over taalbeheersing Op de literaire website Het Prieeltje wordt ene Johannes Sanctorum aangeprezen als de nieuwe Johan Anthierens. Als aperitief kan je een essay lezen over de gebrekkige taalbeheersing in Vlaanderen die alleen maar kan verbeteren indien Vlaanderen een zelfstandige cultuurnatie wordt. Volgens Sanctorum kan geen enkele opiniemaker behoorlijk Nederlands praten evenmin als een van onze politici. Iedereen weet dat de mondelinge beheersing van het Nederlands het zwakst is in West-Vlaanderen: moet deze provincie een autonome regio worden om daar verbetering in te brengen? Taalbeheersing vraagt om een engagement: men moet het in de eerste plaats willen. De West-Vlamingen die deze stap hebben gezet, bewijzen dat zij net zo vlot en onberispelijk Nederlands kunnen praten als om het even wie.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zijn wij Vlamingen dan allemaal Calimeros dat wij onze eigen tekortkomingen gaan afschuiven op de francofone Belgen?
Sanctorum ziet het licht schijnen in Nederland. Het is inderdaad zo dat in Nederland al decennialang een debatcultuur bestaat: discussieprogrammas van een volledig uur over één onderwerp zijn op de Nederlandse tv-zenders geen uitzondering. Maar of deze traditie bij alle Nederlanders geleid heeft tot een correct taalgebruik en een foutloze uitspraak is een andere zaak. En deze overweging zegt nog niets over de maatschappelijke relevantie van de debatcultuur: de politieke arena in Nederland is zo mogelijk nog harder als bij ons, een Rita Verdonk mag misschien taalvaardig zijn, haar beleid is bij momenten fascistisch.
Uiteindelijk is taal niet meer dan een middel: the meaning is the use, schreef Wittgenstein.
Taalvirtuositeit kan fascineren en heeft een schoonheid op zich, maar als dit talent alleen maar dient om andere mensen de duvel aan te doen dan is dit vermogen te vergelijken met hoog gesofistikeerde wapens. Clusterbommen zijn een bewijs van technisch en wetenschappelijk vernuft maar in moreel opzicht pervers en misdadig. Kortom, de taal is niet gansch het volk.
Laat deze nuancering geen excuus zijn om je taal te verwaarlozen: hoe nauwkeuriger je formulering, hoe groter de kans dat je correct wordt begrepen. Toch deze vergelijking: een virtuoze voetballer lokt publiek naar de stadions, maar met elf virtuozen in de ploeg win je geen enkele wedstrijd. Er bestaat ook nog altijd zoiets als doelgerichtheid: hóe je het zegt is essentieel in de literatuur, in de gewone communicatie is wát je zegt heel wat belangrijker.
|