een nieuwe klassenstrijd?
Als je een round-up maakt van de commentaren en ideologisch gekleurde eisen die de voorbije weken zijn geformuleerd, worden de recente verkiezingsuitslagen des te onbegrijpelijker.
Arbeidsmarktspecialist Jan Denys schreef dat ons land een voorbeeld moet nemen aan de VS waar er geen discriminatie zou zijn inzake tewerkstelling van allochtonen. Heeft deze specialist er dan geen weet van dat heel wat Amerikanen twee jobs moeten aanvaarden om hun huishuur te kunnen betalen, en dat latino's en illegalen vaak tegen een hongerloon moeten werken zonder enige sociale bescherming?
De selectieve verontwaardiging omtrent de ontslagpremies bij Opel Antwerpen toont aan dat de tegenstelling tussen links en rechts bijna ouderwets wordt aangescherpt: er zijn stemmen die in de eerste plaats de belangen van de werkgevers en de aandeelhouders dienen, en andere die vooral bekommerd zijn om arbeidsvoorwaarden, lonen en vervangingsinkomens.
In het verleden heeft Yves Desmet in De Morgen reeds betoogd dat de verhouding tussen arbeid en kapitaal heel wat diffuser is geworden dan pakweg 50 jaar geleden: heel wat gewone Belgen zijn beleggers geworden, en ook de klassieke vertegenwoordigers van de loontrekkenden, de vakbonden, beleggen hun fondsen op de beurs.
Niettemin kan je er niet om heen dat links en rechts steeds duidelijker tegenover elkaar staan.
Tegen het licht van deze ontwikkeling is de dreun die de Vlaamse socialisten kregen een raadsel.
Tenzij men er de triomf van het populisme in ziet, de overwinning van de simplismen op de nuance van de academici. Heel wat sociale verworvenheden zijn hier zo evident geworden, dat de kiezers het zich kunnen veroorloven om te bijten in de hand die hen gegeven heeft. Althans dat denken zij.
|