Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Hij
werd geboren op 22 juni 1958.In 1975
ging hij van start. Na twee maanden nieuweling te zijn geweest moest hij reeds,
omwille van zijn leeftijd naar de juniores. Zijn uitslagen een eerste en vijf
vijfde prijzen in 1976
Een
2de plaats in het Eindklassement Fleche du Sud (LUX)
In
Juli 1978 bij de liefhebbers in Tielt, overwinning voor Johnny. De Rollegemnaar
is voort durend op de dichtste ere plaatsen, ontbeert wat geluk om palmen te
veroveren
In
1980 is Johny weer in conditie , na een valpartij in de tweedaagse van de
Gaverstreek, toen hij puik gerodeerd uit de Franco-Belge kwam. Dank zij de
ronde van Limburg is hij weer de oude. Naast de laatste klassiekers is er ook
de Italiaanse ritten wedstrijd waaraan Johny met de S.V. Deerlijk hopt te mogen
meedingen. Op de cols aldaar trok hij vorig jaar al flink zijn streng.( foto
boek 25) hij wonvijf koersen bij de
Juniores en is overgestapt naar de amateurs (Liefhebbers) Hij wil beroeprenner
worden
Den
Deerlijkse klepper die in de ronde van de vallei van Aosta in Italië een puike
conditie onderstreep, won ook te Bissegem.
1980
2de in Internatie Reningelst (BEL)
1981
Johny is geselecteerd voor internatie Reningelst, samen met Dirk Demol Eric
Vanlancker voor de ploeg Zuid, tevens waren er ook bij Paul Haghedoornen Luc
Meerseman enz.
Zelfs
de graaf de Gand met de initialen A.Fr. , naaste familie van de kinderen van de
graaf de Blangerval. Zie hier de namen Michel-Maximilien, markies de Hem,
gehuwd op 15 maart 1704 met Marguerite-Charlotte de Berghes-Saint-Winnoc
François-Gilbert
de Gand, Kanunnik van Doornik en Jacques-Ignace de Gand.
Ze
hadden ook een oom Jacques de Gand-Villain, graaf de Gand, Hij was luitenant
van de grenadiers bij het regiment van de Waalse garde in 1703, daarna kolonel
bij de Duitse keizerlijke dienst.Hij lied zich Albert-François-Dominique
noemen.
De
tweede graaf Alberic-Adrien-François-Joseph du Chastel, die zijn broer opvolgt,
had met zijn eerste vrouw vier kinderen en met zijn tweede, een zoon. Volgens
de familie langs vaderszijde was het een bastaard. In de middeleeuwen kwam dit
veel voor zelfs in de 17de en 18deeeuw, een buitenechtelijk kind dat meestal
door de vader werd onderhouden, maar welke geen rechten had op een titel, troon
of opvolging.
Het
nageslacht van dit huwelijk verbond zich aan de Tramecourt en smolt samen met
het huis de Lannoy, tak van de graven dÂ’Annepes, barons de Wasnes (te Toufflers)
en dÂ’ Espierres. Het leengoed bevindt zich op het grondgebied van Toufflers,
Sailly en Templeuve-en-Pevele. Het behoorde tot het leengoed de Maufait,
dÂ’Outrewasne en du Chastelet aan de weg van Toufflers naar Doornik.Ze werden opgenomen
in de “Nobilaire de Pays-bas” door de Vegiano, uitgave de Herckenrode, t.l.
p.69 en in de Annuaire de la Noblesse de Belgique voor 1852, t.VI, p.208.
Deze
dame had drie broers: de oudste, (overleden door te vroeg geboren) geboren op
11 juni 1697, en werd begraven in de
kerk van Houplin. De tweede, evens overleden.
En
een derde ( allen ouder dan zij), maar waarvan men denkt dat de derde wel eens
de zoon zou geweest zijn van Marie-Jeanne Manesier(logementsdochter) die
Guillaume-François genaamd en met de titel graaf de Blangerval, Rolleghem zou
opgenomen zijn op 16 oktober 1719?
Het
goed gaat terug naar de jongere tak genaamd de graven de Petrieu.
Erkenning van
den verdienstelijke persoon van Rollegem.
In 1999 heeft
de Folkloreraad een nieuw initiatief in leven geroepen.
