xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
uit Van Toen en Thuis
colloque sentimental
hoe laat men doden praten
na het slopen van hun huis:
hun woorden verdonkerd, opgeslorpt
zoals een bloedvlek door een gaas
ze hebben ruzie gemaakt, zeker,
met een stoel als wapen:
je ziet de koperen koppen nog
van sierspijkers, zijn plaats
in de murwe geur van geraniums
ze hebben de liefde bedreven, ongetwijfeld,
er was die brief in een verboden lade
die je opgewonden hebt gelezen
met een glimlach om die schrijffout
in het sierlijke handschrift van vader
ze hebben beraadslaagd
over hun schulden en de schuld
van kinderen die al sliepen of
al snikkend te wachten lagen
op hun lijfstraf
en het huis stond als een stolp
van matglas te trillen
over het razen en bedaren
over het hijgen en snikken
in de geur van de geraniums
je hoort de doden praten
het slaan van een hek
en het huis wacht
als een verre lichtvlek
in de nacht
|