WINTERWANDELTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN. 12/02/2017
WINTERWANDELTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.
De Limburgers zeggen regelmatig: ‘wie sjoan oos Limburg is’ ofwel vertaald ‘hoe mooi ons Limburg is’. Dit geldt zeker voor de gemeente Gulpen-Wittem, midden in het Zuid-Limburgse heuvelland. Een uniek stukje natuur in Nederland en onderdeel van Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Het landschap met haar karakteristieke inrichting straalt een landelijke rust uit. Het leent zich uitstekend voor een inspirerende wandeling of fietstocht. De wandelroutes lopen niet alleen over verharde paden en wegen. Vaak loopt een wandelroute dwars door het weiland waar de wandelaar via een ‘stjegelke’ naar binnen kan. Laat u verrassen door de vergezichten, holle wegen, vakwerkboerderijen en het kabbelende water van de beken en riviertjes, waarvan de Geul en de Gulp natuurlijk de bekendste zijn. Nostalgische dorpjes en gehuchten liggen verscholen tussen groene weides, bossen en kleurrijke hoogstamboomgaarden. Het landschap dient als decor van, maar geeft ook in grote mate invulling aan de sfeer in de gemeente. Gulpen-Wittem kent vier beschermde dorpsgezichten: Helle, Höfke, Terziet-Kuttingen en Plaat-Diependal. Een beschermd dorpsgezicht is een waarde die gegeven wordt aan een gebouw of een groep gebouwen die door hun schoonheid in relatie met hun omgeving zodanig belangrijk zijn dat ze een beschermde status hebben gekregen. Maar net zo beeldbepalend zijn de vele historische gebouwen, van kastelen en kloosters tot molens en vakwerkboerderijen. Een pracht van een wandeling langs kastelen en veel natuur we verlaten Gulpen om langs Kasteel Cartils te gaan gelegen aan de Eyserbeek.
Het huidige, zeventiende-eeuwse, rechthoekige gebouw heeft aan de voorzijde op een hoekpunt een zogenaamd arkeltorentje en aan de achterzijde bevindt zich een grote ronde toren die uit omstreeks 1500 dateert. Het hoofdgebouw is in 1883 ingrijpend gewijzigd.
We wandelen verder een heel eind door de natuur. We komen dan in Wittem, Wittem dankt zijn naam vooral aan het klooster van de paters Redemptoristen,kortweg Klooster Wittem genoemd. Dit klooster is een landelijk bekend bedevaartsoord vanwege H. Gerardus Majella, een van de eerste redemptoristen. Deze kloosterbroeder (1726-1755) leefde in het bergland rond Napels en werd in 1904 heilig verklaard. In 1836 kwam het klooster in bezit van de paters redemptoristen. Het klooster heeft een prachtige authentieke kloosterbibliotheek waar o.a. muziekuitvoeringen, lezingen en tentoonstellingen worden gehouden verder komen we in Partij. Partij heeft ook een klooster, klooster Mariëndaal. Dit klooster van de Redemptoristinnen dateert uit 1851 en is een slotklooster. Door Partij loopt de oude Romeinse weg van Maastricht naar Aken: de oude Heirbaan. De oude 17-eeuwse monumentale hoeve die aan deze weg staat, hoeve Wienhoes, was oorspronkelijk een herberg bij een tolhuis. De rechtervleugel is in de 18-de eeuw aangebouwd als pleisterplaats voor de postkoets. Hier is de rustpost en dan weer verder. We klimmen nu de Eyser heuvelrug op een hele klim met prachtige vergezichten, en dan wandelen we een heel eind door de Gulpdal. Zo komen we terug in Gulpen
45E MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT-SUR-BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT. 11/02/2017
45E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT-SUR-BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen. Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Op een steenworp van het dorp, in een schrijn van bosjes en fruitbomen, en her en der omzoomd door natuurlijke hagen, ligt de voormalige lijn 38 deze route is tegenwoordig een idyllische wandelroute. We wandelen hier in het Land van Herve dat strekt zich uit ten zuiden van de Maas, voorbij Luik, tot aan de oevers van de Vesder. Vele waterlopen hebben dit stukje landschap geboetseerd in een opeenvolging van plateaus en depressies met vochtige dalen. De ondergrond, die bestaat uit compacte, niet-doorlatende kleilagen, ligt aan de oorsprong van deze bodems doorspekt met water, die meer geschikt zijn voor weiland dan voor akkerbouw. Van op de hogere punten verliest uw blik zich in een weids, groen panorama, waar de hagen die de graslanden afzomen en de geïsoleerde boerderijen de belangrijkste blikvangers in het landschap vormen. We wandelen verder door mooie landschap en ,omen zo in Chainneux, weer verder om te genieten van al het moois wat het Land van Herve ons te bieden heeft. Zo komen we aan het monument van Cavalier Fonck. De Lancer Antoine Fonck ( Verviers 1893 - Thimister 4 augustus 1914) is het eerste Belgische slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Hij ligt begraven op het kerkhof van Thimister. We wandelen terug naar het dorp waar de kerk het dorp domineert door zijn indrukwekkende ligging op een hoogte. Het dorp heeft zich rond de markt ontwikkelt, terwijl de kerk het dorp de rug schijnt toe te keren. Het ontbreken van een kerkplein en een zij-ingang onderlijnen deze afstand nog meer. Aan het begin van de jaren 1900 werd de ingang van het kerkhof met een boog verfraaid, de kruisjes van de voorvaderen bakenen het pad af dat door het kerkhof loopt en een kapel Onze-Lieve-Vrouw-van Lourdes werd op de as van de ingang opgericht. Anders dan de boerderijen die verspreid in het landschap liggen, bieden de woningen in de dorpskernen, gebouwd in een strak schema langs de straten, een meer verstedelijkte aanblik door de samenstellingen de structuur van hun gevels. Omkranst door kleuren en texturen, zijn de gebouwen in het Land van Herve een spel van contrasten en materialen: antracietgrijze daken in leisteen of dakpannen met grijze en roodoranje tinten, metselwerk met roodbruine of zandbeige baksteen, houten vakwerk opgevuld met leem of baksteen, kaderwerk en stroken in lichtgrijze kalksteen, hier en daar gespikkeld met wit pleisterwerk zijn allemaal elementen die bijdragen tot het opvallende, architecturale karakter van het Land van Herve en Clermont-sur-Berwinne. Een prachtige wandeling.
