De enthousiaste analyse van zondag moet achteraf worden gecorrigeerd met de bedenking dat er een groot verschil op te merken is tussen een politicus in functie en iemand die terug blikt. De Gucht zei ook dat hij geen standpunt wil innemen wie er in het Israëlisch-Palestijns conflict nu gelijk heeft en wie niet. Toch is het voor iedereen duidelijk dat de moord op meer dan 1 200 weerloze burgers en het uitstrooien van honderdduizenden clusterbommen onmogelijk een redelijke vergelding kan genoemd worden van de moord op en ontvoering van een paar soldaten. Het doet denken aan de uitspraken van Dries van Agt in het onvolprezen Zomergasten van de VPRO: tijdens zijn premierschap had deze christen-democraat altijd de kaart van Israël getrokken, achteraf is hij een aantal keren op bezoek geweest in de Palestijnse gebieden en heeft hij een bocht van 180 ° genomen, zijn standpunt is nu dat de sterkste partij ook de zwaarste verantwoordelijkheid draagt en zelfbeheersing moet tonen. Omgekeerd, de hooggestemde Karel van Miert is als Europees commissaris altijd een fervent verdediger van het concurrentiebeginsel geweest, het in Europa tot dogma verheven vrije marktprincipe, en van een socialist zou men toch mogen verwachten dat hij pleit voor sociale (en ecologische) correcties bij de vrije markt. Voor beide heren van stand geldt dus overduidelijk dat de geest helderder functioneert als men de handen vrij heeft.