Zelf luister ik zelden naar de radio: muziek is me te duurbaar om ze te herleiden tot een omgevingsgeluid en mijn mannelijke geest kan maar met 1 activiteit tegelijk bezig zijn.
Maar twee verklaringen in het interview met Isabelle Baele vragen om een reactie.
Over de 'doorverwijsfunctie' en het voorbeeld van de dood van Pavarotti zegt deze dame: 'als je de programmatie van Canvas laat wijken voor een avondje Pavarotti, jaag je evengoed heel veel mensen weg.'
Hoe vaak hebben de aangekondigde Canvasprogramma's al moeten wijken voor een zoveelste wedstrijd van Kim en Justine? Of een andere sportwedstrijd waaraan onverwacht een plots succesrijke Belg of Belgische ploeg deelnam? Gaat het in essentie niet om een prioriteit: cultuur kan als we niets anders in de aanbieding hebben, sport en massaspektakel (nieuws over een lid van de koninklijke familie bijvoorbeeld) daarvoor staat de VRT en haar 'zender voor de meerwaardezoeker' permanent beschikbaar.
Het meest ontstellend is echter de geciteerde uitspraak van Kris Hoflack:
'Voor mijn part mogen ze die opiniebladzijden afschaffen (...) Het is geen toeval dat de best verkopende krant van Vlaanderen daar geen papier aan wil vuilmaken.'
Een krasser pleidooi voor verdomming heb ik nog nooit gelezen.
Laten we dan maar ophouden met De Morgen of De Standaard te lezen en samen overschakelen naar die succesrijke krant. Vervang alle romans door stripverhalen en leer de bevolking vooral naar de cijfers te kijken: oplagecijfers, kijkcijfers, verkoopcijfers.
Moeten wij ons nog verwonderen over het succes van populisten als dit het engagement is van onze journalisten?
Een gezegde luidt: 'de vis rot aan de kop.' Als de veronderstelde intellectuele top van de samenleving er de brui aan geeft, wat kun je dan nog van de basis verwachten?
Eén detail uit wat we tot nog toe te zien kregen op tv: het gedrag van de fotograferende persmeute. Zowel het Turkse slachtoffer als de ouders van de moordenaar deden er alles aan om de persfotografen te ontwijken of om zich onherkenbaar te maken. Toch zag je deze persmuskieten zich op hun slachtsoffers storten. Is dit nog normaal? Heeft dit nog iets te maken met behoorlijke journalistiek: de opdracht van journalisten is te informeren, en informatie te duiden, wat dragen deze snapshots - letterlijk 'gestolen beelden' - bij aan de informatie, wat maken ze duidelijker? Naar mijn smaak is deze opdringerigheid te vergelijken met stalking of steaming: het omsingelen van personen in de openbare ruimte door bendes van het goorste tuig. Het is mij een raadsel waarom de bond van journalisten hier niet tegen optreedt: behoort het dan niet meer tot de ethische code van journalisten dat ze nog enig respect opbrengen voor de gevoelens van hun prooien, zeker wanneer deze objecten van hun sensatiedrift duidelijk te kennen geven dat ze niet gediend zijn van hun agressie?
