Een greep uit de kranten van vandaag zaterdag 24 november. In Brazilië werd een 15-jarige straatdievegge opgesloten bij 20 mannelijke criminelen; men kan zich inbeelden wat zich daar heeft afgespeeld. In het vroegere Oost-Duitsland werd een 17-jarige tiener overvallen door 4 skinheads die een hakenkruis in haar heup tatoeëerden. In Burundi worden wekelijks 26 verkrachtingen gemeld, heel wat meer worden niet eens aangegeven uit schrik of omdat het toch niets uithaalt. Wie schreef alweer: 'Ich kann nie so viel fressen wie ich kotzen möchte'?
Het doet me denken aan al de jaren dat ik als leraar Nederlands mijn leerlingen van de derde graag aanspoorde, soms verplichtte, om het nieuws te volgen. Steeds met een ondertoon van zelfverwijt en schuldgevoelens: had ik wel het recht om deze 16-18-jarigen te confronteren met alle gruwel en smerigheden van deze wereld?
Deze ambivalentie is gebleven: enerzijds lijkt het me noodzakelijk om de actualiteit te volgen en zich te informeren om zo correcter te kunnen oordelen en bij de volgende stembusgang een meer verantwoorde keuze te maken. Anderzijds heb je geregeld een 'time out' nodig. Je moet af en toe op een 'geestelijk eiland' gaan zitten, in de natuur, tussen de kaft van een heerlijk boek, in de armen van een geliefde. Anders riskeer je compleet gek, cynisch of depressief te worden.
Dat wordt blijkbaar bewezen door de cijfers van gisteren: ongeveer 17% van onze volwassenen lijdt aan depressies. Een psychiater stemde in met mijn vermoeden dat dit te maken heeft met de dagelijkse lawine aan negatieve sensaties: ongevallen, rampen, criminaliteit, aanslagen en oorlogsbeelden. Dit overbeklemtoonde negativisme moet onvermijdelijk een weerslag hebben op de psyche van onze bevolking. Ten tweede is er de toenemende druk op de werkvloer, een gevolg van de moderne leuzes 'flexibiliteit' en 'verhoogde productiviteit'. Het is al vaker gezegd, onder meer door Frank Vandenbroucke en Mieke Vogels: 'je kan de mensen niet blijven uitpersen als citroenen.' Mensen zijn geen machines die je bij panne kan vervangen door een even goeie of nog betere.
Ten derde vrees ik dat het ritme van de arbeidsmarkt is overgeslagen op dat van de vrijetijdsbesteding: bijna iedereen heeft het druk, druk, druk. Bij elkaar binnen lopen zonder aankondiging kan niet vanwege een overvolle agenda. Toch weet deze hyperindividualistische dichter dat de mens wezenlijk een sociaal dier is: je hebt niet enkel behoefte aan samenzijn, maar aan kwalitatief samenzijn met mensen die je vertrouwt, tegenover wie je echt kan zeggen wat je denkt en voelt.
Kortom, ik vrees dat we in een zieke en ziekmakende tijd leven. De overvloed van onze consumptiemaatschappij - althans voor wie er aan mag deelnemen - kan deze aanslagen op het welzijn niet compenseren. De depressieven onder ons vervullen de functie van de kanaries in de vroegere steenkoolmijnen: zij signaleren ontploffingsgevaar. Niet alleen zij moeten worden behandeld, maar in de eerste plaats deze zichzelf beschadigende maatschappij.
