Gent-Wevelgem
Het klinkt wellicht betuttelend, maar sommige mensen moet men toch tegen zichzelf kunnen beschermen.
Na de tumultueuze en afschuwwekkende afdalingen van de Kemmelberg wist wedstrijdleider Hans de Clercq te zeggen dat de Kemmel nu eenmaal een monument is en bij de wedstrijd hoort.
Bij de renners hoor je evenmin veel protest: valpartijen zijn 'de risico's van het vak'.
Stel je voor dat dit op een bouwwerf gebeurt, dat de ene bouwvakker na de andere van een stelling naar beneden stort: de werf zou onmiddellijk worden stil gelegd.
Als men de werknemers bij wet een rookvrije werkruimte kan opleggen - ook al zijn er die daar niet om vragen - waarom kan iets gelijkaardigs dan niet met de sport?
Dan moet je horen hoe er gemarchandeerd wordt met de verantwoordelijkheid. Volgens orakel José Decauwer pompen de renners hun banden te hard op en ligt het aan het materiaal: te hoge velgen, te stroeve drinkbushouders; volgens kamikaze Robbie McEwen ligt de fout bij de bangerikken die hun remmen niet durven los te laten.
Kortom, de organisatoren treft geen schuld.
Een risicoloze wielersport is een illusie, maar er een Russische roulette van maken is een misdaad.
Of de betrokkenen nu zo naïef zijn om te geloven dat zij het 'noodlot' - voor zover we roekeloosheid zo mogen omschrijven - wel zullen ontlopen, dan wel of hun fatalisme neerkomt op puur masochisme, mag voor de overheid geen verschil uitmaken: een echte wielerliefhebber wil sport zien en geen bloed.