Africa Djolé xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
de vrouwen die hij naloopt
door motregen, over stoepen
met hondenpoep (kop in de
grond, wat wil je) zij willen
naar Africa, de jongste
naar Nicaragua, de rode
zij zeggen: het doemdenken
het toezien uit de verte uit het voze
hoe elders het leven aanvangt
of als een boom staat vol mangos
het verstijft je spieren tot spijlen
waar je nog amper een woord tussen krijgt
hier opstappen, hieraan ontsnappen, zeggen zij,
en aarden puls in puls stampen
met je voeten, met je buik tot je opstijgt, tot
je verbeelding vleugels krijgt
en doen, het eerste voor het eerst doen
en zijn , geen zombie met een stropdas
geen robot voor een botte klas
tussen de bergen zijn in de hangmat
van het dal, arm zijn, armen en omhelzen,
dansen, je lichaam laten galmen
als een boombrede tamtam
hier word je lam, hier slaan
ze jou als een kram in dood hout
hier ben je oud
daar wil ik me enten, het sap opzuigen
van de kalebas, van de ananas
(en liefhebben in tenten, mannen
berijden als paarden)
zij zeggen: ik wil weer wortels hebben
en bewegen met de aarde
|