Vandaag lezen we in Visie, het weekblad van het ACW, een interview met ene Pol van Camp, gepensioneerd vakbondsman en vredesactivist. Hij is pas terug uit Afghanistan en spreekt over de Afghaanse hongerstakers in Brussel: 'De hongerstakers hebben nu via een ongeoorloofd middel gekregen waar ze recht op hebben. Wat onrechtvaardig is, is dat ze daarvoor hun leven moesten riskeren.' De kop boven het artikel luidt: 'Hongerstaking is een wanhoopsdaad'. Het mededogen van deze man staat in schril contrast met de verklaringen van de blauwe excellentie van binnenlandse zaken, Patrick Dewael, en de Dienst Vreemdelingenzaken die bij herhaling de hongerstaking 'chantage' hebben genoemd en : 'Op chantage gaan wij niet in, we laten ons niet chanteren.' De woorden 'chantage, chanteren' worden dan uitgesproken met een diep misprijzen door ongetwijfeld zeer eerzame burgers en democraten. Terecht: volgens het wetboek is chantage, in de betekenis van afpersing, een misdrijf. Maar een terugblik op de geschiedenis kan ons wat anders leren. Was niet de beroemdste aller hongerstakers in de voorbije eeuw Mahatma Gandhi? Voelt iemand zich geroepen om Gandhi een crimineel te noemen? Verkiest men een verzetsleider (tegen de toenmalige Britse overheersing in India) die terreuraanslagen organiseert of een burgeroorlog op touw zet? Als er iets crimineel is aan de hongerstaking, dan wel de situatie van uitzichtloosheid die iemand naar dit wapen van de machteloze doet grijpen. Er zijn toch rare dingen aan de hand met de morele verontwaardiging: aan de ene kant stuurt men soldaten naar Afghanistan en aan de andere kant vindt men dat de slachtoffers van Taliban en 'war lords' maar in eigen land moeten blijven - Afghanistan is veilig genoeg volgens de experten van Vreemdelingenzaken. Idem dito voor Iran: telkens weer schreeuwen Westerse politici hun verontwaardiging uit over dit theocratische dictatoriale regime, maar opnieuw mogen Iraanse vluchtelingen door dit regime vervolgd hier niet binnen. Vluchtelingen moeten kunnen bewijzen dat zij persoonlijk het slachtoffer geweest zijn van vervolging: hoe doe je zoiets? De sporen tonen van foltering, wat impliceert dat je in de dictatuur moet blijven leven tot je inderdaad gefolterd wordt? Moet een vrouw de littekens van een verkrachting kunnen tonen? Hoe leg je de eigendomsbewijzen voor van een huis dat is onteigend of weg gebombardeerd? Hoe kom je aan documenten als je halsoverkop bent weggevlucht of halfnaakt uit een bootje of vrachtwagen wordt gehaald? Kortom, eens te meer staan we voor het gezegde van Léo Ferré: 'La morale c'est la morale des autres.' Wij mogen ons wentelen in de luxe, dat is ons onvervreemdbare geboorterecht, de schooiers die hier aanspoelen moeten terug naar hun mesthoop en/of gevangenis met martelkamer. Uit Hertoginnedal noch uit de Wetstraat hebben we al een signaal opgevangen dat de onderhandelaars erg in hun maag zitten met dit probleem, zeker de communautaire scherpslijpers niet. We leven in een land met een toenemend egocentrisme en groepsegoïsme, in de vele varianten op de kreet: 'Eigen Volk Eerst'. Wat gewoon een uitbreiding is van: 'ik eerst'. Gandhi was niet gelukkig met de splitsing van India na de oprichting van de islamitische staat Pakistan - later heeft ook Bangladesh zich afgesplitst. En in India zelf bleven de gewelddadige conflicten tussen moslims, hindoes en sikhs voort duren. Het is niet met opruiende taal dat je mensen tot bedaren brengt en coëxistentie mogelijk maakt. Vluchtelingen zouden moeten gezien worden als getuigen: hun ellende is een getuigenis van wat fanatisme aanricht, om het even over welk fanatisme het gaat.