Het Land van Herve heeft een rijke geschiedenis maar ook een heel religueze geschiedenis, dit kun je duidelijk zien door vele honderdend jaren oude wegkruizen.
OVER BERG EN DAL.- RODE ROUTE. / SINT PIETERSBERG. TUSSEN JEKER EN MAAS. / MAASTRICHT. 09/02/2017
OVER BERG EN DAL. RODE ROUTE.
SINT PIETERSBERG. TUSSEN JEKER EN MAAS.
MAASTRICHT.
Het kalkmassief van de Sint-Pietersberg ligt op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië. Dit is een unieke streek, met pittoreske dorpjes, forten en kastelen, tal van waterlopen, een bewogen geschiedenis en een uitzonderlijke natuur. Zo vertrekken we vandaag aan het Fort dat dateert uit begin 1700 en is grotendeels nog intact of gerestaureerd. Buiten is het uitzicht over de stad, de Maas en het omringende landschap van indrukwekkende schoonheid. De Sint Pietersberg is sinds 1974 een beschermd natuurgebied en is in totaal 133 ha groot. Natuurmonumenten beheert de grotten van de Sint Pietersberg sinds 1995 en het erop gelegen fort Sint Pieter sinds 2009. Dit bijzondere landschap, aan de rand van de stad Maastricht gelegen, is grotendeels aangewezen als beschermd natuurmonument en wordt beheerd door de Vereniging Natuurmonumenten. We klimmen de trap op langs het fort en dan de natuur in. Dan komen we voorbij de ENCI groeve. Verder langs prachtige natuur van deze bijzondere streek. We komen al klimmend en dalen langs de Duivelsgrot. Dan wandelen langs de staatsgrens we komen verschillende grenspalen tegen. Dan steken we de grens met Nederland over naar België en wandelen nu op de taalgrens Vlaanderen Wallonië. Zo komen we aan de hoeve Castert. Gelukkig zijn de restauratie van dit bijzonder gebouw nu volop bezig. We wandelen verder een heel eind door het bos met hoge kalkmuren. Zo komen we beneden aan de Maas die we een eindje volgen tot we aan de ingang van domein Slavante aan de overzijde van de Maas het Kasteel de Hoogenweerth. Het huis en is al vermeld in de 15e eeuw onder de naam Houweert. Het huidige huis is gebouwd door de Maastrichtse schepen Antonius Vaes op het einde van de 17e eeuw. Dan klimmen op naar Slavante. Het Buitengoed Slavante, voorheen bekend onder de naam Casino Slavante, is een uitspanning tegen de oosthelling van de Sint-Pietersberg in de gemeente Maastricht in de Nederlandse provincie Limburg. De voormalige buitensociëteit dateert uit 1846 en is sinds 1997 een rijksmonument. De naam Slavante wordt ook gebruikt voor het omliggend deel van de Sint-Pietersberg met onder andere restanten van een 17e-eeuws klooster, een kapel, een wijngaard, een aanlegsteiger voor rondvaartboten en de toegang tot de Zonneberg, een stelsel van onderaardse kalksteengroeven. Het hoog gelegen gebied biedt uitzicht over de rivier de Maas en een deel van het Maasdal. Kloosterrestanten en Sint-Antoniuskapel. Van het tweede klooster Slavante resten nog twee haaks op elkaar staande, witgepleisterde vleugels uit de zeventiende eeuw, waarvan er een nog een deel van een open arcade bezit. In het interieur bevindt zich een fragmentarisch bewaarde schouw uit 1666. De Sint-Antoniuskapel is een veelhoekig gesloten veldkapel van mergel met een barokke voorgevel uit 1681. De kapel draagt het wapenschild van de schenker, de landcommandeur Edmond Godfried van Bocholtz van de balije Biesen van de ridders van de Duitse Orde. Wij wandelen even op het domein, en we bezoeken de chalet voor een natje en droogje. Dan weer verder, we komen langs het kasteel van Andre Rieu kasteel Schonbrunn. Nu wandelen we de Sint Pietersberg op om zo terug aan ons vertrek te komen. Deze wandeling is eentje van de wandelingen van Sint Pietersberg, welke wij controleren als Ambassadeurs.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 06/02/2017
PANNENKOEKENTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Onze maandelijkse wandeling met onze wandelclub vertrek in zaal De Kei. Zo wandelen we ook naar Beverst. Maar vandaag zouden we deze wandeling wel de vakwerk wandeling. De vele vakwerkhuizen die we op deze wandeling tegen komen zijn stuk voor stuk parels. Tot in de vorige eeuw bouwden en onderhielden boeren deze witte huizen met houten raamwerk zelf. De bouw, waarbij het skelet is gemaakt van hout, stenen, stro en leem, was tot 1850 de normale wijze waarop men in Limburg huizen bouwde. Omdat de materialen in de buurt te verkrijgen waren, was het goedkoop. Inmiddels worden al meer dan honderd jaar geen vakwerkhuizen meer nieuw gebouwd, maar wel gerenoveerd. De bouw:
Vakwerk bestaat gewoonlijk uit een houten balkstructuur met een invulling. De stijlen van een vakwerkconstructie maken vaak ook deel uit van de gebintconstructie. De invulling kan bestaan uit vlechtwerk van wilgentenen, eik, vuilboom of hazelnoot dat bestreken is met een mengsel van stro en leem. Het vlechtwerk bestaat uit verticale houten staken die in gaten en sleuven in de regels zijn bevestigd. Hiertussen worden vervolgens twijgen gevlochten. In Vlaanderen wordt zo een constructie "plak-en-stak" genoemd. Later werd als invulling ook baksteen gebruikt.
De wandeling door de velden van Diepenbeek met een hel blauwe hemel is zo mooi. We komen ook in Beverst- Bilzen met een prachtige huis in vakwerk waar Mgr R Vanheusden geboren is.
Op 02 augustus 1888 in Beverst geboren en in 1919 in Kaapstad tot priester gewijd en naar Congo gestuurd, 1947 werd hij in Luik tot bisschop van Cariana gewijd. Hij overleed in 1958 in Congo.
We wandelen een heel eind door de omgeving met wat afwisseling en zo komen we terug in de zaal. Waar onze wandeling eindigt en waar de pannenkoekentocht afgesloten word met pannenkoeken.
