voetjes van ivoorxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
zou je haar gezicht omschrijven:
een omzichtige glimlach, het neusje
met de spitse vleugels, de lippen
bewegend van listig naar verlegen
meest van al is jou bijgebleven
de kleine schoentjes in oudroze,
voetjes om te zoenen, dacht je
met de pathos van een Rus,
een prins en idioot
ze kon onder je oksel door,
een onderdeurtje, reebruin
haar ogen alsof er barnsteen
gehecht was aan ivoor
zon beeldje wil je van haar
maken, een kleinood uit
een wisseling van eeuwen
toen een meisje op een jongen
leek en een jongen op een engel
alleen de vleugels ontbraken
om haar op te laten als een postduif
naar een onbestemd adres:
ze zou het zelf wel vinden,
ze had er het bekje voor, de ogen
om meer te vermoeden dan men
roekeloos kan zoeken
haar kleine voeten, wil je onthouden,
in dat tedere oudroze, je voelde jou
een dronken Rus, diep gebogen
om de grond te eren met een kus,
de grond waarover ze heen zou gaan
maar nooit verdwenen uit je ogen
|