40E MARCHE INT.HOEGNE ET VESDRE. / HOEGNE ET VESDRE. / CORNESSE - PEPINSTER 05/02/2012.
40E MARCHE INT. HOEGNE ET VESDRE.
HOEGNE ET VESDRE.
CORNESSE-PEPINSTER.
Zon, blauwe hemel wel koud maar met een laagje sneeuw over het landschap wat is er mooier in de winter. We vertrekken met de wandeling in Cornesse een deelgemeente van Pepinster.
We wandelen van het centrum weg en in de verte zien we het kasteel van Cornesse. Het met gele natuursteen gebouw valt wel op. We wandelen door de velden en genieten van de prachtige wintertaferelen. Wat een mooie vergezichten. We komen in Wegnez aan de kerk met een paar mooie huizen. Dan weer een heel eind door de prachtige natuur.
Dan komt Soiron in zicht. We wandelen het dorp binnen, Soiron, met zijn schitterende kasteel, ligt te midden de heuvels, velden en boomgaarden die afwisselend met doorlevende hagen en groepjes bomen zijn afgezoomd. Bij de traditionele woningen, die zoals vaker in het Land van Herve in de Maaslandse renaissancestijl zijn gebouwd, heeft men gebruik gemaakt van baksteen, zandsteen en kalksteen voor de omlijsting van deuren en ramen.
We verlaten het dorp en wandelen door de vallei van de Ruisseau en komen zo aan de kapel Du Fierain nog wat verder door de prachtige velden en weilanden, prachtige vergezichten over het prachtige landschap.
Wat verder komen we op het drie dorpenpunt Soiron, Chene en St Germain Haspice. Nog wat verder dalen we af naar Cornesse we wandelen langs het kasteel het dorp in en hier eindigt onze wandeling.
KROKUSTOCHT. / DE DEMERSTAPPERS BILZEN. / SCHOONBEEK. 15/02/2012
KROKUSTOCHT.
DE DEMERSTAPPERS BILZEN.
SCHOONBEEK.
Schoonbeek is een gehucht van de voormalige gemeente Beverst, dat in 1977 gefuseerd werd met de stad Bilzen. Het noordelijk deel van het gehucht, dat aan de stad Genk grenst, is nog grotendeels bebost.
Het Waterkasteel van Schoonbeek is een in U-vorm gebouwde renaissancekasteel en heeft een grote tuin. Naast het kasteel ligt een vijver die uitmondt in een gracht, waarover een ophaalbrug naar de toegangspoort leidt. De oudste kern van het kasteel dateert uit de middeleeuwen: in 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. Op de wandeling ook nog een paar mooie vakwerkhuizen.
Wat verder komen we in het domeinbos Schoonbeek. De bossen van Schoonbeek liggen op schrale, zure zandgronden met daartussen nattere, moerassige stukken. Vroeger werden vooral naaldbomen aangeplant; meer dan 60% is bezet met grove den. Er zijn ook enkele bosbestanden met Corsicaanse den, lariks, fijnspar of andere naaldbomen. Amerikaanse eik werd ook veel geplant, maar samen met de Amerikaanse vogelkers wordt deze ongewenste woekersoort nu bestreden. Van nature komen loofboomsoorten voor zoals zomereik, berk, zwarte els, lijsterbes, sporkehout.
We wandelen door de brede lanen in het bos en we wandelen tussen de paadjes door het bos, aangenaam om te wandelen als we het bos verlaten zijn we vlug terug aan ons vertrek, een aangename woensdagwandeling.
WINTERTOCHT / WC STRUCHTER BOYS / SCHIN OP GEUL. NL. 12/02/2012.
WINTERTOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL. NL.
Het lieflijke dorpje Schin op Geul ligt ten zuidoosten van Valkenburg. Een plaatsje dat we bekijken vanaf de Schaesberg of vanaf de Keutenberg een prachtig panorama is dan de beloning. In Oud-Valkenburg liggen de kastelen Genhoes en Schaloen. Naast dit laatste bouwwerk ligt het befaamde heempark "Kasteeltuin Oud-Valkenburg". Aan de andere kant van de weg biedt het bijna 2000 hectare grote natuurgebied "het Gerendal" u een ruimte van rust, flora en fauna.
Ook is in dit gebied de bekende orchideeëntuin vol zeldzame exemplaren te bewonderen. Maar vandaag is alles bedekt met een wit laagje sneeuw. We wandelen wat verder en vlug komen we in Oud- Valkenburg. Het dorp is gelegen tussen Valkenburg en Schin op Geul. De oorsprong van Valkenburg ligt waarschijnlijk in Oud-Valkenburg. De kerk van Oud-Valkenburg is gewijd aan Johannes de Doper en dateert gedeeltelijk uit de 11e eeuw. In Oud-Valkenburg bevinden zich twee kastelen, Kasteel Genhoes en Kasteel Schaloen. Wij wandelen door het dorpje en door de velden met prachtige zichten op de omgeving.
Een beetje verder komen we aan Kasteel Schaloen. Het kasteel is gelegen in de beemden van de Geul in Oud-Valkenburg. De gracht rond het woonhuis wordt gevoed met water van de molenbeek, een Geultak, die in de 16e eeuw de echte loop van de Geul vormde. Achter een poorthuis komt men op een plein, waaraan het kasteel en een voorburcht zijn gelegen. Op de molenbeek draait een, uit mergelsteen gebouwde watermolen uit 1699, de Schaloensmolen. Deze banmolen doet tegenwoordig alleen dienst als demonstratiemodel. In de kasteeltuin heeft de plaatselijke vereniging van het IVN een Limburgse heemtuin. Kasteel Schaloen wordt in 1375 in officiële akten genoemd. In 1575 werden de hoektorens, die met dit romantische kasteel door twee boogbruggen verbonden waren, toegevoegd. Het in de Spaans-Nederlandse oorlog verwoeste kasteel werd in 1656 herbouwd en kreeg de vorm van een rechthoekig huis. Het poortgebouw is uit 1701. Verdere uitbreidingen kwamen in 1721 en 1738 tot stand. Het kasteel is in 1894 in neogotische stijl gerestaureerd. De laatste adellijke bewoner heeft tot 1934 in het kasteel gewoond. We wandelen de dreef af en komen aan de Slothoeve, 1701 en later, omgeeft drie zijden van een zeer breed voorplein. Boven de poort een fronton en een torentje. Voor de brug naar de hoeve een rijk inrij hek met gemetselde hoekposten en vleugelstukken uit de XVIIIde . Wij wandelen even rond op het plein en keren dan terug naar het parkoers van de wandeling.
