negativisme
In het dubbelinterview met de allochtone journalisten Özgünes en Yüksel (zie Humo deze week) herhaalt deze laatste het mantra dat door vrijwel alle nieuwsproducenten wordt gezongen: 'Helaas, goed nieuws is geen nieuws.'
Welke mediapaus heeft dit dogma ooit geproclameerd, op welke goddelijke openbaring is het gebaseerd?
Op de kijk- en verkoopcijfers allicht. Maar spreek je buur of kennis persoonlijk aan en de vraag: 'Wil jij ook eens positief nieuws horen of lezen' blijkt een retorische vraag te zijn.
Het eenzijdig - met de nadruk op eenzijdig - negativisme in de berichtgeving heeft zorgwekkende nadelen:
- het versterkt de sensatiezucht. Behoeften kan men nu eenmaal creëren of aanwakkeren.
- bewust of onbewust ondermijnen de onheilsberichten het welbevinden van de bevolking. Hoe kan men in alle ernst blijven zeuren over de zogenaamde verzuring als men het onbehagen juist in de hand werkt door dagelijkse bombardementen met negatieve prikkels?
- de solidariteit wordt op de duur gezien als een dwaasheid: waarom zou men zich bijvoorbeeld nog moeten engageren voor Afrika als uit dat continent alleen maar boodschappen komen van corruptie en geweld?
- de samenlevingsproblemen in eigen land krijgen een rechtvaardiging door de steeds herhaalde koppeling van moslims aan godsdienstig fanatisme, misdadigheid en gewelddadige waanzin - idem dito voor het zogenaamde 'onveiligheidsgevoel': hoe zouden de mensen zich veilig moeten voelen in een maatschappij waaruit alleen maar tijdingen komen van moord, diefstal en inbraak?
Dit is geen naïeve roep om een good news-show: er is de informatieplicht van de media - struisvogels staan met hun kont in de lucht en bij de meesten van ons is dat geen fraai gezicht -, maar het nieuwsaanbod is totaal uit evenwicht. Om te geloven in de toekomst, om vertrouwen te hebben in de medemens heb je ook berichten nodig die deze positieve levenshouding ondersteunen. Anders kan men zich in het beste geval ervan afmaken met een liedje van Urbanus: 'de wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij...'
Of geloven de nieuwsfabrikanten - en neem dit woord letterlijk: door hun selectie maken de media het nieuws al beweren zij dat zij het alleen maar signaleren en doorgeven - zelf dat de Apocalyps voor de deur staat?
Aanvulling: als leraar Nederlands heb ik mijn laatstejaars altijd verplicht om de actualiteit te volgen. Telkens zat ik met het gewetensprobleem: 'heb ik het recht om deze 17-, 18-jarigen met hun neus boven de beerput te duwen?' Want dat serveren onze kranten en tv-zenders: de beerput van de menselijke beschaving, alsof de mensheid tot niets anders in staat is.
|