Vandaag lezen we in Visie, het weekblad van het ACW, een interview met ene Pol van Camp, gepensioneerd vakbondsman en vredesactivist. Hij is pas terug uit Afghanistan en spreekt over de Afghaanse hongerstakers in Brussel: 'De hongerstakers hebben nu via een ongeoorloofd middel gekregen waar ze recht op hebben. Wat onrechtvaardig is, is dat ze daarvoor hun leven moesten riskeren.' De kop boven het artikel luidt: 'Hongerstaking is een wanhoopsdaad'. Het mededogen van deze man staat in schril contrast met de verklaringen van de blauwe excellentie van binnenlandse zaken, Patrick Dewael, en de Dienst Vreemdelingenzaken die bij herhaling de hongerstaking 'chantage' hebben genoemd en : 'Op chantage gaan wij niet in, we laten ons niet chanteren.' De woorden 'chantage, chanteren' worden dan uitgesproken met een diep misprijzen door ongetwijfeld zeer eerzame burgers en democraten. Terecht: volgens het wetboek is chantage, in de betekenis van afpersing, een misdrijf. Maar een terugblik op de geschiedenis kan ons wat anders leren. Was niet de beroemdste aller hongerstakers in de voorbije eeuw Mahatma Gandhi? Voelt iemand zich geroepen om Gandhi een crimineel te noemen? Verkiest men een verzetsleider (tegen de toenmalige Britse overheersing in India) die terreuraanslagen organiseert of een burgeroorlog op touw zet? Als er iets crimineel is aan de hongerstaking, dan wel de situatie van uitzichtloosheid die iemand naar dit wapen van de machteloze doet grijpen. Er zijn toch rare dingen aan de hand met de morele verontwaardiging: aan de ene kant stuurt men soldaten naar Afghanistan en aan de andere kant vindt men dat de slachtoffers van Taliban en 'war lords' maar in eigen land moeten blijven - Afghanistan is veilig genoeg volgens de experten van Vreemdelingenzaken. Idem dito voor Iran: telkens weer schreeuwen Westerse politici hun verontwaardiging uit over dit theocratische dictatoriale regime, maar opnieuw mogen Iraanse vluchtelingen door dit regime vervolgd hier niet binnen. Vluchtelingen moeten kunnen bewijzen dat zij persoonlijk het slachtoffer geweest zijn van vervolging: hoe doe je zoiets? De sporen tonen van foltering, wat impliceert dat je in de dictatuur moet blijven leven tot je inderdaad gefolterd wordt? Moet een vrouw de littekens van een verkrachting kunnen tonen? Hoe leg je de eigendomsbewijzen voor van een huis dat is onteigend of weg gebombardeerd? Hoe kom je aan documenten als je halsoverkop bent weggevlucht of halfnaakt uit een bootje of vrachtwagen wordt gehaald? Kortom, eens te meer staan we voor het gezegde van Léo Ferré: 'La morale c'est la morale des autres.' Wij mogen ons wentelen in de luxe, dat is ons onvervreemdbare geboorterecht, de schooiers die hier aanspoelen moeten terug naar hun mesthoop en/of gevangenis met martelkamer. Uit Hertoginnedal noch uit de Wetstraat hebben we al een signaal opgevangen dat de onderhandelaars erg in hun maag zitten met dit probleem, zeker de communautaire scherpslijpers niet. We leven in een land met een toenemend egocentrisme en groepsegoïsme, in de vele varianten op de kreet: 'Eigen Volk Eerst'. Wat gewoon een uitbreiding is van: 'ik eerst'. Gandhi was niet gelukkig met de splitsing van India na de oprichting van de islamitische staat Pakistan - later heeft ook Bangladesh zich afgesplitst. En in India zelf bleven de gewelddadige conflicten tussen moslims, hindoes en sikhs voort duren. Het is niet met opruiende taal dat je mensen tot bedaren brengt en coëxistentie mogelijk maakt. Vluchtelingen zouden moeten gezien worden als getuigen: hun ellende is een getuigenis van wat fanatisme aanricht, om het even over welk fanatisme het gaat.
Onder deze titel op de frontpagina van De Standaard van 21 november verklaart Koen Peeters, medewerker van Flanders DC - what's in a name? - :'Wanneer in de klas een probleem wordt besproken dan geeft de leraar maar één oplossing. Dat staat haaks op de creativiteit van de ondernemer.'
Tot mijn grote verwondering wordt deze bewering kritiekloos herhaald in het opiniestuk van hoofdredacteur Guy Tegenbos.
