Veel leesplezier, voor evt uitgevers en bestellingen http://www.writehistory.be/?p=store Contact op franciscusborst@hotmail.nl
06-11-2008
H1 Indonesiä d3 De tegenaanval
H1 Indonesiä d3 De tegenaanval
Als ik met het illustere trio 's morgens het hotel wil verlaten staat
de gehele personeelsafdeling alweer een paar uur te wachten tot wij
onze kamers uit komen om ons goede morgen te begroeten en een goede
reis toe te wensen. Ik krijg een vermoeiende flashback van de dag
ervoor van het handjes schudden dus zet ik mijn Rayban op en kijk zo
streng mogelijk, ik zie toch niets meer dan een wazige rij mensen over
een rode streep wat de loper is waarschijnlijk vanwege de kater en geef
dus maar snel en strak een eresaluut en loop dan met hele grote stappen
op het zonnelicht af dat door de bevrijdende ramen van de uitgang
schijnt.
"Jij bent ook grof," zegt mijn vader. "Je kunt ze toch wel een handje
geven." Ik reageerde niet eens als ik mijn vader en Ed achter mij
iedereen dag hoort zeggen en of bedankt.
Ik wilde mijn meisje zien en snel ook.
Anton de commissaris staat gelukkig te wachten bij de uitgang met een
pul koud bier met een ijsklont erin op een zilveren plaat alsof ik met
een gouden schaar een lintje moest doorknippen. Ik sla hem in een keer
achterover, laat een boer en zegt: "Good job Anton, I will recommend
you by the President for promotion." En laat nog een boer.
Anton staat weer te buikschudden van het lachen.
Ik geef hem een schouderklopje: "Good Job, good job."
Bij het woord President boog de Chinese directeur van het hotel die
buiten wachtte nog dieper dan ik voor mogelijk hield en moest ik hem
origineel persoonlijk aan zijn Batikkraag weer rechtop trekken om hem
te bedanken uit naam van mijn vader Ronald Reagan, de bevolking van de
Verenigde Staten van Amerika, mijn bodyguards, de minister van
binnenlandse zaken en alle andere landen die dankzij 'ons' leven in
'vrijheid'. Waar ik het vandaan haalde weet ik niet. Ik denk dat er te
veel presidentiele Amerikaanse toespraken op tv zijn en dat er
één was blijven hangen want de toespraak vloeide als
ingestudeerd uit mijn mond. Ik ging verder: "We hebben de economische
waarden van het Hotel zeer intensief doorgenomen en getest en heel hoog
ingeschat en het zal worden vermeld op de lijst der Toeristische
planning van Amerika in Indonesiä."
"Dank je wel, dank je wel," zegt de Chinees als wij de rode loper
aflopen waarlangs gouden Boeddha's staan met tientallen rokende
wierookstokjes, vertrouwend op zijn fortuinlijke toekomst dankzij God
en Reagan.
Er is vervoer voor ons geregeld maar tot die aanwezig is wachten wij
aan de overkant in de schaduw en zien en horen wij nog net hoe de rode
loper met een grote mond richting zijn personeel word binnengehaald. We
worden opgepikt met een bustaxi en die rijdt ons totdat deze blijft
steken in de modder vlakbij Karang Anyar. Dat wil zeggen een dik half
uur jungle tussen ons en het dorp in. Maar dat wilde ik nog even voor
mij houden. Vooral voor mijn vader en Anton die het liefst geen ene
meter wilden lopen in Indonesië. Ze staan perplex als wij gedropt
worden in de bush. Daar staan we dan. Iedereen kijkt mij aan en ik hun.
"Wat?" vraag ik ropend.
Als een doorgewinterde Indiana Jones met een tropenkolder overzie ik de
'schade' van afgelopen dag en nacht. We zagen er verneukt, verzopen en
versleten uit. Een beetje lichtblauw en fel wit schijnt door het dikke
gebladertedak boven ons heen en in de verte zie ik net de bovenste
bergtoppen. Het licht beschijnt ons gezelschap in gekleurde vlekken
waardoor het leek alsof we in camouflagekleuren waren.
Ik zie mijn vader er uitziende als een Colombiaanse drugslord met zijn
spierwitte hoed, zwarte rand erom een Rayban er onder en half
ongeschoren zoals Sean Connery met daaronder een Hawaishirt of een
Mexicaanse Cowboy uit The Wild Bunch van Sam Peckinpah. Hij staat om
zich heen te kijken en naar boven. Op zoek naar apen wellicht? Vogels?
