pep en doping
In De Standaard van dinsdag verschenen enkele lezersbrieven over doping in de wielersport en twee artikelen over het gebruik van pepmiddelen door studenten.
Er is om te beginnen het verschil in woordenschat: pep klinkt nog altijd iets vriendelijker als doping terwijl het toch om hetzelfde gaat; onder meer amfetamines zijn regelrechte en zelfs gevaarlijke doping.
Zou het niet zinvol zijn het Antwerpse onderzoek uit te breiden naar alle sectoren die stressgevoelig zijn en periodiek of constant uiterst arbeidsintensief?
Hoe vaak worden geneesmiddelen als anti-depressiva en kalmeermiddelen niet gebruikt op een oneigenlijke manier: niet om een ziekte te bestrijden maar om mee te kunnen draaien in de mallemolen van de prestatiecultus.
De zogenaamde Olympische idealen: 'hoger, verder, sneller' domineren niet alleen de sport (gaande van amateurs tot professionals) maar heel onze maatschappij.
Laten we toch eens eerlijk zijn: zondag hebben wij wielerliefhebbers ons weer zitten vergapen aan het spektakel van een koninginnerit in de Giro en die kick willen wij niet missen: heroïsche prestaties in een schitterend decor.
De morele vragen: is dit wel medisch verantwoord etc worden tijdens de kickervaring naar de achtergrond verdrongen.
Vergelijk het met onze houding als consument: hoeveel klanten liggen er wakker van dat hun dure merkkledij ergens gemaakt wordt door mensen die worden uitgebuit, eventueel door kinderen?
Het is al te gemakkelijk een groep als zondebok aan de schandpaal te nagelen en te vergeten dat men zelf medeverantwoordelijk is: door onze sensatiezucht als het om uitzonderlijke prestaties gaat en door ons blinde consumentisme in het algemeen. De heisa over het dopinggebruik veroorzaakt een valse tweedeling: wij, de zuiveren, tegenover de corrupte atleten. Met wat meer zelfkritiek zouden we inzien dat dit zelfbedrog is en een leugen van Olympische omvang.
(Dit is de zoveelste mail die door De Standaard is geweigerd. In het bijzonder over de dopinghysterie vindt men weinig relativerende teksten in de media - behalve in Humo dan - en dit kan bij de lezers de indruk wekken dat deze teksten niet bestaan, een vorm van manipulatie dus. Zelden worden sport- en andere dokters aan het woord gelaten die medische begeleiding en doping op een nuchtere, wetenschappelijke manier benaderen. Wat de dopingdominees van de media verkiezen is de bevestiging van hun eigen hypocrisie. Je hoort ze gillen 'nog meer van dat' bij elke opmerkelijke prestatie zoals vorige zondag in de Giro, maar als een renner nog maar wordt verdacht van doping dan willen ze hem onder de modder stampen en vermorzelen. Zo gedragen verwende kinderen zich: ze vertrappelen in hun driftbuien het speelgoed waarom ze eerder hebben gezeurd.)
|