WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    18-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Stuart Mill. 150 jaar Over Vrijheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen VERHOFSTADT, D (Red.), John Stuart Mill. 150 jaar Over Vrijheid. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet/Atlas, 2009, 240 pp. – ISBN 978 908918 023 0   

    In 2009 was het 150 jaar geleden dat de Britse politieke filosoof John Stuart Mill On Liberty publiceerde. Vrijheid, voor ons vanzelfsprekend, was toen slechts voor een kleine elite weggelegd. De strijd voor vrijheid is nog steeds actueel. Zeker in niet-Westerse landen is ze nog steeds niet gestreden. Maar ook in het Westen roept de kwestie van de vrijheid heftige discussies op. Kunnen alle meningen zonder meer geuit worden? Mogen mensen zelf beschikken over eigen leven en dood?     

    John Stuart Mill was op veel vlakken een voorloper op eenzame hoogte. Centraal staat het verdedigen van de persoonlijke autonomie. Iedere mens is vrij om zelf over zijn leven te beschikken. Aldus staat het gedachtegoed van Mill lijnrecht tegenover ideologieën die het individu ondergeschikt maken aan een gemeenschap, een volk, ras, natie of geloof. Conservatieven, populisten en nationalisten claimen ten onrechte delen van zijn gedachtegoed.   

    Maar ook libertariërs, met hun absoluut geloof in de laisser-faire economie, kunnen zich niet op de ideeën van Mill beroepen. Hij verdedigde immers niet alleen de vrijheid, maar had ook duidelijke ideeën over de voorwaarden die vervuld moesten worden zodat ieder individu werkelijk vrij zou zijn. De grondvoorwaarde is dat de vrijheid van de een ophoudt waar die van de ander geschaad wordt. Vrijheid, autonomie en zelfbeschikking kunnen slechts gerealiseerd worden in combinatie met rechtvaardigheid, solidariteit en herverdeling. Daarom stond hij op de bres voor een aantal socialistische strijdpunten.   

    In dit boek geven twaalf auteurs uit België en Nederland hun kritische beschouwingen over een aantal thema’s die Mill belangrijk vond. Zo lezen we onder meer hoe hij dacht over de vrijheid van meningsuiting, over het socialisme, het feminisme, het populisme, de religie en het onderwijs. Zij tonen aan waarom veel van zijn stellingen nauwelijks aan waarde hebben ingeboet.   

    Drie van de bijdragen vallen op door hun helderheid en toegankelijkheid. Patrick Loobuyck vat de kernideeën in het standaardwerk On Liberty samen. Vrijheid is voor Mill geen waarde op zich, maar staat ten dienste van zelfontplooiing. Mensen moeten vrij zijn om hun talenten te ontwikkelen en een geestelijk hoogstaand leven te leiden dat bij hen past. Dirk Verhofstadt wijst ons erop dat individualisme geen vrijbrief is voor egoïsme, narcisme of onverschilligheid, maar een pleidooi voor zelfbeschikkingsrecht en tegen de ondergeschiktheid van het individu aan een collectiviteit. En Koen Schoors vergast ons op een zeer inzichtelijke uitleg over de implicaties van Mills ideeën voor de vrijemarkt-economie.   

    John Stuart Mill kan beschouwd worden als de belangrijkste liberale filosoof uit de geschiedenis. Sommige bijdragen in dit boek zijn zeer geschikt als eerste  kennismaking met zijn ideeëngoed. Wie daar reeds mee vertrouwd is zal in andere hoofdstukken opfrissing en verdieping vinden. Het voordeel van bundels als deze is dat de verschillende hoofdstukken afzonderlijk te lezen zijn. 

    ©  Minervaria      
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over geneeskundigen en geneeskunst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen BROOS, P., Over geneeskundigen en geneeskunst. De evolutie van het medische denken door de eeuwen heen. Leuven, Uitg. Davidsfonds, 2011, 335 pp. – ISBN 978 90 5826 837 2   

    Ziek zijn was nooit een pretje. Toch kun je maar beter ziek zijn in deze tijd dan vijftig jaar of langer geleden. De technologische vooruitgang stelt artsen in staat nauwkeurige diagnoses te stellen. Met snelle en veilige pijnstilling, adequate wondverzorging en een batterij effectieve medicatie kan men de ellende van ziekte zoveel mogelijk beperken. En heel wat aandoeningen, die mensen vroeger met een ernstige vorm van invaliditeit belastten, kunnen dank zij spitstechnologie binnen redelijke grenzen worden gehouden.   

    Paul Broos leidde jarenlang de afdelingen heelkunde en traumatologie van het UZ Leuven en is emeritus hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij vat voor ons de geschiedenis samen van het medisch denken en handelen vanaf de prehistorie tot de huidige tijd.   

    Soms wordt er beweerd dat mensen vroeger gezonder waren omdat ze natuurlijker leefden. Niets is minder waar. Zelfs de oudste mummies leden reeds aan aandoeningen die we vandaag nog kennen: tuberculose, botziekten, parasitaire infecties, nier- en blaasstenen, longontstekingen en zelfs aderverkalking. De voeding was meestal eenzijdig, men had vitaminegebrek en de levensverwachting was laag. Maar de geneeskunde, voor zover er al sprake van was, stond machteloos.   

    Tot ver in de 18e eeuw had men slechts een rudimentair inzicht in de oorzaken en het verloop van ziekteprocessen. Geneeskunde en geneeskundig handelen waren vooral een zaak van gissen en missen. De medicijnman, en later de arts, kon de ziekte hoogstens vaststellen en het verloop voorspellen. Voor de behandeling was het aanmodderen. Het therapeutische arsenaal bleef beperkt tot enkele eenvoudige ingrepen, zoals aderlaten en het zetten van botbreuken, die zeker niet zonder gevaar waren. Er was geen adequate pijnbestrijding en geen inzicht in oorzaken en aard van wondinfecties. De kennis van geneesmiddelen bleef beperkt tot de werking van enkele plantenextracten. Genezing was vooral een kwestie van geluk hebben.   