Wat verder zien we kasteel Genhoes, bestaat uit een laatgotische originele vleugel met een aangebouwde zware hoektoren (waarschijnlijk het oudste deel) en een later aangebouwde dwarsvleugel aan de achterzijde. Het geheel is uit mergelsteen opgetrokken en geheel omgracht. Het kasteel is toegankelijk via een bogenbrug naar de hoofdingang in de oudste vleugel. Deze hoofdingang is voorzien van een barokke ingangspartij. Aan de noordzijde bevindt zich buiten de omgrachting nog een kasteelhoeve. Aan deze hoeve is een inrijpoort aangebouwd voor het gehele complex. Wij zien het kasteel van aan de Geul straks na de wandeling gaan we ven van dichtbij kijken. We wandelen verder langs de Geul en zien de achterzijde van Kasteel Oost, straks komen we aan de voorkant van het kasteel. Nog wat verder wandelen we Valkenburg binnen.
Sinds 1833 is Valkenburg als toeristenplaats ontdekt. Het burchtachtige stationnetje lokte veel reizigers tot uitstappen. Ze ontdekten dan ook de indrukwekkende kasteelruïne met veel natuurschoon in de nabije omgeving. Valkenburg wordt ook wel "Bad" Valkenburg of "Mergelstad" genoemd. De warm gele kleur komt u zowel ondergronds als bovengronds in het stadje en haar directe omgeving tegen. De naam Valkenburg zou refereren aan de middeleeuwse jacht met valken, die gemeengoed was bij de adel. Belegeringen en veroveringen kenmerken de geschiedenis van Valkenburg. Toch blijft het Land van Valkenburg min of meer zelfstandig onder Brabants toezicht. Van het Kasteel Valkenburg op de Heunsberg is nu niet meer dan een ruïne over. In december 1672 wordt het verwoest door terugtrekkende Hollandse troepen, welken vluchtten voor het oprukkende Franse leger, en niet meer opgebouwd. Slechts twee stadspoorten (de Berkelpoort en de Grendelpoort) en een deel van de stadswallen overleven de vernietiging. Het vermoeden bestaat dat Diederik van Heinsberg een van de heren van deze burcht was. Vanuit de burcht werd Valkenburg vele jaren bestuurd door de Heren van Valkenburg. We wandelen weer verder en komen aan het station van Valkenburg.
Station Valkenburg is gelegen aan het traject Maastricht - Heerlen en geldt als het oudste nog bestaande van Nederland. Het uit mergelblokken opgetrokken gebouw werd ontworpen door Jacobus Enschedé en werd geopend op 23 oktober 1853. De Museumtrein van de ZLSM heeft er een loket en het heeft een gezellig buffet. Na een korte pauze in het station wandelen we verder. Valkenburg heeft verschillende grote hotels in prachtige oude gebouwen.
Wij wandelen verder en hebben een prachtig zicht op het Kasteel Valkenburg, is een kasteelruïne en tevens een van de weinige hoogteburchten in Nederland. Het kasteel ligt op de Heunsberg, een uitloper van het plateau van Margraten. Wij verlaten Valkenburg en komen langs Kasteel Oost. Kasteel Oost is een kasteel annex landhuis, gelegen aan de Oostergats bij het riviertje de Geul. Het kasteel is heeft een landhuisachtig uiterlijk in neoclassicistische stijl, ontstaan na een ingrijpende verbouwing tussen 1839 en 1840.
Het okerkleurige, in mergel opgetrokken kasteel, bestaat uit een hoofdgebouw met een voorgevel die symmetrisch is uitgevoerd en heeft een ietwat naar voren springend middenrisaliet met fronton. In de timpaan staat een alliantiewapen. De drie gebouwen, welke in een U-vorm liggen, omgeven een "cour dhonneur" die toegankelijk is van de Oosterweg via een monumentaal toegangshek geflankeerd door twee pilaren met hierop stenen leeuwen. Aan de oostzijde van het kasteelcomplex bevindt zich nog een koetshuis dat tegenwoordig als restaurant dienst doet. Wat verder komen we langs het Geologisch Monument Groeve Kasteel Oost Op deze plaats is in het verleden kalk gewonnen. De Kalksteen werd al voor de komst van de Romeinen gebruikt voor het bemesten (mergelen) van akkers en weilanden. Vanaf de Romeinse tijd werd deze kalksteen gebrand en gebruikt als metsel- en pleisterkalk. Door de vroegere winning van de kalksteen is hier een mooie doorsnede van de ondergrond te zien.
Nu wandelen we een heel eind langs de Geul. Opnieuw langs de andere zijde van de kastelen Genhoes en Schaloen. Weer een eind verder komen we aan de brug met de beeldengroep. Het is een Calvariegroep die zich op een kruispunt van (wandel)wegen bevindt aan de rand van het Schaelsbergerbos. De beeldengroep staat aan het wandelpad van Schin op Geul naar Valkenburg langs de rivier de Geul, waar er een bruggetje over de beek ligt naar Oud-Valkenburg toe. Ook komen hier twee bospaden samen waarvan er een naar De Kluis voert die achter de Drie Beeldjes bovenop de helling van de Schaelsberg gelegen is. De Calvariegroep bestaat uit een houten kruis met Christus op een hardstenen niskapelletje voor de H. Rochus, geflankeerd door twee kapelletjes met beelden van Maria (links) en Johannes (rechts). De kruisiging dateert uit ongeveer 1900 en heeft een klein zadeldak. De kapelletjes dateren volgens de inscripties uit 1739 en bestaan uit een hardstenen sokkel met bovenbouw.
Verder langs de Geul en dan komen we terug in Schin op Geul. Door het dorpje en terug aan ons vertrekpunt.
Na de afstempeling van onze wandelboekjes rijden we ven naar het Kasteel Genhoes. Van oudsher was het kasteel het stamkasteel van de heren van Valkenburg. Genhoes betekent: "Hèt Huis of huis bij uitnemendheid". Deze benaming treffen we ook vaak aan bij andere Limburgse huizen. In de 11de eeuw betrof het hier "hèt huis" van Oud-Valkenburg. Ooit moet op de plaats waar het huidige kasteel staat het domein hebben gestaan van de ridders van Valkenburg, voordat ze hun latere vesting op de Heunsberg in Valkenburg bouwden. Tussen 1545 en 1560 bouwde Johan I van Strijthagen, gehuwd met Sophia van Cortenbach, kasteel Genhoes (Oud-Valkenburgerweg).
