vergrijzing volgens Blanpain
De lezersbrief van professor Blanpain (zie De Standaard van vandaag) getuigt van een selectief fatalisme. Om de kosten van de vergrijzing op te vangen acht hij het meer belasten van 'het kapitaal' onmogelijk gezien de fiscale concurrentie tussen de Europese lidstaten. Langer werken is het mantra dat hij overneemt van de meeste politici en commentatoren hoewel we voortdurend signalen registreren van 50-plussers die niet meer worden aangenomen. Kan je dan niet met even veel fatalisme stellen dat het geen zin heeft deze groep te activeren?
Het gaat met andere woorden om politieke wil: Europa kan net zo goed beslissen om te streven naar fiscale harmonisering als de concurrentieslag ongemoeid laten.
Blanpain heeft alle recht om de slogan 'langer werken' in de mond te nemen: samen met Etienne Vermeersch behoort hij tot de meest actieve bekende 60-plussers in ons land. Maar hij moet dan ook erkennen dat zijn job tegelijk zijn passie is en dat kunnen helaas weinig 50-plussers zeggen.
Daarnaast is er het gegeven dat heel wat ge(pre)pensioneerden bezig zijn met activiteiten die voor ons sociaal weefsel essentieel zijn maar de schatkist weinig opleveren: mantelzorg en allerlei vrijwilligerswerk.
Kortom, het probleem van de vergrijzing is veelzijdig en men kan het niet evenwichtig benaderen als men bij voorbaat bepaalde denksporen afsluit.
Het is al meer dan 20 jaar mijn overtuiging dat ons sociaal stelsel in elkaar zal storten als men het in hoofdzaak blijft financieren met belastingen op arbeid.
Zelfs een globale activeringsgraad van 70% zal niet volstaan om de stijgende kosten van vergrijzing, gezondheidszorg en andere sociale diensten te blijven betalen.
Om moreel aanvaardbaar te zijn zal het beleid vooral acht moeten slaan op het rechtvaardigheidsgevoel: Vlamingen en Belgen willen geen duale maatschappij waar de enen worden vertroeteld en de anderen in de armoede worden geduwd.
|