God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
PALMZONDAG - EVANGELIE VAN DE INTREDE - MT. 21, 1-11
Jezus en zijn leerlingen ‘naderen’ Jeruzalem, ze gaan richting Betfage. Betfage, betekent ‘huis van onrijpe vijgen’. De tijd is nog niet rijp, er is nog een hele weg af te leggen naar Jeruzalem, de stad van de vrede. Er is nog heel wat weg af te leggen naar vrede, ook voor ons.
Wat betekent, mystiek gezien, de ezelin en het veulen losmaken? Een ezel betekent het aardse, dat zijn wij zelf. Dat moeten wij bij onszelf losmaken om met Jezus op stap te gaan. De ezelin is het heden, het veulen is de toekomst. Jezus wil én in het heden én in de toekomst met ons op weg gaan.
De mantel, onze bovenkledij, op de ezelin leggen, wil zeggen dat wij ons ontdoen van ons omhulsel. Wij ontdoen ons van het uiterlijke om innerlijk open te staan voor Jezus. Jezus gaat zitten op ons omhulsel dat bovenop de ezelin - het aardse - ligt, dat betekent dat Hij ons leidt en voert naar vrede.
Het woord ‘Hosanna’ begrijpen wij meestal als ‘hoera’, maar hosanna is een hulpkreet en betekent ‘Help nu’.
Moge Jezus ons helpen om zachtaardig en vredelievend zoals Hij vrede en heil te brengen, ondanks alles wat ons nog te wachten staat.
Vasten is niet zo zeer een kwestie van iets meer doen. Het is niet zo zeer een kwestie van iets minder doen. Het is misschien zelfs niet een kwestie van ‘doen’.
Vasten is veeleer een kwestie van wat je doet, met nog meer bezieling en overtuiging doen, nog meer leven vanuit je diepste inspiratie, en daar dan ook op zoek naar gaan.
Dan zul je de mens die tegenover je staat, zien als een medemens en zus of broer als op dat moment de belangrijkste mens ter wereld. Misschien zul je hem op dat moment zelfs zien als God op aarde
Dan zul je jezelf zien als mens, niet zoals je in jouw ogen bent, niet zoals je voor sommigen bent, maar wikkend en wegend, zoekend en tastend, zul je verder jezelf pogen te zien zoals God je ziet, en jezelf aanvaarden, zoals je de belangrijkste personen uit jouw leven aanvaardt, met je hebbelijkheden en kwaliteiten.
Dan zal vasten niet een kwestie zijn van ‘doen’, maar van ‘zijn’, niet alleen van zien maar vooral van houden van.
Dan zal vasten doenbaar zijn vanuit die God, die je zegt: ‘Ik zal er zijn voor jou.’
Telkens is er een nieuw begin, een nieuwe lente. Telkens komt er ook weer een einde aan en komt de winter met de dood. Alles lijkt voorbij. Kale bomen, geen blaadje is er meer te zien. De kleuren zijn verdwenen. Maar toch……….. is er telkens een nieuw begin, telkens komt er weer een nieuwe lente. Telkens is er na een zonde, vergeving. Telkens is er een nieuw begin. Gods KRACHT in de natuur is zo zichtbaar in de lente. Gods GENADE is zo voelbaar voor mensen. Zijn LIEFDE voor Zijn Schepping is zo GROOT.
Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Een van de mooiste dingen die we elkaar in dit leven kunnen schenken is misschien wel vertrouwen. Wanneer we iemand vertrouwen zeggen we: Ik geloof dat je zegt wie je zegt te zijn. Ik geloof in je. Ik weet dat jij deze taak aankunt of ik geloof dat mijn geheimen bij jou veilig zijn.
Helaas wordt vertrouwen ook veel geschaad. Nog erger: Ook in de kerk. Ook als broeders en zusters onderling. Wat kan dat pijn doen wanneer een broeder of zuster met wie je in dezelfde kerkbank zat toch niet te vertrouwen bleek. Dan blijkt maar weer: Vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard.
En wat is het antwoord op de wantrouw die er heerst in onze samenleving en misschien ook wel in de kerk? Allerlei voorwaarden stellen, allerlei regels? Alles juridisch vastleggen? Nog meer wantrouwen? Is dat dan het antwoord?
Nee, het enige antwoord op geschonden vertrouwen is juist.. vertrouwen. Ik moet denken aan Petrus die zijn Heer heeft verloochend. Aan het meer ontmoet hij Hem weer en Jezus vraagt: Heb je Mij werkelijk lief? Hij vraagt het tot drie keer toe en Hij vertrouwt Petrus drie keer de bediening toe.
Wat mooi niet? De Heer zegt niet: Je hebt Mijn vertrouwen geschonden, houd er maar mee op. Ik zoek wel een ander. Nee, Jezus zoekt Petrus weer op en neemt hem weer in vertrouwen.
Onze natuurlijke reactie bij ontrouw is: ontrouw terug of afscheid nemen van elkaar. Helaas, zijn er situaties waarin het niet meer anders kan. Toch geeft Jezus ons ook hier een voorbeeld: Blijven wij trouw als anderen om ons heen ontrouw geworden zijn? Laten wij aan elkaar merken dat we elkaar vertrouwen en elkaar steeds weer een nieuwe kans geven zoals Jezus ons elke dag een nieuwe kans geeft?
