Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Tijdens de Rollofeesten 2014 werd ook dit jaar een verdienstelijke persoon gevonden en in de bloemen gezet.
Het was dit jaar een zeer moeilijke keuze, om opnieuw iemand te vinden welke aan de voorwaarden voldeed. Iemand welke zonder in de belangstelling staat en toch zulke mooie dingen verricht, zonder dat de hele gemeenschap van iets weet. We weten het gehele bladzijden worden niet met zulke mensen gevuld, het is geen sensatie onderwerp, de perslui vind er niet zo dadelijk graten in, en toch zijn ze er nodig, iemand waar hulp nodig is en haar steentje er toe bijdraagt.
Nicole Verhoost, zelf kon ze niet op het openingsmoment aanwezig zijn. Ze is pas drie weken geleden weduwe geworden, wat zou haar geliefde man Maurice trots geweest zijn. Ze was helemaal overdonderd, doch blij verrast wanneer men op zaterdag, na de opening bij haar thuis de voorzitter haar het nieuws kwam medegeven en haar het wel verdiende boeket bloemen werd overhandig, in bij zijn van de fotograaf en de persjongens.
Nicole is tevens ook kernlid van Okra en Femma. Ook met de St-Antoniusfeesten is ze behulpzaam. Met de receptie van de vormelingen en speciale gelegenheden zoals Kerstmis staat ze steeds paraat. Maar ook bij haar buren is ze een uitstekende figuur ga het hen maar even vragen, als er ergens hulp van doen is Nicole weet wel met raad en daad bij te staan.
Het was zeker de goede keuze dat ook dit jaar door de Folkloreraad werd gemaakt. Bedankt jongens en meisjes doet zo verder.
De voornaamste uitgegeven bronnen over de toponymische studie zijn terug te vinden in het woordenboek van K. Du Floe.
Bij een groot aantal toponiemen werd een verklaring aangebracht, met vermelding van de gebruikte bron. De gestitueerde toponiemen kan men terug vinden op de Popp-kaart.( of kadasterkaarten van Philippe Chrétien Popp 1805-1879)
Het cijfer op de kaart verwijst naar de legger.
Dit werk is slechts een bassis voor verder uitgebreide studie over toponiemen van Rollegem.
Het geeft slechts de toponiemen die weer gevonden werdenin het rijksarchief te Kortrijk. Wellicht zijn archieven zoals Brussel, Brugge enz.... een belangrijke vindplaats van nog meer boeiende toponiemen.
Met dank aan Tuyttens Fabiënne welke ons de toetating gaf haar werk te gebruiken en te mogen neer pennen
Op 23 mei 1971 werd Senator Vandenberghe gehuldigd als nieuwe burgemeester der gemeente. Men sprak toen van het denkbeeld Groot- Kortrijk. Hij geloofde niet dat een groot Kortrijk spoedig zou gerealiseerd worden. Wat wel actueel was volgens hem was federatie van gemeenten, hij was overtuigd dat een zelfstandig Rollegem in de federatie van gemeenten ook aan zijn trekken zou komen.
De bevolking van Bellegem, spreekt reeds van “Groot Bellegem” met Sint-Denijs, Rollegem, Kooigem en Bellegem. Ze tellen 9317 inwoners met als nieuwe naam “Sint- Robeko” Bellegem zou het centrum worden van de nieuwe gemeente. St-Denijs en Rollegem lieten via de pers doorschemeren een huwelijk met Bellegem zou niet aan de stevige kant zijn. Om te trouwen is niet alleen goede wil en liefde nodig maar ook een beetje geld. Is deze opvatting niet te heidens? Liefde vermag veel! Wat meer is : onbekend is onbemind en kennis maken komt voor het huwelijk zei men te Rollegem. Voor 1 januari 1974 moet elke gemeente advies uitbrengen. Was het geen tijd om rond de tafel te gaan zitten? En zo verdween een stuk zelfstandigheid, Rollegem zou nooit meer zijn wat het geweest is, vandaar de tijd van toen.
Op het stuk bouwgrond toebehorende aan de openbare onderstaand, de hoek van de Schreiboomstraat en de Rollegemkerkstraat , werd aangekocht door de bouwmaatschappij uit Lauwe. Hier werden vierentwintig huizen gebouwd.
Het gebied gelegen tussen de Rollegemknockstraat en de Groenedreef een gebied van 5 ha, word er gebouwd zonder bouwmaatschappij, en is als dusdanig privé initiatief.
Zo komen we te weet dat er in de Rollegemkerkstraat een gedenkplaat hangt waar op we lezen dat er honderd huizen zijn bij gebouwd.
