsheidstanden die ik weliswaar niet meer heb, maar dat doet er niet toe. Op het overdekte terras konden we genieten van een fris glas. Half en half uit de wind. De wind bleef maar doorgaan. Zodanig zelfs dat tafels en stoelen van het terras wegvlogen. En dan kwam er een prachtig spektakel bij. Een flinke regenbui. Kortom een heerlijk weertje aan onze kust. Niet te warm, niet te koud en toch veel wind en regen. Geweldig. Toen we terug naar ons appartementje gingen hadden we wind in de rug. Fantastisch. Zo fantastisch dat we binnen de kortste tijd in Zeebrugge waren. En dan terug. Wind op kop. Al viel het best mee. Met de tram.
Wegens een technisch probleem met de internetaansluiting in ons vakantieverblijf in Blankenberge zal ik voorlopig niks meer kunnen posten. Hoelang het zal duren weet ik niet. Zelf kan ik er helaas niks aan veranderen. In ieder geval zal het niet langer duren dan einde september. Vermits ik dan terug thuis ben. En daar werkt alles normaal. E-mail kan ik ook niet ontvangen. Wie mij wil bereiken kan dat enkel via de goede oude telefoon. Of de tam-tam. Hoe ik dan dit berichtje geplaatst heb vraagt u zich af. Dat is via een noodprocedure en dat kan helaas niet elke dag. De NASA moet daarvoor tussenkomen. En die zijn niet altijd om te kopen met een duvel.
Er zijn weer enkele snuggere onderzoekers die een interessant onderzoek gedaan hebben. Een onderzoek naar buikvet. En buikvet is een grote boosdoener tegenwoordig. Het onderzoek is weliswaar bij muizen gedaan. Maar volgens die wetenschappers zullen de resultaten hetzelfde zijn bij mensen. En dat wil ik nu best geloven. Vooral als ik de resultaten van dat onderzoek bekijk. Want uit de resultaten blijkt dat muizen die in een stimulerende sociale omgeving vertoeven tot de helft van hun buikvet verliezen in vier weken tijd. Zelfs al aten ze meer. En dat is veel meer gewicht dan dat je in vier weken zou verliezen met je het zweet in je schoenen te laten druppelen door te gaan joggen. Het zou te maken hebben met wit en bruin vet. Slecht wit vet omzetten in gezond bruin vet blijkt heel moeilijk te zijn. En dat omzetten gebeurd in ons lichaam door bepaalde zenuwen te stimuleren. En laat die zenuwen nu net gestimuleerd worden door op café te gaan. Grote pinten te drinken. En lachen en zeveren met vrienden. Als dat geen goed nieuws is. Maar eigenlijk is dat nog alles niet. Als ik zie welke verrassende resultaten diverse onderzoeken opleveren dan ben ik al jaren een gezondheidsfreak. Want buikspieroefeningen zijn minder goed dan joggen. En naar een staminee gaan is beter dan joggen. Lachen is ook al stukken beter voor de gezondheid dan fietsen. Een biefstuk friet of mosselen zijn beter dan fast-food. Wijn is fruitsap, en fruitsap is gezond. Bier is een natuurlijke afslanker. Wandelen is gezond. Werken is slecht, daar kun je van doodvallen. Dat zijn allemaal wetenschappelijk bewezen feiten. Het zal dus geen toeval zijn dat ik 300 jaar word. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik mijn lichaam bijzonder goed verzorg. Want al wat niet goed is doe ik niet of eet ik niet. Integendeel. Al wat volgens de modernste onderzoeken gezond is gaat met smaak naar binnen. En er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om te werken. Wandelen en pinten drinken is zowat mijn drukste bezigheid. Elke dag. Misschien moet ik er eens aan denken om een boek te schrijven over mijn persoonlijk dieet. Dan word ik de nieuwe gezondheidsgoeroe. Of toch beter niet. Een boek schrijven is werken. En dat is heel slecht voor de mijn gezondheid.