    De Verlichting bracht wel een aanzienlijke vooruitgang in de kennis van fysica en chemie, maar die bleek slechts beperkt toepasbaar in de geneeskunde. Pas in de negentiende eeuw begon de vooruitgang van de wetenschap voluit door te dringen in de geneeskunde. Men kreeg een juist inzicht in de oorzaken van infecties en dit leidde tot preventieve acties zoals vaccinatie.  Geavanceerde technieken lieten toe steeds betere medicijnen te ontwikkelen. De ontdekking van efficiënte pijnbestrijding en sterilisatie stelde chirurgen in staat ingrepen met meer kans op succes uit te voeren.   

    We zijn de wonderen van de moderne geneeskunde vanzelfsprekend gaan vinden en vergeten gemakkelijk dat die niet mogelijk waren geweest zonder de noeste inspanningen van een keur van onderzoekers en artsen in de voorbije eeuwen. Met vaak zeer beperkte middelen brachten ze de geneeskunde stap voor stap op een hoger peil. Sommigen onder hen deden grote ontdekkingen en kregen daarvoor erkenning gedurende hun leven. Anderen leverden minder spectaculaire prestaties die soms slechts lang na hun dood op waarde werden geschat.  

    In dit boek wordt evenveel aandacht besteed aan de kanonnen als aan de stille werkers. Hun prestaties zouden nog beter tot hun recht zijn gekomen indien de auteur die niet alleen vermeld had, maar meer aandacht had besteed aan hun betekenis in de overheersende opvattingen van hun tijd.   

    Wie een vlot leesbaar boek zoekt over de geschiedenis van de geneeskunde zal in dit boek echter zeker zijn gading vinden.   

    ©  Minervaria
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nul empathie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen BARON-COHEN, S., Nul empathie. Een theorie van de menselijke wreedheid. (Vert. Zero Degrees of Empathy – A new theory of human cruelty, 2011) A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2012, 239 pp. – ISBN 978 90 5712 343 6   

    Een kampbewaker dwingt een man om de strop rond de hals van zijn vriend te leggen, dokters amputeren de handen van een vrouw en hechten ze verkeerd-om weer aan, rebellen slaan kinderen voor de ogen van hun moeders dood tegen de muur, een man verkracht zijn dochter bijna dagelijks terwijl hij haar meer dan 20 jaar in een kelder gevangen houdt. Bij zoveel horror staat ons verstand stil, we kunnen er niet bij. Hoe is het mogelijk dat mensen andere mensen zo beestachtig kunnen behandelen?    

    Door zijn Joodse achtergrond maakte Simon Baron-Cohen reeds vroeg in zijn leven kennis met de gruwelijke gevolgen van de nietsontziende barbaarsheid waarmee mensen andere mensen kunnen behandelen. De verklaring van filosofie en religie, het ‘kwaad’ zit in de mens, heeft hij altijd ontoereikend gevonden. Als je de menselijke wreedheid echt wilt begrijpen dan moet je inzien waarom mensen elkaar als objecten behandelen.   

    Gedurende dertig jaar deed Baron-Cohen onderzoek naar empathie. In Nul empathie presenteert hij een wetenschappelijke invalshoek voor het debat over de menselijke wreedheid. Mensen zijn onverschillig voor het leed van anderen omdat hun natuurlijke gevoelens van medeleven met een lijdende medemens uitgeschakeld zijn. Wanneer iemand een ander mens als een object behandelt, komt dat niet door het ‘kwaad’ maar door afwezigheid van empathie.   

    Empathie is ons vermogen om ons in te leven in de gedachten of gevoelens van anderen. Dat vermogen is niet bij iedereen even groot. We bevinden ons allemaal op een empathiespectrum dat van hoog naar laag loopt. Deze verschillen kunnen teruggebracht worden tot de werking van een aantal gebieden in de hersenen, het empathiecircuit.    

    Het vermogen tot empathie is vrij stabiel maar kan veranderen naargelang de omstandigheden. Als we opgeslorpt worden door ons werk zijn we meer bezig met onszelf dan met anderen. In een vlaag van woede of een dronken bui kunnen we iemand kwetsen. Dit zijn tijdelijke toestanden van empathie-erosie.   
    Er zijn echter mensen die altijd moeite hebben om zich in anderen in te leven. Voor hen is het zeer lastig, soms bijna onmogelijk om bevredigende relaties te onderhouden. Ze behandelen hun medemensen nagenoeg altijd als objecten en zijn bijna uitsluitend op zichzelf gericht. Deze mensen bevinden zich aan het laagste uiteinde van het empathiespectrum, ze hebben nul empathie.   

    Voor sommigen van hen heeft dit tekort uitsluitend negatieve gevolgen. Hun leven is bezaaid met moeilijkheden en mislukkingen. De psychiatrie noemt hun probleem een persoonlijkheidsstoornis. Vanuit het empathieperspectief zijn zij nul-negatief. Bij anderen is het gebrek aan empathie de tegenpool van een positieve eigenschap. Mensen met Asperger en klassiek autisme missen empathie, maar munten vaak uit in het systematiseren en het herkennen van patronen. Zij zijn nul-positief.   