MARCHE DES GADLIS DE PERON D’OR. / LES GADLIS DE PERON D’OR. / REMOUCHAMPS. 05/02/2017
MARCHE DES GADLIS DE PERON D’OR.
LES GADLIS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
Vandaag een wandeling in Remouchamps, we vertrekken met de wandeling aan de Amblève en aan de oever staan mooie huizen en we steken de rivier over en komen zo langs de Grotten van Remouchamps deze zijn zeer bijzonder en worden druk bezocht ook nu in de winter. In 1828 werd het grottencomplex ontdekt. Sinds 1912 zijn de grotten open voor het publiek. Men gebruikte toen harshoudende fakkels om zich van enig licht te voorzien. In 1924 zijn de grotten voorzien van feeërieke verlichting. We wandelen nu het dorp uit en beginnen aan onze eerste klim. Wat wel mooie plaatjes geeft. Blijven klimmen tot we aan “Belverdere Rahir op 200meter” komen. Hier een prachtige zicht op het kasteel Montjardin.
Het prachtige kasteel van Montjardin ligt ten zuiden van Remouchamps bestaat uit een oud feodaal kasteel en een kasteel in renaissance stijl en dateert uit 1871. Het kasteeltje staat op een rots, en toont 50m boven de Amblève uit. Het Herenhuis van Montjardin is bekend met zekerheid sinds 1342. Het is in de 14e eeuw gebouwd maar verwoest door brand in 1640. De familie van Theux de Meylandt en Montjardin is de gelukkige eigenaar sinds 1734. Recente verandering in het interieur hebben van dit optrek een comfortabel, aristocratisch verblijf gemaakt.
We wandelen verder op en hier liggen rotsblokken wat het allemaal nog mooier maakt. Verder komen we onder de brug van de autostrade en verder wandelen we door de omgeving van bos met een zicht op de vallei. Niet voor niks is deze streek bijzonder. Water, rots, flora en fauna maken van het Land van Ourthe-Vesdre-Amblève een streek om grenzeloos te ontdekken. Het is een constant klimmen en dalen, een eind door het bos dan boven op het plateau door de weilanden. Na een tijdje wandelen we boven het dal met een zicht op de vallei de rivier die door de vallei vloeit, de hellingen begroeid met bomen en in het dal enkele huizen wat is het hier toch prachtig om te wandelen en wat een afwisseling, dalen en dan weer een stevige klim. We blijven wandelen door dit prachtige landschap tot wee weer in Remouchamps komen nog even door het dorp en zo zijn we terug aan de Amblève die we terug oversteken om zo onze wandeling te beëindigen. Het was een zware wandeling met verschillende pittige beklimmingen, maar het was de moeite waard om deze 5 sterren wandeling te doen.
BOS- EN HEIDETOCHT. / DE BENNEWED. / HOUTHALLEN. 04/02/2017
BOS- EN HEIDETOCHT.
DE BENNEWED.
HOUTHALLEN.
Vandaag een wandeling in Houthallen, we wandelen in het natuurreservaat “Teut & Ten Haagdoorn”. De Teut en Ten Haagdoorn, met 2000 hectare het grootste heidegebied van Midden-Limburg. De afwisseling van beekdalen, vennen, duinen, bossen, akkertjes en heideterreinen nodigen uit voor een prachtige wandeling. Dankzij ijverige schaapjes blijft die heidepracht behouden. We belanden dan onmiddellijk in de heide. Het is een golvend terrein, met – uiteraard – heide en ook wel bomen. Je passeert ook een ven (of is het een vijver). Door dit typische heidegebied, wandelen we dan enkele kilometers. we kruizen wel enkele keren een hoogspanningsleiding, we horen voortdurend het verkeerslawaai van de snelweg en je hebt zicht op een golfterrein, maar dat alles moet je erbij nemen in een dicht bevolkt land, vrees ik.Het wandelgebied Tenhaagdoorn kronkelt door De Wijers, een uitgestrekt natuurgebied dat maar liefst 1.175 vijvers telt! Samen met de heidelandschappen, beekvalleien en graslandschappen is dit een feeëriek wandelparadijs waar we urenlang gezonde energie kan opdoen. Je kunt moeilijk beschrijven wat je allemaal zit en hoe afwisselende het parkoers door de heide is, terwijl we hier doorwandelen denken we eraan hoe mooi het hier moet zijn als de heide bloeit. Spijtige dat er een golfterrein in het gebied ligt wat er heel anders bij ligt, het groene gras steekt af tegen de heidevlakte. We wandelen rustig door de heide en genieten van de vele vergezichten. In de verte staan de schachtbokken van de mijn van Houthalen. We wandelen nog een heel eind over de heide om zo terug aan ons vertrek te komen. Het was een mooie wandeling alleen spijtig dat het de hele tijd geregend heeft.
