In de reeks Doeners en Denkers van De Morgen kunnen we vandaag een dubbelinterview lezen met Guy Verhofstadt en Amartya Sen, filosoof enNobelprijswinnaar economie.
Er zijn twee hoofdthemas: identiteit en de noodzaak om de vrije markt te onderwerpen aan supranationale regels.
Sen is de bedenker van het concept gelaagde identiteit wat het tegendeel is van een exclusieve. De exclusieve identiteit classificeert mensen volgens één eigenschap: je bent een Vlaming omdat je Vlaams spreekt of in Vlaanderen woont. Of je bent moslim, katholiek of vrijzinnige etc Deze eenzijdige classificatie is de beste manier om mensen tegen elkaar op te zetten.
Sen en Verhofstadt onderstrepen dat in werkelijkheid iedereen verscheidene identiteitenheeft:
je bent de beoefenaar van een beroep of werkloos, je bent een buur, een tuinier of wielertoerist, je maakt kunst of consumeert kunst. En je bent vader of moeder, zoon of dochter, minnaar(es) of levenspartner. Je bent verslaafd aan een gsm of aan het internet.
Al deze aspecten kunnen aanleiding zijn om een groep te vormen: wie niet kan smsen weet niet wat dit betekent en heeft er geen idee van wathet leuke ervan kan zijn. Wie Facebook niet gebruikt, staat er meestal afkerig tegenover met allerlei vooroordelen en sluit zich daardoor af van een mogelijke community.
We zijn in feite allerlei communities of verzamelingen van relaties door elkaar. Met de ene heb je het sportieve gemeenschappelijk, met de andere het creatieve, met nog een ander een politieke voorkeur of een levensovertuiging.
De benaming Vlaming is om die reden een dwaze verschraling van de werkelijkheid: mijn belangen kunnen tegengesteld zijn aan die van andere Vlamingen en daarentegen wonderwel overeenkomen met die van een francofoon.
Grootvaders praten anders over kleine kinderen dan jonge vaders, en vrijgezellen snappen vaak niet hoe gehuwden het zo lang bij elkaar volhouden, zoals omgekeerd levenslang gehuwden hun neus kunnen optrekken voor types die maar niet van de straat geraken.
Een mens is nooit maar alleen die ene mens, hij is verdeeld en soms zoals Multatuli schreef: een vat vol tegenstrijds. Je kan in sociaaleconomische discussies een linkse toon aanslaan en in ethische een conservatieve of zelfs reactionaire. Of je kan een fan zijn vanhet economisch liberalisme tot in zijn meest egocentrische consequenties en tegelijk ethisch bijzonder progressief wat betekent dat je het zelfbeschikkingsrecht van het individu ten allen prijze wenst te verdedigen.
Het gevolg van de gelaagde identiteit is dat er in een en hetzelfde straatje totaal verschillende mensen kunnen wonen, in het ergste geval leidtdit tot de atomisering van de samenleving met spirituele of zelfs fysieke eenzaamheid als nefast kenmerk.
Bij alle oprispingen van nationalisme waarmee we dezer dagen om de oren worden geslagen zouden we dit gegeven in gedachten moeten houden: het is niet uitgesloten dat een geboren en getogen Vlamingen zich in het huidige Vlaanderen een vreemdeling voelt, en daarentegeneen warm gevoel krijgt wanneer hij of zij in contact komt met asielzoekers of immigranten.
En tenslotte om een complex verhaal kort te houden heeft wel meer dan één mens de indruk dat hij of zij een vreemde is voor zichzelf: men kan dagelijks verrast worden door zn eigen beslissingen of gedachten, in ons hoofd zijn wel meer dan eens stemmen te horen die elkaar voortdurend tegenspreken.
Concreet: ik krijg een onbehaaglijk gevoel bij het communautair opbod tijdens deze kiescampagne. De Waal is mijn vijand niet en de Vlaming is niet noodzakelijk mijn medestander. Ik probeer een Europeaan en een wereldburger te zijn in de wetenschap dat de wereld een dorp is geworden waar iedereen met iedereen te maken kan krijgen en waar geen enkel fundamenteel probleem exclusief behoort tot een bepaalde regio of een specifiek volk.
