brief aan minister Frank Vandenbroucke
Geachte heer Minister,
vandaag las ik uw opiniestuk in De Morgen over de opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs. Uit mijn ervaring in een 'gemengde' school (oorspronkelijk tso en bso, later ook aso) kan ik bevestigen dat het 'cascadesysteem' nog altijd van kracht is: ouders proberen het met hun kinderen eerst in het aso of niet op handenarbeid gerichte tso, dan pas in andere richtingen.
Het vooroordeel zit dus in de hoofden van de ouders en van de gehele maatschappij, niet zozeer in het onderwijs zelf.
Ik geloof dat de media hier wat kunnen aan doen door meer mensen met een vakopleiding aan het woord te laten en in beeld te brengen.
En de politieke partijen zouden dergelijke mensen meer moeten aantrekken als kandidaten: hoeveel vakarbeiders of mensen met een tso-opleiding zitten er in de diverse parlementen? Hoeveel handenarbeiders zetelen in een gemeenteraad?
Daarnaast zou een sensibiliserende campagne om de gelijkwaardigheid van handenarbeid te promoten geen overbodige luxe kunnen zijn.
Dan kom ik bij mijn vak, het Nederlands: willen we bereiken dat deze mensen meer aan het woord komen dan moet hun verbale vaardigheid worden verhoogd. Tot mijn ontstelling heb ik al meermaals moeten ondervinden dat juist in het bso en tso het aanbod talen wordt verwaarloosd, in het bijzonder het aantal uren Nederlands dat dan onder een algemene noemer valt zoals 'algemene vorming' etc waardoor het vak wel eens gegeven wordt door mensen met een 'voldoende geacht' diploma maar zonder echte kennis van de moedertaal en zonder een diepe betrokkenheid bij het vak.
Een mentaliteit veranderen moet mijns inziens op alle fronten gebeuren. Gelieve uw collega van media Geert Bourgeois hierover aan te spreken opdat de openbare omroep eveneens zijn verantwoordelijkheid opneemt. Gewone mensen moeten niet alleen aan bod komen in dwaze spelletjes.
Groeten,
|