Ook het landelijk wegennet werd ingrijpend gewijzigd door den aanleg van wat we nu noemen de A17 waarvan de werken aanvatten in 1976 ter hoogte van de Lampestraat, een autosnelweg die ons dorp van noordwest naar zuidoost doorsnijd.
Want voor deze ingrijpende verandering er was, is er veel water naar de zee gestroomd, kijk of lees u maar even mee!
Er zouden dus grote verandering op til zijn, men kondigde op 13/10 1970 aan dat er een nieuw grote weg zou komen van Kortrijk naar Roubaix op het grond gebied van Rollegem beneden de waterval (Bellegem) op een grootdeel van de oude trambedding. Vandaar naar de Kwadebrug om uit te komen tussen aan de herberg op den hoek van de Tombroekstraat -Moeskroenstraat . Men dwarst de Tombroekstraat ongeveer ter hoogte van de huis nr. 78, 80, verder naar de Tombroekmolenstraat, om zijn weg te vervolgen naar het grondgebied Lowingen.
Als tweede grote weg komt Deerlijk –Moeskroen, ook gezegd de tweede ringbaan van Kortrijk. Deze Loopt over Zwevegem en Bellegem tussen de hofsteden “Dadecotboghaert” en het “Goed te Tombroek” dicht bij de “Tombroekstatie” alwaar de Tombroekstraat word gedwarst en aansluiting geeft met de grote baan Kortrijk – Roubaix langs de industriegebied van Moeskroen.
Als derde hebben we de autosnelweg Brussel – Kortrijk al over Wallonië . Deze komt op het grondgebied Rollegem aan de verdwenen huizen door de nu bestaande autosnelweg, van Dhond. Daar zou een op en afrit komen vandaar naar de Bellegemstraat dicht bij de weide van de hofstede “ Goed te Bottelrie”. Over de Kortrijkstraat achter de huizen van de “Ezelhoek” door de velden om de Marksestraat te bereiken aan de hofstede “Vandaelens hof “ en de beenhouwerij Florent Barbe tot het einde grondgebied Rollegem aan de hofstede van Gustaaf Clochet. De nieuwe wegen zouden over enkele jaren uitgevoerd zijn.
De diensten voor de autoweg A71 kreeg goedkeuring. Het driehoekig perceel gelegen aan de waterval, langs de Bellegemstraat, het perceel is een overschot van vroeger aangekochte grond. (10.000 Bfr.)
Het Tracé van de A71 dit betekend de Autosnelweg Zeebrugge -Brugge- Kortrijk- Doornik. De Bellegemstraat word verlegd, een brug over de Kortrijkstraat. Tussen het huis aan het nu bestaande containerpark en het laatste huis aan den“Ezelhoek”naar de Marksestraat.
Seynaeve Gerard: geboren op 6 mei 1919, als enige zoon van bakker Seynaeve. Hij ging na het lager onderwijs, in Kain bij Doornik in het Frans middelbare studie. Omwille van zijn vrienden koos hij Brugge boven Doornik ( Volgens de krant van donderdag 9 juni 1983 werd hij geboren op 6 mei 1979 )
Priester gewijd te Brugge op 2 mei 1943.
Hij doet hier zijn plechtige eremis op 6 mei 1943, op zijn verjaardag.
Leraar aan het St. Vincentiuscollege in Ieper van 20 mei 1943.(14 jaar)
Onderpastoor van St. Rochusparochie in Kortrijk op 24 december 1955.(15 jaar)
Pastoor te Moen op de St. Eligiusparochie van 11 mei 1971. Bij zijn aangesteld als nieuwe pastoor op 23 mei 1971 regende het. Hij verbleef hier 16 jaar.
Dat was in navolging van E.H. Nicaise, die een paar maanden eerder als opvolger van de rustnemende E.H. Edgard Bouttemans werd benoemd, doch kort na zijn benoeming nog voor zijn aanstelling een hartaanval bezweek.
Zijn verdiensten te Moen waren het afgedankte orgel herstellen en oprichten van een Koor. Hij was 68 jaar toen hij Moen verliet. (29/8/1987)
Hij zou het mooi vinden mocht hij hier nog 17 jaar kunnen verblijven.
Aalmoezenier van het rusthuis ST. Henricus te Rumbeke van 1 september 1987.
Hij ging graag op bedevaart naar O.L.Vrouw der Armen te Banneux, ook zijn brevier en de Eucharistievieringen waren voor hem Heilig.
De omwalde hoeve in de Oude Aalbeeksestraat. Hier staan 76 huizen langs weer zijden van de straat. De hofstede zou gestaan hebben waar nu het plein is, vroeger was dit de stortplaats van het huisvuil van de gemeente.