Het is in de 18e eeuw verbouwd. Het was het stamslot van de Heren van Valkenburg. Geheel omgracht. Kasteel Genhoes (betekent versterkt huis) is waarschijnlijk ontstaan uit een in de 11e of 12e eeuw gebouwde woontoren. Het oudste gedeelte van het imposante slot is gotisch, de voorgebouwen zijn in Limburgse barok, terwijl de boogbrug romaans is. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is het kasteel in 1577 door brand verwoest. In het begin van de 17e eeuw vindt een algemeen herstel plaats. De slothoeve dateert uit de 18e eeuw. Landgoed Genhoes is in 1955 aangekocht door Natuurmonumenten. In juli en augustus organiseert zij excursies naar dit landgoed en naar het nabijgelegen Schaesbergerbos. Bij het landgoed hoort naast het kasteel een boerderij met graslanden en boomgaarden. Dit alles is vanaf de toppen van de nabijgelegen hellingen zeer fraai te overzien. Ook de Geul, die slingerend als een zilveren draad in het landschap ligt, is vanaf die hellingen mooi te bekijken.
40e MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT 11/02/2012.
40E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Het dorpje ligt op de top van een heuvel te midden uitgestrekte omheinde weiden. De imposante kerk torent er hoog bovenuit. . De kerk die is gewijd aan Sint-Jacobus de Meerdere torent boven de landelijke omgeving. Ze dateert uit 1632 en wordt omarmd door meer dan 100 oude grafkruisen.
Het dorp van Clermont is ongetwijfeld het meest kenmerkende voor het Land van Herve, door de oude architectuur van de woonsteden en zijn plein met huizen in Luikse Lodewijk-XIII-stijl, de Lodewijk-XIV- Lodelijk-XV-stijl. Het gebruik van baksteen voor de muren, leien voor de zadeldaken, zandsteen voor de raamlijsten en de hoekstenen bepaalt het architectonisch beeld van het dorp. De eenvoud van de bouwvolumes wordt oordeelkundig doorbroken door uitgekiende mooie legpatronen in de leien daken te verwerken. En op heel wat daken prijken windwijzers die blijk geven van uiterst talentvol siersmeedwerk. Als de place de la Halle behoort tot de meest pittoreske pleintjes van het Herveplateau, dan is dat vooral omdat de meeste monumenten, huizen en overblijfselen intact zijn gebleven. Het plein werd in 2001 overigens volledig gerestaureerd. Rond het plein werden er in de loop van de eeuwen huizen en hoeven gebouwd, onder meer in Maasrenaissance en in Lodewijk-XIII-stijl. Het huidige stadhuis werd heropgebouwd in 1888 op de plaats van het oude gerechtshof.
Het gebouw, dat schrijlings op de hoofdstraat staat, wordt nu vooral gebruikt voor huwelijken. Vandaar de lokale uitdrukking dat wie in Clermont huwt "op straat trouwt". Een steegje langs de kerk leidt naar de heerlijke burcht uit 1635. Net achter het plein prijkt de mooie gevel van het oude kasteel van Clermont. Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis. De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein. Wij steken het dorpsplein over en dalen af tot aan de kasteelhoeve. Het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren. Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde.
Wij wandelenlangs het kasteel en dalen verder af naar de oude spoorweg ligne 38. Deze oude spoorlijn, die in 1957 definitief voor het treinverkeer werd afgesloten, vormt nu een opmerkelijk wandelparcours in het Land van Herve. Het ongeveer 7 km lange parcours dat over Thimister-Clermont loopt behoort tot de mooiste wandelroutes. Dit van beton gespaard gebleven parcours combineert een aparte landelijke charme met groene ingebedde zones en verhoogde spoorwegbermen van waar men een prachtig uitzicht heeft over de omringende natuur van het plateau van Herve. Wij volgen de spoorweg een heel eind om zo van de prachtige winterse zichten te genieten. We zo komen we in La Minerie, dankt zijn naam aan het feit dat er zich op het grondgebied verschillende putten bevonden waar steenkool werd gewonnen. In 1827 kende de Hollandse regering aan de families JEANSSON en MOREAU de concessies van LES BURES toe. Die concessies werden later geëxploiteerd door de « CHARBONNAGES REUNIS DE LA MINERIE », een vennootschap die de meeste putten van Battice, Herve, Charneux en natuurlijk ook La Minerie uitbaatte. Enkele honderden meter verder baadt het gehucht Bèfve in de kalme rust die uitgaat van Les Filles de la Croix, een rust- en verzorgingstehuis dat de gemeente Thimister-Clermont in 1993 aankocht en nu wordt beheerd door het OCMW.
Bochtige paden en hobbelige wegen brengen ons naar de velden en weilanden die nu prachtig zijn met een laag sneeuw. Verschillende boerderijen komen we op onze wandeling tegen. De meerderheid van de oude hoevegebouwen dateren uit de 18e eeuw. Er zijn nog enkele restanten uit de 17e eeuw zichtbaar en veel verbouwingen dateren uit de 19e eeuw. Hierbij werden er vooral drie soorten materialen gebruikt: breuksteen, rode baksteen en kalksteen. Er bestonden in deze streek steengroeven en steenbakkerijen. We vervolgen onze wandeling en komen in Froidthier de meest groene entiteit en een ideale plek voor wandelaars, meer bepaald de gehuchten Corbillon, Winandchamps, Les Trixhes, Bruyères en Chaumont. Wij wandelen langs het kasteel en op enkele honderden meter vindt men de Chapelle des Anges (Engelenkapel), soms ook de « Chapèle es trô » genoemd.
De kapel draagt het jaartal 1691, en werd in 1804 gerestaureerd en uitgebreid. Weer verder langs een beek die we een tijdje volgen, hier weer mooie winterse beelden. Nog even door het landschap en dan wandelen we Clermont weer binnen nog even en we zijn op ons vertrek. een mooie en aangename wandeling in een van de Mooiste dorpen van Wallonië.