Wie zichzelf van de globaliteit afzondert doet aan zelfverminking of hangt de struisvogel uit.
Vermeylen schreef aan het einde van de 19de eeuw: We moeten Vlaming zijn om Europeër te worden. Honderd jaar later zou hij met zijn profetische geest daarvan gemaakt hebben:
We moeten Vlaming zijn om wereldburger te worden.We zijn zonderlingen en tegelijk op een zonderlinge manier onderling verbonden. de haan 5 jun. 10
Een van mijn trouwe lezers klaagt erover dat links ontbreekt in de huidige Vlaamse Beweging. Ik deel zijn bezorgdheid, maar kan er alleen op wijzen dat dit niet altijd zo is geweest.
Er was om te beginnen August Vermeylen met zijn beroemde essays: Kritiek der Vlaamse Beweging en Vlaamse Beweging en Europese Beweging beide gepubliceerd rond 1895.
In het eerste opstel betoogde Vermeylen dat het niet voldoende was dat fabrieksbazen onze taal spraken, ze moesten hun arbeiders ook behoorlijk betalen. Idem dito voor het parlement:het Nederlands gebruiken deed weinig ter zake als er geen wetten van sociale rechtvaardigheid werden gestemd.
Dit gedachtegoed werd grotendeels overgenomen door Maurits Coppieters, ooit de éminence grise van de Volksunie, die samen met Norbert Debatselier Het Sienjaal schreef :een Vlaamse vertaling van de rapporten van de Club van Rome, zeer vooruitstrevend maar helaas nagenoeg ongelezen gebleven.
Voor Coppieters moest het nationalisme tegelijkertijd een internationalisme zijn, een standpunt dat ook verspreid werd door Nelly Maes en Willy Kuypers. Zoals eerder gezegd ben ik Vlaamsgezind opgevoed, niet ideologisch wel op een romantische manier. Mijn vader is nog bij het VNV geweest zonder zich schuldig te maken aan collaboratie en heeft mij aangespoord om in 1970 bij de gemeenteraadsverkiezingen op de lijst van de Volksunie te gaan staan. Dat heb ik gedaan in de geest van Coppieters.
Het is niet zo dat deze traditie nadien helemaal verdwenen is. De strekking Coppieters werd verder gezet door Spirit van Bert Anciaux en ten dele ook door de links-liberale splintergroep van Geert Lambert. Het is dan ook geen toeval dat zij zich hebben aangesloten bij de grotere linkse partijen: Anciaux bij de socialisten en Lambert bij Groen!
Bovendien hebben een aantal politici van traditioneel linkse partijen wel eens een Vlaamsgezind standpunt ingenomen. Denk aan de roemruchte omzendbrief Peeters en aan Frank Vandenbroucke die bij de vorige verkiezingen voor het Vlaamse parlement betoogde dat de Vlaamse regering haar bevoegdheden maximaal moest gebruiken.
Bovendien zitten er ook wel wat linkse elementenin het programma van de NVA. Zij willen de lasten op arbeid verlagen door de sociale lasten naar de algemene belastingen te verschuiven. Lagere loonlasten zijn gunstig voor de tewerkstelling en kunnen als een linkse stelling worden beschouwd uiteraard afhankelijk van de verschuiving: wie zal uiteindelijk betalen?
Dit neemt niet weg dat vandaag de toon wordt gezet door rechtse tot extreemrechtse flaminganten: VB, LDD en Bart De Wever.
In oorsprong was de Vlaamse Beweging een emancipatorische kracht, zeker in de geest van Vermeylen: ontvoogding was de doelstelling en dat kan niet zonder sociale rechtvaardigheid, ethische progressiviteit en internationale solidariteit.
Voor flaminganten is het vandaag dus uiterst moeilijk om een keuze te maken als ze deze waarden hoog in het vaandel voeren. De NVA is ter zake dubieus, VB en LDD zijn de partijen van het egoïsme en groepsegoïsme.
Uiteindelijk wordt jouw keuze bepaald doorjouw prioriteiten en voor mij zijn de sociale rechtvaardigheid, nationaal en internationaal, en de ethische kwesties belangrijker geworden dan de taalkwestie.
