het eilandgevoel
Zowel in De Standaard als in De Morgen staan vandaag reacties op het voorstel van Mieke van Hecke, de grote baas van het katholiek onderwijs, om meer aso-leerlinge te recruteren in de opleidingen tot onderwijzers(-essen) Tot ongeveer 1967 was het evident dat de toekomstige onderwijzers uit het aso kwamen. De toenmalige Normaalscholen splitsten immers een zesde jaar humaniora in tweeën en koppelden hieraan een pedagogisch-didactische vorming.
Sinds de opleiding op zichzelf staat, zijn de problemen ontstaan die Pieter Lesaffer in De Standaard beschrijft. Soms gaat het om een tweede keuze wat geen garantie biedt voor het nodige enthousiasme, soms dienen zich kandidaten aan met onvoldoende intellectuele begaafdheid.
Maar de denkfout van Mieke van Hecke lijkt me te zijn dat zij de problemen in hun eindstadium wil aanpakken terwijl ze beter bij de wortel worden bestreden.
Het tso is inderdaad ook bedoeld als een doorstromingsrichting: niet zozeer gericht op de universiteit als wel op het vroegere A1-niveau, de huidige bachelors.
In principe zouden deze leerlingen dus een lerarenopleiding moeten aankunnen, maar door het dalende niveau - in het bijzonder wat de talenkennis betreft - voldoet het tso meestal niet meer aan deze verwachting.
En daarnaast is het zo dat leerlingen van bescheiden of vreemde afkomst vaak verkeerd - wat wil zeggen: onder hun niveau - worden georiënteerd: een uitgestelde studiekeuze zou hier kunnen helpen.
Al ben ik geen fan van een volledig gemeenschappelijke eerste graad in het secundair onderwijs: een kind met technische of manuele begaafdheid is meestal niet theorisch of verbaal getalenteerd en omgekeerd. Tenslotte heeft Lesaffer gelijk als hij stelt dat het onderwijs een te stug systeem is dat enthousiaste en creatieve mensen afschrikt of het werken bemoeilijkt en bijgevolg ontmoedigt. Het dirigisme en de regelgeving zijn de laatste jaren alleen maar erger geworden. Enthousiasme is een vorm van liefde en in de opera 'Carmen' wordt gezongen dat die zich niet laat kooien: zonder soepelheid en voldoende vrijheid maak je de gedrevenheid kapot.
Bureaucratie, een overvloed aan paperassen, doodt in elke sector het creatieve en persoonlijke, zeker in het onderwijs.
|