vol is vol
Uit de tekst van Tom Ysebaert (in De Standaard van donderdag) blijkt dat men het evident vindt dat scholen tijdens de spitsuren geen gebruik kunnen maken van de trein.
'Wie voor zijn broodwinning op weg is, krijgt voorrang op de dagjesmens.'
Dit klinkt zeer redelijk , maar is het dat ook?
Ten eerste, om de ouders te overtuigen van de zinvolheid van een studiebezoek moet je een gevulde agenda kunnen voorleggen. Doe dat meer eens al je niet voor 10 uur in Brussel kunt aankomen.
Ten tweede: vergeet toch eens het cliché van 'een bende joelende scholieren'. Dit geldt misschien voor de lagere school, leerlingen uit het secundair kunnen zich best beheersen. En als dat niet zo is, spreek dan de begeleidende leerkrachten aan.
Ten derde: de jeugd is de toekomstige klant van het openbaar vervoer. Hoe vaak heb ik als leraar moeten horen van mijn leerlingen: 'Met de trein reis ik nooit meer.'
Dat lag dan aan de hopeloze service, de botheid van het personeel, de ongeldigheid van gunsttarieven of go-passen voor 9 uur, gebrek aan stiptheid, de onmogelijkheid om fietsen te vervoeren etc etc
De kernvraag is: hoe sta je tegenover het openbaar vervoer? Wil je dit promoten of niet: zo ja, begin dan met de jeugd.
aanvulling In de tekst staat verder nog: waarom moeten gepensioneerden die tijd zat hebben zonodig tijdens de spits op de trein stappen? Weerom een gelijkaardig antwoord: als je van de ene kant van het land wil reizen naar de andere moet je er vroeg bij zijn. En heeft men liever nog meer autobussen op de snelwegen? De oplossing voor de spits is inderdaad het inleggen van meer dubbeldekkers: men moet niet uitgaan van de bestaande capaciteit, maar van de ultieme doelstelling: minder verkeer op de wegen, dus meer openbaar vervoer.
|