Vanuit de authentieke herberg "De Horne" vertrekt deze landschapswandeling. Deze Greenspot is een schitterende afspiegeling van droog Haspengouw, met uitgestrekte akkers, compacte dorpjes, monumentale vierkantshoeves en kastelen. We wandelen nu verder en al na enkele honderd meters komen we aan het Kasteel van Horne met kasteelhoeve en park. Het bouwjaar van kasteel van Heurne is niet bekend. Het kasteel was lange tijd in het bezit van de Tongerse familie Bosch, wier wapenschild boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. De bijbehorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch. De familie Bosch had het kasteel van de 17e tot en met de 19e eeuw in hun bezit. Vroeger bevond er zich nog de Kasino, een verdwenen huisje in de Engelse stijl dat dienstdeed als jachtwachtershuis. Het bijbehorend bosje wordt sinds oudsher Bosquet genoemd. We wandelen verder. Langs één van de vele boerderijen. Als landbouwdorp is het normaal dat er vele boerderijen zijn maar hier zijn de meeste nog altijd in bedrijf wat toch bijzonder is. Ook bijzonder is dat vele van deze metselaarsteken dragen. Het aanbrengen van individuele bezwerend/beschermende tekens vormt echter de meest voorkomende toepassingsvorm. De metselaars putten hun inspiratie uit een arsenaal aan oraal overgeleverde tekens. Tekens komen voor op alle mogelijke plaatsen van een gebouw. De geesten waarvoor ze bestemd zijn zullen ze wel zien. Later worden ze aan de straatkanten gezet omdat iedereen ze kon zien, ook deze hier in Vechmaal. We wandelen verder en gaan zo naar de open ruimte. Zo komen we aan de Kuilen van Vechmaal. Groeve Henisdaal De naam is afkomstig van een voormalig leen, eigendom van het gelijknamig adellijk geslacht. De groeven zijn de enige van deze soort in het stroomgebied van de Schelde. De overige bevinden zich in het stroomgebied van de Maas. Er zijn drie gangenstelsels, ook grotten genoemd. De ingang van de grootste ligt in een bosje, deze geeft toegang tot de Grote Grot. Vanaf de Romeinse tijd werden mergelblokken uitgehouwen welke dienden als onderbouw voor bouwwerken. Ook voor de bouw van de basiliek van Tongeren werd mergel uit deze groeve gebruikt. Ook werd de mergel gebruikt als bemestingsmiddel op de akkers. Tot 1835 werd hier mergel gewonnen. Het grillige reliëf dat door de menselijke activiteit is ontstaan begroeide met struikgewas. In de middeleeuwen werden deze hellingen voor de wijnbouw gebruikt. De ondergrondse gangenstelsels, met soms in het veld nog ventilatiekokers, lopen door tot in de naburige gemeenten. Vanaf ongeveer 1930 werden de gangenstelsels gebruikt voor de champignonteelt. De instorting te Zichen in 1958, waarbij 18 slachtoffers vielen, betekende ook het einde van de champignonteelt in de grotten van Henisdaal. Tegenwoordig vormt het gangenstelsel een verblijf- en winterslaapplaats voor vleermuizen, zoals dwarsoorvleermuis, grootoorvleermuis en baardvleermuis. Dit, en bovendien het bovengrondse landschap met een merkwaardige kalkflora, maakte dat dit gebied als natuurgebied wordt beschermd. Ook geologisch is dit gebied interessant: Er werden tal van fossielen gevonden. Weer verder met onze wandeling tot we aan de Hoeve Henisdaal komen. Ook hier een heel stuk geschiedenis. Het poortgebouw stamt uit de 2e helft van de 16e eeuw, en is in laatgotische stijl met renaissance-elementen. De hoekbanden zijn beneden van kalksteen, boven van mergelsteen. Boven de poort bevindt zich een gevelsteen waarop zich het wapenschild van het geslacht Van Henisdaal bevindt. Aan beide zijden hiervan vindt men een kleine gevelsteen dat een harnas uitbeeldt. De tegen de noordgevel van het poortgebouw aangebouwde traptoren was vroeger hoger, maar de houten wenteltrap is nog origineel. In deze toren vindt men nog schietgaten. Veel van de bedrijfsgebouwen zijn uit de 2e helft van de 19e eeuw. De dubbele dwarsschuur, met twee rondboogpoorten, is waarschijnlijk ouder. Weer wat verder langs de kerk en zo terug op ons vertrek. We hebben deze wandeling al zovele male gedaan maar toch is het telkens weer een ontdekking.
27e MARCHE DE ACT DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / BATTICE. 29/01/2017
27e MARCHE DE ACT DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
BATTICE.
Vandaag naar Battice samen met Jelle voor de 12 km. Als we aankomen ligt er nog op vele plaatsen sneeuw en dat gaat onze Jelle wel. Het prachtige Land van Herve nodigt uit om te wandelen. Het Land van Herve wordt gekenmerkt door lage heuvels, weinig bos en hoofdzakelijk weiden en boomgaarden omheind door typische hagen. Is het vooral een landbouwgebied, bekend onder meer hervekaas met zijn zeer doordringende geur, boter, cider, appelen en peren en appelstroop (gedeeltelijk met peren gemaakt) ook wel Luikse Stroop genoemd, fijne vleeswaren en bier in de brouwerij van de voormalige Abdij van Val-Dieu. Een streek om van te genieten. We wandelen door de typische straten van de streek, met veel bochten en met hagen omzoomt. Hier en daar een oude boerderij die in het landschap staat. Zo typische met rode baksteen en met hardsteen omlijstingen dikwijls afgezet met een ijzeren hek. Zo mooi. We wandelen verder en komen zo in Bruyeres. In het dorpje is de controlepost waar we even halt houden en Jelle wat kan rusten, dan weer verder het centrum heeft een paar prachtige oude huizen dan weer de velden en weilanden in. Een beetje verder kunnen we de nieuwe brug van de autostrade zien wij gaan verder met onze wandeling. Ook hier weer de prachtige huizen zo typische voor het Land van Herve. Nog even en we zijn terug op de rustpost vandaar uit langs velden en weilanden terug naar ons vertrek. Wat een prachtige wandeling zeker als onze kleinzoon erbij is hij heeft het weer goed gedaan, proficiat Jelle.
MARCHE D’HIVER. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / HAMOIS. 28/01/2017
MARCHE D’HIVER.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
HAMOIS.