Vanaf heden
zou men iemand een pluimpje, of een schouder klopje geven in de vorm van een
boeketje bloemen
Het werk
achter de schermen waar weinigen zicht op hebben, een klopje geven, zeggen mens
doe zo voort. Ze komen maar zelden of nooit in het daglicht te staan maar het
zijn keiharde werkers. Ze doen dingen in het dagelijkse leven waar niemand
blijf bij stilstaan, het zijn haast schaduwen die voorbij glippen zonder dat we
het zien maar het werk is verricht, niemand blijft er bij stilstaan, het zijn
noeste werkers en daarom verdienen ze een bloempje. Ze staan niet op het
podium, meestal hebben ze het opgebouwd of terug afgebroken. Ze zijn wat we
noemen de werkers achter de scherm, mensen helpen daar waar nodig, en geloof
ons, ze zijn o, zo moeilijk op een podium te krijgen.
Eenmaal dat
men sterft zijn we allen helden iedereen weet wat ze waard zijn, we worden
bewierookt met lof overgoten, maar bij leven. Zoek ze maar uit, dat was wat de
raad ziet in een verdienstelijke persoon, en die zullen we zoeken! Een
schouderklop een bedanking bij leven! En zo zal het geschieden:
De
heer van Rolleghem stierf in 1712 Ook hij was tweemaal gehuwd geweest.
De
eerste maal met zijn nicht Anne-Marie-Petronelle-Michelle de VarennesZe was de dochter van Michel-François de
Varennes, ridder, heer de Houplin-lez- Seclin, de Beaumanoir te Houplin en
Philippe-Françoise de Gand et Villain.
Bij
het huwelijk waren de getuigen Michel-Maximilien de Gand; baron de
Sailly-Lez-Lannoy ridder, en Lamorald le Ricque, jonker, heer de
Steuvelles(Estevelles). In het achives de lÂ’Etat-civil de Houplin, Nord,France
kan men het zien in de huwelijksregisters van de parochie van Houplin waar de
acte van dit huwelijk ingeschreven werd.
Wanneer
zijn vrouw overleden is, ging de graaf de Blangerval een morganatisch huwelijk
aan met Marie-JeanneMannessier (
huwelijk met de linker hand: huwelijk van een vorstelijk persoon met iemand van
lagere rang, waardoor deze en eventuele kinderen van bepaalde aan vorstelijkheid
verbonden rechten verstoken blijven onder de hoge adel waren deze huwelijken
vroeger niet zeldzaam.) In een rechterlijk menoire is ze gekwalificeerd als een
Logementdochter.Er waren geen kinderen.
Zoals
het bij de dorpelingen ging, indien men huwen wilde zocht men een meisje van
het dorp. Zo was het ook in de adel. Om tot de adel als kind te kunnen behoren,
moeten, beide ouders afkomstig zijn van de adel. Zowel bij dorpelingen of in de
adel waren in een gezin velen kinderen: tien of twaalf, waren geen uitzonderingen.
Trouwens de kerkleiders kwamen het steeds maar aanporren. Iedere paring moet
minstens een kind teweeg brengen, het was niet voor niets dat in de Bijbel
stond: gaat en vermenigvuldiging u.
Ook
in adellijke kringen wist men dit maar al te goed. Maar dat bracht met zich
mee, dat door hun mentaliteit, van binnen zijn kring te huwen, op lange termijn
iedereen verwant werd met elkaar, ja zelf familie. Denk maar aan de uitdrukking:
“ kozen en nichten die vrijen lichte.”
De
jonge edellieden hadden het dan ook zeer moeilijk om een huwelijkspartner te
vinden, die niet verwant was met hen.
Zo
gebeurde het dan ook dat ze noodgedwongen met iemand van lagere stand in het
huwelijk traden.
De
kinderen uit dit huwelijk waren niet meer volgens de oude regel van den adel.
Zo
ontstond een regel die zei; “ dat indien een van de ouders van den adel was het
voldeed om toch een adellid te zijn.
Wat
meebracht dat het kon inhouden dat een “Afstand van Akte” of met andere
woorden, wanneer het huwelijk kinderloos bleef dan zouden de bezittingen terug
gaan. Men noemde dit een “Logementdochter” met andere woorden zou dit betekenen
dat iemand afstand doet van zijn of haar rechten. Een kind uit dat huwelijk kan
alleen erven van de moeder. En wat als de vader minderwaardig was?
Georges Christiaen te Kooigem geboren op 21/8/1910 en overleden te Oudenaarde op 13/01/1983
In den tijd waren er te
Rollegem heel wat wielrenners gehuisvest. Men had ondermeer Georges Christaens
(Beenie) wat men in de volksmond. Deze woonde een tijd hier in de Kerkstraat
nr.13en het was slager Albert
Vandevenne die er zich over ontfermde. Opdat zijn “Poulain” denodige sterke hebben zou hebben om zijn naam
beenie in ere te houden, bracht den beenhouwer dagelijks zijn portie biefstuk.