Naar welke school zijn deze heren geweest? Zelfs in de autoritaire oertijd van de vroege jaren 1960 aanvaardde onze leraar wiskunde dat je langs meer dan één redenering tot eenzelfde oplossing kunt komen. Er zijn nu eenmaal vakken waarin de exactitude onvermijdelijk een doelstelling moet zijn; ook in een goed gedicht kan maar één woord op één specifieke plaats staan, maar zijn dichters daarom niet creatief?
Trouwens, als ons onderwijs zo schadelijk is voor de creativiteit, waarom komen vrijwel alle creatieve Vlamingen dan uit datzelfde onderwijs? En sommige onder hen blijven er als leerkracht.
Er zijn intussen allerlei leervormen bij gekomen die juist het persoonlijk initiatief van de leerling aanmoedigen: een bezoek aan om het even welke secundaire school zou je daarvan kunnen overtuigen.
De meest waarschijnlijke reden waarom er in Vlaanderen te weinig ondernemers zouden bijkomen - wat op zich al een vreemde vaststelling is: gaat Vlaanderen er immers niet voortdurend prat op dat het zoveel ondernemender is dan Wallonië? - wordt in het editoriaal van Tegenbos aangegeven: het beroep van zelfstandige is uiterst precair en heeft diverse statutaire nadelen. Dit geldt niet enkel voor bedrijfsleiders, maar net zo goed voor de meeste vrije beroepen.
Wil men meer jonge mensen laten kiezen voor het zelfstandig ondernemen dan zal men de huidige risico's moeten milderen en de statutaire bescherming verbeteren.
Vergelijk maar even de wettelijk gewaarborgde pensioenen, het aantal werkuren en je weet al voldoende. Om nog te zwijgen over de moordende concurrentie: wie kan vandaag als beginnende bakker nog op tegen de grote ketens en warenhuizen?
Het is natuurlijk heel modieus om het onderwijs van alles wat er mis loopt of zou lopen, de schuld te geven. Het hedendaagse onderwijs in Vlaanderen initiatiefdodend noemen is naar mijn mening - en ik spreek vanuit meer dan 30 jaar beroepservaring - een belediging voor alle leerkrachten die zich precies voor zelfstandig initiatief, creativiteit en vindingrijkheid engageren.
Na 7 dagen in een Midden-Europese hoofdstad stellen we vast dat de loopgravenoorlog tussen onze volksstammen nog steeds aan de gang is.
We zagen daklozen overnachten in hun vaste vensternis, een oud vrouwtje krom gebogen over een stok, een plastic bekertje in haar vrije hand. Wat uit haar mond kwam, kan een gebed geweest zijn maar net zo goed een vervloeking van mens en wereld, alle goden inbegrepen.
Taferelen die zich ook in ons land, met name in het Brusselse afspelen. Staan de blokletters BHV dan voor Buiten slapen-Homeless-Verpauperd?
Weinig waarschijnlijk dat de sabelslijpers van NVA en FDF het hierover al ooit hebben gehad: aan de poorten van hun vergaderpaleizen wordt immers gebedeld om brokken sensatie niet om levensonderhoud. Als je door een chauffeur ter plaatse wordt gebracht, heb je geen last van een opgehouden hand.
Nochtans zitten met oranje-blauw christenen en humanisten bij elkaar. Oranje is een vrolijke, warme kleur en daar is in het huidige politieke klimaat weinig van te merken, zacht gezegd.
Het blauw daarentegen is Berlijns blauw, bijna zwart. België is inderdaad een surrealistisch land: de meerderheid baadt in weelde, de vertegenwoordigers van het volk bekvechten om 'een morzel gronds' en vrijwel iedereen gaat onverschillig voorbij aan de dingen die er echt toe doen: hoe overwinter je met een gering of helemaal geen inkomen?
Misschien is de federale staat zelf een bestaansonzekere bejaarde, maar toch geen die de straat op moet met een plastic bekertje?
Geldt Orwells gezegde dat ondanks de gelijkheid van alle zwijnen, de vette gelijker zijn dan magere ook in onze verzorgingsstaat?