Hamois is een typische Condrusische gemeente in het oosten van de provincie Namen, even ten noordoosten van Ciney, de hoofdstad van de Condroz. We komen er terecht in een landschap met evenwijdige dalen. De vlakke heuveltoppen bestaan uit een hard gesteente, de dalen uit kalksteen, bedekt met verweringsklei. Hierdoor is de streek zeer vruchtbaar, wat zich vertaalt in de soms enorme vierkanthoeven. Dat het Hamois nog steeds voor de wind gaat, blijkt uit de vaak fraaie panden en de talrijke kastelen. Het grondgebied van Hamois was destijds verdeeld in meerdere onafhankelijke delen. Hubinne is ouder dan Hamois, dat deel uitmaakte van de meierij van Ciney. Buresse, een andere wijk, was een niet-leenroerige heerlijkheid van het prinsbisdom Luik. Hamois, Hubinne en Achet werden in 1795 samengevoegd om de meierij van Hubinne te vormen en kort daarop die van Hamois. Achet en Monin werden zelfstandige gemeenten in 1898. De kapel van Hubinne wordt al in 1161 vermeld, maar ze werd vermoedelijk veel vroeger gebouwd. Vandaag een winterse wandeling in Hamois nog veel sneeuw op onze tocht. We vertrekken in het centrum van Hamois aan de kerk, tegenover de watermolen. De molen “De Warnon” gebouwd in 1869. Vandaag is de molen nog volledig intact en hopend de eigenaren een restauratie overwegen. We wandelen het dorpje uit en we passeren eerst de kapel van Saint Barbara die er vandaag prachtig bij ligt enkele jaren geleden was ze dringend aan restauratie toe vandaag is deze volop bezig. Verder met onze wandeling. Rond de kerk verschillend huizen in lokale steen wat een prachtig beeld geeft. Dan komen we aan de school waar nu de toeristische dienst in is. Wel een prachtig gebouw. Dat dit een rijke streek was kun je zien aan de vele grote boerderijen en kastelen. Nu wandelen we de uitgestrekte velden in een prachtige golvend landschap bedekt met sneeuw gewoon prachtig. Weer wat verder door het bos tot we aan de voormalige spoorweglijn komen vandaag een wandel en fietspad. De RAvel 126 die van Ciney tot Havelange gaat komt voor bij Bormenville. Ter hoogte van de vroegere station staat een verklarende paneel in de vorm van treinbanken. Een ware educatieve zone die ons de geschiedenis van de trein en omgeving, dankzij oude postkaarten, illustraties en anekdotes ons het verhaal vertellen. Ook zo in Bormenville waar het station nog staat en waar ons het verhaal verteld word van het bijna helemaal verdwenen sanatorium. in het bos: enkele resten van een sanatorium opgericht door de gravin van Berlaymont, de kasteelvrouwe van Bormenville. Het sanatorium werd in het begin van de 20e eeuw bestuurd door dominicaner zusters en fungeerde als ziekenhuis tijdens het interbellum. Dan weer verder en weer een eind langs de velden en akkers met weidse zichten over het landschap. In de verte zien we het kasteeldomein “Domaine De Buresse”,liggen. Dit neoklassieke kasteel uit 1822 werd gebouwd door de familie de Barré-Caverenne. Het kasteel van Buresse kwam later in handen van Mr Toussaint d'Andrimont die het 1896 uitbreide met twee zijtorens. In het park van het kasteel staan twee mammoetbomen met een boomomtrek van 4 meter. Het in rode bakstenen gebouwd kasteel van Buresse, wat afgelegen in een prachtig heuvelachtig landschap ten noorden van het dorp Hamois, wordt vandaag bewoond door Baron F. Cartier Yves. Een prachtig zicht als we verder wandelen en zien in wat een prachtig park en een bijzonder grote boerderij er bij dit kasteel ligt. Nog wat verder en we komen zo terug op ons vertrek. Een prachtige winterwandeling met vele mooi vergezichten en mooi oude hoeven.
BOTER BIJ DE VIS. Expo SINT-ODULPHUSKERK SPEELHOF BORGLOON
BOTER BIJ DE VIS. Expo
SINT-ODULPHUSKERK
SPEELHOF BORGLOON
Tot 24maart kan men de tentoonstelling Boter bij de vis gaan bezoeken in de kerk van Borgloon. Tijdens WO I was dikwijls de vraag wat schaft de pot vandaag. Het schaarse voedsel dikwijls heel duur maakte het voor d ebewonners niet gemakkelijk om voor de nodige voeding te vinden voor de dag. Ook dikwijls hadden de Duitse soldaten al veel voedsel aangeslagen waardoor er een tekort kwam voor de burgerbevolking. De vraag is dan ook hoe kwamen ze door deze toch wel droeve periode. In Borgloon in de Sint-Odulhuskerk is er een ten- toonstelling die ons meer verteld over deze periode uit onze geschiedenis. Iedereen welkom inkom is gratis.
STROOBANDERSPAD. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 25/01/2019
STROOBANDERSPAD.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vandaag een wandeling op de permanente “Wandelwegen van Diepenbeek” we kiezen voor het STROOBANDERPAD. Vertrek aan de wandelpaal op het Schoverikplein. We wandelen eerst een eindje door het centrum. Langs de Kiosk op de Varkensmarkt en dan verder langs het huis Schoofs, gebouwd begin 19de eeuw, op het bovenlicht staat geschreven ”Brouwershuis Schoofs” wat verder komen we langs het gemeentehuis, gestart met de bouw in 1914 maar door de oorlog pas afgewerkt in 1916. De kerk die we straks gaan bezoeken ligt ernaast. We verlaten het centrum en komen aan een mooie kapel, weer verder en langs verschillende oude boerderijen, de Aldenhofwinning en de Beekrooiwinning deze hoeve dankt zijn naam aan het feit dat hier vroeger eiken gerooid werd, “op ekenrooi” waar de zware eiken balken van de kerk en de toren van Diepenbeek gerooid werden. Weer verder en ook langs een van de vele vakwerkhuizen die Diepenbeek rijk is, weer kun je zien met welke liefde deze mooie oude gebouwen geherwaardeerd worden tot prachtig erfgoed en zo bewaard blijven voor de volgende generaties. We wandelen nog een eindje door de prachtige omgeving om zo terug op ons vertrek te komen. Wij willen nog even de kerk gaan bezoeken.
De Sint-Servatiuskerk aan het Marktplein.
In 1997 werd de 500e verjaardag van de toren gevierd. In de kerk zijn 17e-eeuwse houten gepolychromeerde beelden te vinden. Oorspronkelijk stond hier een Romaanse kerk, welke midden 11e eeuw werd gebouwd. In 1235 kwamen het patronaatsrecht en het tiendrecht aan de Abdij van Villers, en in 1582 werden ze overgedragen aan het Sint-Lambertuskapittel te Luik. In 1490 brak brand uit in de Romaanse kerk. In 1500 begon de wederopbouw door de Abdij van Villers, in laatgotsiche stijl. In 1648 werd de kerk vergroot waarbij de toren, die voorheen los van de kerk stond, aan de kerk werd vast gebouwd.In 1777 werd de kerk afgebroken en in plaats daarvan de classicistische zaalkerk gebouwd. De laatgotische toren bleef behouden. In 1849 werd een doksaal geplaatst. Van 1860-1862 werd de kerk met twee transeptarmen vergroot. Ook het koor werd toen verhoogd. In 1931 werden nog twee zijbeuken toegevoegd. De kerk bezit een 15e-eeuwse eiken Christus op de koude steen, oorspronkelijk gepolychromeerd; diverse 15e-eeuwse heiligenbeelden in gepolychromeerd hout; een 17e-eeuws Calvarie in gepolychromeerd hout; een hoofd- en twee zijaltaren in 18e-eeuwse barokstijl; eiken biechtstoelen, communiebank en preekstoel in Lodewijk XV-stijl; koorbanken en zitbanken uit einde 18e eeuw; een tabernakel, eveneens eind 18e eeuw.