Daarom herhaal ik mijn standpunt ten opzichte van B-H-V en de Brusselse rand: ik ben bereid om de meest verfranste gemeenten bij het Brusselse Gewest te laten aansluiten op voorwaarde dat dan tegelijkertijd de faciliteiten worden afgeschaft zodat er einde komt aan de olievlek van de verfransing. En naar mijn mening mogen politici enkel kandiderenop het federale niveau wanneer ze in voldoende mate tweetalig zijn: federale ministers die onze taal niet kunnen spreken vind ik onaanvaardbaar.de haan 4 jun. 10
Volgens de Amerikanen is het dus doodnormaal dat Israël zelf mag onderzoeken wat er gebeurd is tijdens de aanslag op het hulpkonvooi voor de kust van Gaza.Mij doet dit denken aan een moordenaar die zelf zijn misdaad magreconstrueren.
Ik probeer begrip op te brengen voor de existentiële angst van de Joodse staat: omringd door Arabische landen voelt die zich in het Midden-Oosten geminoriseerd en bedreigd. Maar Israël gedraagt zich als een dictator met de voor een tiran typerende paranoia: de standrechtelijke executie heeft het recht vervangen.
Tot voor de moordpartij had Israël genormaliseerde betrekkingen met het islamitische Turkije, nu hoor van Turkse kant enkel kreten van vijandigheid. Het moge duidelijk zijn: Israël slaat zijn eigen ruiten in. Het heeft macht, maar verliest zijn moreel gezag.
En zijn macht ontleent het aan de Amerikaanse paraplu: de Joodse lobby in de VS heeft zoveel invloed dat er nooit van enige sanctie sprake zal zijn, wat Tel Aviv ook mag uitrichten, hoeveel weerlozen er ook mogen worden vermoord of uitgehongerd.
Europa kijkt toe, nog steeds verlamd door historische schuldgevoelens alsof de Holocaust een vrijgeleide zou zijn om elke internationale wet, elk mensenrecht aan zijn laars te lappen.
Onze politieke leiders verklaren door hun lafheid de Palestijnen en hun sympathisanten vogelvrij. Alsof door onverschilligheid en passiviteit de Joodse zaak gediend zou zijn: op de korte termijn misschien wel, maar op de langere duur zal blijken dat Israël aan zelfbeschadiging heeft gedaan. Het land heeft maar bestaansrecht als het zich inschakelt in de beschaving, met al haar regels en wetten. Als je op geweldloze contestanten alleen maar met paracommandos kan reageren, en dan nog buiten je eigen rechtsgebied, dan plaats je jezelf buiten de internationale gemeenschap die mensenrechten onschendbaar vindt.
Naast de woede en de verontwaardiging is er dan ook reden tot droefheid: een volk met zon intellectuele potentie zou toch beter moeten weten.
Louis Michel is in mijn achting gestegen: tijdens Phara van maandag 31 mei diende hij de Joodse propagandist Michael Freilich hartstochtelijk van repliek. De discussie ging over de aanslag van het Israëlische leger op een hulpkonvooi voor de kust van Gaza waarbij 9 doden vielen.
Volgens de hysterische Freilich ging het om jihadisten, Michel sprak terecht van vreedzame idealisten.
Ten gronde had het debat echter moeten gaan over de vraag waarom humanitaire organisaties zich verplicht voelen om hulpgoederen naar Gaza tebrengen, en dan kom je uit op de blokkade die van de Gazastrook een openluchtgevangenis maakt.
In Exodus, het tweede boek van de bijbel, staat het beruchte: een oog voor een oog. Tijdens zijn recente oorlogen in Zuid-Libanon en Gaza heeft Israël bewezen dat het van deze regel heeft gemaakt: honderd Libanese of Palestijnse ogen voor 1 Joods oog. En de slachtoffers zijn dan in de meerderheid ongewapende burgers en kinderen.