Vandaag in De Morgen een vette kop: 'Kan deze man het Belgsich voetbal redden?'. Daaronder een foto van AA Gent-voorzitter Ivan De Witte. Eerste vraag: met er wat gered worden en zo ja waarom?Wie gisteren Club Brugge en Anderlecht bezig zag, moest tot de vaststelling komen dat het voetballend vermogen, de fysieke kracht en vooral de snelheid van uitvoering bij beide ploegen niet op Europees niveau staan. Daarom kunnen zij ook alleen mee in de Uefacompetitie en zijn ze kansloos in de Champions League. Enkele maanden geleden schermde Hans Vandeweghe nogmaals met het argument van de gebrekkige jeugdopleiding die bijvoorbeeld bij Ajax zoveel beter is. Kijk naar de resultaten van Ajax: zij zijn net als Brugge uitgeschakeld in de competitie van de tweede kans. Tweederangs dus in Europa. Waarom? Ajax moet jaar na jaar zijn beste talenten verkopen, net als Anderlecht Kompany en eerder Jan Koller en Razinsky moest laten gaan. Kortom: in het voetbal draait alles om geld en geen enkele voorzitter, geen enkel bestuur kan daartegen op tenzij ze over een machtige sponsor beschikken. Wat in België vrijwel uitgesloten is gezien onze kleine publicitaire markt, onze beperkte televisiegelden etc Afgezien daarvan moet ik nog altijd de eerste logische verklaring lezen of horen over het verschijnen van een buitengewoon talent. Verklaar eens op een logische manier het fenomeen Merckx, Robert Vandewalle, Gaston Roelands... Je ziet telkens een buitengewoon natuurtalent met een uitzonderlijke wilskracht, een fanatieke verbetenheid om de absolute top te halen. Hoe vorm je zo'n mensen in de veronderstelling dat het na te volgen voorbeelden zijn? Het is moeilijk te aanvaarden dat er plots een genetische stoornis is opgetreden bij de Belgen waardoor de natuurlijke begaafdheid opeens verdwenen zou zijn. Dus moet de oorzaak van mindere prestaties gezocht worden in de opvoeding en in de maatschappij. Een van de mogelijke oorzaken zou dan kunnen zijn dat jongeren overstelpt worden met keuzemogelijkheden zodat ze zich minder vastbijten in één discipline. Daarnaast is er de verleiding van gemakkelijker vermaak: de spelcomputers, het uitgaansleven, tv-kijken etc Er is de verhoogde prestatiedruk in de scholen: probeer het maar eens om net als Kompany tegelijk te schitteren bij Anderlecht en je humaniora af te maken.
Tenslotte: hebben we wel echt Belgische topatleten nodig, voelen wij ons gefrustreerd, doodongelukkig omdat er de laatste jaren geen Belgsiche club meer meespeelt in de Champions League of omdat de Rode Duivels soms op een amateurploegje gelijken? Voetballiefhebbers hebben dinsdagavond kunnen genieten van de balkunstenaars van Barcelona. Daar zijn om te beginnen niet zoveel Spanjaarden bij, waarom zouden wij moeten treuren omdat er geen Belgen tussen liepen? Gisteren schreef Ivo Belet in De Standaard dat voetbal een belangrijke sociale functie heeft, het zou nog het laatste cement van de Belgische staat kunnen zijn. Hoe erg is een staat eraan toe als die alleen door een massahysterie wordt samengehouden? Sterke voetbalnaties vertonen bijna altijd een agressief patriottisme : Engeland, Duitsland. In het vroegere Oostblok moest de topsport ervoor zorgen dat de aandacht werd opgeleid van de dictatuur, net zoals Franco een vurig supporter was van Real Madrid en de Argentijnse kolonels de wereldbeker voetbal organiseerden in 1978. Trouwens waarom vinden de Olympische Spelen volgend jaar in Peking plaats: omdat dit land zo uitblinkt inzake democratie en respect voor de mensenrechten?
Wie zich zorgen maakt over ons voetbal die heeft zeer weinig zorgen en die bekijkt de wereld wel door een zeer eng venstertje.
'Wij Europeanen zijn tegenwoordig overal bang voor. Het probleem is dat angst onder invloed van vooral het pacifisme een onschuldige, positieve emotie is geworden.' Dit zegt Luc Ferry, Frans filosoof en voormalig minister van onderwijs. Het doet denken aan een dokter die zegt: 'U lijdt aan overgewicht, u hebt te weinig gegeten en te veel bewogen.'
De vaststelling klopt: wij worden voor ongeveer alles constant bang gemaakt; voor de meest exotische dreigingen (zoals het terrorisme) en voor de meest intieme (zoals kanker en andere fatale ziektes). Maar de angstpsychose begon toch niet bij de pacifisten? Gedurende heel de Koude Oorlog hebben de demagogen zowel in het communistisch deel van de wereld als in het westelijk kapitalistische nooit anders gedaan dan hun eigen bevolking angst inboezemen voor de vijand. Dat was de enige manier waarop ze de wapenwedloop met zijn gigantische verspilling van geld en energie, van grondstoffen en productiecapaciteit konden verantwoorden. Zoals na de instorting van het Oostblok er gauwgauw een nieuwe vijand moest worden gevonden om deze verspilling door de strot te blijven duwen van de belastingbetaler - vooral in de USA. De vredesbeweging heeft nooit anders gedaan dan aandringen op redelijkheid en overleg. Zij heeft geprobeerd de thesis of het dogma te weerleggen dat de Russische Beer klaar stond om West-Europa binnen te vallen. Ze heeft bruggen proberen te slaan, niet om de angst te cultiveren maar juist om het valse, de volksverlakkerij van de angst te ontmaskeren. In de USA zijn de protesten tegen de oorlog in Viëtnam er niet gekomen op basis van angsten maar gedreven door woede en verontwaardiging om de zinloze slachting, om het onrechtmatige van een imperialistische invasie. Was het uit angst dat Bob Dylan zijn schorre beschuldigingen uitzong aan het adres van de 'Masters of War'? Op één punt heeft Ferry gelijk, denk aan een ander protestsong van dezelfde bard: 'A hard Rain is gonna fall'. Een waarschuwing voor de apocalyps van een mogelijke atoomoorlog. Maar was deze angst onredelijk? Waarom doet men vandaag dan zo druk over de proliferatie, over het mogelijke bezit van atoomwapens door 'the axis of evil' om nog te zwijgen over het ergens rondzwervende nucleair materiaal van de vroegere Sovjetunie? Dit is op wereldschaal de enige reële angst: de proliferatie kan het eventueel mogelijk maken dat een of andere gek maar op een knop hoeft te drukken om een kettingreactie in gang te zetten die een nooit eerder geziene ramp veroorzaakt.