    Baron-Cohen exploreert uitgebreid hoe deze mensen in het leven staan en maakt ons attent op de problemen waarmee zij geconfronteerd worden. Hij stelt vast dat bij hen het empathiecircuit inderdaad anders functioneert dan bij de modale mens, en wel met een specifiek patroon bij iedere vorm van nul empathie. De oorzaak ligt in een ingewikkelde wisselwerking van erfelijkheid met de omgeving, meer bepaald in de mogelijkheid om een veilige hechting te ontwikkelen.   

    Tenslotte zet Baron-Cohen zijn bevindingen op een rijtje. Aan de resultaten van zijn onderzoek koppelt hij een aantal interessante bespiegelingen over de menselijke wreedheid. We hoeven geen genoegen te nemen met machteloze verzuchtingen over het ‘kwaad’ in de mens. De wetenschap biedt een veel hoopvoller perspectief dan religie of filosofie.   

    Een aantal psychiatrische stoornissen, zoals borderline, psychopathie en anorexia nervosa, worden begrijpelijker en beter te behandelen als je ze bekijkt vanuit het standpunt van empathie. De bril van empathie zou kunnen leiden tot meer menselijke en effectieve vormen van rechtspraak en straf. In de plaats van mensen te laten rotten in gevangenissen zouden we hen trainingsprogramma’s in empathie kunnen laten volgen. Er zijn immers aanwijzingen dat iemand ook op latere leeftijd nog empathie kan ontwikkelen.                 

    Het boek bevat twee interessante bijlagen. De eerste is de empathievragenlijst voor volwassenen en voor kinderen, waarmee je je eigen empathiequotiënt kunt berekenen. De tweede is een handleiding waarmee je kunt herkennen of iemand tot de groep mensen met nul empathie behoort. Wie zich verder in het onderwerp wil verdiepen zal heel zeker inspiratie vinden in de uitgebreide literatuurlijst.   

    Net als Frans de Waal is Baron-Cohen ervan overtuigd dat empathie een van de meest waardevolle hulpbronnen van onze wereld is. Begrip voor de positie van de andere partij is de enige manier om voortslepende conflicten op te lossen. Hij eindigt daarom met een emotionele oproep om meer medeleven te betonen en te gebruiken. ‘Ondergedompeld in empathie wordt ieder probleem oplosbaar.’, stelt hij. ‘Het is gratis en kan niemand onderdrukken.’   

    Nul empathie is geen horrorboek en verdrinkt niet in de verontwaardiging. Op een serene wijze laat het ons kennis maken met een reeks vernieuwende inzichten over gedrag dat voor de meesten van ons onbegrijpelijk is. Daarnaast worden oude, vertrouwde begrippen, zoals gehechtheid, door een wetenschappelijke onderbouwing uit de intuïtieve sfeer gehaald. Zo krijgen ze een rechtmatige plaats in een frisse benadering van het menselijk gedrag. Dit is de grote verdienste van dit boek.   

    Daarom is het jammer dat het betoog nogal slordig opgebouwd is en warrig geschreven. Ten behoeve van de leesbaarheid had de vertaling de oorspronkelijke tekst bovendien wat meer mogen loslaten. Een belangwekkend en actueel onderwerp als dit verdient een betere uitwerking.   

    @  Minervaria            
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij zijn ons brein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SWAAB, D. Wij zijn ons brein. Van baarmoeder tot Alzheimer. Uitg. Contact, 2011 (11e herziene druk), 480 pp. – ISBN 978 90254 3522 6

    Het brein is in. De afgelopen jaren werden we overspoeld met boeken over hersenonderzoek en het brein. Neurowetenschappen zijn over hele wereld een topprioriteit geworden van universiteiten en onderzoeksinstituten. Hersenen zijn hip. Maar zijn ze ook meer dan een  hype?

    De gerenommeerde hersenonderzoeker Dick Swaab is daar in ieder geval van overtuigd. Onze hersenen zijn geëvolueerd om het individu en de soort in stand houden. Ze besturen de meest uiteenlopende aspecten in ons leven. Hersenonderzoek is daarom het antwoord op de vraag waarom we zijn zoals we zijn, een zoektocht naar onszelf.

    Ons brein werkt als een ingewikkeld commandocentrum. Het verwerkt een niet aflatende informatiestroom en stuurt die in alle richtingen. De bouw van deze fantastische machine bepaalt onze mogelijkheden, onze beperkingen en ons karakter. Alles wat we denken, doen en laten gebeurt door onze hersenen, zegt hij. In dit boek laat Swaab zien hoe ze dit gedurende ons gehele leven klaarspelen.

    Voor de geboorte worden onze hersenen geprogrammeerd door een combinatie van erfelijke factoren en de omstandigheden in de baarmoeder. Wij komen ter wereld met hersenen waarin onze karaktereigenschappen, talenten en beperkingen al voor een belangrijk deel zijn vastgelegd.

    Zo wordt het duidelijk dat we niet vrij zijn om onze seksuele oriëntatie te kiezen en waarom therapieën om die te veranderen veel ellende veroorzaken. Recent onderzoek leert dat veel psychiatrische stoornissen wortelen in de hersenontwikkeling voor de geboorte, zelfs als ze pas veel later tot uiting komen.

    Als kinderen recalcitrante pubers worden doen zich weer complexe en belangrijke veranderingen voor in de hersenen. Deze maken begrijpelijk waarom een derde van de jongeren tussen de 10 en 17 jaar een delict pleegt. Dit betekent dat pubers slechts beperkt verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor hun gedrag.

    Swaab laat ons verder zien hoe onze hersenen het mogelijk maken om gebeurtenissen te onthouden. Zo vormen ze de basis voor onze identiteit en zelfgevoel. Hij maakt ook duidelijk hoe onze hersenen verouderen, hoe het dementeringsproces verloopt en wat er gebeurt als we dood gaan.