Het spijt me, maar mij doen deze feiten spontaan denken aan de represailles door de Nazis, zoals Gaza herinneringen oproept aan het ghetto van Warschau. Ik weet dat de term nazionisme een gemakkelijk scheldwoord lijkt, maar ik vind geen beter om het gedrag van de Joodse staat te definiëren. Israël is een schurkenstaat die als zodanig zou geïsoleerd moeten worden uit de internationale gemeenschap. Dit zal niet gebeurenvanwege de medeplichtigheid van de USA en de lafheid van Europa.
Wat met de Palestijnen en hun sympathisanten gebeurt, zou ons allemaal aan het hart moeten gaan. Onze beschaving leeft namelijk in de illusie dat de mensheid er ook in moreel opzicht op vooruit kan gaan, in het bijzonder door de juiste lessen te trekken uit het verleden. De staat Israël heeft maar één les onthouden uit de geschiedenis: in plaats van slachtoffers willen de Joden nu daders zijn.
Dit is bedroevend, precies omdat het de grote droom van de mensheid ondermijnt: is er naast de onmiskenbare technologische vooruitgang ook morele verbetering mogelijk?
We kunnen niet anders dan onze diepste verontwaardiging uitspreken en aandringen op sancties, want wij zijnallemaal medeslachtoffer: de moorddadige arrogantie van Israël treft ons allemaal.
Er zijn slogans die mij moe en moedeloos maken. Langer leven, langer werken is er daar een van. Zelf heb ik gebruik gemaakt van TBS op 58, vergeleken bij andere beroepen een luxestatuut voor de mensen uit het onderwijs.
Maar ik had zo mijn persoonlijke redenen, onder meer een chronische rugkwaal en een tweede job die niet als job wordt erkend omdat er geen geld mee te verdienen valt: een dichter wordt immers niet of nauwelijks betaald.
Niettemin zal ik niet enkel langer werken: ik zal bezig blijven zolang mijn intellectuele vermogens het toestaan, tot het einde van mijn dagen dus. Vergelijk het met bekende voorbeelden zoals Etienne Vermeersch en Roger Blanpain: die zijn al jaren met emeritaat maar ze publiceren nog geregeld en blijven bezig met de problemen van de samenleving.
De vraag is of onze arbeid maatschappelijk relevant is: betekent schrijven en nadenken over de samenleving een bijdragevan enig belang.
Daarnaast zijn er beroepen die moeilijk of helemaal niet tot zijn 65ste of langer zijn vol te houden: bandwerk en werken in de bouw zijn daar duidelijke voorbeelden van. In feite elke beroep dat een zware fysieke en mentale belasting met zich meebrengt.
Ik geloof dus niet in een veralgemeende toepassing van het principe dat we met zijn allen langer zullen moeten werken, wat betekent loonarbeid verrichten zodat we lasten betalen en bijdragen tot ons sociaal stelsel. Ik ben daartoe bereid, op voorwaarde dat men mijn arbeid als dichter en commentaarschrijver dan ook financieel verloont.
Bovendien wordt uit het oog verloren dat de huidige crisis het gevolg is van de speculatie en geldhonger van bankiers enopportunisten. Het lijkt me dan ook onrechtvaardig dat de gewone burger moet opdraaien voor de roekeloosheid en de absolute onverantwoordelijkheid van geldwolven.
Om de sociale zekerheid en in het bijzonder de pensioenen betaalbaar te houden is hetabsoluut noodzakelijk dat andere bronnen van inkomsten worden aangeboord en dat het zogeheten casinokapitalisme aan banden wordt gelegd. Dit kan enkel op internationaal niveau, wat meteen aantoont dat pleidooien voor een onafhankelijk Vlaanderen idioot zijn: de problemen volgen uit een geglobaliseerd neoliberalisme en moeten door geglobaliseerde sociale en ecologische correcties worden bijgestuurd.
Het gaat in essentie om responsabilisering en rechtvaardigheid: wie de crisis heeft uitgelokt dient daar ook voor te betalen.