DAUTENPAD en PANNENKOEKENTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 03 EN 06/02/2012
DAUTENPAD.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De wandelpaal, gelegen op de hoek van de Kapelstraat en de Varkensmarkt is de officiële vertrekplaats en aankomst van de verschillende wandelingen.
Wij starten voor het Dautenpad, maar we wandelen eerst even langs het plein met gemeentehuis en kerk. Even voorbij Huis Schoofs dit dubbelhuis gebouwd in het begin van de 19de eeuw vroeger het Brouwershuis Schoofs nog steeds vermeld in het bovenlicht, tegenover het gemeentehuis waarvan de bouw in 1914 gestart is en in 1916 klaar was. Langs het gemeentehuis de kerk. Al in de 11e eeuw stond er reeds een stenen kerk met er ronds het kerkhof. De 65 meter hoge kerktoren werd omstreeks 1500 voltooid, het schip is van 1777. Koor en kruisbeuken in 1862. Wij verlaten het plein en vatten de eigenlijke wandeling aan. We verlaten het dorp en komen langs het fonteintje steken de spoorweg over en komen aan het Kasteel van Diepenbeek
Verweerd door weer en wind, zie je de oude slottoren (donjon). Deze toren werd gebouwd rond het jaar 1400 en is een overblijfsel uit de middeleeuwen. Het 17de eeuwse kasteel naast de toren doet al jaren dienst als notariaat maar was ooit de verblijfplaats van de rentmeesters van de Duitse Ridderorde van Alden Biesen. Deze 15de-eeuwse bakstenen burchttoren telt vier niveaus. De gelijkvloerse verdieping is overwelfd en herbergde de voorraden. De eerste verdieping diende als keuken, ontvangst- en leefkamer. Vanuit de traptoren bereik je op niveau twee het slaapgedeelte, in oorsprong omgeven door een weergang. Niveau drie is een latere toevoeging. De oude burcht die bij de toren hoorde is reeds lang verdwenen, het huidige kasteel werd gebouwd door de landkommandeur van Alden Biezen in 1663. Wat verder dalen we het natuurreservaat binnen en volgen een eindje de Demer.
Prachtig is het besneeuwd landschap en komen zo aan de Dautenvijvers. We wandelen langs de Dautenvijvers deze ontstonden door ontginning van ijzererts Vanaf 1869 maakt men melding van ontginning in Diepenbeek. Het erts werd voor een groot deel uitgevoerd naar de smeltovens van Luik en het Rijnland. Gewassen en geladen kostte het erts in 1870 voor 1000kgr / 6,30 frank. Nu is het een uniek natuurgebied met een verscheidenheid aan watervogels. De vijvers zijn bijna toegevroren en de eenden en andere watervogels zitten samen op de enige plekken die nog open zijn, mooi om te zien. We wandelen weer verder nog langs een mooi gerestaureerd vakwerkhuis. Dan komen we aan de watermolen Sapitelmolen, De huidige benaming "Sapitelmolen" is een verbastering van "Kapittelmolen", daar de molen afhing van het Sing-Lambertuskapittel van Luik. Hij wordt voor de eerste maal vermeld in 1272. De Watermolen ligt op de Demer. Nog wat verder en wij zijn terug aan ons vertrek. Nog even de stempels halen in het Paenhuis.
PANNENKOEKENTOCHT
DIEPENBEEK.
De maandag wandeling van De Schoverik vertrekt te Terloght, het zonnige weer is heel bijzonder met de sneeuw op het landschap. De hel blauwe lucht en de mooie omgeving zijn fijn om in te wandelen. Een stuk door de velden en een eind door het bos. Ook even langs het Jongebos en langs een paar mooie vakwerkhuizen. Een korte maar mooie wandeling afgesloten met een lekkere pannenkoek.
MARCHE DES GADLIS DE PERON D'OR. / LES GADLIS DE PERON D'OR. / REMOUCHAMPS. 29/01/2012
MARCHE DES GADLIS DE PERON DOR.
LES GADLIS DE PERON DOR.
REMOUCHAMPS.
De "Parel van de Amblève" en de unieke grot. De grot van Remouchamps.
De langste onderwater vaart ter wereld. Het is bijna niet meer nodig om de grot van Remouchamps te omschrijven. Sinds 1912 is hij geopend voor het publiek. Sinds 1924 wordt hij verlicht met een sprookjesachtige verlichting. Remouchamps ligt daar waar de wegen naar Banneux, Spa, Coo en Aywaille elkaar kruisen. Het is daar dat zich aan de voet van de kleine vallei van Chantoirs, de toegang tot de grot "Merveille des Merveilles" bevindt. De "Parel van de Amblève" is tevens het land van de "Gad'lis", een plaatselijke uitdrukking die 'land van de geitenhoeders' betekent. Hier wandelen we vandaag door het prachtige landschap, langs de beboste hellingen van de Ambléve. Wat verder komen we in Sougné heeft zijn oude karakter weten te bewaren met zijn smalle straatjes en zijn huizen in steen. De huidige kerk dateert van 1739 en de tot monument uitgeroepen toren ervan is van 1230. Wij klimmen verder door het bos en vanop het punt Walter Fostier heeft men een prachtig uitzicht over Sougné, Remouchamps en de meanders van de Amblève.
Wij blijven een heel tijdje in het bos wandelen en het dorpje Deigné komt in zicht. In een weelderige vallei tussen twee hellingen strekt het dorp zich op het ritme van de reliëf verschillen rond de kerk en het plein uit. Deigné is omgeven door omhaagde velden en beboste hellingen waarop zich de befaamde grenspalen van Stavelot bevinden. Deigné is een van de Mooiste Dorpen in Wallonië, is een landelijk plaatsje met huizen in kalk- en zandsteen waarvan de meeste in de 18de eeuw werden opgetrokken. De huizen liggen gegroepeerd rond de kerk en het met een fontein opgesmukte plein, en vormen een merkwaardig homogeen geheel. Het straatbeeld wordt bepaald door de telkens anders georiënteerde woonvolumes en daken van de huizen, en door de weggetjes die door het dorp slingeren.