    Er wordt aandacht besteed aan stoornissen van bewustzijn, hersenschade door agressieve sporten als boksen, en hersenziekten zoals verslaving, autisme en schizofrenie. Met deze wetenschap kan opnieuw de vraag gesteld worden hoe verantwoordelijk iemand is voor daden die hij heeft gepleegd door een hersenafwijking.

    Ook de relatie tussen de hersenen en het ‘onstoffelijke’ komt aan de orde. De hersenen genereren het bewustzijn. Uit de hersenen kunnen religie en de ziel verklaard worden. En de manier waarop onze hersenen werken maakt duidelijk waarom wij ons er misschien beter bij neerleggen dat een volledige vrije wil een illusie is.

    Een aantal lezers zullen moeite hebben met de naturalistische en deterministische visie van de neurowetenschapper Swaab. Aan de wetenschappelijke bevindingen over de hersenen verbindt hij bovendien soms gedurfde conclusies met betrekking tot maatschappelijke, ethische en politieke vraagstukken en evoluties. Religieuze levensbeschouwingen en politieke ideologieën met een repressieve agenda krijgen geregeld een veeg uit de pan.

    In tegenstelling tot wat er in de pers gesuggereerd wordt is dit geen gemakkelijk boek. Met hun verschillende gebieden, die bovendien geleerde Latijnse benamingen hebben, vormen de hersenen het meest ingewikkelde orgaan van ons lichaam. Met behulp van illustraties, voorbeelden en anekdotes heeft Swaab zijn betoog wel zoveel mogelijk verteerbaar gemaakt. En gelukkig zijn de verschillende hoofdstukken afzonderlijk te lezen, zodat men de inhoud met mondjesmaat tot zich kan nemen.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bekocht of behandeld
    Klik op de afbeelding om de link te volgen SINGH, S & E. ERNST, Bekocht of behandeld. De feiten over alternatieve geneeswijzen. (Vert. Trick or treatment? Alternative medicine on trial, 2008) A’dam, Uitg. De Arbeiderspers, 2010, 393 pp. – ISBN 978 90 295 7313 9

    Met het aanbreken van het verkoudheidsseizoen gaat Oscillococcinum weer vlot over de toonbank. Een chiropractor verlost in een handomdraai van je rugpijn. Met behulp van acupunctuur verdwijnt je tenniselleboog als sneeuw voor de zon. En je zult geen last meer hebben van zure oprispingen als je altijd barnsteen bij je draagt.

    De populariteit van alternatieve geneeswijzen neemt wereldwijd hand over hand toe. De remedies staan torenhoog opgestapeld in elke apotheek, worden in elk tijdschrift beschreven, op miljoenen webpagina’s besproken en door miljarden mensen gebruikt. Met alternatieve behandelingen wordt geleurd alsof ze enorm veel baat bieden. Maar doen ze dat werkelijk? 

    Simon Singh en Edzard Ernst gaan op zoek naar de waarheid over de drankjes, de watertjes, de pillen, de naalden, het kloppen en het energetiseren. Is alternatieve geneeskunde boerenbedrog of juist buitengewoon effectief? Wie is betrouwbaar en wie draait je een poot uit? Wat werkt en wat niet? Wat zijn de geheimen en wat zijn de leugens? Welke therapieën zijn veilig en welke zijn gevaarlijk?

    Alternatieve geneeswijzen zijn therapieën die door een meerderheid van toonaangevende artsen niet worden aanvaard. Zij maken gebruik van onderliggende processen die doorgaans biologisch onaannemelijk zijn en niet aantoonbaar. Het zou echter van vooringenomenheid getuigen als ze alleen op grond daarvan verworpen zouden worden. Het grootste deel van de geschiedenis baseerde de geneeskunde zich immers ook op theorieën die nu als hopeloos achterhaald beschouwd worden. Pas na de introductie van de wetenschappelijke methode is de geneeskunde met rasse schreden vooruit gegaan. 

    Aangezien de alternatieve geneeskunde beweert dat ze dezelfde ziekten en aandoeningen kan behandelen als de reguliere geneeskunde, moet ze langs dezelfde meetlat worden gehouden. Haar werkzaamheid dient bewezen te worden aan de hand van de methodes die voor de reguliere geneeskunde worden vereist. Een alternatieve geneeswijze blijft een dubieuze behandeling tot ze zich in hooggekwalificeerde proeven heeft bewezen. 

    De empirisch onderbouwde geneeskunde is gebaseerd op grondig wetenschappelijk onderzoek. Door middel van experimenteren en observeren kunnen wetenschappers vaststellen of een bepaalde therapie doeltreffend is. Nieuwe feiten worden onderzocht en conclusies worden regelmatig herzien. Voor een goed begrip daarvan geven de auteurs in het eerste hoofdstuk een snelcursus in de wetenschappelijke methode. Meer in het bijzonder leggen ze uit hoe die in de geneeskunde wordt gebruikt. 

    In de volgende hoofdstukken kijken de auteurs wat er gebeurt wanneer de wetenschappelijke aanpak wordt toegepast op de alternatieve geneeskunde. Achtereenvolgens worden acupunctuur, homeopathie, chiropraxie en kruidengeneeskunde op hun wetenschappelijke bewijskracht getoetst. Op basis van het beschikbare bewijsmateriaal van verschillende onderzoekers trekken zij conclusies over de werkzaamheid en de mogelijke gevaren van iedere geneeswijze.

    Er bestaan echter nog tientallen andere therapieën, soms met potsierlijke pretenties, die veel minder uitgebreid getoetst werden, en met de regelmaat van de klok komen er nieuwe bij. In een aanhangsel evalueren de auteurs zesendertig andere alternatieve behandelingen, zoals antroposofische geneeskunde, Bach Bloesem Remedies, Feng Shui en oorkaarsen. 