Is de vredesbeweging schuldig aan dit risico of omgekeerd juist hun politieke tegenstanders: de makelaars in angst ('fearmongers') die regeringen leiden, de wapenlobby's, de fanatici van allerlei slag?
Angst kan je verminderen of zelfs wegnemen door kennis van de risico's, door juiste informatie, door diplomatie en economische en culturele samenwerking of uitwisseling. Hebben de pacifisten hiertoe aangespoord of de propagandisten van de vroegere en de huidige overbewapening?
Na een oproep vanwege een vereniging van sportleerkrachten om het aantal uren sport in ons secundair onderwijs op te trekken, heeft nu ook de Gentse rector het sportieve licht gezien.
Merkwaardig dat hij om het even welke student in staat acht om een universitaire cursus sport te volgen: wat zegt dit over het niveau van deze sportlessen?
Mochten de haren van Michel Verscheuren al niet zijn hele leven overeind staan, dan zouden ze het nu wel doen.
Gaat de rector ervan uit dat zijn studenten zo wereldvreemd zijn dat zij één van de constante signalen uit de media nooit hebben opgevangen, namelijk dat sedentair leven en eenzijdige voeding ongezond zijn?
Ik neem aan dat mijn vroegere universiteit nog steeds over een bloeiende sportbond beschikt die allerlei competities organiseert. In Gent heb je de Blaarmeersen en de Watersportbaan waar je kan roeien, lopen etc Er liggen sportterreinen waar je kan voetballen. Vanuit Gent kan je veilig fietsen langs Schelde en Dender, eventueel tot in de Vlaamse Ardennen.
Kortaf gezegd: wie in Gent en omgeving niet aan sport meent te kunnen doen, die is er gewoon te lamlendig voor.
Is het proefballonnetje van de Gentse rector geen schoolvoorbeeld (en niet op universitair niveau) van populistisch denken: laten we vooral niet aan de oorzaken werken en de cultuur van bier en hot dogs ongemoeid laten, het moderne hedonisme dat van alles tegelijk wil genieten maar geen enkele inspanning wenst te leveren.
De roemruchte 'Kristalnachten' aan de Overpoort zijn de hoogmis van dit nieuwe decadentisme en niet alleen inzake lichamelijke gezondheid.
een bushok met airco (zie De Standaard van maandag)
Na Arnold Toynbee en andere grote denkers heeft Jetteke van Wijk in haar bejubeling van Dubai een nieuw recept voor wereldvrede gevonden: kleed alle mensen in Versace, omhang ze met diamanten en alle conflictstof verstuift als woestijnzand.
Terloops vermeldt ze een schaduwzijde aan het sprookje: de duizenden gastarbeiders wier statuut nauwelijks dat van slaven overstijgt.
In die zin is Dubai het Arabische Monaco, in de overtreffende trap: een paradijs voor de happy few die zich alles kunnen permitteren en daaromheen een massa die al blij mag zijn als ze drinkbaar water vindt en de kinderen kan voeden.
De euforie van Jetteke zou al wat geloofwaardiger klinken mochten deze Arabische parvenu's, hun zakaat indachtig, wat meer van hun overdaad afstaan aan hun verpauperde geloofsgenoten. Dan zouden deze inderdaad minder geneigd zijn om een bommengordel aan te trekken.
