Allerzielenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
miezer-, griezelregen, pezen
knappen hoorbaar als takken
onder je huid: dit is
de schedeldag, op een vale lei schrijft
een meeuw haar gil - waar schrikt
ze van, haar schaduwloze vlucht?
geen regen, alleen het zweet van
bladeren, bos dat zopas nog zong
op de tonen van oktober
je gedenkt niet eens een dode,
de dood bedenkt jouw vezels
met bezoek, woekert gelijk
een virus in een vlies
jouw rijk behoort een andere
wereld, de zwijgende, hoorbaar
door afwezigheden, woorden zolang
gebezigd dat ze barsten
als gleiswerk in de vaat
neem ze voorzichtig uit het water,
breek ze met zorg zoals men broden
deelt met vogels, bedelaars: zie
de begeerte in hun oog, de angst
dat iemand ze voor zal zijn
een grotere vogel, een bewoner
van karton met een mes onder
het koord dat zijn vodden ophoudt
aanwezigen die geuren naar
noodbrug en bladeren, terwijl
een miezer-, griezelregen
ritselt als een dodenkleed
|