stankxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- een nieuwjaarsbrief
vader,
ik hoor ik ruik
het sudderen, knisperen
van vet in de zure maag
van de hel
want er was een janker
die wegkroop onder een gootsteen
en het lopen liet
in zijn broek
er was een leperd
die het veld in liep
en zich niet liet raken
door de wijm
de wilgentwijg in uw vuist
(en er moet een meisje zijn geweest
van moerbeibladeren
die bekropen werden
door de rupsen van uw adem)
vanwege al die beelden,
vader,
die zich een weg banen
door de schemer
van vergeten en vergeven
en als uw vet nu
suddert en knispert,
vader,
in de pan van een
vadsige duivel
en u het hete druipen voelt
van zijn verwende muil
en als het stinkt, vader,
zoals getuigen vertellen
die aan de rand van graven
te kokhalzen stonden
na de nederlaag van de daders
na de nederlaag van de vaders
die door hun beenderen zakten
zoals alle tronen zakken
door hun poten
door die stank heen, vader,
ruik ik het vers flanel
de sunlightzeep
ruik ik uw rug uw getaande vel
waartegen ik insliep
- na het te vroege inslapen
van moeder -
zoals een dorp inslaapt
tegen een burcht, een gebergte
zoals hier diep de schapen inslapen
want daarboven hurkt de hoeder
|