Zou de verdediging van Hans van Temsche even sterk op internering hebben aangedrongen mochten ze weten dat ook in onze gevagenissen een degelijke psychotherapeutische begeleiding voor handen is?
Onze gevangenissen hebben in essentie nog steeds veel weg van de Middeleeuwse 'oubliëttes': zeer letterlijk. Zodra een veroordeelde achter de tralies zit, willen wij - de maatschappij dus - hem of haar zo gauw mogelijk vergeten. Wat er verder mee gebeurt interesseert in het beste geval alleen de familieleden, de belangstelling van de maatschappij manifesteert zich pas opnieuw wanneer over vervroegde vrijlating moet worden gedebatteerd.
Het dilemma van het proces Van Temsche is in feite een vals dilemma: deze jonge man is zowel een racistische moordenaar als psychisch gestoord.
Wanneer hij niet de gepaste begeleiding krijgt, doen we niets anders dan een risico voorlopig uit de samenleving verwijderen, maar dit risico zou in versterkte vorm over x aantal jaren kunnen terugkeren. En geen enkel weldenkend mens vindt een levenslange opsluiting voor een 19-jarige een evidentie: de rehabilitatie is dus een noodzaak.
Dit geldt niet enkel voor dit sensationele geval, maar voor elke misdadiger die duidelijk symptomen van een psychische stoornis vertoont.
Men kan het zelfs ruimer zien: is ons gevangeniswezen in staat om aan heropvoeding te doen, is daarvoor het nodige personeel aanwezig, de nodige ruimte?
Waaruit de finale vraag volgt: is recidivisme een bewijs van een onverbeterlijke verdorvenheid of van onze onverschilligheid, onze 'oubliëttementaliteit?
Concreet: hoe kun je nu aan 'heropvoeding' doen met mensen die als haringen in een ton zitten opgesloten of met personeel dat alleen als bewaker is aangeworven, zonder enige bekwaamheid inzake opvoeding?
De oranjeblauwe onderhandelaars leken dinsdag eventjes zelfvoldaan achterover te leunen: ze hadden eindelijk een deelakkoord bereikt, over migratie.
Is deze zelfgenoegzaamheid terecht?
Ontslagnemend minister van binnenlandse zaken Patrick Dewael heeft bij herhaling geschreven dat er aan het migratievraagstuk drie luiken zijn: een binnenlands, een Europees en een oorzakelijk.
Het deelakkord bevat allerlei maatregelen over het eerste luik waar men het al dan niet mee eens kan zijn, maar over de rest wordt zedig gezwegen.
We lezen geen enkel initiatief of intentieverklaring om tot een geïntegreerd Europees beleid te komen met afspraken inzake opvangcapaciteit of grenzenpolitiek (streng bewaakt of gedeeltelijk open, genereus of hardvochtig). En nog minder staat er in het deelakkoord iets over de oorzaken: de onveiligheid en de ongelijke inkomensverdeling in de wereld.
Toch zijn de feiten duidelijk: asielzoekers en economische vluchtelingen vertegenwoordigen het meest dynamische deel van hun bevolking, bij ongewijzigde levensomstandigheden zullen zij blijven komen. Zelfs een nieuw IJzeren Gordijn of een vloot patrouilleboten in de Middellandse Zee zullen hen niet tegenhouden: zie de streng bewaakte grens van de VS met Mexico.
De onveiligheid wordt in het bijzonder in de hand gewerkt door de legale en illegale wapenhandel: zegt het akkoord daarover iets, zal België opnieuw wapens leveren aan een zogenaamd 'prille democratie' genre Nepal?
Een twee belangrijke oorzaak zowel van conflicten als van miserie is het ontbreken van een efficiënt gezinsbeleid, in het bijzonder van contraceptie waardoor de spanning tussen bevolkingsaangroei en beschikbare levensmiddelen steeds groter wordt: zal België samen met Europa zich inzetten om de heersende of zelf geëxporteerde gezinsmoraal bij te sturen, zullen de noodzakelijk contraceptiva ter beschikking worden gesteld?
Wat de armoede betreft: zal België eindelijk zijn belofte nakomen en minstens 0,7 % van zijn BNP besteden aan ontwikkelingssamenwerking? Zullen de mooie woorden van Verhofstadt en anderen ( vooral op internationale fora) in praktijk worden gebracht en zal men een einde maken aan het dumpen van gesubsidieerde Europese overschotten in de Derde Wereld, zal men werk maken van een wereldhandel die minder eenzijdig in het voordeel van de rijke landen uitvalt? Staat er iets in de steigers van een wereldwijd arbeidsrecht dat uitbuiting, kinderarbeid en sweatshops uiteindelijk onmogelijk zal maken?