In het Australische Sydney gaat de meubelgigant Ikea een experimentje doen. Gedurende een weekend pakken ze daar uit met een mannencrèche. Een crèche waar vrouwen hun man kunnen achterlaten terwijl ze zelf gaan winkelen. In de crèche staan televisieschermen waarop ononderbroken sport te zien is. Ook enkele elektronische spelletjes, flipperkasten en kickertafels. En de mannen krijgen er een gratis hotdog. Bovendien krijgen de vrouwen een kleine buzzer mee. Dat ding maakt geluid bij het verlaten van de winkel. Kwestie van de vrouw eraan te herinneren dat ze haar man niet mag vergeten. Want ikea wil blijkbaar niet blijven zitten met enkele achtergelaten mannen. Misschien een interessant idee. Al verdenk ik ikea er van dat het achterliggende idee is om meer te verkopen. Want laat ons eerlijk zijn. Een loslopende vrouw in een winkelcentrum is dan wel goed voor de kassa van het bedrijf. Maar ook een reëel gevaar voor de financiële situatie van haar gezin. De totaal overbodige aankopen zouden wel eens astronomische hoogten kunnen bereiken. Inclusief vrachtkosten om de halve winkel thuis te krijgen. En verbouwingskosten aan het huis om het hele zooitje te plaatsen. Maar los van dat feit gaan ze mij toch niet kunnen verleiden met videospelletjes, noch met sport op TV. En al zeker niet met een hotdog. Al denken ze bij ikea misschien al iets verder. Het aangebodene een beetje laten verschillen naar aard en gewoonten van de streek waar hun respectievelijke winkels staan. Want een Australiër kunnen ze waarschijnlijk verleiden met een hotdog maar dat zie ik hier nog niet gebeuren. Dat zou dan kunnen betekenen dat er in ons land een toog zou komen in hun mannencrèche. Met gratis bier. En enkele rondborstige vrouwen als extra attractie. Dan zou ik er wel eens over denken om mee te gaan en mij in de crèche te laten dumpen. Alhoewel, als ikea hun stijl doortrekt naar de mannencrèche kan dat voor problemen zorgen. Stel je voor dat je een pint krijgt als zelfbouwpakket. En een rondborstige deerne die je met bijgeleverde schroeven zelf in elkaar moet prutsen. Als je dan bedenkt dat er bij hun pakketten wel eens één of ander onderdeel ontbreekt kan dat voor ongemak zorgen. Wat ben je met een pint waarvan de bodem ontbreekt. En dan wil ik het nog niet hebben over welke cruciale onderdelen kunnen mankeren aan die rondborstigen. Al moet ik toegeven dat het idee op zich niet slecht is. Maar één ding zou ik alvast op voorhand regelen. Een beperkt krediet op de betaalkaart van mijn vrouw.
Theresa was gehandicapt. Ze zat in een rolstoel en keek hele dagen uit het raam van haar appartementje. Naar vertrekkende en binnenkomende treinen, vlakbij het station van Brugge. En al wat Theresa deed was wuiven naar de treinen. Haar enige bezigheid. Zowat elke treinbestuurder wist waar Theresa woonde en gaf graag een wuifhandje terug. Meestal zelfs samen met een korte claxontoon. Dat die claxontoon op de zenuwen van de buren werkte bleek toen er in het orderboek van treinbestuurders een nota verscheen. Met het verzoek om de claxon tot het strikt noodzakelijke te beperken. Vooral in Brugge. Theresa stelde zich tevreden met een wuifhandje. Maar ze kreeg wel het bezoek van enkele treinbestuurders. En een artikeltje in het ledenblad. Theresa was in de wolken om zoveel aandacht. En iedere treinbestuurder kende meteen ook het verhaal van Theresa. Dat ze geen familie of vrienden had en enkel een dagelijks bezoek kreeg van een dame van het OCMW. Voor de noodzakelijke dagelijkse beslommeringen. Meteen had ze er een paar duizend vrienden bij. En een regelmatig bezoekje van een afvaardiging. Zo kwamen we via een artikeltje in het ledenblad ook te weten dat Theresa opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Er gingen een kleine duizend beterschapskaartjes richting ziekenhuis. Theresa heeft ze allemaal bijgehouden. En na haar operatie was Theresa weer op post. Wuivend. Ze schreef ook een hartverwarmend woordje van dank in het ledenblad. Het contact bleef nog jaren duren. En Theresa was gelukkig met haar bende onbekende vrienden. En toen er bomen begonnen te groeien naast het spoor werd haar zicht op de treinen beperkt. Dat was geen probleem. Daar zijn vrienden voor. De bomen werden vakkundig verwijderd. Tegen de zin van de buren, maar dat was bijzaak. Het belang van onze Theresa had voorrang. Het verhaal van Theresa kent helaas geen happy end. Op een dag verscheen Theresa niet meer voor haar raam. Er gingen een paar mensen bellen maar er kwam geen antwoord. Er werd contact opgenomen met het OCMW. Bleek dat de verpleegster Theresa dood aangetroffen had. In bed. De begrafenis van Theresa werd door het OCMW afgehandeld. Vermits Theresa geen familie had was het OCMW van mening dat er niemand zou aanwezig zijn. Een misvatting. Er waren een honderdtal aanwezigen. Allemaal treinbestuurders.