Dan Anton; spijkerbroek colbertje, cowboylaarzen en dan dat ontzettend
zichtbare Magnumkanon onder zijn oksel aan die witte riem die reikte
tot zijn heup, Clint Eastwood als Dirty Harry in Magnum Force. Deze
vind het maar helemaal niks hier en houd zijn hand angstvastig op zijn
blaffer.
Dan kijk ik naar Ed Rumambi onze 'spreekbuis' ons 'gezicht' onze
'Indonesische gids' de man van normen en waarden, gekleed in
traditioneel batik net als alle ministers en andere oplichters.
Hij had mij de andere al zien bestuderen en toen ik aan hem begon
draaide hij zich snel lachend, mijn gedachten lezend om en liep
richting Karang Anyar.
"Wat een familie joh, daar kom ik mee aanzetten, het goede voorbeeld" zeg ik per ongeluk hard op.
"Nog klagen ook?" Vraagt mijn vader. "En is het nog ver lopen?"
Even twijfel ik of ik hem de waarheid zal vertellen wat ik op een
gegeven moment ook doe als het 'spookstadje' wat het toen nog was in
zicht komt.
"Godverdomme ik ben versleten," klaagt mijn vader," en Anton kon helemaal niet meer praten, die gromde alleen nog maar.
"Jongens," zei ik: "vanaf hier is het oppassen voor de vijand."
"Ed regel jij koud bier, Pa en Anton wachten jullie in de schaduw daar
zo, dan verwittig ik mijn 'pleegvader' de Camat, het dorpshoofd dat
mijn 'familie' is gearriveerd."
"Wacht nou eens even!" Zegt mijn pa.
"Waar is je meisje nou? Waar woont ze?"
"Zie je daar die bergen daar pa?" "Ja?" "Zie je die hoogste berg pa?"
"Die in de wolken steekt?" vraagt hij.
"Ja die" "Daar de top van, daar woont ze!"
Anton draait snel zijn rug naar me toe als teken van protest en mijn
vader zat nee te knikken en wilde nog wat zeggen maar zijn mond bleef
gelukkig open staan van verbazing en ik was al onderweg naar het huis
van de Camat aan de overkant.
"Ed maakt er maar acht bier van," hoor ik hem kwaad aan de overkant
roepen als ik op de deur staat te kloppen van het opperhoofd. "Met veel
ijs."
"Frans denkt geloof ik dat we gek zijn, ik zet geen stap meer!"
Ed gnuifelt, zie ik aan zijn houding, Anton bromt en mijn vader zit op zijn voorhoofd te tikken richting mij.
Doe open die deur, denk net als de deur dan daadwerkelijk ook eindelijk
open gaat. Weer die mooie meid van mijn vorige bezoek die snel weer wat
kippen uit het huis jaagt. En daar was mijn pleegvader weer in zijn
onderbroek met hoed en veren op. Volgens mij ligt die de hele dag die
mooie meid te kieren en wat die met die kippen doet dat weet ik niet.
Maar ze rennen wel keihard weg voor hem, dat vind ik toch wel op zijn
minst opmerkelijk.
De Camat schrikt als hij mij ziet en geeft de meid een uitbrander dat ze hem niet gewaarschuwd heeft voor zo'n 'hoog' bezoek.
Hij verontschuldigt zich voor zijn kleding en roept mijn 'familie'
binnen, slikt raakt zijn stem kwijt en vliegt een zijdeur door.
"We zitten in ieder geval in de schaduw nu," zegt Ed. "Nu maar hopen dat hij echt aan onze kant staat." Zegt hij pestend.
Anton begint de kogels in zijn cilinder bij te vullen vanuit zijn riem.
Mijn pa neemt een slok bier en houd de lege pul stevig vast. Ik check
onbewust mijn vlindermes en verplaatst het van mijn linker naar mijn
rechterbroekzak terwijl ik honderd procent zeker wist dat het goed zat.
"De Camat staat aan onze kant jongens." "Vertrouw me nou." Ik ging in
de burgemeestersstoel zitten met mijn benen over de leuningen geslagen.
"Dit is mijn huis, mijn stiefpa!"
Ed Lacht.
"Frans hier kun je niemand vertrouwen," zegt mijn vader op zich gelijk
hebbend. Ed sprong mij eindelijk bij: "Als Frans echt geadopteerd is
zit het wel goed."
"Denk ik hoor," er achter aan plakkend om een slag om de arm te houden, de slang.