De huizen zijn bijna allemaal gerenoveerd, wat erop wijst dat de bewoners hun patrimonium en het landelijke karakter van het dorp willen in stand houden. De kern van het dorp wordt gevormd door stenen, meestal halfopen boerderijtjes, die doorgaans uit de 18de eeuw dateren. Aan het plein is de rust post, nadien wandelen we nog een eindje door het dorp en we klimmen nu naar de hoofdweg. Van hieruit op een steenworp van het dorp, ligt het safaripark "Monde Sauvage". Wij draaien eerder de weg in maar zien nog de ingang, verder wandelen ween komen in Playe. De woningen in Playe hebben hun oorspronkelijke karakter behouden. Voor het grootste gedeelte zijn ze gebouwd in landelijke steen met de oranjebruine kleur van aardewerk. De hoeve van Playe (al 300 jaar in bezit van dezelfde familie) is één van de belangrijkste van het dorp.
We wandelen het dorpje uit en komen weer in een bosrijke omgeving, op de lichte hellingen staan wilde helleborussen of Nieskruid. Mooie planten met groene bloemen een van de weinige planten die in de winter bloeien. We wandelen verder en de Ambléve komt in zicht en zo ook Remouchamps. Een eind langs de rivier met prachtige zichten op de omgeving, dan wandelen we Remouchamps binnen en eindigt een prachtige wandeling.
MARCHE D'HIVER. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / HAMOIS 28/01/2012.
MARCHE DHIVER.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
HAMOIS.
Wij vertrekken in het centrum van Hamois aan de kerk en tegenover de molen.
De Moulin de Warnon een korenmolen werd gebouwd in 1869. Hij is uitgerust met een metalen bovenslagrad én een turbine. De inrichting is nog compleet, met o.m. vier steenkoppels en een buil. De molen is gelegen op de Bocq. Wij wandelen het dorp uit en dan nemen we de weg naar Emptinne. We wandelen door het dorpje en dan langs de oude spoorweg. Vanop de Ravel Ligne 126 zien we het Kasteel de Fontaine liggen, straks gaan we even langs het kasteel om het te bekijken, wat verder komen we terug op de spoorweg.
Hier was het station, vandaag staat er een infobord met het verhaal van het station en de spoorweg. Ravel Ligne 126 loopt van Huy tot Ciney. We wandelen nu door Emptinne een prachtige dorpje met veel huizen in hardsteen. Wat verder lopen we de velden in om van de prachtige omgeving te genieten. Wat verder komen we langs een prachtig wit kasteel met boerderij. Spijtig dat we er redelijk ver van af zijn.
Wij wandelen verder, komen aan een oude boerderij met ronde toren een stukje door de velden en dan komen we in Schaltin. Het kasteel gerenoveerd in 1724 , de boerderij in breuksteen en blauwe stenen zijn gebouwd in de 19e eeuw. Vandaag is er een school in. Wij hebben hier controlepost. Wij wandelen na de rust terug naar het dorp en dan weer de velden in.
Dan komt Hamois weer in zicht de kerk en de molen. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
Als we Hamois verlaten komen we langs KASTEEL DE FONTAINE. Het kasteel dat we zagen vanop de wandeling. Nu kunnen we even stoppen en wat fotos maken van dit prachtige kasteel met boerderij.
Het kasteel uit 1768 is een lang gerekt gebouw met grote vijvers voor die vandaag leeg zijn waarschijnlijk voor de herstelling van de muren. Tussen de kasteel en boerderij staat nog een toren met sporen van een ophaalbrug. Het is een heel groot complex.
Al vlug komen we aan de voornaamste bezienswaardigheid het domein van Valduc. De oorspronkelijke abdij is verdwenen, enkel de abdijhoeve en de watermolen restten nog, evenals een recenter kasteel. In het park staat nog een authentieke schandpaal. Dit domein heeft een rijke geschiedenis, spijtig dat het vandaag verwaarloosd is, de boerderij is in verval. Het eens zo prachtige park blijft niet veel meer over.
Een stukje geschiedenis over de voormalige abdij.
De Valduc abdij in 1232 gesticht door Hendrik II, Hertog van Brabant, uit dankbaarheid voor de geboorte van zijn zoon en erfgenaam, de latere Hertog Hendrik III van Brabant. De Hertog van Brabant, die de Cesarberg in Leuven bewoont, kiest tussen zijn landerijen een rustige vallei uit, ver van de stad, volgens de door Sint Bernardus aanbevolen principes. Zijn keuze valt op een plek achter het dorp Hamme-Mille, in de glooiing van het terrein beschermd tegen de noordenwind door het woud van Meerdael. Deze keuze werd voornamelijk bepaald door de aanwezigheid van een bron. Valduc was een abdij van de Cisterciënzers.
Wij wandelen voorbij het domein en dan langs een lange dreef. Zo komen we in het Meerdaalwoud. Meerdaalwoud is net zoals Heverleebos een restant van het eens zo grote Kolenwoud dat geheel Midden-België bedekte. Het bos is nu nog 1255 ha groot. Het eigenlijke bos is zowel met loofhout als naaldhout begroeid. Het grootste deel van het grondvlak wordt ingenomen door eiken en beuken.
Het Meerdaalwoud herbergt samen met het Heverleebos één van de oudste reeënpopulaties in België. De schattingen lopen van 100 tot 200 stuks. Wij wandelen een heel eind door dit prachtige bos en komen zo in Nethen. Wij wandelen langs het traject van de oude tramweg. Verder komen aan het oude station van Nethen. We wandelen nu langs de oude muur van het Domein van Savenel . Dat is de fameuze muur die het "Château Savenel" omringt. Hij is liefst 4 kilometer langen en speelt een rol in de geschiedenis van de Wilde verckens
De hertog van Arenberg, die in die tijd onze dorpen in bezit had, wou zijn gasten op zijn kasteel in Heverlee wel wat bieden. Alhoewel zelf blind door een jachtongeval, organiseerde hij nog regelmatig jachtpartijen. Daarom kweekte hij everzwijnen, die vrij rondliepen in Heverleebos en Meerdaalwoud.
Tot grote woede van de landbouwers, die dag en nacht bewaking moesten organiseren voor hun velden rondom. En meer dan wegjagen mocht trouwens ook al niet. Na al 13 jaar vruchteloos processen gevoerd te hebben, trokken de boeren met een petitie naar de Oostenrijkse keizer Jozef II. Die besliste, zeer tegen de zin van de hertog, dat de "wilde verckens" gedood of opgesloten moesten worden. De hertog kreeg het van de Karmelieten gedaan om de everzwijnen op te sluiten binnen de muren van Savenel. Gedurende de Brabantse Omwenteling maakte een compagnie van 35 patriotten uit Weert, gebruik van hun wapens om alle everzwijnen binnen de muren van het klooster af te slachten. Het is vermoedelijk hun enige wapenfeit geweest. Ze vreesden immers dat, indien de Omwenteling zou lukken, de adel zijn oude privileges zou terugkrijgen. Liquideren leek hen dus veiliger. Achteraf gezien bleek het allemaal niet nodig, want de Omwenteling mislukte en de Oostenrijkers bleven nog enige jaren de baas.