Kortom, ik zie in dit deelakkoord weinig humanisme, even weinig christelijke naastenliefde; neoliberalistisch opportunisme des te meer.
Wie denkt dat een stoer binnenlands beleid, met de zelfbediening van selectieve arbeidsmigratie, de stroom van vluchtelingen zal indijken, die doet aan zelfbedrog en volksverlakkerij: het xenofobe deel van Vlaanderen kan men met een verharding inzake 'volgmigratie' of gezinshereniging wellicht paaien, maar wie de ogen openhoudt laat zich niet in de luren leggen.
De gemiddelde vluchteling gelijkt niet op de bijbelse man Job die gelaten op zijn mesthoop blijft zitten: het fatalisme is zeer sterk in de Derde Wereld en in de conflictgebieden, maar niet zo sterk dat iedereen zich bij het immobilisme neerlegt. Zij zullen blijven komen.
Voor een filosoof argumenteert Peter De Graeve (in De Standaard van maandag) bijzonder emotioneel om niet te zeggen lichtjes hysterisch. Hij verwijt links in Vlaanderen 'een oedipale vergissing: je vader niet kennen, en hem omleggen, je moeder vergeten, en er naast gaan liggen.'
Heeft deze man nooit gehoord van de linkse flaminganten August Vermeylen en Maurits Coppieters?
Hun betoog verschilde van dat van de huidige tenoren in de communautaire stammentwisten precies door hun oproep tot solidariteit: zij hadden een open geest die verder keek dan de enge grenzen van Vlaanderen. Coppieters was jarenlang voorzitter van het NCOS, Vermeylen schreef: 'Wij moeten Vlaming zijn om Europeër te worden', wat hij vandaag ongetwijfeld zou aanvullen met 'Europeër en wereldburger'.
De Graeve gelooft niet in de efficiëntie van solidariteit: 'Nooit eerder was de steun voor de derde wereld zo groot. Nooit eerder ging het daar zo slecht.'
De Graeve denkt dus nog steeds dat solidariteit neerkomt op caritas, vrijwilligerswerk en noodhulp. Terwijl links, niet alleen in Vlaanderen maar overal, al jaren pleit voor structurele veranderingen, in het bijzonder voor 'fair trade', een rechtvaardige wereldhandel.
Over democratie gesproken: is het zo democratisch dat Vlaamse kandidaten voor het federale niveau zich enkel moeten verantwoorden tegenover Vlaamse kiezers, en francofone kandidaten uitsluitend tegenover een francofoon publiek?
Als ik het goed heb begrepen heeft de Raad van State alleen gezegd dat het probleem B-H-V moet 'geregeld' worden, niet dat het noodzakelijkerwijze moet worden gesplitst. Waarom wordt de Vlaamse publieke opinie dan al maanden door de rechtse demagogen wijs gemaakt dat deze splitsing een conditio sine qua non is om tot een nieuw regeringsakkoord te komen: wie weigert hier na te denken, is nadenken mogelijk zonder correcte informatie en argumentatie?
Recent kan men vaststellen dat de Vlaamse VDAB beter begint samen te werken met zijn Waalse tegenhanger, met voorzichtige resultaten en zonder staatshervorming.
Hoe dan ook, zelfs na een verdere splitsing van het arbeidsbeleid, zal het onbegrijpelijk blijven waarom wij wel Poolse arbeidskrachten kunnen invoeren maar er niet of onvoldoende in slagen om dat met Waalse te doen.
'Ni dieu, ni ...Maingain' is naar mijn smaak allesbehalve een bijdrage tot een hoogstaand intellectueel debat.
VOORAF: gelieve deze mail door te sturen naar leerkrachten uit het basisonderwijs en naar leerkrachten wiskunde uit het secundair onderwijs waarvoor dank.
In het kader van een wetenschappelijk onderzoek probeer ik via deze mail zoveel mogelijk meetbare informatie te verzamelen over de evolutie van de basiskennis wiskunde in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs (eerste, tweede & derde graad).
Gaat volgens u deze basiskennis wiskunde erop vooruit, gaat ze erop achteruit of stagneert ze? En kunt u uw bewering aantonen vanuit toetsen, examens, ...?