    Is alternatieve geneeskunde doeltreffend voor het behandelen van ziekten? Het antwoord is teleurstellend. De meeste vormen van alternatieve geneeskunde zijn ofwel onbewezen, ofwel onwerkzaam en sommige zelfs gevaarlijk. Een bewijsbaar veilig en effectief alternatief medicament is overigens helemaal niet alternatief maar in feite een regulier medicament. Patiënten die zich aan alternatieve geneeskunde wagen riskeren uitgebuit te worden, hun geld te verliezen en hun gezondheid te schaden.

    Het feit dat deze geneeswijzen de wetenschappelijke vergelijking met de empirisch onderbouwde geneeskunde niet doorstaan, betekent echter niet dat ze geen goed kunnen doen. Hun werkzaamheid berust op het placebo-effect, een medisch fenomeen met een lange en omstreden geschiedenis. De auteurs geven een zeer interessante en uitvoerige uiteenzetting over de aard, de ontdekking en de studie van het placebo-effect. Het is een van de meest omstreden kwesties met betrekking tot de alternatieve geneeskunde.

    Kunnen we vrede nemen met het succes van alternatieve remedies enkel omdat ze verlichting en hoop bieden door overtuiging en vertrouwen? De auteurs ontkennen formeel. We hebben in de geneeskunde geen placebo nodig om een placebo-effect op te roepen. Het placebo-effect berust niet zozeer op de behandeling, maar op het vertrouwen van de patiënt in de arts. Als de patiënt merkt dat de arts onwerkzame middelen voorschrijft kan dit vertrouwen geschaad worden. Een patiënt zou geen genoegen moeten nemen met een remedie die alleen werkt op basis van het placebo-effect.

    De auteurs geven nog andere steekhoudende argumenten tegen de alternatieve geneeswijzen, zoals de kosten en de veiligheid. De gezondheid van een patiënt wordt in de waagschaal gelegd door elke onwerkzame behandeling als deze in de plaats komt van een reguliere behandeling. In het licht van de resultaten van hun onderzoek houden de auteurs een pleidooi voor meer toezicht en reglementering van de geneeskunde. Wetenschappelijke normen, beoordeling en reglementering zouden standaard moeten opgelegd worden aan alle typen geneeskunde. 

    Dit boek pretendeert ‘s werelds eerlijkste en accuraatste onderzoek naar de alternatieve geneeskunde te zijn. Of deze boude stelling klopt kan ik uiteraard niet verifiëren. Je kunt ze in ieder geval niet negeren. De conclusies zijn gebaseerd op zo’n 4000 onderzoeksstudies naar alternatieve geneeskunde, die duizenden medische onderzoekers over de hele wereld gedurende tientallen jaren hebben verricht. Het moet een titanenwerk geweest zijn om die allemaal bij elkaar te krijgen. 

    De auteurs kunnen in ieder geval stevige geloofsbrieven voorleggen. Ze zijn beiden geschoolde wetenschappers, en geen van hen is ooit in dienst geweest van een farmaceutisch bedrijf. Edzard Ernst is een insider die jarenlang de geneeskunde heeft beoefend, waaronder ook enkele alternatieve therapieën. Hij is ’s werelds eerste hoogleraar alternatieve geneeskunde en zijn onderzoeksgroep heeft vijftien jaar lang geprobeerd uit te vissen welke behandelingen werken en welke niet. De andere auteur, Simon Singh, is een outsider die bijna twintig jaar als wetenschapsjournalist bij de geschreven pers, de televisie en de radio heeft gewerkt. 

    Om overtuigd te worden van ‘de waarheid over alternatieve geneeswijzen’ had ik dit boek niet nodig, maar een betere kennis van de feiten heeft die overtuiging veel beter onderbouwd. Daarnaast heb ik heel wat opgestoken. Ik leerde over de ontstaansgeschiedenis, de achterliggende visie en de recente ontwikkelingen van de best onderzochte alternatieve geneeswijzen. Ik verwierf een beter inzicht in de redenen waarom mensen alternatieve geneeskunde verkiezen boven de reguliere geneeskunde en in de drogredenen die door alternatieve genezers aangevoerd worden om wetenschappelijke toetsing af te wijzen. Ik kreeg een opfrissing over het placebo-effect met een aantal gefundeerde argumenten waarom het niet toereikend is. En dank zij een handige tabel met de bewezen werkzaamheid en de gevaren van de meest gebruikte medicinale kruiden kan ik die met meer kennis van zaken aanwenden. 

    De auteurs hebben hun uiterste best gedaan om hun gegevens inzichtelijk voor te stellen. De geïnteresseerde lezer mag zich niet laten afschrikken door de omvang van het boek. Vaktermen worden goed uitgelegd en de vlot leesbare tekst maakt het toegankelijk voor een breed publiek.  

    ©  Minervaria    
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De evolutie van de oorlog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen VAN CREVELD, M., De evolutie van de oorlog. Van de Marne tot Irak. Utrecht, Uitg. Het Spectrum, 2007, 368 pp. – ISBN 978 90 274 4550 6
       
    Wordt de volgende oorlog uitgevochten met Iran? In ieder geval zijn reusachtige Amerikaanse, Britse en Franse oorlogsbodems al door de Straat van Hormuz gevaren. Tegen die technologische en materiële overmacht maakt Iran geen schijn van kans. Tenzij het kernwapens kan inzetten, maar dan zou het land diep in de eigen huid snijden. En laten kernwapens nu net de inzet zijn van het conflict.   

