Vermeersch en de sharia
Lezer Willy Wauters (zie De Morgen van vandaag) neemt het Etienne Vermeersch kwalijk dat hij ons niet heeft gewaarschuwd voor een islamitische 'Verklaring van Caïro' waarbij de mensenrechten ondergeschikt werden aan de sharia.
Wat te zeggen over de andere godsdiensten. Dat getrouwde chassidische vrouwen zich moeten kaal scheren is dit een bewijs van de gelijkwaardigheid van man en vrouw bij orthodoxe joden? Dat katholieke vrouwen geen priester mogen worden, homo's 'worden gedoogd maar hun geaardheid niet mogen beleven' is dit in overeenstemming met de universele mensenrechten ?
Wat is het verschil? De katholieke kerk heeft onder druk van historische omstandigheden - en voor alle duidelijkheid: niet uit eigen beweging - geleerd te leven met de scheiding tussen kerk en staat, al levert dat soms nog altijd wrijvingen op.
Dagelijks bewijzen duizenden Europese moslims dat zij daartoe eveneens in staat zijn en in tegenstelling tot de kerk van Rome is hun godsdienst niet onderworpen aan een centraal gezag: wat Belgische moslims doen met die beruchte 'verklaring van Caïro' is hun eigen zaak.
Als men de AEL van Abou Jahjah terecht verbiedt om het Palestijnse conflict bij ons te importeren, dan geldt dit eveneens voor de tegenstanders van de islam: voorbeelden van extremisme in het buitenland moeten niet worden binnengesmokkeld in een binnenlands debat.
We kunnen de imam niet toestaan wat we de kardinaal weigeren, maar het omgekeerde is even waar: als je in een hoofddoek om het even door wie dit kledingstuk wordt gedragen het symbool van onderdrukking ziet, waarom zie je in het kruisbeeld dan niet de executiepaal en het foltertuig?
Ik wens geen Cassandra te zijn maar de opwelling van 'laicité' bij het Antwerpse stadsbestuur lijkt krachten los te maken die later wel eens kunnen leiden tot feiten waarvoor heel Antwerpen zich opnieuw zal mogen schamen.
In feite is het hoofddoeken verbod een schoolvoorbeeld van een paradox: men maakt een probleem van een fenomeen dat men als probleem denkt op te lossen. Al wie zich stoort aan hoofddoeken en bij uitbreiding aan elk opvallend uiterlijk verschil, die wordt in zijn ergernis bevestigd: ergernis om het anders zijn van de anderen wordt verheven tot een deugd.
|