Onze vertroetelde renner kon zoiets onmogelijks verorberen. Hij kon ook de moed
niet opbrengen om te weigeren en zijn verzorger, weldoener te mishagen. Vele
van die malse steaks zouden dan ook verdwenen zijn wat mentoenmalig noemde het “vertrek” (WC). Want
toen dat Georges weer naar Bellegem verhuisde werd den aalput van het nr. 13
leeg gemaakt en wat vond men kiloÂ’s rottende stukken vlees.
Belgische National
Kampioenschap 13/8/1939was hij 13de
Grote prijs de Fourmies
21/8/1932: 1ste
Ronde van Vlaanderen
31/3/1940: 3de
Grote prijs Zottegem
25/6/1939: 3de
Grote prijs Wallonië :
25/6/1939: 3de
Luik-Bastenaken-Luik
14/5/1939: 13de
Parijs Tours: 3/5/1936: 10de
Luik-Bastenaken-Luik
26/4/1936 14de
In 1938 de 26ste“Giro d’Italia” op 7 mei start in Milaan en
eindigt op 2 juni. 94 renners stonden er aan de start verdeeld over 15 ploegen.
Ze werd gewonnen door Giovanni Valette. Totaal moeten ze 3643 km afleggen. Dat
doen ze met een gemiddelde snelheid van 32,378 km/h.
Vier Belgen doen er aan mee
waaronder Cyriel Van Overberghe die zeventiende word. Camiel Michielsen welke
eindigt op de eenentwintigste plaats, Noël Declercq , zesendertigste. Maar
Georges eindigt op de 13de plaats op 1h08’ 59”. Ondanks vele
strubbelingen verdienden ze een aardige stuiver.
De Belgen konden voor hun materiaal
rekenen op Italiaanse steun, hun fietsen waren van de industrieel “Faggi”
Georges reed ook in Duitsland
Rundfahrt . In 1939 zou hij rijden voor een Berlijnse firma, deze zou hen
betalen en uitrusten met materiaal. Doch hij kreeg geen groen licht van zijn
Belgische constructeur om op Duitse fietsen te gaan rijden.
De
eerste opvolger Charles-François de Chastel die het adeldom van Rollegem vormde
op 22 mei 1624 stierf te Gent, in de ouderdom van twintig jaar op 19 december
1637 en werd bijgezet in de St. Pieterskerk.
Zo
wordt Jerome-Philippe du Chastel, jonker en tweede zoon in lijn den opvolger
van zijn overleden broer.
Officier
in Spaanse dienst, infanterie kapitein en kolonel in een Waals regiment voor
1661. Het jaar waar hij door Philip IV, koning van Spanje, en souverein van de
Nederlanden, gouverneur, kasteelheer en groot baljuw van Audenaerde en graaf de
Blangerval gemaakt werd.
Als
gouverneur, kapitein en groot baljuw van Audenaerde, Jerome-Philppe du Chastel,
ridder, heer blangerval, Rollegem, Annequin enzÂ… was hij ook lid van de
Oorlogsraad van zijne Katholieke Majesteit en kolonel van een Waals regiment.
De
eerste graaf de Blangerval, vierde heer van Rolleghem van zijn geslacht, was
tweemaal getrouwd.
De
eerste maal in 1666 met Louise de Bellefouriere of Belleforiere ,
kanunnikes(stifdame) van Nivelles, dochter van Alexandre, graaf de
Bellefouriere, baron de Sally enzÂ… en van Anne-Catherine de Ste.
Aldegonde-Noircarmes.
Ze
overleed bij de geboorte van haar kind dat eveneens overleed.
Jerome-Phillippe
du Chastel huwde voor de tweede maal op 18 maart 1673 met Marie-Anne-Michelle
de Gand et Villain, de dochter van Jacques-Philippe, markies de
Hem-Lez-Roubaic, enz.. en van Michelle-Françoise de Varennes.
Hij
werd in 1685 vernoemd in een acte als “Messire Jacques-Gerosme du Chastel,
ridder, graaf de Blangerval, heer de Noielles, Henquin, Pestrieu et
Robertmasure.” Zijn baljuw van Petrieu was dan François le Keulx. In 1642 vertegenwoordigde
Jean en François Le Keulx, leenmannen van de baronnie de Leuze.
Uit
dit huwelijk waren er twee kinderen, François-Gilbert-Joseph, ook genaamd
Gilbert-François-Joseph du Chastel graaf de Blangerval heer de Rolleghem en
Alberic-Adrien-François du Chastel,