    Sedert het bestaan van de atoombom is de wijze waarop internationale conflicten militair worden beslecht ingrijpend veranderd, zegt Martin van Creveld. In dit boek verheldert hij hoe de razendsnelle technologische vooruitgang het aanzien van de oorlog grondig heeft veranderd en de wil om oorlog te voeren juist heeft afgezwakt. 

    De oorlogen van de twintigste eeuw waren een rechtstreekse voortzetting van de oorlogen die sinds de tweede helft van de zeventiende eeuw in Europa gevoerd waren. Oorlog werd zonder meer als een volstrekt legitiem instrument van de internationale politiek beschouwd. De verschillende Europese grootmachten hadden in de loop van eeuwen een enorme concentratie van militaire kracht opgebouwd.   

    De eerste WO kwam als een verrassing, maar de betrokken landen waren al een decennium bezig met zich te bewapenen op een gigantische schaal zoals nooit eerder in de geschiedenis vertoond was. Toen de oorlog effectief uitbrak was men ervan overtuigd dat het allemaal niet lang zou duren. Tot ver in de negentiende eeuw trokken ruziënde landen immers gewoon tegen elkaar ten strijde. Zelfs al sleepte het conflict gedurende jaren voort, het werd in een aantal min of meer beperkte veldslagen beslecht.   

    Maar de romantische ideeën over heldendaden in een heftige veldslag werden al spoedig hardhandig de kop ingedrukt. De oude, vertrouwde strategieën bleken door de moderne technologie niet meer te werken. De oorlog mondde uit in een langgerekte uitputtingsslag, en de overwinning was voor de partij die de grootste troepensterkte kon inzetten. Aan weerszijden waren miljoenen slachtoffers gevallen, zowel onder militairen als burgers.   

    Ook de Tweede Wereldoorlog liep, met een veel meer geavanceerde uitrusting, op een stellingenoorlog uit. Aan beide kanten werkte de militaire industrie op kruissnelheid technologische vernieuwingen uit en de getalsterkte van de betrokken legers was nog nooit zo groot geweest. Spitstechnologie maakte finaal korte metten met de oorlog. Op 6 augustus 1945 maakte de atoombom op Hiroshima minstens 75.000 slachtoffers in één klap.   

    Met de atoombom werden zowel de internationale verhoudingen als de oorlogvoering grondig door elkaar geschud. De uitwerking van twee verwoestende oorlogen had het martiale vuur van de belangrijkste Europese mogendheden gedoofd. De potentiële vernietigingskracht van kernwapens noodzaakte de supermachten tot een afschrikkingstrategie in plaats van oorlog. Tijdens de Koude Oorlog gingen ze gewoon door met de productie en verbetering van hun kernwapens.   

    Ze hielden ook niet op met de ontwikkeling en productie van conventionele wapens. Die werden ingezet en getest in verschillende conflicten die sinds 1945 werden uitgevochten tussen derde- of vierderangslanden. Decennium na decennium was iedere nieuwe generatie van wapensystemen veel krachtiger dan de vorige. De ontwikkeling ervan bracht de supermachten aan de rand van het bankroet. Maar anders dan ze verwacht hadden bleken die technologische finesses niet doorslaggevend bij de uitkomst van de oorlogen na 1950. Als er gewonnen werd was dat vooral te danken aan hun materiële overwicht.   

    Tegen de nieuwste uitdaging, de opstandige bewegingen en het terrorisme, hebben die legers met hun geavanceerde uitrusting helemaal het nakijken. Pogingen van geoefende strijdkrachten om guerrillastrijders en terroristen uit te schakelen zijn uitgelopen op een lange, bijna ononderbroken reeks mislukkingen. Tegen het soort dreigingen als de spectaculaire aanslagen van Al-Qaeda op het World Trade Center en het Pentagon hebben noch tanks, noch oorlogsschepen, noch gevechtsvliegtuigen, raketschilden of wat voor andere esoterische vormen van oorlogvoering ook, enig nut.   

    Dit boek is lang op de plank blijven staan. De vernietigingen en gruwelijkheden van een oorlog zijn niet meteen het meest aantrekkelijke onderwerp om over te lezen. Maar de lectuur is best meegevallen. Het was een leerrijke kennismaking met een wereld waarover ik zeer weinig afwist. Voor zover het onderwerp het toelaat beschrijft Martin van Creveld, een van de meest gereputeerde krijgshistorici ter wereld, de militaire ontwikkelingen en operaties in de twintigste eeuw op een serene manier. Hij onderwerpt het hele militaire gebeuren bovendien aan een zeer kritische blik.   

    De auteur hoedt zich voor al te veel vakjargon. Zelfs de passages met veel technische uitleg laten zich door de onderhoudende stijl vlot lezen.   

    @  Minervaria
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De onzichtbare vijand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen MOOIJ, A., De onzichtbare vijand. Over de strijd tegen infectieziekten. A’dam, Uitg. Balans, 2007, 255 pp. – ISBN 978 90 5018 889 0   

    Vogelpest, Mexicaanse griep, SARS, varkensgriep, de ziekenhuisbacterie, het West-Nijlvirus, de ziekte van Lyme. Wie dacht dat de mens de strijd tegen de besmettelijke ziekten definitief gewonnen had komt bedrogen uit. Toch eisen deze ziekten bijlange niet zoveel slachtoffers als de oude infectieziekten die in vroeger tijden massa’s mensen wegmaaiden.   

    Van oudsher worden mensen belegerd door ziekten als gevolg van een invasie van vreemde micro-organismen in het lichaam. Pest, pokken, lepra, cholera, malaria, difterie, tuberculose, gele koorts, syfilis, mazelen en roodvonk zijn in het collectieve geheugen gegrift. Epidemieën van besmettelijke ziekten behoorden zonder twijfel tot de ergste verschrikkingen. Er hoeft maar weinig te gebeuren of die angsten komen weer tot leven.   