Enkele voorbeelden vanuit mijn eigen lessen informatica (ASO & TSO). Steeds vaker komt het voor dat leerlingen geen 6% van 100 (!) kunnen berekenen (soms krijg ik als antwoord 94 want 100 - 6 = 94). Steeds vaker komt het voor dat (in een excelles) de leerlingen niet meer weten hoe ze de omtrek/oppervlakte van een vierkant moeten berekenen. En vorig schooljaar raakte een stagiair (tweede jaar!) hopeloos in de knoei bij de berekening van omtrek en oppervlakte van een rechthoek.
Dergelijke voorbeelden worden vaak weggelachen als anekdotisch. En deze voorbeelden zijn inderdaad anekdoten, maar helaas zijn ze anekdoten die een schrijnende realiteit verbergen.
Heel wat minder anekdotisch zijn de resultaten van de meting naar het behalen van de eindtermen (uitgevoerd in opdracht van het ministerie van onderwijs - Roger Standaert is de verantwoordelijke uitgever) waaruit blijkt dat bij bepaalde proeven TSO-leerlingen 27% en 34% behalen. Dat betekent dat 73% en 66% van de geteste leerlingen de eindtermen niet haalt. Dat is pas dramatisch.
Wellicht is het goed voor het tegensprekelijk debat dat onze twee kwaliteitskranten, De Standaard en De Morgen, zo verschillend oordelen over Hans Van Temsche.
Voor De Morgen is hij zonder twijfel een racist, De Standaard legt de nadruk op de gestoorde persoonlijkheid alsof racisten niet gestoord zouden zijn - maar dat is een persoonlijke appreciatie.
Met name Tom Naegels, dagelijks aanwezig op proces, bezweert zijn lezers er vooral geen politiek proces van te maken.
Maar kun je die politieke dimensie er los van peuteren?
Ik kan vanuit De Haan alleen maar blijven herhalen dat het VB de enige partij is die hier geregeld propaganda in de bus gooit en telkens word je overvallen door die toon van haat en vijandschap, in het bijzonder tegenover moslims en immigranten.
Is het dan voorstelbaar dat de huisgenoten van een VB-lid en de familieleden van een VB-mandataris nooit onder invloed zijn gekomen van deze haatbrochures?
Karel de Gucht heeft er reeds eerder op gewezen: we mogen wel eens ophouden met de leden en zelfs de kiezers van het VB voor onschuldigen te houden die niets te maken hebben met het racistisch discours van deze partij. De Gucht indachtig kunnen we dus niet anders dan besluiten dat VB-leden en kiezers zoniet positief dan toch minstens onverschillig staan tegenover het racisme. En wanneer zich dan een ernstig 'incident' voordoet, krijg je de bekende reactie: 'Wir haben es nicht gewusst.'
Als je militeert voor een partij of erop stemt dan doe je dat voor de totaliteit van het programma, zeker voor een dimensie die zo dominant aanwezig is. De vijandschap tegenover moslims en andere 'volksvreemde' elementen is geen aanhangsel bij het VB-programma, de kopstukken blijven het verheffen tot hun 'core business'.
Het is ondenkbaar dat een liberale kiezer afkeurend staat tegenover het ondernemerschap of een socialist tegenover de arbeidsrechten. Net zo goed is het ondenkbaar dat een vriend van nieuwe Belgen op het VB stemt. Tenzij we een volk van schizofrenen zijn.
De vraag is dan ook wat sommige commentatoren bezielt om de racistische motivatie in de moorden te minimaliseren. Is het de blijvende angst om het VB in zijn geliefkoosde slachtofferrol te duwen? Wil men ontkennen dat het racisme in Vlaanderen welig tiert? Is Hans Van Temsche een van onze alter ego's dat we het liefst niet willen zien als we voor de spiegel staan?
'No man is an island,' schreef de grote Engelse dichter John Donne: geen enkele mens is zo origineel dat hij of zij zichzelf geheel en al uitvindt.
Wij worden allemaal beïnvloed door de context waarin we opgroeien. In de context van de jonge Hans Van Temsche zien we een Oostfronter zonder enige wroeging met wie hij blijkbaar een intense band had; leden van het VB en inderdaad andere strict individuele incidenten en ervaringen die tot zijn persoonlijkheid en tot de fatale explosie hebben bijgedragen.
Wat uiteindelijk 'the trigger' was, de beslissende impuls, kan een buitenstaander niet beoordelen. Maar het racisme negeren of minimaliseren is zelfbedrog en een belediging voor de slachtoffers.