Normaal zouden we de afstempeling gaan halen in het Paenhuis maar deze was gesloten, daarom besluiten we om naar Cafe Deschoverik te gaan voor de stempels in ons wandelboekje.
Vertrek aan het station van Wijlre dit station heeft een lange geschiedenis. Station Wijlre-Gulpen werd geopend op 23 oktober 1853 als station aan de spoorlijn Spoorlijn Aken - Maastricht. Bij de sluiting van het traject Station Kerkrade Centrum - Station Simpelveld op 29 mei 1988 werd ook dit station gesloten. Sinds 1995 maakt het station deel uit van het traject van de Miljoenenlijn van de ZLSM. De Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM) is een stichting die de stoomtreindienst exploiteert op de spoorlijn tussen Kerkrade en Valkenburg. Het gedeelte tussen Kerkrade en Simpelveld is onderdeel van de Miljoenenlijn, een toeristische spoorweg. In de winterperiode zijn er geen stoomtreinen vanaf maart rijden ze weer. Wij wandelen de uitgestrekte velden in en we worden op prachtige vergezichten getrakteerd. Wij wandelen door dit ongelofelijk mooie landschap. Zo komen we in Fromberg. De Fromberg (Limburgs: Frómmerig) is een gehucht en heuvel in het Heuvelland gelegen nabij Wijlre. Fromberg is bij Voerendaal gevoegd. Het bestaat uit circa tien huizen en boerderijen en ligt vlak naast Etenaken, waar het van gescheiden wordt door de spoorlijn Aken - Maastricht. Het is gesitueerd op een helling van het Geuldal naar het Plateau van Ubachsberg. Het noordelijke deel van de heuvel wordt Schaapsdries genoemd. Het kleinen dorpje heeft wel een grote wijngaard. De wijnbouw in Limburg werd heringevoerd in de jaren 80 van de vorige eeuw. Heringevoerd omdat tot aan de tijd van Napoleon II de wijnbouw in deze streken heel normaal was. De helling waarop de wijngaarden van wijngoed de Fromberg liggen vind u in oostelijk zuid-Limburg. Paul Wiertz een traditionele akkerbouwer kwam op leeftijd, en het was tegen zijn pensionering aan, dat hij het wat rustiger aan wilde doen, dacht hij. Dus plantte hij in 1991 op deze helling de eerste wijnstokken samen met zijn zoon, dochter en schoonzoon. Hij liet zich daarin adviseren door de Wijnacademie in het Duitse Geisenheim. De eerste jaren van het bestaan van de wijngaard plantte hij de druivenrassen Muller Thurgau, Auxerrois. Inmiddels zijn daar Bacchus, Reichensteiner, Riesling, Pinot Noir, Dornfelder en Monarch bijgekomen. de 3 hectare grote wijngaard is de enige hellingwijngaard in Nederland die volledig op het zuiden is gericht. Bovendien is het de hoogst gelegen wijngaard van Nederland. De hellinghoek is vrijwel gelijk aan de ideale hoek waarop de druivenstok het best gedijt. De bodem bestaat uit een mineraalrijke löss bovenlaag gemengd met holoceen grind op een ondergrond van mineraalrijke kalksteen (mergel), tot waar de wortels van onze druivenstokken gemakkelijk reiken. De ondergrond bestaat uit de oudere , en daarom ook hardere mergelsoort. Dat maakt dat de druif hard moet werken om de mineralen die erin zitten op te nemen. Dat zorgt weer voor sterke stokken met druiven die krachtige uitgesproken wijnen leveren. We wandelen verder door de mooie omgeving door de kleine dorpjes en gehuchten. Mooie huizen, vaak oude boerderijen die nog altijd delen of geheel in vakwerk zijn. Gewoon een prachtige wandeling door en streek met een rijke landbouw verleden
Vandaag eens naar Hockay om in de sneeuw te wandelen. Onze eerste toer wandelen we eens door het dorpje de spoorwegbrug over langs de kerk. Eigenlijk is dit dorpje in de vele jaren dat we hier komen niet veel veranderd het blijft een gezellig dorpje inde Ardennen met verschillende gebouwen die hier al honderd jaar staan, in het Café Ardennais hangen vele oude postkaarten van Hockay en je kom deze gebouwen nog altijd tegen in het dorp. We wandelen en heel eind en komen het kasteel van Chevalier Ludovic de Lamine. Zo word het genoemd op oude postkaarten. En prachtige gebouw. De mist en de vrieskou hebben het landschap in een sprookjes landschap geschapen, de bomen bevroren mooi. We keren terug naar het dorp en gaan even het café binnen voor een drankje en wat op te warmen, nemen de tijd om naar de oude postkaarten te kijken, wat is en blijft dit een mooi dorpje. Na de rust wandelen we de oude spoorweg op. Ligne 44a brengt ons naar Francorschamps. Wat een prachtige wandeling, sneeuw wel 30 cm hoog en prachtige zichten over het landschap. Een wandeling van 10 kilometer heen en terug is een hele beleving. Het is een prachtige dag geworden in Hockay, de prachtige Ardennen die ons kunnen bekoren.
Dit jaar een echte winterwandeling in Kelmis. Nog veel sneeuw en het is fris maar de zon schijnt volop met een hel blauwe lucht. Prachtig! Kelmis ligt op enkele kilometers afstand van de Duitse stad Aken en eveneens dicht bij de Nederlands-Limburgse plaats Vaals. Het grenst aan het drielandenpunt met Nederland en Duitsland. De aanwezigheid van een zinkmijn heeft voor een verhoogde concentratie zink in de bovengrond gezorgd. Hierdoor kennen Kelmis en Moresnet op enkele plaatsen een opvallende zinkflora. De Geul werd voor de zinkwinning gebruikt. Tevens ligt een groot gedeelte van het Belgische deel van het Preusbos op het grondgebied van de gemeente Kelmis. De naam "Preusbos" betekent overigens "Grensbos" in het lokale Platdietse dialect. Al vlug verlaten we het dorp. En wandelen de natuur in het golvend landschap bedenkt met een laag sneeuw is nu zo mooi dat het genieten is. We wandelen naar De Eyneburg
De enige burcht in de bergen van het Geuldal die nog is overgebleven en die in de volkmond “Emmaburg” wordt genoemd, is een van de zeldzame bergburchten in het hertogdom Limburg. De majestueuze bouw van de burcht begint aan de linkeroever van de Geul. De uitstekende toren of de wachttoren merkt men reeds van ver op. De naam Eyneburg of Eyneberghe stamt af van een familie met deze naam, die dit landhuis in de 13e eeuw bezat. Zo is er onder andere sprake van Theodor von Eyneberghe, kanunnik in Sint Servatius in Maastricht in 1260 en Hermann von Eyneberg in 1285.