Raar maar waar. We zijn er in geslaagd om op enkele uren aan te spoelen op onze vakantie bestemming. Bovendien heb ik al kunnen genieten van een frisse duvel. En van een portie mosselen met friet. En zijn we al terug naar af geweest. Terug naar huis dus. Op en af. Twee keren 150 kilometers. Geen probleem. Vrijdag installeren op onze vakantiebestemming en zaterdag met de trein terug naar huis voor een verjaardagsfeestje. Van de kleinkinderen. Dat hoort zo. Als grootouders heb je nu éénmaal sociale verplichtingen. Zat geweest op het feestje en dus maar thuis blijven slapen. Maar het is nu zondag en we zijn weer aan de kust. Waarschijnlijk kan de vakantie beginnen. Tot donderdag. Dan gaan we nog eens naar huis. Vrijdag de kleinkinderen ophalen en naar onze vakantiebestemming brengen. Zo blijven we bezig. Maar volgende zondagavond is het feest. De kleinkinderen terug naar huis en dan begint het pas echt. Drie weken rust en ontspanning. Hopelijk zal het dan sea, sun, seks en fun worden. Al zal de seks iets minder zijn dan twintig jaar geleden, maar kom. En volgens de weervoorspellingen gaat de zon het ook voor gezien houden. Maar dat is geen probleem. Dat nemen we er maar bij. Misschien zal de fun ook niet meer zijn wat het ooit geweest is. Dan blijft alleen de zee nog over. Hopelijk zal die niet forfait geven. Al heb ik al gezien dat die zee zich tweemaal per dag terugtrekt. Zou ze mij herkennen? Tussendoor ook nog alles in orde gebracht om online te raken. En blogjes te volgen. Dat viel mee. De technologie is tegenwoordig fantastisch. De laptop vindt zelf zijn aanknopingspunt. En eindelijk tijd voor een stukje. Niks bijzonders vandaag. Alleen maar melden dat ik terug ben van weggeweest. Maar dat doet er allemaal niet toe. Toch raar dat ik ergens verslaafd ben geraakt aan stukjes schrijven. Gewoon om iets te schrijven waar geen mens iets aan heeft. En de rest, ach. De zon doet er niet toe. Achter de wolken zal ze altijd wel blijven schijnen. Voor de seks en de fun zullen we zelf moeten zorgen. En de zee, die komt toch altijd terug. Dat is zoals het leven. Ups en downs. Zolang we maar plezier hebben in het leven. Of zal ik het beter uitdrukken. Zolang we leven. En zolang er duvel is.
Weet je nog. Ik kan het mij alleszins nog herinneren alsof het gisteren was. Het frietkot. Het onvolprezen, gezellig, oervlaams frietkot. Veel zijn er niet meer. Ze moeten systematisch verdwijnen. Officieel door het gebrek aan hygiëne en door alsmaar nieuwe regeltjes van stad- en stedebouw. Pestregeltjes, zeg maar. Want ik heb nooit geweten dat er iemand ziek geworden is van het eten. Maar toch moeten ze verdwijnen. Ik heb de tijd nog gekend dat er in elke stad, dorp en gehucht duidelijk herkenbare frietkoten stonden. Ze waren zo verschillend en toch zo herkenbaar. Sommigen waren van hout, simpele bouwsels die net voldoende plaats hadden om de frietmaker toe te laten om de frieten te bakken. Anderen waren dan weer iets groter. Soms zelfs met plaats om binnen de frietjes op te eten. Dat was gemakkelijk bij regen. Weer anderen waren omgebouwde bussen. Of een ingerichte laadbak van een vrachtwagen. Allemaal heel verschillend getuigden ze van de enorme fantasie van de eigenaar. En veel keuze bij de frieten was er niet in die jaren. Er was natuurlijk mayonaise. Van die vettige. Meestal was dat al voldoende. Een puntzak friet met een kwak mayonaise. Meer moest het niet zijn. Een volwaardige maaltijd was dat op een uitgaansavond. Al kon je in de meeste frietkoten ook een hardgekookt ei nuttigen. Of een lekkere cervela. Maar dat was het zowat. Later zijn daar allerlei sausen en brokjes bijgekomen. Tot het wel volwaardige restaurants leken. Maar ze verdwijnen uit het landschap. En degene die overblijven moeten verstopt zijn. In gewone handelszaken. Als je in een stad of dorp komt moet je ze zoeken. Je moet echt weten waar er nog fatsoenlijke friet te koop is. Geen duidelijk herkenbaar frietkot meer aan de kerk. Geen caravan of stilstaande bus waar de reuk je naartoe lokt. De zo aanlokkelijke geur van verse frietjes. Een blinde kon elk frietkot kilometers in de buurt moeiteloos vinden. Maar dat mag niet meer. Ze moeten in een handelspand uitgebaat worden. En aan een resem hygiënische en brandveilige voorschriften voldoen. Frietkoten moeten een filter hebben zodat er geen geurhinder is voor de buren. Blijkbaar tast de geur van vers gebakken frieten de gezondheid van de omgeving aan. En de friturist moet een gediplomeerd boekhouder zijn. Want zo heet tegenwoordig een frietenbakker, een friturist. Zelfs het frietkot heeft een andere naam gekregen. Dat heet een friterie. En mij lijkt het dat de smaak ook niet meer is wat het geweest is. Al zal dat wel een idee van mij zijn. Ach, het zijn allemaal herinneringen. Uit ver vervlogen tijden. Maar toch kan ik soms niet aan de verleiding weerstaan. Dan ga ik naar de friterie en bestel bij de friturist een bakje frieten. Met mayonaise. En een cervela. Heerlijk is dat.
En nu ga ik jullie enkele dagen gerust laten. Geen gezaag of andere blogvervuiling van mijnentwege. Morgen pak ik mijn valiezen en vertrek op verlof. Het zal waarschijnlijk enkele dagen duren voor ik daar tijd heb om nog iets te verzinnen. En ik ga niet naar één of andere exotische bestemming. Maar naar onze onvolprezen Belgische kust. Daar hebben ze tenminste duvel en lekker geurende, krokante, goudgele frieten.