We komen aan de controle en rustpost en daarna zetten we onze wandeling verder door het dorp en dan weer een eind het bos in.
We klimmen nu een eind en komen boven op het plateau, hier heeft het bos plaats gemaakt voor velden en prachtige vergezichten over het landschap. Achter ons verdwijn stilaan de bosheuvels en wij komen in Le Claines en aan de Moulin de la Forge deze molen ligt op het riviertje de Nethen.
De korenmolen heeft een lange geschiedenis:
De molen was omstreeks 1494 in bouwvallige toestand. De abdij van Valduc nam de molen in rente van de Chièvres, heer van Bierbeek, tegen de volgende voorwaarden: de huurder moest de molen herstellen, een jaarlijkse cijns betalen van 50 Rijngulden en hem terug in het bezit stellen van de erfgenamen van de hee de Chièvres mits terugbetaling van de bedragen uitgegeven voor de herstelling van de molen. In 1507-1508 bracht dit bedrijf een jaarlijks inkomen op van 12 mudden rogge. De molen kwam dan terug in het bezit van de heren van Bierbeek en Charles de Croy, hertog van Aarschot, deed op deze plaats een smederij en een molen voor het bewerken van ijzer oprichten. Het is om deze reden dat de molen nog steeds "Moulin de la Forge" genaamd wordt. In 1686 was de molen, toen "Moulin de Fer" genaamd, aan 35 gulden per jaar verhuurd. De molen staakte alle bedrijvigheid in 1957. Zijn breed waterrad, onder een afdak, werd verwijderd rond 1990. De spaarvijver is opgevuld.
Voorbij de molen een rustige straat met wat huizen en een groot natuurpark. Nog wat verder wandelen om dan terug in Hamme - Mille te komen, nog even de steenweg over en langs de kerk en wij zijn weer binnen. Wij hebben een mooie en interessante wandeling gemaakt. Het is altijd fijn als je weet wat je gezien hebt en welke geschiedenis er achter staat.
MARCHE D'APRES-MIDI / S.C.M.L. MAMMOUTH. / AWANS 21/01/2012
MARCHE DAPRES-MIDI.
S.C.M.L. MAMMOUTH.
AWANS.
Awans, dit dorpje ligt te slapen in de schaduw van de stad Luik. Wat me wel verwonderde was het tamelijk vlakke landschap dat je hier bewandeld.
Uitgestrekte landerijen met hier en daar een grote boerderij. Akkerbouw is hier nog steeds de hoofdbezigheid. Wij wandelen het dorp uit en komen in Hognoul. Hognoul is een Haspengouws woon dorp. Hier komen we ook verschillende grote hoeven tegen maar ook een kasteeltje, we wandelen verder en komen in Rue Tombeu, hier een prachtige witte hoeve Ferme du Tombeu. Wij wandelen verder wat je hier veel tegenkomt zijn op elke hoek van de straat een kapelleke. Sommige zijn al eeuwen oud, in de straat rue de Judenne staat er eentje van 1707.
We wandelen weer een eindje verder door een veldwegje en komen aan de controle inde dorpshuis. Hier even rusten en dan weer verder voor een lus van 5kilometer. We komen in Fooz. We wandelen langs de spoorweg en dan langs een prachtige oude boerderij. Dat dit een landbouw- gebied is, is duidelijk te zien. Waals Haspengouw op zijn best. Nog een eindje verder en komen terug aan het gemeentehuis van Awans waar onze wandeling in Waals Haspengouw eindigt.
34E MARCHE DE LA CITADELLE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / NAMUR 15/01/2012.
34E MARCHE DE LA CITADELLE.
LES SPITANTS DE NAMUR ASBL.
NAMUR.
Namen gelegen waar de rivier de Samber in de Maas vloeit. Het is de hoofdstad van Wallonië en de hoofdstad van de provincie Namen. Van oudsher is Namen vooral een bestuurlijk en militair centrum geweest, getuige ook de beroemde citadel die de stad domineert en die het grootste Europese verdedigingswerk is.
Tegen een luisterrijke achtergrond strekt de Citadel van Namen zich uit over 80ha groen gebied, vlakbij het stadscentrum. Hij biedt prachtige vergezichten op de stad en de Maasvallei. De Citadel van Namen is een belangrijk stukje erfgoed, want het was een van de grootste forten van Europa! De Citadel van Namen heeft altijd al een strategische positie bekleed in het hart van Europa. Ze was eerst het commandocentrum van een belangrijk graafschap in de Middeleeuwen en werd nadien erg gegeerd en dus ook belegerd door alle Europese grootmachten van de 15de tot de 19de eeuw. Vanaf 1891 werd ze omgebouwd tot een uitgestrekt park, een heuse groene long die over de hoofdstad van Wallonië uitkijkt. Vandaag bestormen de wandelaars de citadel, deze bevoorrechte getuige van 2000 jaar geschiedenis met een grote G.
Wij gaan op verkenning in openlucht langs de wandelpaden met historische uitleg ; ze gaan op ontdekking onder de grond in de kilometers lange galerijen die in de loop der eeuwen werden ingericht om één van de grootste citadels van Europa te beveiligen. Bewonder de vindingrijkheid van de vele bouwers die elkaar hebben opgevolgd opdat deze versterking de eeuwen zou kunnen trotseren en de talrijke conflicten overleven waarmee haar geschiedenis bezaaid is. Wij ontdekken enkele gangen van het doolhof van onderaardse gangen, door Napoleon de Termietenheuvel van Europa genoemd. Met 7 kilometer souterrains mag de Citadel van Namen er prat op gaan dat het een fort was met grootste netwerk aan galerijen in Europa.
