Gedichtendag
Uit de vaststelling dat de voorbije twee jaar 82 nieuwe bundels zijn gepubliceerd van Vlaamse dichters, leidt De Standaard af dat het goed gaat met de poëzie in Vlaanderen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hebben de onderzoekers ook nagegaan wat de oplagen waren en hoeveel exemplaren daarvan zijn verkocht?
Tweede vraag: hoeveel van deze productie dringt door tot in de media, hoeveel recensies van nieuw werk verschijnen in de kwaliteitsbladen zoals De
Standaard en De Morgen, en hoeveel individuele gedichten worden voorgesteld aan het ruimere publiek?
Als het economisch gezien zo goed gaat met de poëzie in Vlaanderen, waarom jammert Willy Tibergien dan voortdurend over zijn uitblijvende subsidies, hoeveel literaire tijdschriften en literaire uitgeverijen kunnen het trouwens stellen zonder subsidies?
Derde vraag: hoeveel mensen leren behoorlijk poëzie lezen in het onderwijs en zijn later in staat om de moderne dichter in voldoende mate te begrijpen?
Een initiatief als een Gedichtendag is lovenswaardig, maar alleen wanneer hij een culminatiepunt markeert in een permanente belangstelling, anders is eenmaligheid niet meer dan een soort karnaval: voor een dag of een paar dagen doen we alsof.
Is het zo extreem om voor te stellen dat in de media die zichzelf beschouwen als kwaliteitsmedia - Klara, Canvas, De Standaard en De Morgen er dagelijks poëzie aanwezig behoort te zijn en dan niet alleen in de vorm van leukigheid à xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />la Wim Helsen?
|