Alleen spijtig dat de burcht er elke jaar meer en meer verloederd het is zo een waardevol erfgoed. We wandelen verder en lopen een eind over de GrenzRouten.
Op de GrensRouten beleeft u het landschap, de cultuur en de geschiedenis van de Drielandenregio. Of u nu wandelt door het open heggenlandschap in Oost-België, langs de oude beuken aan de historische "Landgraben" (oude aardewal op de grens), door het prachtige Geuldal of over de heuvels in het Limburgse Heuvelland – u kunt hier uw grenzen verleggen!
Weer verder komen in Neu-Moresnet, bij het binnen gaan van de gemeente twee bijzondere plekken, er staat een treinwagon die de vereniging geplaats heeft om het rijke spoorweg verleden niet te vergeten, en een monument welke herinnerend aan twee bijzondere dingen die in Kelmis waren. De deelgemeente Kelmis vormde, vanwege de aanwezigheid van de belangrijke zinkspaatmijn Vieille Montagne aldaar, onder de naam Neutraal Moresnet tussen 1815 en 1919 een neutrale zone of condominium tussen het Koninkrijk der Nederlanden (later België) en Pruisen. Als gevolg van het verdrag van Versailles werd het gebied een Belgische gemeente onder de nieuwe naam Kelmis/La Calamine (naar kalamijn, een andere naam voor zinkspaat of smithsoniet). Neutraal Moresnet is een bijzondere geschiedenis toch even vertellen.
Neutraal Moresnet of kortweg Moresnet was een dwergstaatje met een oppervlakte van 344 hectare[1][2] (ongeveer twee keer zo groot als het huidige dwergstaatje Monaco). Het lag ongeveer zeven kilometer ten zuidwesten van Aken. Moresnet bestond van 1816 tot 1920 en grensde aanvankelijk aan het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen. Na de onafhankelijkheid van België werden dat België en Pruisen en toen een deel van Limburg in 1839 Nederlands werd, ontstond op de Vaalserberg een vierlandenpunt. Na de nederlagen van Napoleon in 1813 en 1814 besloten de geallieerden tot een herindeling van Europa en werd het noordelijke deel van het Franse rijk onder Nederland en Pruisen verdeeld. Men kon het echter niet eens worden over het gebied rond Kelmis (La Calamine) waar zinkerts werd gewonnen, hetgeen van belang was voor de productie van messing. Dit leidde tot een bijzondere oplossing: er werd een gebied ingesteld dat onder gezamenlijk bestuur van Pruisen en Nederland kwam en een neutrale status kreeg – vandaar de latere naam Neutraal-Moresnet. De zinkertswinning in de groeve in de Altenberg stopte in 1895 en twee jaar later dienden de bewoners van Neutraal-Moresnet een verzoekschrift in om bij België aangesloten te worden ingeval er ooit een einde aan hun onafhankelijkheid kwam. In de Eerste Wereldoorlog werd het gebied, evenals België, door Duitsland bezet en uiteindelijk werd het op basis van het Verdrag van Versailles van 1919 bij België gevoegd
Wat verder komen we aan De Hammerbrücke is een uniek bouwwerk, dat in 1840 uitsluitend uit bakstenen werd opgetrokken. De brug strekt zich uit over het Geuldal, waarbij ze het Herbesthal met Aken verbindt en zo de eerste spoorwegverbinding van België met het buitenland mogelijk maakte. Enkele jaren geleden werd er een grondige restauratie uitgevoerd welke een prachtig resultaat opleverde. De 400 m lange en op een hoogte: 52 m overspant de vallei. Zo komen we in Moresnet. Het prachtige dorp dat overheerst word door de brug en enkele zeer mooie gebouwen. De kerk met plein is zo idyllisch. We wandelen iets verder en komen aan Het Kasteel Bempt .
De vroegere benaming van het kasteel is Bennelt. De naam is afgeleid van het Oudnederlandse woord Bempt (beemd; vochtige weide). De donjon is opgetrokken in een soort bruinachtig cement in een stijl die enigszins lijkt op neogotiek. Deze toren is in de negentiende eeuw gebouwd tegen een uit stenen opgetrokken gebouwtje uit het eind van de achttiende eeuw. Hier bevinden zich de verharde binnenplaats waarvan het koetshuis, de paardenstallen, de koestallen, en woongedeelten. Zij vormen het achterste en rechtergedeelte van dit gebouw. Recht er tegen over, iets verder naar achteren gelegen en achter een muurwerk van pilaren uit mergelstenen, vinden we het eigenlijke kasteel dat wordt omringd door grachten, die nog intact zijn, en waaroverheen een stenenbrug loopt die naar dit kasteel leidt. Naar het schijnt werd het kasteel aan het eind van de achttiende eeuw. of begin negentiende eeuw door brand verwoest. Dit zou do verklaring kunnen zijn voor de uit zeven vlakken bestaande en uit baksteen opgetrokken gevel. De met leisteen bedekte daken bestaan uit eenvoudige vlakken. De daken van de vleugelgebouwen zijn lager dan dat van het hoofdgebouw. Op de nok staan vier schoorstenen. Het geheel vormt een fraai bouwwerk met mooie proporties en is een harmonieuze geheel.
Nu nog een eind door het bos om zo terug op ons vertrek te komen. Een wandeling in een plek met heel wat geschiedenis. Prachtig!
39E MARCHE DE LA CITADELLE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / NAMUR. 15/01/2017
39E MARCHE DE LA CITADELLE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
NAMUR.
