politiek correct? Je behoort tot de softies van het politiek correcte denken. Je bent van oordeel dat de vrijheid van meningsuiting geen vrijgeleide is om andersdenkenden - en laten we maar duidelijk zijn: de moslims - nodeloos te provoceren. In wezen gaat het om het aloude dispuut over the ends and the means (Aldous Huxley): we willen een doelstelling bereiken waarover geen onzekerheid bestaat, maar de middelen om daar te geraken zijn wel onderhevig aan twijfel. De doelstelling is zoveel mogelijk mensen, in het bijzonder fanatieke moslims en christelijke fundamentalisten, binnen te halen in de moderniteit. De eigenschappen van de moderniteit zijn: de cartesiaanse twijfel (dubito, cogito, ergosum), vrijheid van meningsuiting, zelfbepaling van het individu mét maatschappelijke verantwoordelijkheid. De cartesiaanse twijfel brengt onder meer met zich mee dat men heilige teksten niet erkent als bron van wetenschappelijke kennis: een heilige tekst kan een morele boodschap hebben maar de feitelijke inhoud moet onderworpen worden aan het onderzoek van de historische kritiek. Vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd: het principe kan afgewogen worden tegen andere, zoals dat vrijwel altijd het geval is met principes. Duidelijke voorbeelden zijn de notie laster en eerroof en het racisme wat laster en eerroof is aan het adres van een groep. De zelfbepaling van het individu houdt vanzelfsprekend de gelijkwaardigheid in van alle individuen, maar is evenmin ongelimiteerd: een individu is pas volwaardig mens als het zich ook maatschappelijk betrokken voelt en bereid is zich naar eigen talent en vermogen maatschappelijk te engageren.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tot daar willen we de fanatici brengen, maar maken we enige kans wanneer we mensen zonder enige traditie in deze gedragsvormen en waarden bruuskeren met spotprenten en beledigingen? De tussentijdse doelstelling moet zijn deze traditie geleidelijk te introduceren door het bevorderen van mensenrechten en democratie: pas wanneer een bevolking bewust is van haar juridische en democratische kracht, zal ze minder vatbaar zijn voor raddraaiers, ophitsers en demagogen. De onwetende fanaticus is niet de eerste tegenstander, wel de geestelijke en politieke leider die van deze onwetendheid misbruik maakt. Spotprenten halen daarom minder uit dan handelsverdragen waaraan de voorwaarde is gekoppeld dat de handelspartner meer respect moet opbrengen voor de mensenrechten.
Is dit een knieval voor de extremisten? Laten we het eerder beschouwen als een noodzakelijk pragmatisme: onze overheid kan het geweld in eigen land proberen te bedwingen, maar tegenover de uitbarstingen in landen waar de oproerkraaiers vrij spel hebben vermag men weinig. Het Westen kan niet ieder land binnenvallen waar fundamentalisten de massa in hun greep hebben, nog afgezien van de vraag of de invasies waar het wel al is gebeurd Afghanistan en Irak zon succes hebben opgeleverd. De taktiek verschilt van situatie tot situatie maar komt in essentie op hetzelfde neer: in westerse landen zal men moeten hameren op het naleven van regels die al in de grondwet staan, in het geval van politiek en sociaal achtergebleven landen zal men moeten aandringen op een aanpassing aan internationale verdragen en principeverklaringen zoals die over de Rechten van de Mens. Kortom, een pamflet schrijven is niet zo moeilijk, een karikatuur publiceren evenmin, de weg opgaan van de geleidelijke modernisering is heel wat lastiger, onder meer omdat de moderne mens per definitie een twijfelaar is en de fanatici twijfelen nooit: de moderne mens spreekt ook en vooral de intelligentie aan, de dwepers en volksmenners bespelen de emoties en de primaire reflexen zoals de angst wat heel wat gemakkelijker blijkt. Moderniteit vraagt zware inspanningen, fanatisme en blind geloof behoren tot de infantiele fase van de ontwikkeling en gebeuren vanzelf.
|