Mijn vader is al snel akkoord na mijn vreemde verhaal over de
uithuwelijking van mijn vriendin en mijn hulpkreten aangehoord te
hebben. Ook heeft hij voor elkaar gekregen dat Anton Reker de
schietgrage commissaris met ons meegaat en ene Ed Rumambi die een
zakelijk raadgever en vriend van ons was in die tijd. Deze Ed is zo
glad als een paling in een emmer snot en een zeer goede oplichter uit
Manado die heel Jakarta gek liep te maken met zijn mooie praatjes. En
wij profiteerden van zijn kennis en leerden gretig van hem. In een land
van corruptie en oplichting is het wel zo fijn als je één
stap voor bent daar waar het nodig is. Wat hebben wij gelachen met die
man, die zwaar misbruik maakte van zijn blanke gezelschap in ieder
situatie.
Ook als wij na een bijna gezellige heenreis richting Karang Anyar, daar
ik met niets anders als die meid in mijn kop zat, kan deze Ed het weer
niet laten als wij aangekomen zijn in Prowokorto en vanwege de
vermoeiende treinreis en het vele bier onderweg, besluiten te
overnachten in het enige Hotel tussen Prowokorto en Cilacap.
"Laat mij maar even praten," zegt Ed met zo een typische Indostem die
door zijn neus klinkt, ons tegenhoudende voordat wij de trap van het
hotel op willen lopen.
"Wachten jullie maar even," en geeft een knipoog naar ons.
"Je gaat godverdomme niet gek doen hóór Ed niet nu!,"
roept mijn vader hem na. "Ik ben gebroken en wil een bed, dus geen
problemen Ed." Op zijn voorhoofd naar ons tikkend.
Ik en Anton wuiven dronken het hele gedoe weg met een gebaar van 'hij bekijkt het maar, we zien het wel'.
Anton zijn dikke buik schudt van het lachen en staat wachtend aan zijn
snor te draaien. Daar stonden we dan in die bloedhete zon te wachten op
God weet wat Ed nu weer aan het sjoemelen was.
We willen net een plekje schaduw zoeken als er een rode loper over de
trap gerold word en waar Ed over naar beneden loopt ietwat haastig en
knipogend voor de Chinese eigenaar uit.
Hij pakt ons snel bij de armen en zegt: "knik maar ja, als hij iets
vraagt," en gaat verder: "Frans jij bent de zoon van Ronald Reagan,
Jan, Anton jullie zijn zijn bodyguards!"
"Frans jij bent incognito op reis door Java om de economische
mogelijkheden te bekijken," verteld hij vliegensvlug onhoorbaar voor de
Chinees met een onbeweeglijke mond.
"Ed je bent knotsknettergek! en geloof die chinees dat?" Vraagt mijn vader ongelooflijk en gegeneerd.
"Zeg maar ja als hij iets vraagt, altijd goed." Beantwoordt hij zonder blikken of blozen
We zijn allemaal bloedlink op Ed maar konden nu niet meer terug. Hij is gek wisten we maar nu ging hij wel heel ver!
"We mogen gratis verblijven," ging hij verder. "Lekker toh?" De g sprak
hij nooit uit. "Vrouwen bier eten slapen alles voor niks!"
"Waarom doe je dat nou Ed heel vervelend, het kost haast geen reet dat
Hotel!" zegt mijn vader. Ik en Anton liepen al waggelend dronken de
trap op en lieten hun nog even bekvechten.
De hele staf van het hotel en alle kamermeisjes en obers op een rij in
de gang maken een diepe buiging als we binnen komen. Ik loop achter
Anton die mij aan de directie voorstelt als Francis Reagan en houdt een
vinger voor zijn mond en zijn andere hand op zijn Colt in het
spierwitte holster, van "ssst niet verder vertellen," waar we een nog
diepere buiging opkrijgen een heftig 'jazeker' bevestigd krijgen.
"Of je de mensen een hand wil geven Francis," vraagt Anton mij. "Het hoeft niet hoor als je er geen zin in hebt."
"Zeg maar dat dat goed is maar ik wil binnen vijf minuten ijskoud bier!" Fluister ik terug in zijn oor.
"Uitstekend plan beschouw het als geregeld"
Anton ging nu ook populair doen. Ik en mijn vader die inmiddels met
zijn Rayban op om hem heen kijkend om zijn opdracht heel serieus te
nemen om niet door de mand te vallen, geneerden ons dood.
Pa en Ed staan achter me en geven ook wat handjes schudden weg. Zo gaan we onze adem inhoudend de gehele rij af.
Ed stelt zich voor als Minister van binnenlandse zaken en economie. "Zo
is het genoeg Ed," sist mijn vader hem toe uit een mondhoek.
Na dit vlot en trillend op mijn benen gedaan te hebben, volg ik Anton
die met grote stappen op het Restaurant afliep wat geheel was ontruimt
voor ons en waar er een tafel met vier flessen Anker bier met
bierpullen en een emmer ijs klaar staan. Mijn vader en Ed ieder aan een
zijde van mij volgen ook.