Dit is allicht het enige waarin Westerse en Oosterse rijken perfect overeenstemmen: wat er met de 'verworpenen der aarde' gebeurt, kan hen geen ene moer verdommen.
noot Is het toeval dat een krant een journaliste in dienst neemt die lyrisch doet over de vrouw van een oliesjeik omdat die een fortuin vergokt in een casino en daarna haar juwelen verpandt om aan de speeltafel te kunnen blijven zitten? Op die manier daalt De Standaard af naar het niveau van royalty watchers en glitterbladen die alleen oog hebben voor de jetset en koningshuizen maar zich niet bekreunen om mensen met een schamel pensioentje of schandalig laag loon. Uit de gekozen onderwerpen kan je afleiden waar een blad belangstelling voor heeft, welke maatschappij ze nastreeft.
In het filosofisch gedeelte van zijn nieuwste roman vraagt Coetzee zich af of het economische model van competitie en concurrentie geen economische vertaling is van het oorlogsmodel. En net zoals men de oorlog kan afwijzen en voor vrede kiezen, kan men de keuze maken voor samenwerking in plaats van elkaar de duvel aan te doen.
Is het niet contradictorisch dat we nu al jaren leven in een Europese economische unie en nog altijd moeten horen dat onze bedrijven competitief moeten zijn tegenover de buurlanden? Als de EU inderdaad een unie is, hoe kan men deze rivaliteit door middel van fiscale voordelen en verhoogde productiviteit dan blijven verantwoorden?
Heeft het zin dat in Vlaanderen de haven van Antwerpen concurreert met die van Zeebrugge? Is het niet veel logischer om de taken te verdelen en elk zijn specialisatie te laten ontwikkelen zodat ze complementair worden?
Ruimer gezien: waarom zou een Vlaams farmaceutisch of automobielbedrijf moeten in de clinch gaan met een Duits, Frans of Zweeds?
En nog ruimer, op wereldschaal gezien: waartoe kan het huidige onaantastbaar gewaande conflictmodel leiden dan tot sociale afbraak, verspilling van grondstoffen en energie, en tot geregeld een militair conflict in een voor ons marginaal gebied? Alleen al dat 'marginale' begint steeds duidelijker centraal te liggen: een oorlog in het Midden-Oosten tast niet alleen onze economie aan, maar dringt zich in onze samenlevingen binnen in de vorm van een permanente dreiging met aanslagen.
Hoe gaan we de vluchtelingenstromen uit Afrika, Oost-Europa en verder afgelegen conflictgebieden buiten de deur kunnen houden als we ons blijven fixeren op het kortzichtige marktmechanisme dat niets anders is dan economisch darwinisme: het recht van de sterkste dat wij uitoefenen in de waan dat wij voor eeuwig en drie dagen de sterkste zullen blijven.
Een waangedachte inderdaad want nu al komen de Chinezen, de Indiërs en andere nieuwe 'economische tijgers'. En laten we ons geen illusies maken: de Chinezen evenaren ons weldra niet alleen in vindingrijkheid, zij overtroeven ons nu al inzake cynisme: zie hun neokolonialisme in Afrika.
Kortom, het conflictmodel voert ons als lemmingen naar de afgrond en de lemmingen klemmen zich vast aan hun beleggingsfonds, hun aandelenportefeuille die de moderne variant is van de amulet, van de heiligenscapulier waarop alle kogels zullen afketsen.
De idee van Coetzee is slechts een heropvissen van wat Feuerbach al onmiddellijk opmerkte na de lancering van Darwins meesterwerk: naast de zelfzuchtige 'struggle for life for the survival of the fittest' merk je in het dierenrijk voldoende voorbeelden van de overleving van de best georganiseerden, de meest coöperatieve: ook de mens is net zo goed een altruïstisch wezen als een egocentrisch.
Waar het uiteindelijk op aankomt is de keuze waartoe we ons laten dwingen of toe willen laten verleiden: de bestendiging van het conflict of de coöperatie?
Onze officieel geproclameerde ethische codes zijn duidelijk: zowel de christenlijke naastenliefde als de socialistische solidariteit als het humanistisch respect voor de mensenrechten laten maar één keuze over.
Er zijn dus andere machten, binnen en buiten ons, die aansturen op het tegenovergestelde: de eeuwige competitie waarvan het aantal eeuwen wel eens geteld zou kunnen zijn.