Het kasteel van de Graven van Namen, gelegen aan de rand van de rotskam van de Champeau, waakt sedert de middeleeuwen over de stad. In La Mediévale (het middeleeuwse gedeelte), kunt u de middeleeuwse laag van de site terugvinden, de woning van de graaf met de tentoonstelling het leven op het kasteel bekijken, en de tuin van de 2 torens ontdekken. Terra Nova is het gedeelte wat je vrij kunt bewandelen, hier heb je prachtig zichten over de stad en de rivier. Wij wandelen over dit prachtige domein en verlaten de site via het kasteel van Namen. Dit kasteel gelegen op de top met prachtige tuinen is een juweeltje van een plaats, vandaag doet het dienst als hotel. Wij wandelen naar beneden langs de verschillende grote villas. Langs chateau Valetchka met zijn gele vierkante toren en dan weer verder dalen we en wandelen het bos in.
En dan wat verder komen we aan de Maas langs het Ile Vas-ty-Frotte langs de kade met zijn prachtige huizen, kleine kasteeltje. Dan door het Le parc de La Plante het park langs de Maas. Van waaruit we een prachtige zicht op de Maas en zijn bruggen. Dan komen we aan het standbeeld van Koning AlbertI de samenvloeiing van de Samber en Maas.
Nu wandelen we langs de Samber en zijn mooie gebouwen en zo komen we in het centrum van Namen. We hebben hier ook een prachtige zicht op de citadel. Nog even en we zijn terug aan het Arsenal waar onze wandeling eindigt.
De geschiedenis van de Eifel is uiterst divers. Vele volken en culturen hebben in de loop van de millenia hier hun sporen getrokken. Een grote schat aan indrukwekkende kastelen, burchten, kloosters en kerken herinnert aan de machtomstandigheden van de laatste eeuwen. Schilderachtige dorpen en kleine steden betoveren met vakwerkhuizen en stadsvestingen.
Bad Munstereifel is ronduit schitterend, met zijn prachtige, mooi intact gebleven ommuurde middeleeuwse centrum. De meeste bezienswaardige gebouwen bevinden zich aan of rond de drukke hoofdstraat, met in het midden een riviertje in een bedding van oude kademuren. De romaanse Stiftkirsche bijvoorbeeld met zijn twee ronde torens is zeker bijzonder te noemen.
Daarvlakbij bevindt zich, in de afdeling curiosa, een heuse Heino Fanshop, met alle cds van de zingende albino maar ook Heino-Sekt, Heino-Haselnusstorte en andere rare artikelen, met het Heino Rathaus Cafe ernaast, waar ze zonder blikken of blozen Heino-jubileumkoffie schenken. Daar weer zo goed als naast staat het bloedrood geschilderde oude raadhuis met een gotische bogengalerij met onderdoorpassage, ook bijzonder mooi. Aan de hoofdstraat staat verder nog een ruime, lichte juzuietenkerk St. Donatus uit 1670 (beschadigd in WO II en daarna herstelt) met een mooi barokinterieur, neoraamse ramen en neoclassicistische entree.
Een wandeling langs de oude stadsmuur met de vele torens is zeker niet te versmaden. In de resten van de voormalige burcht bevindt zich een cafe-restaurant met terras. Naast echt schitterende oude vakwerkhuizen heeft Bad Munstereifel ook mooie, zuid-Nederlandse aandoende huizen uit baksteen en natuursteen. Toeristische informatie is te verkrijgen in het Apothekenmuseum aan de hoofdstraat.
25 E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG-CHAUDFONTAINE 14/01/2012.
25E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG-CHAUDFONTAINE.
Embourg is een deelgemeente van Chaudfontaine, een streek aan en rond de rivier de Vesder met zijn hoge rotswanden. Wij vertrekken en wandelen door de stad.
Waar we langs mooie gebouwen tegen komen. Ook het kasteel dat herbouwd is en nu dienst doet als woningen en handelshuizen. We wandelen nu in de Rue de Carmel binnen. Hier bevind zich het klooster der Carmelieten. Het Carmel de Mehange. Wij wijken even van het parkoer af om een kijkje te nemen binnen de muren van het klooster. Het is een bakstenen gebouw met verschillende bijgebouwen. Deze orde heeft hier in Luik in 1621 dit klooster gesticht.
Wij wandelen terug het parkoer op en zetten onze wandeling verder. Tegenover op de heuvel ligt de Basiliek van Chevremont. De eerste steen van de kerk werd gelegd door de bisschop op 3 september 1877, maar de bouwwerken van het klooster waren al in mei 1877 aangevat. Op 8 september 1899 werd de kerk in gotische stijl ingewijd door Monseigneur Doutreloux. In 1928, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de stichting kreeg de kerk de eretitel basilica minor. In mei 1940 werd Chèvremont gebombardeerd. Het transept van de zuidkant, het grote altaar en de orgels werden verwoest. De bedevaart naar Notre-Dame de Chèvremont gaat terug tot 1688, toen Engelse jezuïeten, door de protestantse vervolgingen uit hun land verdreven, hier een kapel lieten bouwen.
Wij wandelen weer een eind verder om dan in Vaux-sous-Chevremont te komen, hier steken we de Vesder over. We komen langs de Ancien Maka et Laminior Grison puis de Coune en dan wat verder komen we aan het kasteel van Vaux-sous-Chevremont, nu gemeentehuis. We wandelen verder en komen aan in Casmatrie. Waar de Moulin a Poudre Curtuis uit 1595 wij klimmen nu naar de Casmatrie op 80 meter. Wat verder komen we in Chaudfontaine.
Vanaf de 18de eeuw werd Chaudfontaine, dat haar naam dankt aan de warmwaterbronnen die op haar grondgebied opborrelen, een kuur- en vakantieoord. Het belang van dit centrum groeide voortdurend. Keizer Jozef II in 1781, Koningin Hortence in 1812, Victor Hugo en nog tal van andere beroemde of kleurrijke personen waren verrukt over hun verblijf. In de 19de eeuw groeide Chaudfontaine en meer bepaald de vallei van de Vesder, uit tot een centrum van ijzer- en staalindustrie, dat vooral wapens en staalplaten produceert. Vandaag is er één van de belangrijkste kuuroord in België. Het kasteel gelegen in een prachtig park gelegen aan de Vesder.
Wat verder wandelen we langs de Vesder en keren terug en dan klimmen we naar Des Quatre Corneilles een prachtig bos. Dan komen we boven en wandelen door het dorp en dan komen we terug in Embourg. Zo eindigt een mooie wandeling.