    Voor de zeventiende eeuw werd in deze rampzalige epidemieën de hand van God ontwaard. In De onzichtbare vijand vertelt Annet de Mooij hoe de strijd tegen infectieziekten steeds meer een zaak werd van de wetenschap. Vanaf de zestiende eeuw groeide de belangstelling voor de werking van de natuur. In de volgende eeuw werd in het denken over ziekten en epidemieën gaandeweg meer gewicht toegekend aan aardse invloeden. De autoriteiten begonnen maatregelen te nemen die het besmettingsgevaar moesten indammen. De vroeger vrijwel onbegrensde greep van religie en magie op de geneeskunde verslapte.   

    De ontdekking van eencellige wezens door Antoni van Leeuwenhoek was de allereerste stap. Hij legde echter nog geen verband met mogelijke ziekten. De eerste besmettelijke ziekte die op een moderne manier werd benaderd waren de pokken. Op het einde van de achttiende eeuw verblijdde de plattelandsarts Edward Jenner de wereld met de koepokinenting of vaccinatie. Het succes van deze ingreep – de pokken zijn de eerste ziekte die wereldwijd werd uitgeroeid - vormde de start van de preventieve geneeskunde.   

    De ontdekkingen van Pasteur en Koch in de negentiende eeuw legden de basis voor de bacteriologie. Toch betekende dat niet meteen een doorbraak in de bestrijding van infectieziekten. Bij epidemieën moest de geneeskunde vaak machteloos toekijken. In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de betekenis van infectieziekten als doodsoorzaak vooral af door de verbetering van de voeding en van de sociale en sanitaire leefomstandigheden en door de effecten van voorlichting en onderwijs.   

    De echte triomfen van de geneeskunde over infectieziekten manifesteerden zich pas in de twintigste eeuw. De keuze aan beschikbare vaccins werd ruimer en men ontwikkelde nieuwe geneesmiddelen. De komst van antibiotica was een medische doorbraak zonder weerga. Rond 1950 waren de infectieziekten van doodsoorzaak nummer één veranderd in een onbeduidende restcategorie. Hier en daar viel er nog wat op te ruimen, maar het grote werk was gedaan.   

    De euforie was echter van korte duur. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werd de wereld opgeschrikt door een nieuwe groep van ziekten, de hemorragische koortsen zoals Ebola. Toen die onder controle waren, zette aids de infectieziektebestrijding weer op de kaart. Oude ziekten als tuberculose kwamen weer op. En ieder jaar duikt er wel een of andere nieuwe besmettelijke variant op waartegen bacteriologen en virologen koortsachtig een remedie zoeken.   

    In de strijd tegen infectieziekten is iedere vooruitgang voorwaardelijk. Tussen mens en bacteriën en virussen zal er altijd evolutionaire competitie zijn om te overleven. Bacteriën en virussen worden resistent tegen de gangbare medicijnen, waardoor er steeds nieuwe moeten gevonden worden. De vraag is niet óf zich weer nieuwe grote pandemieën zullen voordoen, maar wanneer dit zal gebeuren.   

    Met dit boek heeft Annet de Mooij een spannend, en nog altijd actueel, hoofdstuk in de geschiedenis van de geneeskunde en gezondheidszorg toegankelijk gemaakt voor een ruim publiek. Ze heeft zich degelijk gedocumenteerd en besteedt, behalve aan de evolutie in de geneeskunde, ruim aandacht aan politieke keuzes en maatschappelijke ontwikkelingen. We leren ook hoe de wetenschap niet lineair vooruitgaat, maar met vallen en opstaan en in sprongen.   

    Een uitermate vlot lezende tekst zorgt bovendien voor waar leesplezier.  

     ©  Minervaria  
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oorsprong van onze politiek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen FUKUYAMA, F., De oorsprong van de politiek. Van de prehistorie tot de Verlichting.  (Vert. The Origins of Political Order: From Prehuman Times to the French Revolution, 2011) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2011, 572 pp. – ISBN 978 90 254 3221 8   

    Tussen 1970 en 2000 was het aantal staten met een representatieve democratie gestegen van 30 naar 60 procent. In ongeveer één op vijf landen, die in deze periode democratisch waren geworden, brokkelden de democratische instellingen echter af of kwam er weer een autoritair bewind. En hoe het met de Arabische lente van 2011 zal aflopen is nog erg onzeker.   

    Onze politieke instellingen zijn niet zo vanzelfsprekend als we denken. Wij zijn gemakkelijk geneigd te vergeten hoe belangrijk een goed werkende overheid is en hoe het zou zijn om te leven zonder. We beseffen onvoldoende dat er in onze samenlevingen ook een tijd was dat de overheid haar werk niet deed.   

    We geloven graag dat onze liberale democratieën de tand des tijds zullen doorstaan. Daar kunnen we echter niet zeker van zijn. Samenlevingen organiseren zich om het hoofd te bieden aan hun omgeving. Als de context verandert is het niet zeker dat de politieke instellingen blijven werken. Wanneer systemen er niet in slagen zich aan te passen aan de omstandigheden vindt er politiek verval plaats.   

    In het belang van de toekomst van de democratie is het noodzakelijk te begrijpen hoe democratische instellingen tot stand gekomen zijn, meent Francis Fukuyama. Kennis van de oorsprong van politieke instellingen in het algemeen en de dikwijls onvoorziene, toevallige krachten waardoor ze zijn ontstaan, kan ons helpen om effectieve politieke instellingen te creëren en te behouden.    

