Istanbul Orhan Pamuk xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
weemoed van Istanbul
kinderkopjes, een paardenkar
haalt moeizaam een heuvel
tristezza van Istanbul
armoedzaaiers leggen de loodjes
die ze roofden van een graf:
het koepeltje van een pasja
weemoed van een villa
een houten paleisje bij de
Gouden Hoorn, de stroom
van weelde een open riool
treurnis van fonteinen
begraven onder asfalt
het asfalt een moeras
na twee dagen sneeuw
weemoed van Istanbul
het bonte van zijde, fluweel,
damast vermorzeld in grijzen
van overjas, hoofddoek,
de botsing van baleinen,
regenscherm op regenscherm
weemoed van Istanbul
een Bosporus met misthoorn
en veerpont, een sul van een
sultan, een parade in een
miniatuur: trots van metropolen,
droom van glorie, hoon elke dag
dat je wandelt in hun schaduw
in je hoofd wat het kind heeft
getekend: een roeier door een rode
morgen, een roerdomp, een aalscholver
op een paal in de nevel, een kraai
op een tak en bloesem op kleden
lees mee, de weemoed van boeken
waarin bleef wat verdween
|