VOORAF: gelieve deze mail door te sturen naar leerkrachten uit het basisonderwijs en naar leerkrachten wiskunde uit het secundair onderwijs waarvoor dank.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In het kader van een wetenschappelijk onderzoek probeer ik via deze mail zoveel mogelijk meetbare informatie te verzamelen over de evolutie van de basiskennis wiskunde in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs (eerste, tweede & derde graad).
Gaat volgens u deze basiskennis wiskunde erop vooruit, gaat ze erop achteruit of stagneert ze? En kunt u uw bewering aantonen vanuit toetsen, examens, ...?
Enkele voorbeelden vanuit mijn eigen lessen informatica (ASO & TSO). Steeds vaker komt het voor dat leerlingen geen 6% van 100 (!) kunnen berekenen (soms krijg ik als antwoord 94 want 100 - 6 = 94). Steeds vaker komt het voor dat (in een excelles) de leerlingen niet meer weten hoe ze de omtrek/oppervlakte van een vierkant moeten berekenen. En vorig schooljaar raakte een stagiair (tweede jaar!) hopeloos in de knoei bij de berekening van omtrek en oppervlakte van een rechthoek.
Dergelijke voorbeelden worden vaak weggelachen als anekdotisch. En deze voorbeelden zijn inderdaad anekdoten, maar helaas zijn ze anekdoten die een schrijnende realiteit verbergen.
Heel wat minder anekdotisch zijn de resultaten van de meting naar het behalen van de eindtermen (uitgevoerd in opdracht van het ministerie van onderwijs - Roger Standaert is de verantwoordelijke uitgever) waaruit blijkt dat bij bepaalde proeven TSO-leerlingen 27% en 34% behalen. Dat betekent dat 73% en 66% van de geteste leerlingen de eindtermen niet haalt. Dat is pas dramatisch.
Reageren kan via marc.hullebus@o-zon.be
Alvast dank bij voorbaat voor uw gewaardeerde medewerking.
Vriendelijke groeten,