    In dit boek wordt de politieke ontwikkeling beschreven van voormenselijke tijden tot aan de vooravond van de Franse en Amerikaanse Revolutie. Op dit moment was de basis gelegd voor de drie belangrijkste politieke instellingen: de staat, de rechtsorde en een overheid die zich diende te verantwoorden tegenover de burgers. In een tweede boek zal Fukuyama de politieke ontwikkeling uitdiepen zoals die zich in de huidige wereld voltrekt.   

    De fundamenten van de politiek liggen in de biologische conditie van de mens. Het organiseren van een samenleving zit mensen in het bloed. Daarbij volgen ze een diepgewortelde drang om de belangen van nazaten, vrienden en cliënten te beschermen en te bevorderen. Ook in staten met hoogontwikkelde onpersoonlijke instellingen is er altijd de verleiding tot patrimonialisme. In verschillende gebieden van de wereld worden pogingen om een onpersoonlijk staatsverband te creëren doorkruist door hardnekkige verwantschaps- of stamrelaties.   

    In sommige delen van de wereld evolueerde de tribale samenleving naar meer omvattende verbanden waarin de instellingen onpersoonlijker werden. Er werd een staat gevormd, de eerste pijler van de moderne politieke ontwikkeling. Op eigen kracht en met wisselend succes gingen China, India, de islamitische wereld en Europa van verwantschap en tribalisme over op staatsinstellingen. In hun huidige vorm dragen deze staten nog altijd het stempel van de wijze waarop ze, onder invloed van toevallige omstandigheden, tot stand kwamen en evolueerden.   

    Aan het eind van de achttiende eeuw waren de drie bestanddelen van een moderne politieke orde – het bestaan van een sterke, capabele staat, de ondergeschiktheid van de staat aan een rechtsorde, en politieke verantwoording van regeringen aan hun hele volk – in een of ander deel van de wereld ingevoerd. Fukuyama beschrijft omstandig hoe dit in de verschillende staten gebeurde.     

    Het wordt duidelijk waarom het communisme wortel kon schieten in China, een sterke staat die gebaseerd was op oorlogvoering en militaire verovering en waarin de bevolking geen inspraak had. India, waar het brahmanisme de drijvende kracht was achter de politieke ontwikkeling, ontwikkelde daarentegen een zwakke staat met een ingewikkelde structuur. Door een unieke instelling, de militaire slavernij, lieten de Arabische en Turkse gemeenschappen het tribalisme achter zich. In Europa ondermijnde het christendom de uitgebreide verwantschapsgroepen.     

    In het versnipperde Europa ontleenden de vorsten hun macht en legitimiteit meer aan het vermogen om recht te spreken dan aan militair vertoon. Reeds  vroeg vormde zich de tweede pijler van de politieke ontwikkeling, de rechtsorde, die de macht van de heerser beperkte. Daarin speelde de katholieke kerk een cruciale rol. Ook in de andere prille staten kwam er een rechtsorde tot stand, maar ze was nooit zo stevig uitgebouwd als in Europa. Het wordt begrijpelijk waarom de rechtsorde in China zwak is en in India gefragmenteerd en waarom er in de huidige Arabische wereld geen rechtsorde bestaat.   

    De derde pijler, politieke verantwoording, kwam slechts laat en enkel in bepaalde landen van Europa tot ontwikkeling. We leren waarom er in Frankrijk en Spanje een zwak absolutisme was, Rusland een absolutistische staat werd en nog is en waarom een aantal Oost-Europese landen door hun zwak staatsapparaat steeds weer ten prooi vielen aan agressie van buitenaf. Het wordt duidelijk waarom Engeland en sommige Scandinavische landen een verantwoordelijk bestuur konden uitbouwen dat model stond voor de latere liberale democratieën.   

    Na dit historische overzicht onderneemt Fukuyama een poging om uit de voorgaande gegevens een theorie op te stellen over politieke ontwikkeling en politiek verval. Politieke systemen ontwikkelen zich op een manier die in grote lijnen vergelijkbaar is met de biologische evolutie. De grondslag ervan ligt in de menselijke aard. Ideeën, vooral religieuze overtuigingen, vormen de drijfveer voor de vorming van politieke eenheden. Politiek verval vindt plaats wanneer de instellingen niet functioneren en wanneer verwantschapsbanden weer gaan overheersen. En in sommige gevallen is de vernieuwing en hervorming van instellingen alleen mogelijk met gebruik van geweld.  

    In het laatste hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt dat de politieke ontwikkeling zich in de moderne wereld onder heel andere omstandigheden voltrekt dan tot de achttiende eeuw het geval was. In de malthusiaanse omstandigheden waarin mensen leefden waren roof en gebiedsuitbreiding vaak de minst kostelijke weg om te overleven. In bepaalde gebieden van de derde wereld gebeurt dit nog met regelmaat. De Industriële Revolutie maakte aanhoudende intensieve economische groei en sociale mobilisatie mogelijk. Die scheppen totaal andere omstandigheden voor de politieke ontwikkeling.   

    Een studie van de wereldwijde politieke ontwikkeling mag zonder meer een ambitieuze onderneming genoemd worden. Maar dat is Francis Fukuyama, een van de meest gezaghebbende stemmen in de politieke wetenschappen, wel toevertrouwd. Dit boek kun je met recht een meesterwerk noemen. Het is grondig gedocumenteerd en gebaseerd op inzichten uit zeer uiteenlopende vakgebieden. In dit uitermate boeiende boek maak je kennis met een keur van theorieën over politieke, sociale en economische ontwikkeling, alsook inzichten uit de antropologie en biologie.   

    De tekst is bovendien zeer begrijpelijk en onderhoudend geschreven. Het mag een duur boek zijn, het is zijn prijs meer dan waard. Ik kijk al uit naar het vervolg.  

    @  Minervaria  
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!