"Vuile vuile pestpleurislijer dit vergeef ik je nooit," gift mijn vader
naar Ed met een spierwit gezicht, net als mij lachend als een boer met
kiespijn.
Als we eenmaal aan het bier zitten komen we een beetje bij en draait
mijn vader een slag van honderd procent om, in manier van denken en
praten.
"We kennen lullen wat we willen maar hij heeft het wel weer voor elkaar!"
Ed lacht als de slang Slis uit de tekenfilm van Robin Hood en zegt:
"Alleen één klein dingetje.." Nou gingen we het krijgen, wisten we.
"Er zit een compagnie soldaten in de buurt en die komt zo langs."
"Godverdomme waarom dan?" vragen ik en pa te gelijk.
"Niets bijzonders alleen lachen knikken en een hand geven."
Onze blikken ontmoeten elkaar en er stond vuur in onze ogen.
We konden hem wel verbranden.
"Maar ik heb ook goed nieuws," zei hij tegen ons nog witter geworden
gezichten. Anton keek nergens van op en ging door met het kluiven van
zijn kip.
"Goed nieuws? Van jou, ellendeling!" zegt pa die op een humoristische
manier voortdurend in de clinch lag met Ed als Abott en Costello.
"Jazeker die Chinees laat vrouwen komen zonder iets te vragen!"
"Ja jijwel viepeuk!" "We kennen je toch Ed." "Je hebt weer flink misbruik van de situatie lopen maken."
Hij lacht om zijn eigen slimmigheden en zegt zoals altijd niet meer dan: "T, t, t," op een manier; 'van dat is niet waar'.
Legertrucks stoppen voor deur met luid geronk en gerem.
"Nu maar even meespelen dan," zegt Costello weer, "Daarna zijn we klaar."
"Wij zijn nooit klaar met jou," zegt Abott.
Ik schrik me rot als er twee minuten later in de gang op de rode loper
een heel regiment soldaten staat. In strakke houding in vol ornaat en
mitrailleurs allen dezelfde kant, het plafond gelukkig, opgericht.
"Geef acht!" Schreeuwt de met nog meer medailles behangen Sergeant die
verdacht veel op een kerstboom leek. Groen met slingers, glitters en
strepen. Hij had dezelfde snor als Anton en stond met een glimmend
zwaard met een rode kwast aan het heft langs zijn bovenarm omhoog
houdend, doodstil op ons te wachten. Ik en mijn vader en nu ook Anton
slikken onze ellende door en gaan helemaal lazarus, proberend gelijk
stappend volgens protocol de rij langs waar we snel mee op hielden wat
dat hield voor geen meter, letterlijk dan.
De soldaten keken strak voor zich uit en keken ons niet aan als ze va
ons een schouderklopje krijgen. De sergeant krijgt een hand, geeft een
saluut en een order naar zijn regiment die allen tegelijk het Hotel
weer uitmarcheren. De sergeant draait zich bij de uitgang met een
stevige stamp op de grond nog eenmaal om salueert nog een keer en
verdwijnt.
Ik ging haast van mijn stokkie en plofte opgelucht op het bed neer in
een van de aan ons toegewezen kamers die op allen een rij zaten.
Als
ik net slaap word er op mijn deur geklopt en staan er twaalf mooie
meiden even strak op een rij in saluut met mijn vader en Ed ervoor.
Helemaal dronken hadden zij hun aan leren treden en marcheren. "Een
twee drie mars," liet mijn vader hun heen en weer paraderen door de
gang, "zodat ik ze goed kon bekijken," zei hij.
Mijn vader nu helemaal in zijn rol riep: "geef acht!"
"Pleur op jullie stelletje gekken, ik wil slapen," zei ik vermoeid en
helemaal verliefd. Ik hoorde Anton hard snurken dwars door zijn
gesolten deur heen.
"Frans," zegt Ed, "Jij bent Reagan weet je nog, je moet er drie
uitzoeken anders maak je de directie ten schande," knipoogt hij naar
mijn vader die zegt: "Jaaa Frans," om mijn leed iets proberen te
verzachten wat mijn 'verloofde' betrof.
Na een snelle blik, pik ik er drie uit en plant ze neer op mijn
voeteneind van het bed en gooit de deur met een smak dicht en ging
verder slapen.
Als ik net wegzakt wordt er keihard op de muur gebonkt van mijn kamer
waar ik wakker van wordt en verbaasd en verdwaasd zie ik drie mooie
meiden op mijn bed naast mij zitten. De hele kamer trilde.
De dames kijken mij verschrikt aan waarop ik mijn schouders ophaalde. "Weet ik veel."
"Wisselen!" word er keihard geroepen.