Klaverdries. Klaverweiland . n° s 12, 13 en 14 van sectie B.
Du Flou, deel 6, p. 803 Stuk land te Rollegem.
W.N.T. p. 3323 Deel II, III: Klaverdries: omgeploegd klaverland.
Loquela, (G. Gezelle) tot woordenboek omgewerkt door J. Craeynest, Antwerpen 1898/1899
Den klaverdries: een gewende klaverije . Een dries heet in Â’t Veurenambachtsche een wee, als ze ommegedaan is en in zaailand gebracht, een klaverdriesch is item zulk een stuk klaver.
Klytberg: 62,5m hoogte kliskruidberg, klisoloot.
Du Flou W. D.T. deel 6 p. 1114: wijk te Rollegem. Een hoogte waar de grond uit klei, Clytte
Klytbergstraat: Du Flou W.D.T. deel VII, p. 1114: weg te Rollegem A.D.BW. klytbergstraat, weg nr. 12.
Klytgat: Du Flou W.DT. deel6 p. 1134: wijk te Rollegem, ook bos te Rollegem.
Klyt: Verwijs en Verdam p. 1557 Clitte (Clit, Clette): leem, kleiige aarde.
E. W. Vercoulle: p. 168: mnl clitte, clette. Os Kleddo, Chd kletta, ook Ags clide +lat. Glis, lit.glitus = kleverig uitbreiding van wortel van klei. Uit germ. Franse gleton, glouteron.
A.V.I. Scheurmans p. 251: Klyt, klijte, Klete of klijtaarde: kleiaarde, ook een kleigrond, een kleiachtig veld. Er zijn dorpen waar ze ene partijen landes naam van klete dragen.
De percelen, tiendenplichtig aan de Heren van Rollegem, waren gelegen tussen de Kwadebrugstraat, de Schreiboom/Markestraat, de grens met Bellegem, de Wethuisstraat en de omgeving van de Klijtbergstraat.
Westvlaams Idioticon de Bo p. 467: Klijtgat: kleikuil, ene vette modderige leegte in een vuile straat, een slijkput in ene kwade straat, Fr. Bourbier = Klijtmok, klijtput.
Knock: been voor geraamte, oude begraafplaats.
Een deel van deze plaats valt in de buitenwijken van Kortrijk onder de benaming Rollegem-Knok Knockberg; 52 m
De Flou W.D.T. deel VIII p. 23: een plaats te Rollegem.
Cnock, knok “ ruime plaats of het kleine plein waar verscheidene grote straten te samen komen”( De Bo 477) vgl; Scheurmans: 266; Roes. N° 1814.
Debrabandere ( Leiegouw, 1972, II, 171) verklaart het als volgt: huizenblok. Dit woord is etymologisch (woordafleidkunde) niet te scheiden van “knook, knokkel, kneukel, knoezel, knoest, kno(o)p” Eng. to knock (oorspr. Met de vingerknokkels tikken) en betekent oorspronkelijk “gewricht, knoop, knobbel, geleding, bot.”
Daaruit afgeleid ontstond de betekenis rondeheuvel, hoger gelegen stuk land, bocht, viersprong.” Aangezien op zo ’n viersprong gewoonlijk enkele huizen staan, kreeg het woord ook de betekenis “huizenblok, gehucht.(Zie De Bo, Snellaert).
In het dial.
Is het woord alleen nog bekend in de namen van gehuchten: Rollegem-Knok, Zwevegem knok. In het woord schuilt nog de plaatsnaam Knokke. Het woord betekent “hoek” in de volgende excerpten uit Kortrijk:
1368: dat Berbaerd van der ApostelrieÂ… up haerleder cnochuusÂ…onder de halle ande noorwesthouc (Fonds O.L.V. oork. 363 bis).
1348: buten der steenpoorte op den knoc van haerlebecstrate ende der strate alsoe men gaet te Zweveghem waert. Fonds O.L.V. Oork. 318 bis).
De Knok bevindt zich ongeveer 5 km. van het centrum der stad Kortrijk.De Muynckendoornstraat was de langste straat van de streek, zij begon op Walle (Kortrijk) naar Bellegem (waterval) dan naar de Kalverstaartstraat dwarst de fabrieksbeek kwam terug op Rollegem op de grens met Dottenijs en meet ongeveer 10 km. Heden ten dage is deze weg onderbroken door de autosnelweg en draagt de naam Eindemuynkendoornstraat.
Categorie:Oud Rollegem
|