een flippende tijd? Maakt Tom Naegels zich er al te gemakkelijk van af, of ben ik samen met tientallen andere commentatoren de feiten aan het opblazen? In zijn column Spijkerschrift (zie De Standaard) schrijft Naegels vandaag zaterdag dat de dader van de fatale steekpartij in Oostende een gefrustreerde en stomdronken puber was. Mensen zijn complex. Ze kunnen flippen. Naegels vergeet één detail: de dader liep wel met een mes op zak. De relativisten kunnen verwijzen naar de messengevechten uit grootvaders tijd toen je naar geen enkele dorpskermis kon als je niet voorbereid was op messentrekkerij.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De kernvraag is dus of de gewelddaden toenemen, of het klimaat in de samenleving veranderd is, dan wel of alleen maar de media korter op de bal spelen en de feiten uitvergroten.
Kort na elkaar maakten we de roofmoord op Joe vH mee, de raid van Hans vT, het neersteken van een Waalse schooldirecteur in zijn bureau door een leerling die eveneens een mes had meegebracht. Zijn dit incidenten zonder enig verband behalve dan de media-aandacht?
Gaat het om onveiligheid of om een ongegrond onveiligheidsgevoel? Hebben de tienduizenden Vlamingen die stemmen op het VB en andere rechtse politici die het herstel van law and order beloven, helemaal ongelijk: komt hun stemgedrag voort uit een vaag onbehagen of is het een symptoom van een malaise?
Reeds in zijn cursiefjes en ander proza van de vroege jaren 50 noemde LP Boon de stad Brussel een stenen jungle, een oord van misdaad en verderf. Cultuurpessimisme is van alle tijden: lees er de Griekse en Romeinse filosofen maar op na. Wie de toestand van nu ernstig of alarmerend noemt, kan alleen spreken over gradaties, over een relatief verschil met een vorige generatie, zeker niet over een absoluut verschil: gewelduitbarstingen, normvervaging (om weer zon modewoord te gebruiken) zijn er altijd geweest. Hoe ruig is de verruwde zeden van vandaag: zonder ernstig sociologisch en criminologisch onderzoek kan men daar niets zinnigs over zeggen. Wel is het duidelijk dat misdaad loont voor degenen die het in the picture brengen: de journalistieke norm wordt niet meer gezet door analyses van grote politieke problemen, maar door de dagelijkse misdaden- en ongevallenrubriek van Het Laatste Nieuws. Het journaal op Eén kopieert dat van VTM, de strijd om de kijker is zoals de strijd om de krantenlezer, een competitie naar beneden geworden: niet de inhoud en de kwaliteit primeert, maar de sensatie en het spektakel. Daarom is het moeilijk om nog een betrouwbare barometer te vinden die de morele gezondheid van onze samenleving exact weergeeft. We worden constant gemanipuleerd door impressies, close-ups van extremiteiten en op de duur heeft niemand nog zicht op het totaalbeeld. Het debat begint meer en meer te lijken op een twist tussen believers en non-believers. Ik wou dat ik het sussende toontje van Tom Naegels kon beamen, maar mijn intuïtie zegt dat er meer aan de hand is: het zijn niet alleen de gepeste en bezopen pubers of adolescenten die flippen, we leven in een flippende tijd.
|