Wat mag ik nog verwachten, waarnaar kan ik uitzien? Bij wie anders dan bij U zoek ik mijn toevlucht. Stel me niet teleur. Weef een witte wolk van troost om me heen. Klink me als muziek in de oren; zing in me zodat ik met U bidden en met U danken kan.
Vader God, er gebeuren onvoorstelbare wonderen wanneer ik U niet in de weg loop. Daarom zal ik ophouden met te zeggen dat iets onmogelijk is en zal beginnen te geloven dat U op dit moment al werkt aan het wonder dat ik zo hard nodig heb in mijn leven. Dank U, Heer. Amen.
Jezus keek hen aan en antwoordde hun: Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. (Matthéüs 19 vers 26).
Heer, laat ons als een zaaier door de velden van het leven gaan. Geef in onze handen het graan van uw liefde en toon ons het veld waarop we zaaien mogen. Met uw genade zullen wij uw liefde zaaien in de smalle voren van het mensenhart. Laat ons elke avond huiswaarts keren, moe, met lege handen misschien, maar met een rotsvast vertrouwen dat het kiemen en het rijpen van het graan in uw handen ligt. Wilt U ons geven wat een goede zaaier nodig heeft: een groot geloof, een rustig hart, een eindeloos geduld en veel, heel veel edelmoedigheid. Schenk ons Heer deze nacht een heilzame rust en geef dat ook het zaad dat wij vandaag hebben uitgestrooid, mag opgroeien tot een oogst voor de eeuwigheid.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je doet een beroep op mij; laat me dan voor één keer niet piekeren of ik wel tijd genoeg heb, of ik wel geld genoeg heb, of ik wel sterk genoeg ben om je te geven wat je vraagt.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je hebt hulp nodig; laat mij dan voor één keer niet treuzelen tot een ander het opknapt. iemand die vast sterker is, iemand die vast meer tijd heeft, iemand die beter missen kan waaraan jij gebrek hebt.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en ik hoor je vraag; laat me dan voor één keer niet afwegen of het niet anders kan of je het wel waard bent of ik er wat mee opschiet of ik niet wat beters te doen heb,
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je kijkt me aan; laat me dan voor één keer onbezorgd alles uit de kast halen, niets achter de hand houden, mijzelf helemaal geven in het volste vertrouwen dat ik goed terecht kom.
Het Woord van God brengt ons inderdaad op de eerste plaats ertoe de blik op Jezus te richten, Hem beter te leren kennen en Hem na te volgen, om altijd meer op Hem te lijken.
Als we dicht bij de Heer staan, zullen we de sterkte hebben om dicht bij de zwaksten te staan, dicht bij de noodlijdenden en hen troosten en hen sterkte geven.
Allemaal hebben we er nood aan door de Goede Herder op de schouders gedragen te worden en bekeken te worden met zijn tedere en bezorgde blik.
Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf.
Versterven, het is een stokoud woord, het ruikt naar de dood, het kan ons niet bekoren, want wij willen leven, wij houden van haast en decibels en drukte, wij hebben gelijk, altijd ons verteer, ons verkeer, het is onze zaak, onbespreekbaar, zo zijn we, zonder zonde, met op zolder nog wat wrok en verbittering, in de kelder, wat koel gehouden agressie en we hebben gelukkig niemand nodig.
Versterven fluistert de vasten, versterven smaakt naar verrijzen, je moet het proeven.
Je laat de haast uitrazen en je krijgt vat op de tijd.
Je laat het lawaai uitdoven en je hoort in de stilte een stem al zolang vermist.
Je laat alle onvrede wegspoelen en je ademt, V R I J.
Je laat anderen in je weelde delen en je maakt, je ziet mensen gelukkig.
Je laat God je huis betreden. God, broeder op bezoek. god, een vriend van alle leven God, uitdager van angst en dood.
Het is überhaupt een goed idee om de smartphone vaker uit te laten of opzij te leggen.
Spreek smartphonevrije zones af: in feite kan elke plaats tot smartphonevrije zone worden uitgeroepen. De slaapkamer en badkamer komen daarvoor uitstekend in aanmerking. Het is ook een goed idee om tijdens de maaltijden met familie of vrienden in de eetkamer een mand in het midden van de tafel te zetten waarin iedereen zijn smartphone legt. Wij weten allemaal dat een smartphone bij ons niet aan tafel hoort. Veroordeel andere niet, maar geef zelf het goede voorbeeld. Maak afspraken met mensen waarmee je samenleeft, zodat de regels voor iedereen dezelfde zijn.
Franciscus is een mensenmens en houdt echt van mensen.
Woord en daad vallen samen: de boodschap van Franciscus gaat over eenvoud, nederigheid, nabijheid, zorg voor de minsten, enz. Hij spreekt en schrijft erover. Maar hij doet het ook.
Inclusieve benadering: van paus Franciscus kun je niet zeggen dat hij progressief is. Hij praat mensen niet naar de mond. Toch luisteren mensen graag naar hem.
Bedenking tijdens de vasten, uit de Romeinenbrief.
Wees niet bevreesd als iemand rijk wordt, een groter huis heeft en meer weelde. Want bij zijn dood kan hij niets meenemen, zijn weelde volgt hem niet in het graf.