Naast de grote hoeve waar we het zo juist over hadden, staan ook nog de “koeiplekjes”, elk met zijn eigen aangetrekken, afdaken, ovenbuurtjes, geiten en konijnenkoten, stalletjes en schuurtjes. Daar woonden de keuterboer, in een zodanig klein bedrijf dat ze inkomsten moesten aangevuld worden met loondienst. (Koter dat is iemand die in een klein “kutachtig” boerderij woont ( vergelijk kot)
Ze bewerken kleine stukken land meestal in pacht, houden klein vee en doen landarbeid bij herenboeren of fabriek. Een keuterboer, of boerke met een of twee koeien werd ook koemelker genoemd. De koeien werden ook ingespannen
Om landarbeid te verrichten. De koeien welke ook zorgden voor nalatenschap, werden gemolken en een deel van de opbrengst van de melk werd particulier verkocht.
Ook is een tijd geweest dat het gezin en het vee verbleef onder het zelfde dak, zo een bedoening kreeg de benaming van keuterij.
Een landman of keuterboer leeft eigelijk buiten. Voor zijn deur, in t’ openveld, zijn hoofd onder den bloten hemel. Zover of hij kan zien, zo hoge zijn kijken gaat alles is het zijne. Al het gene onder zijn dak is dat wat moet beschermd tegen regen en wind en in de winter om zo goedkoops hem te verwarmen. Hij gaat enkel naar binnen om te eten en te slapen. Anders is hij van zon ophang tot zonsondergang buiten. Hij bekomerde zich niet om te pracht en de praal, zijn huis diende om te wonen zijn kroost groot te brengen. Hij bouwde zijn doening niet om gezien te zijn maar hij bouwde om zijnen voorkant naar ’t oosten of ’t zuiden te keren, om alzo licht en warmte op te vangen, twee dingen die voor hem van grote waarde waren. Zie maar eens naar hun vakwerk, elzentakken en eiken banroeden met leem, zo trokken ze de muren op; Balken en berd vormden de zoldering, en stroo, riet of vlas om te dekken.
Het was hard labeur, en ze zijn nergens beschreven, Clocet, of Dunecé, we kunnen ze niet zo direct achter halen , we horen het donder in Keulen als we van die boerkens , klappen hunleed en miseries, en toch, nu zou men spreken van bioboeren, wat salade en wat groeten en de wereld ligt aan u voeten.
Hendrickx Hugo-Hubert: geboren op 27 mei 1917. Hij was de zoon van en van Henri en Elvina Deveugle
Geprofest als Passionist te Kruishoutem op 16 augustus 1937.
Priester gewijd te Diepenbeek op 27 april 1943
Zijn plechtige eremis word hier opgedragen op 2 mei 1943.
Hij was aalmoezenier van de K.V.Z.(ziekenzorg)
Leraar in scholen van de Passioniesten, te St Katelijne-Waver, Natoyo en Kortrijk.
Hij was professor in wiskunde en verwante wetenschappen. In die hoedanigheid werd hij zelfs missionaris om in het kollege te Lodja Zaïre de inlanders te laten genieten van zijn kennis en ondervinding.
De troebelen van 1960 maakten een einde aan zijn missionarisleven.
Het klooster welke landbouwgronden bezat vlak voor het klooster, en achter het klooster, had een opleidingsschool in landbouw, een bedrijf met een paard en een “boever”. In 1956 werd de kloosterboerderij van de zusters stopgezet. Aan de voorzij in de Tombroekstraat werd rijenhuizen gebouw. Na dat ze de keuze gemaakt hadden om een school van minder begaafden te worden werden ook de gronden in de Rollegemkerkstraat bouwgronden.
Op 6 juni 1876 kochten Marcellin Delanglez en Sophie Verbrugge eigendommen uit het nalatenschap van de echtgenoten Jean-louis Labarre – Colette Accou (+3/ 07/1875 beiden overleden te Rollegem.
Pastoor Slosse merkte bij een rondgang op het kerkhof van Rollegem volgend grafschrift op: Ala Pieuse mémoire de Dame épouse de feu Monsieur Jean Louis Labarre, ‘ nee à Rolleghem le 25 Fëvrier 1797. Y décidée le 3 7brre 1875 R.I.P.[1] Slosse, L, Kortrijk of schetsen over de prochiën van het oud bisdom van Doornyk, liggende in de voormalige dekenij van Helkijn, Kortrijk en Wervick, deel III, Roeselare, 1904-1914.