Ten gronde kan men nadenken over de evolutie die onze samenleving en arbeidsmarkt hebben doorgemaakt sedert de jaren 1950. We zijn welstellender geworden maar tot welke menselijke prijs? Vrouwenhebben hun positie van huismoeder verlaten, maar is de kwaliteit van het gezinsleven daardoor verbeterd? Is het welzijn er niet op achteruit gegaan bij al deze toegenomen welvaart? Zou het niet wenselijk zijn dat ouders dus niet enkel moeders maar ook vaders opnieuw de kans krijgen om meer bij hun kinderen te zijn, gezien het toenemend aantal opvoedingsproblemen?
Kortom, de slogan langer leven, langer werken is zoals elke slogan onaanvaardbaar ongenuanceerd. Wie langer wil of kan werken moet daartoe worden aangemoedigd, maar wie de zachtere waarden voorstaat zoals de zorgtaken moet ook daartoe de kans krijgen.Een warme samenleving op mensenmaat bekom je niet enkeldoor fiscale bijdragen en dat zou de inzet van de debatten moeten zijn: wat voor maatschappij willen we in feite?
Ik pleit voor meer welzijn en als dat inhoudt dat er op welvaart een beetje moet worden ingeleverd dan ben ik daar graag toe bereid. Liever een reisje minder dan een overgestresseerde medemens meer. We zijn rijker geworden sedert 1950, jazeker, maar we slikken ook heel wat meer medicijnen: willen we mensen met poen of mensen die lekker in hun vel zitten? Dat lijkt me geen overbodige vraag. de haan 31 mei 2010
Als het goed is, mag en moet het ook worden gezegd: De Zevende Dag van gisteren 30 mei was de boeiendste in jaren. De francofone gasten spraken heel wat beter Nederlands dan al hun voorgangers en wat ze te zeggen hadden gaf enige hoop wat betreft de nakende staatshervorming.
De confrontatie tussen Didier Reynders en Bart De Wever maakte echter duidelijk dat met de NVA erbij een federaal akkoord onmogelijk wordt. De Weverzei onder meer: we leven in een land met de hoogste belastingen en de laagste pensioenen. Hebben we dan al gehoord dat de NVA in een eventueel onafhankelijk Vlaanderen de lasten wil verlagen en de pensioenen verhogen? Twee jaren heeft De Wever de kans gekregen om zijn meningen te publiceren in De Morgen: geen enkele keer heeft hij het gehad over armoedebestrijding. Tenzij men ervan uitgaat dat alle Vlaamse problemen samen met België zullen verdampen.
Het initiatief van de VRT verdient alle lof en hopelijk krijgt het navolging ook in de vorm van een politieke hervorming: een federale kieskring zoude kandidaten verplichten om zich ook in het andere landsgedeelte te verantwoorden en de kiezers zouden mee kunnen bepalendoor welke politici van de andere taalrol zij bestuurd wensen te worden.
De ruziemakers en fanatici zouden moeten inbinden ten voordele van de diplomatischegeesten die bereid zijn tot een oprechte onderhandeling en in staat zijn zich in t e leven in de standpunten van de tegenpartij. Men kan mij niet verdenken van enige sympathie voor de liberaal Reynders, maar zijn uitgangspunt klopt wel: willen wij nog samenleven in het Belgische huis of is de dubieuze term confederalisme slechts een vooraankondiging van het separatisme? Mocht ik een francofoon zijn, ikzou het wantrouwen van de francofonen delen: in Vlaanderen zijn er al drie partijen die uitgesproken of verholen separatistisch zijn.
Daartegenover kan men de vraag stellen waarom de francofonen gehecht blijven aan deBelgische staat: om de transfers vanuit Vlaanderen te bestendigen of om hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen?Een staatshervorming moet de gewesten responsabiliseren: onze Waalse en Brusselse landgenoten dienen te beseffen dat zij in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor de toestand waarin hun gewest zich bevindt.
Solidariteit heeft pas zin als je kan merken datiedereen samen wil vooruitgaan, elke vorm van parasitisme ondergraaft de bereidheid om zich solidair te verklaren. Ik heb er goeie hoop in datdit besef is doorgedrongenbij de leidinggevende francofonen wat men in Vlaanderen ook mag beweren over het hangmatsocialisme. Ook de Walen en de Brusselaars hebben hun trots: zij willen vooruit op eigen kracht.