de Generatie 68, poging tot apologiexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Opiniemakers lijken net zo trendgevoelig als de ontwerpers van een bikinilijn. De voorbije 20, 25 jaar is de Freudbashing een rage geworden als het gaat om opvoeding en psychologie; meer recent wordt de zogenaamde generatie xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />68 door heldere geesten als Sarkozy en Bart de Wever - onder vuur genomen als het politiek engagement en maatschappij betreft.
Men heeft het dan over permissiviteit, anti-autoritaire opvoeding, links extremisme en onverantwoordelijk anarchisme. Deze ontsporingen hebben bestaan of bestaan nog altijd, maar zijn ze voldoende om een heel tijdsklimaat naar de verdoemenis te schrijven?
Sedert de deterministen zoals Hippolyte Taine weten we dat iedereen kind is van zijn tijd. Marx poneerde de stelling dat de economie de onderbouw is van het geestelijk leven, dus ook van cultuur in de ruimste zin en politiek denken in het bijzonder.
De Golden Sixties leken een tijd van ongeremde groei: tot aan de eerste oliecrisis van 1973 was de allesoverheersende gedachte: the sky is the limit. Deze economische expansie vertaalde zich in een mentale openheid: de jaren 60 en de eerste jaren 70 leveren een beeld op van experimenteren, het verkennen van de eigen grenzen en van de limieten van de politieke actie en samenlevingsvormen.
Men spreekt dan ook over een seksuele revolutie met als typerende publicaties De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt en de eerste speels-erotische bundels van Herman de Coninck die een aanval leek in te zetten op het klassieke gezin, maar ook voor een nieuwe feministische golf zorgde, denk aan The female eunuch van Germaine Greer.
De openheid ging alle kanten op: we zagen een nieuwe belangstelling voor Oosterse filosofieën, een nieuwe mystiek en verinnerlijking met klemtoon op zachte waarden. De tederheid van Ton Lemaire werd een nachtkastjesucces naast de Kamasoetra en Siddharta en De Steppenwolf van Herman Hesse.
Allerlei extreem-linkse bewegingen manifesteerden zich: bij ons onder meer Amada, in het buitenland de gewelddadige Rote Armee Fraktion en Brigate Rosso.
Er was de wereldwijde contestatie van de oorlog in Viëtnam en het protest tegen de gewetenloze multinationals.
In de kerk bracht de vernieuwing ingezet door het Tweede Vaticaans Concilie de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologie voort, een merkwaardige mix van Marxisme en evangelisch christendom, die later door de Poolse paus vakkundig werd gemuilkorfd. Op posters was een Jezus te zien die de tweelingbroer van Che Guevarra leek te zijn.
De zogenaamde Club van Rome leverde rapporten af om de contestatie en het protest wetenschappelijk te onderbouwen zoals Het einde van de Groei en Voor een rechtvaardiger economische wereldorde (Rio).
Wat deze generatie nu vooral wordt verweten is haar anarchisme en haar gebrek aan verantwoordelijkheid en haar opportunistische en hedonistische lichtzinnigheid.
Het anarchisme moest blijken uit slogans zoals verboden te verbieden, hippieachtige communes; en de onvolwassenheid uit de verbeelding aan de macht.
Ten eerste: termen als de generatie van zijn handige passe-partouts maar tegelijk grove veralgemeningen: de meeste generatiegenoten hebben weinig te maken met de opvallende kenmerken of zijn er zelfs het tegendeel van. Ten tweede: in de mate dat de deterministen gelijk hebben, heeft niemand er enige verdienste of schuld aan tot een bepaalde generatie te behoren. Men zag vooral bij jongeren een duidelijk verschil in de jaren 1980, begin 1990 die de generatie van het cocooning worden genoemd: zij leveren het omgekeerde beeld op: een tijd van economische recessie waardoor een mentaliteit ontstond van ieder voor zich, concentratie op de eigen carrière en het eigen gezinnetje.
Heel wat revolutionairen van het eerste uur zijn achteraf voorbeeldige (klein-)burgers geworden, florerende bedrijfsleiders of politieke carrièristen. Andere zijn hun engagement trouw gebleven, denk aan Paul Goossens als hoofdredacteur van De Morgen en Daniel Cohn-Bendit die nog altijd voor de Groenen in het Europees parlement zit en daar zeer actief is.
In Vlaanderen zag je het ontstaan van Agalev, de beweging Geneeskunde voor het Volk
en de recuperatie van een aantal jonge extremisten door de traditionele partijen zoals de trotskist Frank Vandenbroucke door de SP.
De reden waarom ik deze poging tot apologie schrijf is echter de vaststelling dat heel wat maatschappelijke initiatieven van vandaag gedragen worden door de generatiegenoten van 68. Zelf was ik in 1968 een politieke oen dankzij mijn godvrezende opvoeding totaal onwetend pas met vertraging is me door lectuur en contacten met studiegenoten een en ander duidelijk geworden.
Dit is dus geen oratio pro domo want ik ben slechts een nakomertje.
Maar ik zie in de huidige contestatiebewegingen steeds diezelfde leeftijdsgenoten het voortouw nemen: in het verzet tegen het kappen van het Brugse Lappersfortbos, in de protesten tegen het hardvochtige vreemdelingenbeleid of omgekeerd: positieve initiatieven die zich ontfermen over vluchtelingen zoals de Brugse vzw Integraal die lessen Nederlands organiseert voor kinderen van kansarmen en inwijkelingen.
Pas de laatste 10 jaren lijkt de fakkel te worden overgenomen door de andersglobalisten, het verzet tegen extreem-rechts (Tom Barman behoort duidelijk tot die nieuwe generatie; Eric Goeman van Attac nog tot die van 68) maar als deze nieuwe golf van engagement een trendbreuk laat zien, dan is het geen trendbreuk met 68 maar wel met de in zichzelf opgesloten tussengeneratie van het cocooning.
De continuïteit blijkt uit bijvoorbeeld het succes van An unconvenient Truth: wat is dit project anders dan een didactische uitwerking van het eerste rapport van de Club van Rome?
Tot besluit: mij lijkt het veel zinvoller om aan te sluiten bij het idealisme en het brede engagement van 68 en de uitwassen of ontsporingen ervan te vermijden, dan deze generatie zonder enige nuance te verketteren. Vader- of broedermoord is een populair thema in de kunst, maar politiek gezien is het tijd- en energieverlies.
|