De statige toren van de St. Martinuskerk torent fier en vooral hoog boven het landschap uit. Van verre is dit Vijlense Godhuis zichtbaar en manifesteert zich daardoor als oriëntatiepunt bij talloze wandelaars. Het is de hoogst gelegen RK kerk van Nederland. De uitgestrektheid van de Vijlenerbossen vormt een aparte attractie. Aan alle kanten omzoomd door veelal steile hellingbossen, is het plateau een eldorado voor de echte wandelaar. Via idyllische weggetjes en pittige slingerbochten kunnen we de dorpskernen van Vijlen, Lemiers en Holset verkennen, waar de landelijke omgeving en markante vakwerkhuizen het decor bepalen.
Wij wandelen het dorp uit langs mooie vakwerkhuizen deze stammen meestal uit de 18-19 eeuw. Langs de Oude Akerweg komen we in Lemiers. Langs de Sint-Catharina en Luciakerk uit 1895-96. Met zijn twee vierkante torens is het een opmerkelijk gebouw. Nu slaan we de volgende weg in en wandelen Oud Lemiers binnen. Voor ons duikt het kasteel op. Kasteel Lemiers of kasteel Gen Hoes, het kasteel omvat een herenhuis en een kasteelboerderij. Ze is gebouwd op de plaats waar de Hermansbeek in de Selzerbeek uitmondt en ze had ook een watermolen met de naam Kasteelmolen. Het oudste deel van het huis is een vierkante waterburcht met een traptoren, beiden uit de 15e eeuw en gebouwd op de fundamenten van een voorganger uit de 12e eeuw, waarvan de kelders en de tongewelven zijn overgebleven. In 1640 werd het kasteel aan de zuidzijde uitgebreid met drie smalle vleugels om een kleine binnenplaats. De meest zuidelijke vleugel heeft een open arcade op Toscaanse zuilen. De L-vormige nederhof stamt uit 1677 hetgeen blijkt uit de aanwezige jaarankers.
De poort met doorgang is uit 1683. Het zuidelijke deel van de hoeve met de ronde hoektoren werden, zoals door een windvaan op de torenspits aangeduid, in 1774 aangebouwd. In deze vleugel is een watermolen ingericht. Uit dezelfde tijd zijn de toegangspoort in Lodewijk XVI-stijl en de boogbrug naar het huis. Spijtig dat we er geen foto van kunnen maken, wij wandelen verder en komen langs vele vakwerkhuizen Oud Lemiers heeft een groot aantal beschermde vakwerkhuizen. Zo komen we aan de Sint-Catharinakapel, De Sint-Catharinakapel is een voormalig zaalkerkje in romaanse stijl uit de 12de eeuw. De kapel werd rond 1350 toegewijd aan de Heilige Maagd en de Martelares Catharina. Dit zou gebeurd zijn na een ingrijpende vernieuwing van de romaanse kapel. De kapel blijkt in 1497 te vallen onder de parochie Vijlen. In 1648 laat Georg von Stücker het koor vernieuwen. Later vindt er een algehele restauratie plaats door Stückers schoonzoon Wilhelm von Fürth. Daaraan herinnert het jaartal 1683 dat nog zichtbaar is op het derde spant in de kapel. Ruim een eeuw later, in 1785, wordt de kapel opgeknapt en van een nieuwe vloer voorzien waarbij de 14e eeuwse grafsteen bij het Maria-altaar verdwijnt. In 1879 wordt de kapel verheven tot rectoraatskerk. Door de bouw van de nieuwe kerk wordt de kapel in 1896 buiten gebruik gesteld.
In een hoekje staat een grenssteen met een adelaar. Wij zijn hier dan ook vlak bij de grens met Duitsland. We zijn nu op het duits gedeelte van Lemiers. Een klein gedeelte van Lemiers ligt echter in Duitsland en behoort tot de "Stadt" Aachen en grenst aan de plaatsen Laurensberg en Orsbach. De grens in Lemiers tussen Duitsland en Nederland wordt door de Selzerbeek (Senserbach) gevormd. Een bruggetje over de beek vormt de verbinding tussen de twee dorpsdelen in de twee landen. Wat verder komen aan de Schneeberg, hier is een gedeelte van de in 1938-39 opgerichte Westwall, de antitankwand te zien, wij wandelen een eind erlangs. Wij wandelen een eind langs de grensstraat om dan af te dalen naar Vaals waar we langs het kerkhof komen.
We nemen een kijkje op het kerkhof hier bevind zich de beschermde grafkapel van de Fam. Tyrell. Neo-classicistische grafkapel, eind 19e eeuw gebouwd voor de familie Tyrell en gesitueerd op een betegelde verhoging, omgeven door een smeedijzeren hek. De verhoging waarop de kapel is geplaatst, is met veelkleurige tegels bedekt en omheind door een kunstig gesmeed hekwerk met bijzondere hoekversieringen- de hoeken zijn versierd met de Duitse adelaar. de verhoging zelf is onder dit hek gevat in een raamwerk van geajoureerde steen. Op het einde van het kerkhof staat een ijzeren toren met klokken.
Wij verlaten het kerkhof en wandelen nu Vaals binnen met zijn vele indrukwekkende gebouwen. Langs de St Pauluskerk, in de Lindenstraat 9-15 het voormalige lakenfabriek uit 1841, in 1891 werd het fabriek omgebouwd naar woonhuizen. Wat verder komen we aan het Von Clermontplein. Dit plein met zijn prachtige gebouwen is zeker de moeite om even halt te houden. Wij kijken wat rond en vervolgen onze weg, wij komen aan huis Bloemendal, het park de oude begraafplaats voor de geestelijken van Klooster Bloemendal. Wat ijzeren kruizen tegen de muur vertellen hun verhaal.
Wij wandelen verder door het park. We komen aan de Joodse begraafplaats. Op de begraafplaats zijn thans 16 grafstenen bewaard gebleven, waarvan de oudste uit 1755. De jongste graven zijn gedolven aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Opmerkelijk is dat verschillende grafstenen een Duitstalig grafschrift dragen. Verder is op één van de grafstenen een foutje gemaakt. Het graf van Goldina Kaufmann draagt als geboortedatum 23-03-1845 en als overlijdensdatum 14-08-1825. Dat moet natuurlijk 1925 zijn. Wij wandelen weer verder, we wandelen de Weijlerweg af langs het kasteel en dan komen we terug in Lemiers nog even langs de grote weg en we komen terug aan in Vijlen. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.