Volgens de koopakte kochten ze een “Koophandelshuis” dat bestond uit een winkel, een magazijn een wagenhuis, een peerdenstal, poortgebouw, weverij en een aanpalend 2 arbeiderswoningen.
Van oorsprong is het complex in de Tombroekstraat nr. 10 dus geen hoeve maar een handelspand dat wer uitgebaat door Jean Louis Labarre en Colette Accou. De zoon Louis heeft de zaak verder uitgebaat tot 1/06/1876.
Na 1876 werd in het gebouwencomplex een kruidenierswinkel opgericht. Daarnaast verkochten ze ook zaden en plantgoed, kolen en petroleum. Met paard en kar vervoerden ze de thuiswerkers en hun koopwaar naar de markt in Kortrijk of Moeskroen.
Met de komst van de tram en auto werd er niet geïnvesteerd in vrachtvervoer maar wel in landbouw. De winkel bleef er tot 1982.
De gronden van het klooster welke in 1956 werd stopgezet, werden verhuurd aan landbouwers. Germain Delanglez huurde de achterliggende gronden palende aan de Tombroekstraat en het klooster.
De Fruithoeve of de hofstede van “Coucelaere” gelegen in de Tombroekstraat, nu de woonplaats mevr. Desmedt – Barbe of aan het bedrijf “Modulon” interieurinrichting- timmer – en schrijnwerken
Rond december 1980 verscheen rond de “fruithoeve” welke intussen een werkelijke fruithoeve was geworden de volgende berichtgeving: Geen brood of…… brandstichting. Er dreigt binnen een waarachtige oorlog tussen de meeste handelaars van Rollegem en de uitbater van de “fruithoeve”, ook een Rollegemnaar die ooit begonnen is als marktkramer. Sinds enkele jaren doet “zijn “ “Fruithoeve” er gouden zaken. Eerst werd enkel fruit en groenten verkocht met wekelijks reclameprijzen die soms 30 à 40% lager waren dan de koerante prijs. Kaas en brood deden nadien de volkstoeloop nog stijgen. Brood wordt er verkocht aan 26 fr. in plaats van 32,5 fr. Ook patisserie werd erbij genomen. De uitbater loopt met plannen, een charcuterieafdeling te beginnen.
De handelaars te Rollegem hebben vanzelfsprekend rechtstreeks te lijden onder het enorme succes van de “Fruithoeve. Onlangs trokken een aantal handelaars dan ook gezamenlijk naar de leverancier van het brood te Bellegem en van de patisserie te Kortrijk. Volgens een toevallige getuige zouden ze gedreigd hebben de bakkerij in brand te steken als er nog langer geleverd werd aan de “Fruithoeve”
De bakker antwoordde dat hij zijn brood overal aan dezelfde prijs levert. Het zou de detailhandelaar dan vrijstaan hun eigen winstmarge te bepalen, zodat het brood evengoed aan 26 fr. als aan 32,5 fr verkocht kan worden. Een klein rekensommetje leert ons dat een huishoudbrood van 1 kg. dat 32,5 fr. kost, precies even goedkoop is als een brood dat 800 gr. Dat men 26 fr. betaald. Bij de bakkers die brood verkopen van 1 kg. (er zijn er nog enkele in het Kortrijkse) wordt men bijgevolg even goedkoop gediend als in de “Fruithoeve” en andere discounts. Geen reden dus om boos te zijn om die prijsvermindering.
Dat is het spel van de vrije markteconomie waar de kleinhandelaars allen voorstander van zijn. Het verschijnsel van de discounts is trouwens gebaseerd op een geringe winstmarge en een grote omzet om uiteindelijk toch de eenzelfde winst te krijgen.
Waar de “Fruithoeve” wellicht een tiental vijanden gekregen heeft, zijn er in crisistijd ook honderden tevreden klanten. Daaruit besluiten dat de kleine detailhandelaar ten dode opgeschreven is, is al te oppervlakkig. Wem moet hij zich voldoende soepel tonen om zijn zaak aan te passen aan de zich wijzende gewoonte.
Remmerie Constant: Hij werd geboren op 3 februari als zoon van Theophiel en Elisa Dussolier,
Priester gewijd in augustus 1931
Ere mis op 18 augustus 1931
Na studies te Leuven, leraar aan het St-Leocollege te Brugge op 12 september 1932, aan het college te Ieper 26 augustus 1933, en 1934 professor te Ieper
Op10 september 1936 Professor St. Luc te Brugge St-Leocollege te Brugge
Directeur van dit college 4 augustus 1944.
Pastoor te Gillis Brugge Op 6 november 1953 en deken van Brugge-Noord.