Kuier door het historische hart van de stad. U ziet er prachtig gerenoveerde historische gebouwen. Bij de samenvloeiing van de Samber en de Maas weeft zich een web van steegjes aan de voet van de Citadel van Namen: nieuw Bezoekerscentrum Terra Nova. Ze torent boven de stad uit en biedt u mooie uitkijkpunten over de stad en de Maas en de Samber: zo nodig Namen ons uit om haar te verkennen en hoe kun je dat beter dan met een wandeling van de “Les Spitants” We wandelen vanuit Arsenal, in het centrum van Namen, het gebouw grenst aan de ene kant aan de Samber. Het Arsenaal is 'Uitzonderlijk Erfgoed van het Waalse Gewest'. De oude wapenopslag is nog wel te bezichtigen. We volgen even de Samber steken hem over tot we aan de samenvloeiing van de Samber en Maas. Hier staat de Poort van de samenvloeiing Samber en Maas een prachtige barokke poort. Naast de poort de Halle al'Chair betekent letterlijk vleeshuis en dat is ook precies wat het was. Het gildehuis van de slagers werd gebouwd in 1590. Hier werd in die tijd vlees geslacht en verhandeld. Het is een goed voorbeeld van de Maaslandse Renaissancestijl, aangezien het lijkt op een spekhuis met laagjes. Het gebouw alleen al is een bezienswaardigheid, maar de oude slagershal herbergt tegenwoordig ook het archeologisch museum. We wandelen het park binnen langs de eeuwen oude laan en dan verder gaan we het bos binnen, we klimmen een heel eind en hoe hoger we gaan hoe winterse het word met boven een 10 tal cm sneeuw prachtige om et wandelen en zeker mooi om et zien beneden groen en boven wit. Zo komen we op de plek die “Milieu du Monde” noemt op een hoogte van 200 meter. Nog wat verder en we komen op de Citadel. De Citadel van Namen ligt op een 100 meter hoge heuvel boven Namen. Bovenop de indrukwekkende rots toornt de citadel boven de stad uit. Waar de rivier de Samber uitmondt in de Maas, ligt de citadel erg strategisch. Namen mag trots zijn, want dit is een van de grootste burchten van Europa. Vanwege van de strategische ligging is de Citadel in handen geweest van zo'n beetje alle wereldmachten. De Spanjaarden, Fransen, Hollanders, ze hebben de Citadel allemaal eens ingenomen. Er is dan ook flink gestreden in en om het fort. De Citadel zit vol tunnels, gangen en galerijen. Op de Citadel vind je ook het Kasteel van de Graven en niet te vergeten een prachtig uitzicht over de stad. Wij wandelen over de citadel langs de paden en door de tunnels, hier kun je verschillende routes volgen die telkens een andere periode van de Citadel te zien geven. Nu dalen we af naar het centrum steken de Samber terug over en komen zo terug aan het Arsenaal waar onze wandeling eindigt, een mooie en aangename wandeling in de Hoofdstad van Wallonië.
30E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG – CHAUDFONTAINE 14/01/2017.
30E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG – CHAUDFONTAINE
Een wandeling langs de Ourthe, op een winterse dag, kan ook fijn zijn. Een heel eind langs de rivier met zijn hoge rotsen, zijn watervogels nu weer rustig verder vloeien in zijn beding en dan weer onstuimig. Langs de oever de sporen van de bevers, vele afgeknaagde bomen. Een reiger staat te kijken naar het water. Er is zoveel te zien langs het water, we nemen de tijd om dit alles gade te slaan. Ook dit is wandelen genieten van de natuur. Dan klimmen we even het bos in voorbij een prachtig kasteel spijtig geen goeie foto kunnen nemen, en verder door het bos langs een zijriviertje hier ook veel sporen van de bever. Onze Waalse vrienden komen eraan en even gepraat en dan weer verder. Nu beginnen we aan een lange klim door het bos en een sneeuwbui overvalt ons wel mooi om te wandelen terwijl het sneeuwt, echt winter nu. Dan komen we in Embourg aan de tank bij het Fort. Weer wat verder tot op de tweede controlepost, even rusten en opwarmen en weer op pad. Nog twee kilometer en onze winterwandeling eindigt. Een mooie en aangename wandeling.
25E MARCHE DE L’EPIPHANIE. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 11/01/2017
25E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
De eerste wandeling in Wallonië traditie getrouw in Beyne-Heusay. Het moment om onze nieuwjaarswensen over te brengen aan onze Waalse wandelvrienden. Vertrek aan de kerk en dan op weg naar de oude spoorwegzate die vandaag een Ravel geworden is voor fietsers en wandelaars. Een prachtig stukje natuur dat als een lint door het landschap loopt. We wandelen onder de spoorbrug door, langs velden en door weilanden om zo in het volgende dorp te komen. We komen in Romseé. Hier zijn nog gebouwen bewaard gebleven van de vroegere mijn WERISTER. Even een korte geschiedenis.
De maatschappij Wérister werd opgericht op 27 mei 1874 en nam later meerdere kleinere mijnen in de buurt over. In 1937 bereikte men een recordproductie van 620000 ton steenkool. De mijnzetel in Romsée sloot in 1967. Twee jaar later volgde het definitieve einde van de steenkoolontginning met de sluiting van Wérister-José, meteen het einde van één van de grootste steenkoolbedrijven in het Luikse. Het hoofdgebouw van de maatschappij (uit 1926) in Romsée is bewaard net als enkele bijhorende gebouwen. De drie schachttorens verdwenen, de tombes resten. De terril is nog steeds in ontginning. De nog bestaande mijngebouwen worden geïntegreerd in het nieuwe project.
We verlaten even het parkoers om naar de gebouwen te gaan kijken. Dan weer verder met onze wandeling. Dan komen we aan het monument voor de gesneuvelde mijnwerkers van de oorlogen 14-18 en 40-45 met het beeld van Sint Barbara. Door het dorpje en dan weer een heel eind door de weilanden. Het is wel prachtig om hier te wandelen en het heuvelen landschap is zeker de moeite, genieten van de omgeving komen we wat verder langs de twee watertorens, hier hebben ze gekozen om de oude te bewaren en de nieuwe erlangs te bouwen wat een prachtig beeld geeft bewaren en vernieuwen. Dan nog een eind door de weilanden tot we weer terug in Blegny zijn waar onze wandeling eindigt.